30.09.2013 Views

Parkinson - Stichting Welzijn Ouderen Wassenaar

Parkinson - Stichting Welzijn Ouderen Wassenaar

Parkinson - Stichting Welzijn Ouderen Wassenaar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EEN RELIGIE VAN DE NIEUWE TIJD<br />

Een multi-sited casestudy<br />

De betekenis en aantrekkingskracht van de Santo Daime,<br />

van Amazonewoud tot stedelijke setting en verder...<br />

MA Thesis<br />

Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie<br />

Universiteit Leiden<br />

Jazmin Wuyts<br />

(S0222313)<br />

Begeleider: Dr. F.E. Tjon Sie Fat<br />

september 2006 t/m april 2008


EEN RELIGIE VAN DE NIEUWE TIJD<br />

Een multi-sited casestudy<br />

De betekenis en aantrekkingskracht van de Santo Daime,<br />

van Amazonewoud tot stedelijke setting en verder...<br />

Jazmin Wuyts


Figuur op kaft:<br />

Een tekening van de verschillende Santo Daime symbolen: kolibrie, hexagram, dubbele kruis,<br />

adelaar, maan en de woorden Harmonie, Liefde, Waarheid en Gerechtigheid.<br />

Bron: Santo Daime Brazilië (2008).<br />

Inhoud<br />

VOORWOORD...................................................................................................... 5<br />

Dankbetuiging 8<br />

1. INLEIDING<br />

........................................................................................................ 9<br />

9<br />

1.1 Onderzoekshistorie<br />

1.2 Doelstellingen 14<br />

1.3 Positionering 16<br />

pag.


1.4 Methoden en technieken van onderzoek 21<br />

1.5 Theoretische verankering 28<br />

1.6 Operationalisering en taalgebruik 29<br />

1.7 Inhoud van de hoofdstukken 33<br />

2. OP REIS...............................................................................................................35<br />

2.1 Van Amazonewoud... 35<br />

2.2 Naar stedelijke setting en verder... 38<br />

2.3 Florianopolis: Sociografie en ligging 40<br />

2.4 Céu do Patriarca São José 42<br />

2.5 Céu dos Ventos 43<br />

3. SANTO DAIME: DRANK EN DOCTRINE....................................................45<br />

3.1 De doctrine 45<br />

3.2 De drank 46<br />

3.3 Santa Maria 49<br />

3.4 De rituelen 51<br />

3.5 Symboliek 57<br />

3.6 Kosmovisie 60<br />

4. DATA ANALYSE............................................................................................... 61<br />

63<br />

4.1 Sociaal-economische achtergrond<br />

4.2 Opvoeding en religie 65<br />

4.3 De eerste keer 66


4.4 Participatie en frequentie 68<br />

4.5 Naleving van regels 68<br />

4.6 Familie en vrienden 70<br />

4.7 Mening van buitenstaanders 71<br />

4.8 Godsbeeld 73<br />

4.9 Andere religies 75<br />

4.10 Sterven is geboren worden 75<br />

4.11 Bidden 79<br />

4.12 Hymnes 80<br />

4.13 Visie op zieke en gezondheid 83<br />

4.14 Beleving van een spiritueel werk 85<br />

4.15 Het belang van de religieuze context 87<br />

4.16 Betekenis 90<br />

4.17 Aantrekkingskracht en wereldwijde groei 91<br />

4.18 Toekomstbeeld 93<br />

5. CONCLUSIES.................................................................................................... 95<br />

5.1 Beantwoording van de hoofdvraag 95<br />

5.2 Concluderende samenvatting 96<br />

6. VOORBIJ DIT ONDERZOEK ........................................................................98<br />

6.1 Het probleem van classificatie en de legalisatiekwestie 98<br />

6.2 Plantenintelligentie 100<br />

GERAADPLEEGDE<br />

LITERATUUR.................................................................. 106


BIJLAGEN:<br />

............................................................................................................ 110<br />

1. 1. Vragenlijst Brazilië<br />

2. 2. Vragenlijst Nederland<br />

3. 3. Straatenquête<br />

VOORWOORD<br />

Deze MA Thesis is geschreven ter afsluiting van de studie Culturele Antropologie en<br />

Ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden. De periode van dit afstudeeronderzoek<br />

strekte zich uit van de eerste voorbereidingen in september 2006 tot en met de laatste<br />

uitwerkingen in april 2008.<br />

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Wat is de betekenis en aantrekkingskracht van de<br />

Santo Daime[1], een religie uit het Amazonewoud, voor mensen in een urbane setting en hoe<br />

is de snelle wereldwijde groei van deze religieuze stroming te verklaren? [2] De dataverzameling<br />

ter beantwoording van deze vraag is gebaseerd op zowel veldwerk (in Brazilië en<br />

in Nederland) als literatuuronderzoek (vóór en na de reis naar Brazilië). Vanaf februari 2007<br />

is 5 maanden veldwerk verricht op Ilha de Santa Catarina, ook wel het eiland Florianopolis<br />

genoemd, in Brazilië. Aansluitend heeft nog 2 tot 3 maanden veldwerk in Nederland<br />

plaatsgevonden. Ook voor vertrek naar Brazilië is sporadisch veldwerk verricht in Nederland.<br />

Het veldwerk bestond voornamelijk uit het interviewen van Santo Daime adepten. Het<br />

literatuuronderzoek is begonnen met een korte oriëntatie voor vertrek, maar heeft zich vooral<br />

uitgediept na terugkomst in Nederland. Ook tijdens het veldwerk is de nodige aanvullende<br />

literatuur doorgenomen, hoewel daar de focus met name lag op interviews, observatie en – in<br />

beperkte mate – participatie.<br />

Ten grondslag aan dit onderzoek ligt mijn fascinatie voor de mens en de manier waarop hij<br />

invulling geeft aan zijn leven en levensvragen. In dit verband citeer ik graag de auteur<br />

Richard Bach die in mijn favoriete boek “Illusions” schrijft:<br />

“The simplest questions are the most profound. Where were you born? Where is your home?<br />

Where are you going? What are you doing? Think about these once in a while and watch your<br />

answers change” (Bach 1977: 23).<br />

Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Wat is het bestaan? Waarom leef ik?<br />

Wat is sterven? Het zijn vragen die elk mens zich op een bepaald moment stelt. Of men er<br />

antwoorden op vindt en welke antwoorden men dan vindt, hangt af van de bagage aan


ervaringen, vermogens en de sociale context van elk individu. Op zoek naar antwoorden over<br />

zichzelf, de wereld en de kosmos vormt eenieder zich een bepaalde levensvisie. Volgens<br />

Smart (1999: 16) wordt vanaf circa 500.000 jaar geleden een religieuze dimensie zichtbaar als<br />

schedels van overledenen ritueel worden behandeld. Er zit kennelijk iets in de mens zelf dat<br />

zich uit in het vormen van religies, er is een antropologische basis voor religie (Berendsen<br />

2001). Hoewel een universele definitie van religie niet bestaat, schijnt er tegelijkertijd iets te<br />

zijn dat de kern vormt van religie. Wat is de essentie van religie? En wat maakt de mens tot<br />

een religieus wezen? Het zijn deze twee vragen die mij sinds jonge leeftijd bezighouden en<br />

die als achtergrondmuziek in dit onderzoek verweven zijn.<br />

Mijn fascinatie voor de menselijke religiositeit en spiritualiteit heeft zich bij het besluit van<br />

een studie uitgedrukt in de keuze voor Culturele Antropologie. Ter voorbereiding op en<br />

tijdens deze studie heb ik mijn zoektocht voortgezet en heb achtereenvolgens onderzoek<br />

gedaan binnen de volgende thema’s: Een vergelijking van de utopie van Plato met de<br />

Israëlische kibboets; De Tibetaanse Shambhala mythe; De beleving van geloof door<br />

protestantse jongeren in een Drents dorp; Religie in ontwikkelingssamenwerking<br />

(boeddhisme); De rol van het boeddhisme en boeddhistische monniken in de preventie en<br />

behandeling van HIV/AIDS patiënten in Thailand. Hoewel uit het bovenstaande een neiging<br />

lijkt te zijn naar het boeddhisme, ligt mijn focus niet zozeer op één religie, dan wel op de<br />

persoonlijke beleving van religie en spiritualiteit, in het bijzonder de relatie tussen mens en<br />

God. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen allerlei religies? Wat is die<br />

antropologische basis voor geloof? Wat is de kern van een religie en komt deze kern overeen<br />

in alle religies en levensbeschouwingen?<br />

Mijn interesse gaat vooral uit naar die religies die nog dicht bij hun bron staan, omdat de<br />

relatie tussen mens, God en natuur daarin specifiek centraal staan en zaken als macht en<br />

materiële rijkdom er nauwelijks of geen rol in lijken te spelen. Om deze redenen is gekozen<br />

voor een onderzoek naar de Santo Daime. Mijn nieuwsgierigheid naar de Santo Daime werd<br />

onmiddellijk gewekt, omdat het een nieuwe religie is, maar tegelijkertijd teruggrijpt op oude<br />

tradities. Het staat dicht bij zijn religieuze kern, het is een relatief jonge geloofsvorm en het<br />

heeft zich in die korte tijd over de wereld verspreid. Een grote aantrekkingskracht is de<br />

mogelijkheid die het biedt om (opnieuw) contact te maken met de natuur. Zijn eclectische<br />

karakter maakt daarnaast dat het zich gemakkelijk aanpast aan verschillende talen en culturen<br />

en spirituele allianties aangaat met andere levensbeschouwelijke stromingen. De Santo Daime<br />

gaat uit van het goddelijke in de mens zelf, dat je geluk en gezondheid kunt bewerkstelligen<br />

door aan jezelf te werken en past daarmee binnen de ideologie van de internationale New Age<br />

beweging – de verzamelnaam voor een zeer breed scala aan religies, levensfilosofieën,<br />

cursussen en boeken. Dit alles maakt de Santo Daime tot een fenomeen van deze tijd, een<br />

