Nadere toegang nr. 102 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 102
genaamd de Star met alle toebehoren, gelegen aan de Noordvest bij de Kethelpoort, belend en strekkende
volgens de oude bescheiden, voor 680 gld in gereed geld ontvangen.
119v. 22-02-1727. Dezelfden handelend als gemeld verkopen Simon Gijsen oud burgemeester en raad en Daniel
Semelaar oud schepen beiden dezer stede elk voor de helft een huis en erf gelegen op de Vismarkt, belend Z
Philip Visser en N de Walvissteeg, strekkende voor van de strate tot achter aan het erf van Pieter Vos en zonder
dat hetzelve is uitkomende met een poort aan ’s-heren veste, voor 2800 gld in gereed geld ontvangen.
120. 27-02-1727. Willem Jansz. Visser is schuldig aan Lourens van Dorp wonende Overschie 1600 gld wegens
geleend geld te lossen met 200 gld per jr tegen een rente van 4% per jr. Waarborg een huis en erf zijnde een
herberg van ouds genaamd de Groenlandse Visserij met een paardenstalling daar achter, gelegen aan de
Gooistraat, belend W voor en achter Willem de Jong en O voor Pieter Gagestein en achter Cornelis Ammereus,
strekkende voor van de strate tot achter aan de straat van de Haven toe. Kanttekening 20-10-1731 Is vertoond de
originele rentebrief van het capitaal hier nevens gemeld, hebbende in dorso van dezelve de volle betaling, door
Lourens van Dorp in presentie van de nts Jan van Lijken in dato 20-10-1731 getekend en overzulks geroyeerd.
121. 01-03-1727. Arie van Corpershoek wonende alhier verkoopt Hendrik Bosschaart raad en oud schepen dezer
stede de helft van een stenen windkorenmolen genaamd de Westmolen, mitsgaders nog de helft in een stal en
erf, zijnde voor deze geweest een rosmolen gelegen aan de Westmolenstraat, belend O de koper en W de stads
vest, strekkende voor van de strate tot achter aan het erf van Goris van Wagten met alles dat daarbij behoort
volgens de inventaris, voor 5550 gld in gereed geld ontvangen.
122. 01-03-1727. Hendrik Semelaar raad en oud schepen dezer stede verkoopt Dominicus Doom een pakhuis en
erf gelegen in de Elzensteeg, belend Z Jan Beek en N het pakhuis van de verkoper volgens de scheiding die
binnen het pakhuis staat en welke scheiding zal wezen de gemene muur, strekkende voor van de strate tot achter
aan het pakhuis van de verkoper, voor 500 gld in gereed geld ontvangen.
123. 08-03-1727. Goris van Wagten wonende alhier verkoopt Anthonie van Schaak wonende alhier 1/8 e part in
een stenen windkorenmolen genaamd de Westmolen met stal en erf en alles dat daarbij behoort, gelegen teijnde
de Westmolenstraat aan de Westvest, belend volgens de oude giftbrieven, voor 1387 gld 10 st in gereed geld
ontvangen.
123v. 08-03-1727. Anna Pietersdr. Berkhout meerderj. ongehuwde dochter wonende alhier verkoopt Pieter
Leeuwerschilt wonende alhier een huis en erf gelegen op het Nieuwerk, belend Z Willem van Leeuwen en N de
stads sloot, strekkende voor van de strate tot achter aan het erf van de voorsz. Van Leeuwen, voor 200 gld in
gereed geld ontvangen.
124. 08-03-1727. Pieter Leeuwerschilt wonende alhier is schuldig aan Maria de Groot weduwe Pieter
Schouhamer wonende alhier 300 gld wegens geleend geld tegen een rente van 4% per jr. Waarborg het huis en
erf hem heden opgedragen.
125v. 22-03-1727. Aaltgen Lourisdr. Blaas weduwe Jan Adamsz. van Son wonende alhier is schuldig aan Johan
Veen wonende alhier 400 gld wegens geleend geld tegen een rente van 4% per jr. Waarborg een huis en erf
gelegen aan de oostzijde van de Gooistraat, belend Z de weduwe van Jacob van Gent en N Vrouwtgen Hartig en
Mathijs van Schaak, strekkende voor van de straat tot achter aan de Roosbeek.
126v. 22-03-1727. Gerrit Peekstok wonende IJsselstein verkoopt Tobias van Boshuijsen wonende alhier een huis
en erf gelegen aan de oostzijde van de Haven, belend N Tobias Faber en Z een gemene gang, strekkende voor
van de straat tot achter aan het huis van Corstiaan Jacobsz, belast met een rente van 9 st 6 p per jr tbv de St
Janskerk dezer stede, voor 1550 gld in gereed geld ontvangen.
127. 22-03-1727. Adriaan van der Meijden wonende alhier verkoopt Abraham Menheer wonende Delft een huis
en erf met een vrije gang daar nevens gelegen op de Markt in de Boterstraat, belend Z en N Claas Wortel,
strekkende voor van de strate tot achter aan het pakhuis van Anna Holierhoek en achter uitkomende met een
gemene gang op de Schie, voor 2000 gld in gereed geld ontvangen.
128. 22-03-1727. Abraham Menheer voorsz. is schuldig aan Sara Jongknegt wonende alhier 1600 gld wegens
geleend geld te lossen de twee eerste jaren met 200 gld per jr tegen een rente van 4% per jr. Waarborg een huis
en erf hem heden opgedragen.
129. 29-03-1727. Leendert Joppenz. Thart wonende alhier is schuldig aan Neeltgen van der Maas wonende in
het Proveniershuis 400 gld wegens geleend geld, af te lossen na verloop van het eerste jaar met 50 gld per jr
tegen een rente van 4% per jr. Waarborg een huis en erf gelegen aan de oostzijde van het Broersveld, belend N
Frederik de Coning en Z Cornelis Cool, strekkende voor van de straat tot achter aan ’s-heren bansloot.
Kanttekening 25-02-1734. Compareerde Andries Maan en vertoonde een kwitantie van het capitaal hier nevens
gemeld, hebbende in dorso van dezelve de volle betaling, door Neeltgen van der Maas getekend en overzulks
alhier geroyeerd.
130. 29-03-1727. Rut van Wijk gehuwd met Trijntgen (Joppendr.) Metselaar en Caatgen Ottendr. (van der Mij)
weduwe van Jan Joppenz. Metselaar tezamen kinderen en mede erfgenamen van Job Jansz. Metselaar, zo voor
haar zelven als vervangende de verdere kindskinderen en erfgenamen van Job Jansz. Metselaar verkopen in die
kwaliteit Lena den Draak weduwe Cornelis van Santen wonende alhier een huis en erf gelegen op het Hooft,
belend N Jan Arentsz. Besemer en Z de koopster zelf, strekkende voor van de strate tot achter tegen de
Frankenlandse watering.
131. 05-04-1727. Leendert Corpershoorn wonende alhier verkoopt Jan Pietersz. Gouwens wonende alhier een
huis en erf gelegen aan de westzijde van de Lange Achterweg, belend Z Ariaantgen Willemsdr. en N Jan Claasz.,
strekkende voor van de strate tot achter aan de Roosbeek, voor 400 gld in gereed geld ontvangen.
131v. 05-04-1727. Jan Pietersz. Gouwens is schuldig aan Lijdia van Dobben wonende alhier 400 gld wegens
geleend geld tegen een rente van 4% per jr. Waarborg een huis en erf hem heden opgedragen. Kanttekening 10-
07-1744. Is vertoond de originele rentebrief van het capitaal hier nevens gemeld, hebbende in dorso van dezelve
12