Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Tiecelijn</strong> 21<br />
erbarmelijk in mijn vrouw-zijn’). 17 Het is verleidelijk om deze woorden in verband te<br />
brengen met Y. VII 485-504, waar de zeug zegt, voor ze haar profetieën ten beste<br />
geeft, dat het voor een vrouw niet betamelijk is om haar stem te verheffen. Nog een<br />
interessant detail is dat Salaura’s troep varkens merkwaardig genoeg niet alleen uit<br />
vrouwen bestaat, maar ook uit mannen, want de zusters van de abdis hebben nogal<br />
wat kinderen. Nu woonde Hildegard ten tijde van het ontstaan van de Ysengrimus<br />
nog in het kloostercomplex op de Disibodenberg, waar zowel mannen als vrouwen<br />
leefden. Eén van de met name genoemde biggen heet Cono, wat verdacht veel lijkt op<br />
de naam van de abt van Disibodenberg: Kuno.<br />
Het zou een geweldige grap zijn van de dichter van de Ysengrimus om Hildegard<br />
in de gedaante van een krijsende zeug in een dreigende profetie juist tekeer te laten<br />
gaan tegen de paus die haar toestemming gaf om met haar visioenen naar buiten te<br />
treden. 18 Of dit een plausibele veronderstelling is, zal nader onderzoek wellicht kunnen<br />
uitwijzen.<br />
Reynaert en de wolvin<br />
Wanneer Isegrim in de Sint-Pietersabdij is ingetreden, neemt Reynaert de gelegenheid<br />
te baat om de wolvin in haar hol te bezoeken. De vos poept en plast op de<br />
kleine wolfjes, een streek waarmee hij erin slaagt om hun woedende moeder achter<br />
zich aan te lokken. Met de wolvin op zijn hielen springt Reynaert zijn eigen hol binnen,<br />
maar zij komt vast te zitten in de toegang, net zoals Isegrim in Isegrim visser,<br />
De bedevaart en Isegrims eed klem komt te zitten. Dan volgt de verkrachtingsscène.<br />
Voigt beschouwde deze passage als een interpolatie, Mann nam de passage wel op<br />
in haar editie. 19 Ulrich Mölk betoogt in een artikel uit 1993, Fuchs und Wölfin. Über<br />
eine Episode des Ysengrimus und ihre englische Quelle, dat het toch om een interpolatie<br />
gaat. Ook bespreekt hij de bron voor de verkrachtingsscène, een fabel over een vos<br />
en een berin. Kwaad om een oneerbaar voorstel van de vos gaat de berin achter hem<br />
aan, maar loopt zichzelf vast in doornig struikgewas, waarna de vos haar bespringt.<br />
Een Franse versie is bekend uit de Esope van Marie de France; een Latijnse versie, De<br />
vulpe et ursa, is opgenomen in de Romulus, een verzameling Latijnse fabels in proza.<br />
De oerversie van de fabel zou uit Engeland stammen.<br />
Kathryn Gravdal publiceerde in 1991 Ravishing Maidens. Writing Rape in Medieval<br />
French Literature and Law (1991). In het derde hoofdstuk, Replaying Rape: Feudal<br />
law on Trial in the Roman de Renart, komt de verkrachtingsscène in de Ysengrimus<br />
aan de orde. Ze karakteriseert het Gentse dierenepos als een monastieke satire, wellicht<br />
bestemd voor een opvoering in het klooster door monniken die de dierenrollen<br />
speelden. Een interessante veronderstelling, maar daarna schrijft ze dat ‘this sexual<br />
assault from behind may have functioned as an in-house satire of homosexual prac-<br />
~ 34 ~