“Religie van de Nieuwe Tijd”, zoals dit verslag is getiteld.<br />

Een nadere toelichting van mijn motivaties is te lezen in de inleiding. Graag zou ik eerst nog<br />

willen stilstaan bij de maatschappelijke en theoretische relevantie van dit onderzoek. Door een<br />

glimp te geven van de kosmovisie van de Santo Daime en sjamanistische kennissystemen<br />

wordt gedoeld op de relevantie om binnen de westerse wetenschap open te staan voor andere<br />

benaderingen en percepties van de werkelijkheid. Dit zou wellicht een grote bijdrage kunnen<br />

leveren aan de ontwikkeling van wetenschappelijke theorieën. De theoretische relevantie is<br />

bovendien te vinden in de experimentering met nieuwe vormen van cultureel antropologisch<br />

onderzoek. Onderzoek uit de 21 ste eeuw vraagt om overschrijding van zowel culturele als<br />

geografische grenzen. Een fenomeen aan de ene kant van de aardbol kan niet meer los gezien<br />

worden van ontwikkelingen elders op deze geglobaliseerde planeet. Terwijl een fenomeen –


ijvoorbeeld de Santo Daime – reist van context A naar contexten B, C en D, vindt er telkens<br />

wederzijdse beïnvloeding plaats tussen het fenomeen in kwestie en de nieuwe context. Om<br />

deze reden zou de gestelde hoofdvraag niet te beantwoorden zijn zonder de uitvoering van een<br />

multi-sited onderzoek, een onderzoek op verschillende plaatsen in de wereld, iets dat mijns<br />

inziens te weinig wordt gedaan in de culturele antropologie.<br />

Dit onderzoek heeft meerdere niveaus van maatschappelijke relevantie. Met name bij<br />

terugkomst in Nederland heb ik kennis genomen van de juridische problemen waarmee de<br />

Santo Daime werd geconfronteerd vanwege het gebruik van ayahuasca, de psychoactieve<br />

drank die in hun rituelen centraal staat. Wereldwijd komt de Santo Daime regelmatig negatief<br />

in het nieuws te staan. In deze kwestie zie ik een mogelijke taak weggelegd voor de culturele<br />

antropoloog als intermediair tussen enerzijds adepten[3] van de Santo Daime en anderzijds de<br />

partijen waarmee zij in conflict komen. Middels mijn onderzoek hoop ik uiteen te kunnen<br />

zetten wat voor de adepten de persoonlijke betekenis is van hun religie en inzicht te geven in<br />

hoe de Santo Daime georganiseerd is. Mijn onderzoek kan daarmee enerzijds een stem zijn<br />

voor de Santo Daime gemeenschappen wereldwijd, anderzijds kan het een interessant rapport<br />

zijn voor buitenstaanders die over de Santo Daime gemeenschap willen leren, hetzij in<br />

verband met de legalisatiekwestie, voor academici of uit persoonlijke interesse. In een breder<br />

kader kan dit werk maatschappelijk relevant zijn in de richting van het interreligieuze debat.<br />

Zoals in de inleiding verder wordt uitgelegd, wordt de Santo Daime in dit werk beschouwd als<br />

een weg tot de verbinding van de mens met het goddelijke en dus als een religie. Om deze<br />

reden heeft Santo Daime, mijns inziens, recht van bestaan. Onwetendheid en afkeur dienen<br />

plaats te maken voor respect en vrijheid. Het zijn zaken die weinig ter sprake komen als het<br />

gaat om wetenschappelijk onderzoek, maar meer dan ooit leven wij nu in de tijd waarin juist<br />

dit soort onderwerpen bespreekbaar zijn geworden, ook in academische kringen. Mijn ambitie<br />

is om, onder andere middels dit afstudeeronderzoek, een bijdrage te leveren aan dit<br />

interreligieuze dialoog.<br />

Kort samengevat heeft dit onderzoek, naast het beantwoorden van de hoofdvraag, de volgende<br />

doelen: 1) Het verschil aangeven tussen sacraal en profaan gebruik van psychoactieve<br />

middelen en het belang hiervan benadrukken, zowel in verband met de legalisering van<br />

religies die met dergelijke middelen werken, zoals de Santo Daime, als ook voor de algemene<br />

beeldvorming die wordt geprojecteerd op onder andere de westerse geneeskunde, de<br />

verslavingszorg en bij drugsvoorlichting. 2) Aangeven wat het belang is van bescherming van<br />

het Amazonewoud, niet alleen in verband met het natuurlijke evenwicht van de aarde, maar<br />

ook met het oog op de waardevolle kennis – van mens en natuur – die verloren gaat naar<br />

gelang ook inheemse culturen verdwijnen. 3) Opmerken dat er op het moment een<br />

mentaliteitsverschuiving lijkt plaats te vinden binnen de wetenschap, waarin thema’s<br />

gerelateerd aan religie en spiritualiteit steeds meer geaccepteerd worden, maar waarin nog<br />

steeds een sceptische houding bestaat tegenover niet eerder geëxploreerde mogelijkheden<br />

waarin misschien essentiële informatie ligt besloten voor de verdere ontwikkeling van de<br />

wetenschap.<br />

Dankbetuiging<br />

Het gehele onderzoek heeft plaatsgevonden onder de deskundige begeleiding van Dr. F.E.<br />

Tjon Sie Fat, naar wie veel hartelijke dank uitgaat.


Grote en diepe dank ook aan Irene Hadjiadakis-van Schagen en Marco Hadjiadakis van Céu<br />

dos Ventos, Den Haag, voor mijn eerste contact met de wereld van de Santo Daime, voor het<br />

creëren van een ingang voor mijn onderzoek en voor hun open armen.<br />

Agradecimentos aan Enio Staub en Cristian Curti van de Santo Daime gemeenschap op<br />

Florianopolis voor de bereidheid mij te ontvangen en te woord te staan, voor het vertrouwen<br />

en voor het mogelijk maken van Céu do Patriarca São José. Dankzij deze gemeenschap heb ik<br />

zowel op wetenschappelijk als op persoonlijk vlak veel geleerd.<br />

Hans Bogers dank ik diep voor zijn enthousiasme, het vertrouwen in mijn werk en het<br />

corrigeren van dit eindverslag. Ook dank ik hem voor het openen van deuren in het aandragen<br />

van belangrijke documentatie en contactpersonen.<br />

Dank aan Alberto Groisman en Isabel Santana de Rose van de Universidade Federal de Santa<br />

Catarina (UFSC) op Florianopolis voor de vriendelijke en broodnodige wetenschappelijke<br />

ondersteuning in het veld.<br />

Ligia Rocha, dankzij wie dit hele werk onverwacht in gang is gezet, wil ik bedanken voor<br />

haar gouden tip en haar vrolijkheid.<br />

Tobias uit België en Veronika uit Duitsland wil ik bedanken voor onze ontmoeting op de<br />

Vijfde Europese Encontro van de Santo Daime in Doorwerth, die eenmalig was, maar met een<br />

langdurig effect. Tobias dank ik voor zijn openheid om zijn ervaringen en opvattingen te<br />

delen. Dankzij Veronika is mijn besluit gevallen op een reis naar Florianopolis.<br />

De Curatorenfondsen en de LUSTRA beurs van de Universiteit Leiden dank ik voor hun goed<br />

bestede financiële bijdragen.<br />

Ruim 120 respondenten hebben voor dit onderzoek tijd en kennis vrijgemaakt. Sommigen<br />

slechts 3 minuten voor het invullen van een korte vragenlijst op straat, anderen een complete<br />

ochtend of middag voor een interview, een kop thee en soms zelfs een maaltijd. Deze<br />

respondenten is hun anonimiteit toegezegd, maar wil ik in deze reeks van dankbetuigingen<br />

beslist niet ongenoemd laten.<br />

Ten slotte wil ik mijn vader en moeder vanuit mijn innerlijk bedanken voor hun<br />

betrokkenheid en interesse, niet alleen in dit werk, maar in bijna alles wat ik sinds mijn<br />

geboorte heb beleefd. Zonder hun compassie en liefde was ik hier niet gekomen: niet op<br />

aarde, noch waar ik nu sta met deze scriptie in handen en de te verwerkelijken dromen en<br />

ambities op mijn pad.<br />

1. INLEIDING<br />

“Wat als ik geen onderzoek mag doen als ik hun drankje niet drink? Ze kunnen het me toch<br />

niet verplichten? Het zou indruisen tegen hun eigen principes!” Voor iemand die nog nooit<br />

een sigaret in handen heeft gehad of ooit echt dronken is geweest, was het aanvankelijk niet


gemakkelijk om onderzoek te willen doen naar een religie waarin een psychoactief middel als<br />

sacrament beschouwd wordt. Zelfs met medicijnen van de huisdokter was ik al huiverig!<br />

Tijdens dit onderzoek, heb ik echter geleerd dat het woord ‘drugs’ een contextafhankelijk<br />

woord is. Net als de meesten onder ons, heb ik het altijd gerelateerd aan criminaliteit en<br />

ongelukkige mensen. Er kwamen automatisch beelden bij me op van verloren jongeren,<br />

afkick klinieken en uitgemergelde prostituees. Echter, toen ik op 6 oktober 2006, op de Vijfde<br />

