Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Tiecelijn</strong> 21<br />
van Sint-Gereon, die vanuit Keulen in Sint-Truiden terechtkwamen. 38 Mann veronderstelt<br />
dat er in Sint-Truiden een traditie in het schrijven van satirische poëzie was<br />
ontstaan, een traditie die wellicht via Diederik en Rodulf Gent heeft bereikt, want<br />
beide mannen hebben geruime tijd in Sint-Pieters verbleven. 39<br />
De benedictijnen van deze abdijen deelden dus belangstelling voor satirische poëzie,<br />
gericht tegen misstanden binnen de kerk, en deze abdijen kunnen in verband<br />
gebracht worden met personages uit de Ysengrimus, dan wel handschriften waarin<br />
de tekst is overgeleverd. Het zou interessant zijn om de uitwisseling van gedichten,<br />
handschriften en personen tussen deze, en waarschijnlijk ook wel andere, abdijen<br />
in kaart te brengen. Misschien wordt dan ook duidelijk wat de connectie tussen de<br />
Ysengrimusdichter en Liesborn was, en wat hij bedoelde met zijn oproep aan Walter<br />
en Boudewijn om hem ‘in hun bundel op te nemen’ (Y. V 539-540), door Mann geduid<br />
als een verzoek, aan Walter van Egmond, om hem op te nemen in de Hollandse<br />
abdij. 40<br />
De Ysengrimus en Van den vos Reynaerde<br />
Kende Willem die Van den vos Reynaerde maakte de Ysengrimus? En als hij het Latijnse<br />
dierenepos kende, heeft hij deze kennis dan verwerkt in zijn eigen dierenepos?<br />
Dat is nog nooit goed uitgezocht. Het zou een goede zaak zijn om deze kwestie tot<br />
op de bodem uit te diepen, zoals Bouwman ook al eens heeft opgemerkt in zijn studie<br />
naar de relatie tussen de Roman de Renart en Van den vos Reynaerde. 41<br />
De relatie tussen de Ysengrimus en Van den vos Reynaerde brengt me bij mijn laatste<br />
punt: de belangstelling voor de Ysengrimus in ons taalgebied. Terwijl het Latijnse<br />
dierenepos elders in de wereld tot de meesterwerken van de middeleeuwse (Latijnse)<br />
literatuur wordt gerekend, lijkt het alsof de Ysengrimus in Vlaanderen en Nederland<br />
altijd in de schaduw is blijven staan van Van den vos Reynaerde, in de volkstaal geschreven<br />
en daarom veel meer ‘eigen’ dan het moeilijker toegankelijke en ‘geleerde’<br />
Latijn. Zo zijn er van de Ysengrimus twee Nederlandse vertalingen verschenen, tegenover<br />
een schier eindeloze reeks vertalingen en bewerkingen van Willems verhaal.<br />
Dit najaar verschijnen er weer drie. 42 Hetzelfde geldt voor op een jeugdig publiek<br />
gerichte uitgaven: niet één van de Ysengrimus tegenover allerlei bewerkingen van Van<br />
den vos Reynaerde en Reynaerts historie. Om nog maar te zwijgen over Nederlandstalige<br />
publicaties over de Ysengrimus. Het is niet zo dat er niets verschijnt, maar afgezet<br />
tegen de literatuur over Van den vos Reynaerde komt de Latijnse tekst er bekaaid af.<br />
En dat geldt zelfs voor <strong>Tiecelijn</strong>: afgezien van de vertaling van een eerder gepubliceerd<br />
artikel van Jill Mann in 2002, is er geen enkele bijdrage over de Ysengrimus in<br />
verschenen, ook niet naar aanleiding van de in 1997 gepubliceerde vertaling, tegenover<br />
twee artikelen over de in 1999 verschenen vertaling van de Ecbasis captivi. 43<br />
~ 44 ~