Europese Encontro (bijeenkomst) van Santo Daime in Doorwerth, bij Arnhem, voor het eerst<br />

oog in oog kwam te staan met honderden Daime-drinkende mensen, heb ik mijn<br />

vooroordelen, waarvan ik later leerde dat ze meestal op angst en onwetendheid gebaseerd zijn,<br />

behoorlijk moeten bijstellen.<br />

Wat hier plaatsvond had niets van doen met recreatief of impulsief drugsgebruik. Wat hier<br />

plaatsvond leek serieus en belangrijk. Wat hier plaatsvond leek mensen innerlijk gelukkig te<br />

maken. Wat vond hier toch plaats?<br />

1.1 Onderzoekshistorie<br />

Zoals vaak schijnt te gebeuren, was het via toeval dat ik voor het eerst hoorde van Santo<br />

Daime. In het najaar van 2005 trof in de trein van Amsterdam naar Leiden een kennis van een<br />

kennis met wie ik een gesprek aanknoopte over een mogelijk thema voor mijn<br />

afstudeerscriptie. Op haar visitekaartje schreef zij “Santo Daime”, vertelde mij een kijkje te<br />

nemen op het internet en ik plakte het kaartje in mijn notitieboekje. Zij had nooit iets met de<br />

religie ondernomen, maar het had altijd al haar nieuwsgierigheid gewekt.<br />

Vele maanden later, toen het langzaam tijd werd een onderzoeksvoorstel in te dienen, besloot<br />

ik dat ik me met sjamanisme wilde gaan bezighouden. Het was een thema waar ik mij nooit<br />

eerder echt in verdiept had, maar wel al sinds de lessen levensbeschouwing op de middelbare<br />

school benieuwd naar was. Gezien mijn deels Latijns-Amerikaanse achtergrond en het feit dat<br />

Spaans mijn moedertaal is, wilde ik graag veldwerk doen in Zuid-Amerika. De landen<br />

Ecuador, Bolivia en het noorden van Argentinië kwamen bij me op als mogelijk<br />

onderzoeksgebied, maar ik leek er niet enthousiast van te worden. Plots kwam die toevallige<br />

ontmoeting in mijn herinnering en ik greep naar mijn notitieboekje. Zoals geadviseerd, nam ik<br />

een kijkje op het internet en wat ik las sprak mij erg aan. Het feit dat het elementen van het<br />

sjamanisme en van het christendom combineert, leek mij een interessant gegeven in het kader<br />

van het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten tussen religies. Bovendien viel het<br />

mij op dat de levensfilosofie van de Santo Daime erg overeenkwam met die van mijzelf. Ik<br />

kon me ermee identificeren, terwijl ik er nooit eerder van had gehoord. De enige barrière was<br />

de taal: ik sprak geen Portugees. Een probleem kan echter ook gezien worden als een<br />

uitdaging: na mijn veldwerk zou ik een taal rijker zijn! Zo gezegd, zo gedaan. De stap vanaf<br />

het Spaans is niet zo groot. Voor vertrek heb ik enkele lessen gevolgd, maar in feite heb ik het<br />

Portugees me ter plaatse eigen gemaakt.<br />

Ondanks het merkwaardige gevoel van identificatie met de Santo Daime, was ik huiverig van<br />

deze groep mensen en vooral van hun drankje. Ik vroeg me af wat voor drankje het precies<br />

was en wat de effecten ervan zijn op de korte en lange termijn. Op internet vond ik enkele<br />

artikelen met negatieve kritiek, maar om me niet verder te laten beïnvloeden door andermans<br />

bevindingen, besloot ik eens contact op te nemen met de Santo Daime in Nederland. De


allereerste contacten vonden plaats in september 2006 en verliepen via Céu dos Ventos, de<br />

kerk Den Haag. Ik werd door hen uitgenodigd te komen naar de Vijfde Europese Encontro<br />

van Santo Daime om daar met elkaar kennis te maken. Op deze bijeenkomst waren mensen<br />

uit voornamelijk Brazilië en Europa, maar ook uit andere landen, om een week lang met<br />

elkaar te praten over de problemen, uitdagingen en ontwikkelingen die er spelen. Ook voerden<br />

zij een aantal spirituele werken uit. Ik was uitgenodigd om te komen luisteren bij de<br />

zogenaamde wetenschapsgroep. Daarbij aanwezig waren vooral wetenschappers die zich met<br />

Santo Daime bezighielden puur als onderzoeksobject en belangrijke figuren van de Santo<br />

Daime zelf. Het thema: de legalisatieproblemen in Europa.<br />

Het was vanaf Leiden een lange en vroege tocht om uiteindelijk om 9.00 uur ‘s ochtends bij<br />

de betreffende jeugdherberg in de bossen van Arnhem te arriveren. Bij binnenkomst leek het<br />

allemaal een rommelige bedoeling. Mensen in nette kleding of gehuld in batikstoffen liepen<br />

door elkaar. Er waren kinderen, moeders, twintigers en oudere mannen. Er werd Nederlands,<br />

Engels, Portugees, Duits en Spaans gesproken. Sommigen omhelsden elkaar zomaar. De een<br />

dronk een kop koffie, de ander een glas water of sap. Opgelucht ontdekte ik Irene en later<br />

Marco, degenen die de kerk in de Den Haag leiden. Ik werd heel hartelijk door hen<br />

ontvangen. Maar voor ik het wist, werd ik weer aan mijn lot overgelaten. Enigszins<br />

ongemakkelijk haalde ik een kop thee en ging ergens zitten. Uitgelaten personen begroetten<br />

mij met een omhelzing. Anderen keken mij aan alsof ik van een andere planeet kwam. In<br />

eerste instantie leek het mij een merkwaardige groep mensen, maar de sfeer was vrolijk. In de<br />

loop van de dag heb ik met verschillende lui gesproken. Zo kwam ik aan de praat met een<br />

Duitse vrouw die mij vertelde over Céu do Patriarca São José, een Santo Daime<br />

leefgemeenschap op het eiland Florianopolis. Ik onthield deze naam en later, bij nadere<br />

navraag, leek het mij een uiterst geschikte locatie, niet alleen vanwege de gunstige<br />

geografische en klimatologische eigenschappen, maar ook vanwege het feit dat het een gebied<br />

betreft dat overwegend stedelijk van aard is, zonder te belanden in een grote stad als São<br />

Paulo of Rio de Janeiro.[4] Ook ontmoette ik er enkele studenten en een Belgische jongen die<br />

mij later allerlei bestanden doorstuurde met daarin zijn ervaringen met ayahuasca.<br />

Al met al was deze Europese Encontro de geschikte gelegenheid om een indruk te krijgen van<br />

deze mensen. De contacten die ik op die dag heb gemaakt, zijn bepalend geweest voor de<br />

verdere loop van mijn onderzoek. Allereerst door de goede sfeer aldaar, dat me deed besluiten<br />

met het thema door te gaan. Ten tweede door de tip om naar Florianopolis te gaan en ten<br />

derde omdat het me een enorme uitdaging leek om onderzoek te doen naar de Santo Daime,<br />

zonder de drank te drinken. Het leek me een uitdaging voor mijzelf, maar ook voor diegenen<br />

die bevooroordeeld waren over mij. Tijdens mijn onderzoek heb ik regelmatig te horen<br />

gekregen: “Hoe kun je nou onderzoek doen naar Santo Daime, als je het niet kent?” Soms was<br />

het nieuwsgierig bedoeld, soms betuttelend of zelfs argwanend. Aanvankelijk maakte het mij<br />

heel onzeker. Terwijl de maanden verstreken, trok ik mij echter steeds minder van dergelijke<br />

opmerkingen aan, want ik merkte dat de meesten mijn onderzoek welkom heetten. In een veel<br />

later stadium, tijdens het schrijven, begreep ik pas waarom sommigen deze opmerking<br />

maakten. Zoals verderop in dit werkstuk blijkt, zijn er gebieden die pas zichtbaar worden<br />

onder invloed van Daime. Hier ligt mijn beperking.<br />

Even heb ik overwogen om mijn veldwerk te laten plaatsvinden in Céu do Mapiá, het<br />

religieuze centrum van de Santo Daime. Deze plaats ligt temidden van het Amazonewoud.<br />

Om er te komen, is er vanuit São Paulo een week reistijd nodig. Men moet meerdere bussen<br />

nemen en vervolgens drie dagen op een bootje door het oerwoud. Ondanks mijn grote wens<br />

om ooit een dergelijke trip te maken, leek het mij voor deze gelegenheid te hoog gegrepen.


Niet alleen de factoren tijd, gezondheid en sociale isolatie waren hierbij een overweging. Het<br />

zou ook afwijken van de vraag die ik in gedachten had, namelijk die naar de Santo Daime in<br />

een urbane context. Vervolgens leek het me interessant om slechts een bezoek te brengen aan<br />

Mapiá om een vergelijking te kunnen maken. De beperkte periode van veldwerk liet mij dit<br />

echter niet toe. Ik zou mijn tijd op Florianopolis hard nodig hebben.<br />

Tussen mijn eerste ontmoeting op de Europese Encontro op 6 oktober 2006 en mijn vertrek<br />

naar Brazilië op 31 januari 2007, heb ik mij met name beziggehouden met de voorbereiding<br />

van de praktische kant van mijn veldwerk: van reisverzekering tot muggenspray en van<br />

onderzoekstechnische boeken tot ringbandmappen. Zoals reeds vermeld, is er voor vertrek<br />

relatief weinig verdieping geweest in de literatuur. Dit had enerzijds te maken met tijdsdruk –<br />

er moesten ondertussen ook nog een tweetal tentamens afgewerkt worden – en anderzijds was<br />

het een bewuste keuze om zo ‘leeg’ mogelijk het veld in te gaan. Het was mij reeds duidelijk<br />

dat de meningen over de Santo Daime erg verdeeld waren en ik had zelf hierin nog geen<br />

standpunt genomen. Het is bekend dat objectiviteit in de wetenschap niet bestaat. Om me een<br />

zo weinig mogelijk subjectief beeld te vormen wilde ik daarom zonder teveel informatie het<br />

veld in duiken. Een kleine basiskennis had ik uiteraard wel, zodat ik zou weten welke vragen<br />

ik wilde stellen en op welke onderdelen ik mij zou concentreren.<br />

Op 2 februari ben ik in Florianopolis aangekomen. Per e-mail had ik reeds in december<br />

contact gelegd met Enio Staub, de leider van de Santo Daime gemeenschap aldaar, die mij<br />

had aangegeven vanaf maart van start te kunnen gaan, vanwege Carnaval en zijn reis naar<br />

Mapiá. De eerste maand heb ik daarom besteed aan oriëntatie, acclimatisatie en kennismaking<br />

met de taal en de cultuur. Ook heb ik in deze periode verschillende interessante contacten<br />

gelegd. Zo heb ik gesproken met de professoren A. Groisman en J. Langdon aan de<br />

Universidade Federal de Santa Catarina (UFSC) en ben ik alvast een kijkje gaan nemen in de<br />

Santo Daime gemeenschap. Verder heb ik enkele vriendschappen gesloten en potentiële<br />

respondenten ontmoet. Ook heb ik deze tijd gebruikt voor het opstellen van een korte<br />

straatenquête om de algemene mening over Santo Daime te peilen en de gestructureerde<br />

vragenlijst die ik aan mijn respondenten zou voorleggen.[5]<br />

Rond 10 maart was Enio terug van zijn reis en op 12 maart hadden wij een afspraak, waarin ik<br />

mijn bedoelingen nader toelichtte. Ondanks het feit dat hij me reeds per e-mail groen licht had<br />

gegeven, vroeg hij mij een “resumo” (samenvatting) te schrijven met daarin de doelstellingen<br />

en motieven van mijn onderzoek. Hij zou deze brief laten lezen door de commissie en naar<br />

aanleiding daarvan beslissen. Op dat moment begreep ik niet helemaal waarom hij dit<br />

noodzakelijk achtte en de man kwam star en streng op mij over, maar ik deed zoals<br />

opgegeven. Het schrijven heeft bijna een week in beslag genomen, enerzijds vanwege het feit<br />

dat ik nooit eerder een dergelijk lange brief zelfstandig in het Portugees had geschreven,<br />

anderzijds omdat deze brief mij persoonlijk uitdaagde. Ik dacht dat het de bedoeling was te<br />

motiveren waarom ik dit onderzoek wilde doen zonder Daime te willen drinken en dat leek<br />

mij een hele opgave. In mijn dagboek schreef ik:<br />

“Hier en nu word ik uitgedaagd. De uitdaging der uitdagingen: op papier zetten wie ik ben,<br />

wat ik denk en hoe ik leef. Op papier uitdrukken dat ik begrijp waar Santo Daime over gaat,<br />

wat voor innerlijk werk het betekent. Hier wordt ik door Santo Daime geconfronteerd met<br />

mijzelf, uitgedaagd om mijn capaciteiten te gebruiken, uitgedaagd voor het leven. Ik word<br />

uitgenodigd om mijn ziel op te schrijven, te beschrijven hoe mijn hart klopt. Het is een


uitnodiging die ik graag en met open armen aanneem, want wie weet of en wanneer ik zo’n<br />

kans weer krijg. En in feite is het een kans die ik zelf gecreëerd heb door te kiezen voor<br />

antropologie en voor dit onderzoek. Ik kies ervoor om de mens te doorgronden en daarmee<br />

uiteraard ook mijzelf, als mens. De uitdaging is groot, de drempel hoog, maar niets is<br />

onmogelijk. Mocht het niet helemaal lukken, dan is dat ook weer een les, dus geen paniek!”<br />

Later hoorde ik van anderen dat van hen een dergelijke motivatiebrief werd verzocht alvorens<br />

in de gemeenschap binnen te treden en ik begreep hieruit dat dit een soort filter was. In<br />

principe is iedereen welkom en kan om het even wie meedoen aan de ceremonies. Er is<br />

daarom ergens een controlesysteem nodig, een barrière die de gemeenschap enigszins<br />

beschermt. Wie daadwerkelijk gemotiveerd is en goede bedoelingen heeft, zal de uitdaging<br />

aangaan door die brief te schrijven en geaccepteerd worden. Zo is het ook met het drinken van<br />

de drank, de Daime, leerde ik later. Je hebt er een sterke wil, moed en doorzettingsvermogen<br />

voor nodig. De brief is daarmee voor mij een symbool geworden van datgene waar de Santo<br />

Daime voor staat en wat het met je doet.<br />

Begin april kreeg ik het bericht dat ik per direct kon beginnen met mijn onderzoek. Precies op<br />

dat moment stond ik op het punt voor een week naar Rio de Janeiro te vertrekken. Ik moest<br />

mijn tijd immers zien te vullen en deze wereldstad moest ik toch een keer leren kennen. Na<br />

terugkomst trof ik de nodige voorbereidingen en op 26 april, tenslotte, heeft het eerste<br />

interview kunnen plaatsvinden. Op 29 mei zou ik naar Nederland terugvliegen, maar omdat ik<br />

reeds kon voorspellen dat het veldwerk meer tijd nodig zou hebben dan de geplande 4<br />

maanden, is de reis met 6 weken verlengd.<br />

De opgelopen vertraging heeft mij meerdere voordelen opgeleverd. Ik was inmiddels in staat<br />

het Portugees goed te spreken en te verstaan, hetgeen meteen kwalitatief goede interviews<br />

opleverde. De vragenlijst was niet alleen opgesteld en vertaald naar correct Portugees, maar<br />

ook meerdere keren herzien, hetgeen betekende dat het later weinig aanpassingen heeft<br />

gekend. Hetzelfde geldt voor de hoofdvraag en de te volgen koers van het onderzoek. Ook<br />

had ik ondertussen een breder theoretisch kader door het verzamelen en gedeeltelijk<br />

doornemen van relevante literatuur, waaronder verschillende dissertaties van<br />

antropologiestudenten aan de UFSC[6] en was ik erin geslaagd vertrouwen te wekken bij de<br />

leiding van de gemeenschap. Kortom, ik had een behoorlijke mate van zekerheid verworven<br />

over hetgeen mij te doen stond.<br />

Tot vlak voor mijn vertrek op 9 juli ben ik intensief bezig geweest met het veldwerk. In deze<br />

periode ben ik ten hoogste 5 dagen achtereen in de gemeenschap geweest. Zelf woonde ik<br />

dicht bij de UFSC, hemelsbreed op ongeveer 30 kilometer van de gemeenschap vandaan, in<br />

een studentenhuis. Het universiteitscomplex lag aan het einde van een lange hoofdstraat met<br />

winkels, hetgeen samen een soort van universitair centrum vormt met toegang tot vrijwel alle<br />

belangrijke voorzieningen. Van daaruit bewoog ik mij naar andere delen van het eiland voor<br />

het afnemen van interviews en voor ontspannende uitstapjes, zoals activiteiten in het culturele<br />

centrum of wandelingen in de natuur. Het relatief dure en langzame bussysteem op het eiland,<br />

maakte het vaak lastig om meerdere activiteiten op een dag te combineren. Voor het afleggen<br />

van 20 kilometer, was je door de vele overstappen, gemakkelijk een uur onderweg. Door de<br />

wilde chauffeurs, de volle bussen en de vele heuvels, was het bijna onmogelijk om onderweg<br />

te schrijven of te lezen. Wel heb ik vele uren besteed aan het bedenken van manieren om het<br />

bussysteem op het eiland efficiënter te maken. Wellicht is dit iets om onderzoek naar te doen.


Later leerde ik dat liften een veilig en veel gebruikt alternatief was, dat het reizen gratis en<br />

aanzienlijk sneller maakte. Het enige risico daarbij was dat het soms zo lang kon duren voor<br />

iemand je oppikte, dat je dan toch maar besloot de bus te nemen.<br />

Het had een optie kunnen zijn om in te trekken in één van de logeerkamers van de<br />

gemeenschap, maar jammer genoeg betrof het kleine, ongemakkelijke kamertjes met dunne<br />

houten wanden waar geluid en kou gemakkelijk doorheen gingen. Inmiddels had het najaar<br />

flink zijn intrede gedaan en zeker op die afgezonderde heuvels was het behoorlijk fris. Een<br />

vijfsterren hotel heb ik niet nodig, maar dit was weer het andere uiterste. Het enige meubilair<br />

waren twee stapelbedden, een stoel en drie plankjes tegen de muur. Bij drukte had ik de<br />

kamer moeten delen. Ik had er geen tafel, laat staan toegang tot internet. Mijn mobiele<br />

telefoon had er beperkt bereik, hetgeen afspraken maken bemoeilijkte. Voedsel was een<br />

probleem, vanwege de geïsoleerde ligging en het gebrek aan eigen vervoer. Al met al leek het<br />

mij onnodig lastig om er permanent te wonen. Ergens denk ik dat het een gemiste kans is<br />

geweest, want telkens als ik er was, voelde ik mij er zeer op mijn gemak. Ik kwam er tot rust,<br />

tot inzicht en leerde bovendien iedere dag bij met betrekking tot mijn onderzoeksthema. Uit<br />

mijn dagboek: “Ik heb het hier ontzettend naar mijn zin. De dagen verlopen rustig. Geen<br />

auto’s of pizza’s, maar planten en mensen. Pure mensen met een open hart”.<br />

Bij het verlaten van het veld heb ik de aanvankelijk “starre en strenge” religieuze leider met<br />

een omhelzing begroet. Naast een geslaagd onderzoek, had ik het gevoel innerlijk ontzettend<br />

gegroeid te zijn door deze ervaring.<br />

Na terugkomst in Nederland ben ik opnieuw in contact gekomen met de leiders van Céu dos<br />

Ventos in Den Haag en heb via hen in de loop van twee maanden verschillende interviews<br />

afgenomen. Meer dan vóór mijn reis, leek er wederzijds een groter gevoel van vertrouwen te<br />

zijn. Misschien had dit te maken met mijn eigen gegroeide gevoel van vertrouwdheid met het<br />

onderwerp en met deze mensen. Tijdens en na deze laatste interviews ben ik in een diepgaand<br />

literatuuronderzoek gedoken. Hoe meer ik las, des te breder werd leek het onderzoek te<br />

worden. Telkens weer gingen nieuwe deuren open met nog meer literatuur en nog meer<br />

interessante personen om te interviewen. Halverwege september heb ik daarom tijdelijk een<br />

punt gezet achter de informatieverzameling en heb en start gemaakt met dataverwerking. In<br />

de maanden daarna heb ik mij alleen beziggehouden met literatuuronderzoek en het schrijven<br />

van deze MA Thesis. Tijdens dit proces is het werk iedere 2 à 3 weken besproken met Dr.<br />

Tjon Sie Fat en waar nodig correcties aangebracht. Op 17 december heb ik de lezing<br />

“Ayahuasca & Anthropology: Western science and shamans” door Arno Adelaars en Jeremy<br />

Narby bijgewoond aan de Universiteit van Amsterdam, welke belangrijke en inspirerende<br />

informatie verschafte tijdens het verdere schrijfproces.<br />

Het eindverslag is door Dr. F.E. Tjon Sie Fat beoordeeld. Ook is deze versie gelezen door<br />

Dhr. Hans Bogers, degene die Santo Daime naar Nederland heeft gebracht en voormalig<br />

leider van de Santo Daime kerk in Den Haag.<br />

1.2 Doelstellingen<br />

Zoals uit bovenstaande blijkt, heb ik mij op meerdere punten tijdens dit onderzoek moeten<br />

beperken door mezelf terug te werpen op mijn gestelde hoofdvraag en doelstellingen, welke<br />

samen de grenzen vormen van dit onderzoek. Grenzen trekken heeft als voordeel dat men kan


focussen wanneer de hoeveelheid aan data teveel dreigt te worden. Het nadeel is dat via het<br />

proces van wegstrepen veel informatie buiten beschouwing wordt gelaten. Omdat uiteindelijk<br />

alles met alles in verband staat, doet deze situatie zich in principe altijd voor bij<br />

wetenschappelijk onderzoek. Een volledig onderzoek is in deze zin onmogelijk. Noch bestaat<br />

er zoiets als objectief onderzoek. Iedere wetenschapper is een mens met een eigen visie en een<br />

eigen manier van interpreteren. De wetenschapper beïnvloedt altijd zijn onderzoeksresultaten.<br />

Dit geldt zeker binnen de Culturele Antropologie, waarbij de onderzoeker zelf het<br />

meetinstrument is. Het is daarom van belang om de beperkingen van het onderzoek te allen<br />

tijde expliciet te maken. Tijdens het hele verslag wordt dit daar waar nodig vermeld.<br />

Met betrekking tot de hoofdvraag en onderzoekstechnieken zijn, voorafgaand aan het<br />

veldwerk, de volgende doelstellingen geformuleerd:<br />

Algemeen:<br />

- Trachten het syncretisme te beschrijven van een sjamanistische traditie uit het<br />

Amazonewoud met het christendom (en andere religieuze invloeden).<br />

- Trachten de motieven te achterhalen die mensen kunnen hebben bij de bewuste keuze<br />

van een religie dat hen niet bij de opvoeding is meegegeven.<br />

- Aanknopingspunten leggen met de specialisering binnen de studie, namelijk de<br />

spirituele en religieuze beleving van de mens, met het oog op verder onderzoek op dit gebied<br />

in de toekomst.<br />

Specifiek:<br />

- Trachten de betekenis en aantrekkingskracht van de Santo Daime voor de deelnemers<br />

op Florianopolis (en in Nederland) te doorgronden.<br />

- Trachten de organisatie van de Santo Daime zo volledig mogelijk in beeld te brengen,<br />

zowel binnen als buiten de grenzen van Brazilië.<br />

- Trachten te analyseren hoe en waarom de Santo Daime zich over de wereld heeft<br />

verspreid.<br />

Onderzoekstechnisch:<br />

- Naast de gebruikelijke antropologische onderzoekstechnieken (participerende<br />

observatie, interviews) ook nieuwe vormen van dataverzameling erin betrekken, zoals<br />

audiovisueel materiaal, muziek, teksten van liederen, tekeningen, verhalen, dagboeken, etc.<br />

Het onderwerp leent zich er uitstekend voor, omdat religieuze ervaringen vaak moeilijk te<br />

omschrijven zijn in gesproken woorden.<br />

- Trachten een multi-sited onderzoek te verrichten door data uit het onderzoeksgebied<br />

aan te vullen met data van de Santo Daime in Nederland.


Er kan gesteld worden dat de destijds geformuleerde doelstellingen grotendeels zijn bereikt.<br />

De algemene doelstellingen sluiten aan bij de in het voorwoord genoemde achtergronden<br />

waartegen dit onderzoek is verricht. De specifieke doelstellingen sluiten aan bij de<br />

geformuleerde hoofdvraag. De onderzoekstechnische doelstellingen, tenslotte, komen overeen<br />

met de gebruikte methoden en technieken van onderzoek. Hoewel sommige punten in de<br />

praktijk iets te ambitieus bleken te zijn, zijn ze allemaal zoveel mogelijk nagestreefd. Het is<br />

niet mogelijk gebleken in een zodanig kort tijdsbestek de complete organisatie te<br />

doorgronden, noch heb ik alle aspecten van de geschiedenis en kosmologie van de Santo<br />

Daime kunnen achterhalen. Dat is mede te wijten aan de factor tijd, maar ook is waar dat de<br />

inhoud van de Santo Daime religie heel dynamisch en veranderlijk is. Hoewel het een<br />

basisstructuur heeft, is het tegelijkertijd heel open en wordt aangepast aan de hand van de<br />

omstandigheden en de betrokken personen (Groisman 1999: 69). Dit geldt met name voor de<br />

rituelen die deze religie constitueren, maar ook voor de organisatie, de vestigingsplaats(en),<br />

de ruimtelijke omgeving en de deelnemers. De wijze waarop het zich weet aan te passen aan<br />

verschillende sociaal-culturele contexten wereldwijd geeft de dynamiek en veranderlijkheid al<br />

aan.<br />

Doel van dit onderzoek is niet een gedetailleerde beschrijving te geven van de Santo Daime,<br />

noch wil ik een vergelijking te maken tussen Santo Daime op Florianopolis en in Den Haag of<br />

precies uiteenzetten hoe en waarom deze kerken zijn opgericht. Mijn eerste doel is om een zo<br />

volledig en correct mogelijk antwoord te vinden op de hoofdvraag aan de hand van de<br />

ervaring van 18 respondenten (zie hoofdstuk 5). In tweede instantie wil ik duidelijk maken dat<br />

een verandering nodig is in het denkpatroon van de westerse wetenschap om te begrijpen<br />

waar de Santo Daime – en vele andere levensbeschouwelijke stromingen – om draait. Dit<br />

tweede punt is tijdens het onderzoeksproces opgedoken, omdat ik tegen de beperkingen van<br />

mijn eigen denken ben aangelopen, en loopt als rode draad door dit verslag. Het is in het<br />

bijzonder van belang in verband met de legaliseringsproblematiek waar de Santo Daime onder<br />

lijdt, maar heeft, zoals gaandeweg uit dit werk blijkt, mijns inziens ook invloed in een breder<br />

maatschappelijk en wetenschappelijk kader.<br />

Ondanks het feit miljarden mensen iedere dag bidden, lijkt de westerse wetenschap nog steeds<br />

moeite te hebben met de mogelijkheid dat er iets ‘hogers’ bestaat en dat er wegen zijn om tot<br />

die ‘hogere’ dimensie te komen. Het is binnen die wetenschap vervolgens bijna ondenkbaar<br />

dat er een mogelijkheid zou bestaan om met dat ‘hogere’ te communiceren. Zoals vele<br />

wetenschappers stellen, is deze denkwijze gestoeld op een christelijk en ouderwets<br />

classificatiesysteem van de werkelijkheid. Niet-christelijke geloofsvormen worden tot aan<br />

vandaag – bewust of onbewust – vaak gestaafd aan christelijke opvattingen over het<br />

menselijke bestaan. Daarnaast heerst het vanzelfsprekende geloof dat er een grens bestaat<br />

tussen religie en wetenschap. Dit dualistische wereldbeeld is ontstaan in de 16 e en 17 e eeuw<br />

naar aanleiding van conflicten tussen de christelijke kerk en de wetenschap van Newton,<br />

Galilei, Descartes en anderen. Wetenschap zou zich vanaf dat moment uitsluitend gaan<br />

bezighouden met materie en meetbare zaken. Innerlijke ervaringen, percepties, waarden,<br />

moraliteit, subjectiviteit, psyche, ziel en dergelijke werden het gebied van de religie en<br />

werden gezien als minderwaardige vormen van realiteit (van Lommel 2007: 20-6, Metzner<br />

2006: 5). Het is binnen dit wereldbeeld dat natuurreligies in Europa zijn verdwenen, omdat ze<br />

als ‘heidens’ en ‘ketters’ werden bestempeld. Het is binnen dit wereldbeeld dat ook<br />

tegenwoordig bijvoorbeeld het Amazonewoud wordt weggekapt, het leefgebied van de<br />

zogenaamd ‘primitieve’ Indianen van Zuid-Amerika (die onder andere het<br />

natuurgeneesmiddel kinine ontdekten, het eerste middel tegen malaria, de ziekte die de


wereldwijd de meeste doden veroorzaakt). Zou men binnen dit wereldbeeld bewust zijn van<br />

de kennis die hiermee voorgoed ten onder gaat?<br />

1.3 Positionering<br />

Omdat een onderzoek nooit objectief is, is het van belang de positie van de onderzoeker ten<br />

opzichte van het onderzoeksobject in kaart te brengen. Zeer zeker in cultureel antropologisch<br />

werk is dit essentieel, daar de onderzoeker zelf meetinstrument is. Bovendien is het gekozen<br />

thema, spiritueel-religieuze ervaringen, extra gevoelig voor vertekening door vermenging met<br />

de levensvisie van de onderzoeker. De antropoloog Michael Lambek stelt in de inleiding op<br />

de door hem geredigeerde bundel “A reader in the anthropology of religion” dat:<br />

“Hence the need to grasp beliefs and practices relative to the universes in which people live,<br />

whatever the specific references to gods, prayer, and the like. It follows from this that the<br />

anthropologists’ own cosmos is but one among many; our position is possibly an<br />

epistemologically privileged one, but it is not located in some neutral space outside of culture.<br />

Thus objectivism, in the sense of assuming such a privileged “Archimedean” position, must<br />

be abandoned.” (Lambek 2002: 6)<br />

Ook Tsing (2005) vraagt in haar boek “Friction; An ethnography of global connection” aan<br />

de huidige antropologen: Wat is uw sociale positie in het veld? Laat ik als huidig antropoloog<br />

deze vraag beantwoorden. In het voorwoord vertelde ik al dat een zeker gevoel van<br />

identificatie mij vrijwel meteen deed ‘thuis’ voelen bij de mensen van de Santo Daime.<br />

Ik ben niet van huis uit opgegroeid met een bepaald geloof. Wel leerde ik rond achtjarige<br />

leeftijd te bedanken voor de avondmaaltijd. Rond mijn twaalfde begon ik mij af te vragen wie<br />

ik eigenlijk bedankte en daarmee wie God voor mij was. In mijn verdere puberteit<br />

ontwikkelde ik de filosofie dat God gelijkstaat aan liefde, zijnde een harmoniserende en<br />

levensgenererende energie die overal aanwezig is. Het is de kracht die eenheden bij elkaar<br />

houdt. Het is de aantrekkingskracht tussen eenheden die alles in beweging zet: atomen,<br />

moleculen, cellen, levende wezens, planeten, sterrenstelsels, kortom alles dat bestaat. Er is<br />

geen enkele religie of religieuze groep waar ik bij ben aangesloten, maar heb een soort van<br />

eigen geloof gevormd en daarbij inspiratie geput uit verschillende bronnen. Mijns inziens zijn<br />

alle geloofsvormen gelijkwaardig aan elkaar en hebben recht van bestaan. Ik ben niet tolerant<br />

daar waar mensen schade wordt aangedaan in naam van een religie, omdat dit over het<br />

algemeen niet religieuze, maar culturele motivaties betreft en/of wordt gehandeld uit<br />

machtswellust.<br />

Zoals later uit dit werk zal blijken, komt het bovenstaande in grote lijnen overeen met de<br />

opvattingen van de Santo Daime. Op zijn minst zijn de levensvisies goed met elkaar te<br />

combineren. Dit heeft gezorgd voor het genoemde gevoel van identificatie. Het heeft ertoe<br />

geleid dat ik me, uit persoonlijke nieuwsgierigheid, tijdens het gehele onderzoek ontvankelijk<br />

heb opgesteld voor alle informatie die men mij toevertrouwde, maar ook dat ik deze gegevens<br />

in eerste instantie op een positieve – niet afwijzende – manier heb kunnen interpreteren.


Enerzijds heeft dit een goed kwalitatief onderzoek opgeleverd door het bestudeerde<br />

verschijnsel zoveel mogelijk in de eigen context te analyseren. Anderzijds wil dit zeggen dat<br />

zowel de lezer als de onderzoeker zich te allen tijde bewust dient te zijn van een positieve, dus<br />

niet neutrale kijk op het geheel. Hoewel ik wel degelijk twijfel- en kritiekpunten heb, zal<br />

kritiek van een scepticus of een tegenstander waarschijnlijk anders zijn en toegevoegde<br />

waarde kunnen hebben op mijn bevindingen.<br />

Reeds is verteld dat het feit dat ik vooralsnog geen Daime heb gedronken een belangrijk<br />

gegeven in dit onderzoek is. Tijdens het onderzoek stond te allen tijde de mogelijkheid open<br />

om mee te doen aan een Santo Daime sessie. Zoals gezegd, was dat al bij voorbaat niet mijn<br />

bedoeling. Het was mij duidelijk dat het gaat om een innerlijk, spiritueel werk, dat grote<br />

dedicatie vergt. Indien ik daarvoor zou kiezen, zou de motivatie van binnenuit moeten komen,<br />

zo beredeneerde ik. Het zou niet correct zijn om Daime te drinken louter om methodologische<br />

overwegingen, zoals sommige wetenschappers wel gedaan hebben. Sterker nog, de keuze om<br />

wel of niet te drinken, stond mijns inziens geheel los van dit onderzoek. Belangrijker leek het<br />

mij om dit later expliciet te maken bij de verslaggeving. Overigens wil ik ook duidelijk stellen<br />

dat ik de mogelijkheid niet uitsluit dat ik op een dag besluit te participeren aan een Santo<br />

Daime ritueel. Ik ben er dus niet principieel tegen.<br />

Net als de werken van Metzner (2006 [1999]) en Durkheim (1995 [1912]) berust dit<br />

onderzoek grotendeels op de ervaring:<br />

“This entire study rests on the postulate that the unanimous feeling of believers down the ages<br />

cannot be mere illusion. Therefore, like a recent apologist of faith, I accept that religious<br />

belief rests on a definite experience, whose demonstrative value is, in a sense, not inferior to<br />

that of scientific experiments, though it is different.” (Durkheim (1996 [1912]: 47).<br />

Omdat ik geen persoonlijke ervaring heb gehad met de drank, is dit onderzoek een<br />

interpretatie op de ervaringen en bevindingen van derden. Van de andere kant is dit werk juist<br />

een voortvloeisel uit mijn eigen ervaringen en bevindingen met deze personen. De gestelde<br />

hoofdvraag gaat dan ook niet over ervaringen met Santo Daime, maar over de betekenis en<br />

aantrekkingskracht die uit die ervaringen is herleid.[7] In dit verband merkte Groisman (1999:<br />

63) op dat er twee manieren zijn om de hymnes, de religieuze liederen die tijdens Santo<br />

Daime sessies worden gezongen, waar te nemen: onder invloed van de Daime en zonder.<br />

Buiten het ritueel, zo stelt hij, hebben de hymnes niet dezelfde kracht. De Daime verbreedt de<br />

mogelijkheden van communicatie en gevoeligheid die in de hymnes verborgen zitten, onder<br />

andere via visioenen. Aangezien ik nooit de hymnes heb gezongen onder invloed van Daime,<br />

heb ik die “verborgen krachten” niet ervaren. Echter, dit wil niet zeggen dat ik niet in staat<br />

zou zijn de verhalen van mijn respondenten op een juiste wijze te interpreteren.<br />

Mijn mate van scepticisme over de Santo Daime en daaraan verwante zaken is overigens<br />

verschoven in de loop van het onderzoek. Deze verschuiving heeft betrekking op de volgende<br />

twee thema’s: 1) Het bestaan van een ‘hogere’ of ‘onzichtbare’ werkelijkheid. 2) Het gebruik<br />

psychoactieve middelen ter bevordering van het welzijn. Beide thema’s kennen weinig tot<br />

geen acceptatie binnen de huidige westerse wetenschap en algemeen heersende denkwijze:


“Within the materialistic paradigm still ruling in scientific circles, any insights or learnings<br />

gained from dreams, trances, intuitions, mystical ecstasies, or the like would be seen as<br />

“purely subjective” and limited to those states, i.e., not having general applicability or<br />

“reality”. The altered states of consciousness (ASC) paradigm is still considered marginal”<br />

Metzner (2006: 9).<br />

Naarmate ik dieper in het onderwerp dook, begonnen allerlei dingen op hun plaats te vallen.<br />

Zeer zeker in het begin zette ik grote vraagtekens bij deze groep mensen en vooral bij hun<br />

rituelen. Het was mij bekend dat het mogelijk is om door transcendentie te komen tot een<br />

andere staat van bewustzijn, waarin een andere realiteit zichtbaar wordt. Een soort realiteit<br />

achter de realiteit, zoals ik die regelmatig had ervaren via meditatie en yoga, maar niet als<br />

zodanig had benoemd. In allerlei culturen worden dergelijke technieken gebruikt. De ene<br />

noemt het verlichting of verlossing, de ander noemt het extase. De Santo Daime maakt<br />

onderscheid tussen de ‘zichtbare’ en ‘onzichtbare’ realiteit. Via de Daime krijgt men inzicht<br />

in de ‘onzichtbare’ realiteit en wordt het mogelijk om op een ander niveau te communiceren<br />

met jezelf en met alles om je heen. Het concept dat de consumptie van een substantie (in dit<br />

geval ayahuasca) ook een techniek kan zijn, dat was nieuw voor mij. Ik ben altijd van mening<br />

geweest dat gebruik van drugs, tabak of alcohol het contact met jezelf en met God juist<br />

verstoren.<br />

Naar gelang ik mij verder in het onderwerp ging verdiepen en verschillende mensen erover<br />

interviewde, kwam ik langzaam tot de conclusie dat het eerder andersom is. Al duizenden<br />

jaren worden psychoactieve planten gebruikt voor transcenderende en/of therapeutische<br />

doeleinden, kenmerkend voor sjamanistische praktijken over de hele wereld. De genoemde<br />

substanties brengen de mens in een andere staat van bewustzijn, bijvoorbeeld al merkbaar is<br />

na een glas wijn. Zoals verderop wordt uitgelegd, is het effect van ayahuasca echter vele<br />

malen sterker en stelt de mens in staat door middel van een verruimd bewustzijn of een<br />

ruimere perceptie van de werkelijkheid te komen tot zelfkennis en genezing. Het is daarbij<br />

noodzakelijk een bepaalde rituele of religieuze context te handhaven en de consumptie te<br />

beperken tot bepaalde hoeveelheden, onder leiding van een spirituele leider, bijvoorbeeld een<br />

sjamaan.<br />

In onze moderne tijd en met name in de westerse cultuur is die context verdwenen en<br />

consumeert men alcohol en drugs op een niet-sacrale (profane) wijze. Net zo goed komt men<br />

in een staat van verruimd bewustzijn, hetgeen zorgt voor een verandering van perceptie en<br />

gedrag. Maar, zo heb ik tijdens dit onderzoek geleerd, men heeft dan niet die leidraad om zich<br />

bewust te zijn van de energieën waaraan men zich op dat moment heeft opengesteld, noch<br />

weet men in sommige gevallen de controle over zichzelf te handhaven. In de ergste gevallen<br />

lijdt dit tot geestelijke en/of lichamelijke verslaving en de problematische gevolgen van dien.<br />

Volgens Grof (1996: 15-7) gaat achter een verslaving vaak een diepe behoefte schuil om je<br />

spirituele eigenheid en je ware zelf te leren kennen, als een reactie op gevoelens van<br />

zinloosheid en leegte. Dat mensen naar deze substanties grijpen is, gezien bovenstaande<br />

uitleg, niet vreemd. Uit de literatuur en van respondenten heb ik begrepen dat de Santo<br />

Daime, door veel onderzoekers omschreven als het rituele gebruik van ayahuasca, een manier<br />

is om aan jezelf te werken. Het heeft velen geholpen om die gevoelens van leegte, die Grof<br />

noemt, op te vullen. Niet zelden is het gebruik van ayahuasca en andere psychoactieve<br />

middelen (zoals LSD) juist effectief gebleken ter genezing van verslavingen.[8] Zoals in de<br />

komende hoofdstukken duidelijk wordt, is een belangrijke conclusie uit dit onderzoek de


volgende: Het gebruik van psychoactieve middelen kan bevorderend zijn voor het menselijke<br />

welzijn, mits gebruikt in een gestructureerde context dat hierop gericht is en onder ervaren<br />

begeleiding.<br />

Omdat de Santo Daime toegang geeft tot een realiteit die anders is dan die wij waarnemen in<br />

een ‘normale’ geestestoestand, maakt men dingen mee die voorbij ons logische verstand gaan.<br />

Respondenten hebben mij de meest ongelofelijke en wonderbaarlijke ervaringen beschreven.<br />

Dat ze uit een ‘andere’ werkelijkheid komen, die zij zelf ‘onzichtbare wereld’ (mundo<br />

invisivel) noemen, wil wat mij betreft niet zeggen dat ze niet waar zouden kunnen zijn. Dat<br />

bijvoorbeeld dromen en gedachten niet zichtbaar zijn in de materie, betekent niet dat ze niet<br />

bestaan, noch dat ze louter om die reden niet waardevol zouden zijn. Voor zover ik kon, heb<br />

ik deze verhalen daarom in hun waarde gelaten. Het betreft ervaringen zoals ze door de<br />

ondervraagde respondenten en in de literatuur zijn beschreven en worden daarom in dit<br />

verslag als waarheid aangenomen. Dit is een typisch antropologische houding. Zo schreef<br />

Durkheim in The elementary forms of religious life:<br />

“No doubt, when all we do is consider the formulas literally, these religious beliefs and<br />

practices appear disconcerting, and our inclination might be to write them off to some sort of<br />

inborn aberration. But we must know how to reach beneath the symbol to grasp the reality it<br />

represents and that gives the symbol its true meaning. The most bizarre or barbarous rites and<br />

the strangest myths translate some human need and some aspect of life, whether social or<br />

individual. The reasons the faithful settle for in justifying those rites and myths may be<br />

mistaken, and most often are; but the true reasons exist nonetheless, and it is the business of<br />

science to uncover them. (…) Fundamentally, then, there are no religions that are false. All<br />

are true after their own fashion: All fulfill given conditions of human existence, though in<br />

different ways” (Durkheim 1995 [1912]: 37).<br />

Ook Lambek (2002: 4) bevestigt dit:<br />

“De antropologische traditie begrijpt religieuze werelden als noch volledig objectieve, noch<br />

volledig subjectieve fenomenen, maar als zwevend in de bemiddelende ruimte van cultuur of<br />

het sociale en als participerend in een dialectiek die zowel objectiveert als subjectiveert. (...)<br />

Goede antropologie begrijpt dat religieuze werelden echt, levendig en betekenisvol zijn voor<br />

diegenen die ze construeren en erin leven en probeert, zo kundig als het kan, die realiteiten<br />

aan anderen over te brengen, in hun zintuiglijke rijkdom, filosofische diepte, emotionele<br />

bereik en morele complexiteit. (...) Door de waarde en kracht, maar ook de variëteit en<br />

competitie te zien van dergelijke werelden, moet de antropologie ze begrijpen als manieren<br />

van acteren, vormen en denken, in plaats van als een set van vaste antwoorden waarvan de<br />

validiteit onafhankelijk kan worden toegepast (objectivisme) of zo moeten worden<br />

geaccepteerd (relativisme).” [9]


Carlos Castañeda wordt door veel moderne antropologen afgedaan als zijnde geen echte<br />

antropoloog. Hij zou zijn antropologische beschrijvingen half hebben verzonnen, want de<br />

gebeurtenissen die erin beschreven worden “kunnen niet echt gebeurd zijn”.[10] Net als<br />

Walter Goldschmidt, beschouw ik Castañeda’s boeken wel degelijk als waardevol<br />

antropologisch materiaal. Hij schrijft in het voorwoord van De lessen van Don Juan dat<br />

Castañeda terecht beweert dat de wereld van een Yaqui-tovenaar, die we in het boek zien<br />

onder de invloed van hallucinogene substanties, ondanks alle verschillen van waarneming,<br />

zijn eigen innerlijke logica heeft.<br />

“Don Juan heeft ons glimpen laten opvangen van de wereld van een Yaqui-tovenaar, en<br />

omdat we die zien onder de invloed van hallucinogene substanties, ervaren we hem met een<br />

werkelijkheid die totaal verschillend is van die andere bronnen. (...) [Castañeda] heeft getracht<br />

hem te verklaren als het ware van binnenuit – vanuit zijn eigen rijke en intens persoonlijke<br />

ervaringen terwijl hij onder Don Juan’s hoede was – veeleer dan hem te onderzoeken in<br />

termen van onze logica. Dat hij hierin niet volledig kan slagen is veeleer een beperking die<br />

onze cultuur en onze eigen taal aan de waarneming opleggen, dan zijn persoonlijke beperking;<br />

toch leiden zijn inspanningen tot het slaan van een brug tussen de wereld (...) van niet-gewone<br />

werkelijkheid en de wereld van gewone werkelijkheid” (Castañeda 1977 [1968]: 7-8).<br />

Goldschmidt stelt bovendien dat de antropologie ons geleerd heeft dat de wereld op<br />

verschillende plaatsen op verschillende wijze gedefinieerd wordt:<br />

“Het is niet enkel dat de mensen verschillende gebruiken hebben; het is niet enkel dat de<br />

mensen in verschillende goden geloven en een verschillend lot verwachten na de dood. Het is<br />

veeleer zo, dat de werelden van verschillende volkeren verschillende vormen vertonen”<br />

(Castañeda 1977 [1968]: 7).<br />

Voor sommigen kan het overkomen als fantasie of klinkklare onzin dat er mensen zijn die<br />

beweren middels een drankje over het oerwoud te hebben gevlogen, te hebben gevochten met<br />

reuzenslangen of te hebben gesproken met een overleden familielid. Anderen zijn misschien<br />

van mening dat dit werk weinig waarde heeft, omdat ik zelf de drank nooit genomen heb.<br />

Maar wie kan bepalen wat de werkelijkheid is? Waar ligt de grens tussen geloven en weten?<br />

Is dat niet precies waar de wetenschap naar op zoek is, ‘weten’-schap?<br />

Ik ben het met cardioloog Pim van Lommel, die onlangs een boek publiceerde met daarin een<br />

wetenschappelijke visie op de bijna-dood-ervaring, dat:<br />

“Echte wetenschap beperkt zich niet tot materialistische en dus beperkende aannames, maar<br />

staat open voor nieuwe en aanvankelijk soms onverklaarbare bevindingen en ziet het als een<br />

uitdaging om hier verklarende theorieën voor te vinden” (Lommel 2007: 20, 23).


Van Lommel citeert onder andere de psycholoog Abraham H. Maslow over een definitie van<br />

inclusieve (dus niet-dualistische) wetenschap:<br />

“Het aanvaarden van de verplichting tot het erkennen en beschrijven van heel de<br />

werkelijkheid, alles wat bestaat, alles wat zich voordoet. Wetenschap moet in de eerste plaats<br />

alles omvatten en insluiten. Ze moet zeggenschap aanvaarden over datgene wat ze niet kan<br />

begrijpen of verklaren, waarvoor geen theorie bestaan, wat niet gemeten, voorspeld, beheerst<br />

of geregeld kan worden. Ze moet zelfs bereid zijn tot het aanvaarden van tegenstellingen,<br />

onlogische zaken en mysteries, het vage, dubbelzinnige, archaïsche, onbewuste, en alle andere<br />

aspecten van het bestaan die moeilijk zijn mede te delen. Op haar best staat ze volkomen open<br />

en sluit niets uit. Ze is vrij toegankelijk” (Lommel 2007: 21).<br />

De ervaringen binnen de Santo Daime religie behoren precies tot die vage, onbewuste en<br />

mysterieuze zaken. Zoals alle academici die zich eerder met dit onderwerp en hieraan<br />

verwante thema’s hebben beziggehouden, concludeer ik dat het niet mogelijk is om deze<br />

religie te begrijpen binnen het algemeen heersende westerse denkkader. Dit werkstuk is<br />

daarom getiteld: “Een religie van de Nieuwe Tijd”. Ook refereert deze titel naar het feit dat de<br />

Santo Daime is ontstaan in de 20 e eeuw en mijns inziens behoort tot een opkomende nieuwe<br />

denkwijze over mens en wereld, door sommigen benoemd als “New Age”, oftewel Nieuwe<br />

Tijd.<br />

1.4 Methoden en technieken van onderzoek<br />

Voor de duidelijkheid volgt nu eerst een korte samenvatting van de onderzoekshistorie.<br />

Daarna zullen achtereenvolgens de theorie en de praktijk van de gebruikte methoden en<br />

technieken van onderzoek nader beschreven worden.<br />

Het verrichte onderzoek is opgebouwd uit twee delen: veldwerk en literatuuronderzoek. Het<br />

veldwerk bestond met name uit interviews, observatie en participatie en heeft met name<br />

plaatsgevonden op het eiland Florianopolis, Brazilië. Voor vertrek en na terugkomst uit<br />

Brazilië is ook veldwerk verricht in Nederland, vooral bij de Haagse Santo Daime kerk Céu<br />

dos Ventos. Het literatuuronderzoek is begonnen met een korte oriëntatie vóór vertrek, maar<br />

heeft zich vooral uitgediept na terugkomst in Nederland. Ook tijdens het veldwerk is de<br />

nodige aanvullende literatuur doorgenomen.<br />

Dit verslag heeft als subtitel “Een multi-sited casestudy”. In mijn onderzoeksopzet wordt<br />

hiervoor de volgende uitleg gegeven:<br />

“Net als het werk van Tsing (2005), zal ook mijn onderzoek op lokaal niveau plaatsvinden,<br />

met als doel van daaruit zicht te krijgen op de globale dimensie van de Santo Daime. De


visies en ervaringen van de respondenten zullen iets zeggen over de visies en ervaringen met<br />

de Santo Daime wereldwijd. De manier waarop de Santo Daime lokaal georganiseerd is, staat<br />

in verband met de manier waarop het elders is georganiseerd. Door de relatie van de lokale<br />

gemeenschap tot CEFLURIS[11] te analyseren, zal informatie vergaard worden die<br />

betrekking heeft op CEFLURIS wereldwijd.” [12]<br />

Een casestudy is een vorm van kwalitatief onderzoek. Het is de intensieve bestudering van<br />

een verschijnsel in zijn context, zodanig dat de verwevenheid van relevante factoren<br />

behouden blijft. Dit kan een bepaalde gebeurtenis, activiteit, gedrag of individu zijn. Het kan<br />

ook gaan om een groep individuen (Wester e.a. 2000: 65, Creswell 1998: 61-4). Zoals uit<br />

bovenstaand citaat blijkt, is dit onderzoek een deel uit een groter geheel. Het is een deel dat<br />

het geheel illustreert. Of beter gezegd: twee delen uit een groter geheel. Door zowel het geval<br />

van Florianopolis als van Den Haag te hebben bestudeerd is er in feite sprake van twee<br />

casestudies, en wel op verschillende plaatsen ter wereld. Vandaar de titel multi-sited<br />

casestudy. Met het oog op de generaliseerbaarheid en de representativiteit van dit onderzoek,<br />

is het belangrijk zich tegelijkertijd te realiseren dat de bestudeerde gevallen uniek zijn en op<br />

zichzelf staand.<br />

De keuze voor een multi-sited onderzoek was een idee waar ik voor vertrek al mee speelde,<br />

maar het concretiseerde zich pas in de tweede helft van mijn verblijf in Brazilië. Toen werd<br />

duidelijk dat aanvullende informatie uit Nederland noodzakelijk was om de hoofdvraag zo<br />

volledig mogelijk te kunnen beantwoorden. Zoals Marcus (1995: 95) betoogt, zal multi-sited<br />

onderzoek steeds meer de toekomst van culturele antropologie zijn door de globale<br />

verspreiding van allerlei sociale verschijnselen en de toenemende en onvermijdelijke<br />

ontmoeting van verschillende culturen. Net als Marcus (1995: 99-102) ben ik van mening dat<br />

antropologie niet bang zou moeten zijn voor verlies aan kracht of waarde door onderzoek niet<br />

meer op één plaats, maar op basis van data uit meerdere plaatsen te verrichten. Integendeel,<br />

het is een verrijking op antropologisch onderzoek. Het besluit voor onderzoek op een of<br />

meerdere plaatsen is uiteraard afhankelijk van het onderzoeksthema. Maar veel studies van<br />

een cultuur of maatschappij op een bepaalde plaats kunnen tegenwoordig niet meer los gezien<br />

worden van de invloeden op en van globale ontwikkelingen.<br />

Het verrichte onderzoek is kwalitatief van aard en daarmee inductief, dus vanuit het<br />

specifieke naar het algemene. Het is gericht op bestudering van een verschijnsel gezien vanuit<br />

het referentiekader van de betrokken personen en in relatie tot hun omgeving. Kwalitatief<br />

onderzoek is gebaseerd op het principe van verstehen van Max Weber, één van de<br />

grondleggers van de sociologie.[13] Begrijpen van sociale verschijnselen is volgens deze<br />

theorie alleen goed mogelijk als de onderzoeker erin slaagt de subjectieve betekenis van het<br />

bestudeerde gedrag te achterhalen. Dit is mogelijk als hij doordringt tot de gevoels- en<br />

kenniswereld van de bestudeerde groep mensen. Dit geldt niet alleen tijdens de<br />

veldwerkperiode, maar ook tijdens de verwerking en verslaggeving van de onderzoeksdata. In<br />

tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, zijn grote aantallen respondenten bij kwalitatief<br />

onderzoek niet zo belangrijk. Kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn daarmee echter niet<br />

minder wetenschappelijk. De kwaliteit van elk wetenschappelijk onderzoek is volgens Wester<br />

e.a. (2000) afhankelijk van de vraag in hoeverre de onderzoeker er in slaagt een antwoord te<br />

vinden op zijn onderzoeksvraag dat overtuigt door zijn logische consistentie en zijn<br />

empirische onderbouwing. Dat betekent dat elk onderzoek moet voldoen aan drie


kwaliteitscriteria: interne validiteit, betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid. Laat ik deze<br />

punten nalopen voor wat betreft dit onderzoek.<br />

Een onderzoek heeft interne validiteit indien is vastgesteld wat men wilde vaststellen. Mijns<br />

inziens ben ik in erin geslaagd een antwoord te vinden op mijn vraag, voor zover de<br />

beperkingen in tijd, kennis en ervaring dit toestonden. Betrouwbaarheid heeft te maken met de<br />

vraag: als we dezelfde procedures zouden hanteren en de omstandigheden zijn niet gewijzigd<br />

zou een herhaling dan hetzelfde resultaat opleveren? Dit is het belangrijkste kritiekpunt op de<br />

casestudy, omdat zijn openheid en flexibiliteit van de gehanteerde procedures replicatie<br />

onmogelijk maakt. Generaliseerbaarheid heeft te maken de mate waarin de resultaten beperkt<br />

zijn tot de context van de studie, dan wel de mate waarin ze een meer algemene strekking<br />

hebben. Casestudies beogen lang niet altijd tot generaliseerbare resultaten te komen. In<br />

statistische zin is dit zelfs onmogelijk. Wel kan analytische of theoretische<br />

generaliseerbaarheid bereikt worden door zich af te vragen of de onderzochte geval(len) een<br />

representatie is van bepaalde theoretisch vergelijkbare gevallen.<br />

Om validiteit, betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid te bereiken zijn een aantal<br />

maatregelen genomen. Er zijn meerdere meetpunten gehanteerd met als doel te zoeken naar<br />

gegevens die mogelijkerwijze een andere richting uitwijzen dan de aanvankelijk gehanteerde<br />

interpretatie. Dit is gebeurd door niet één, maar verschillende respondenten en<br />

sleutelinformanten te ondervragen. Ook zijn meerdere literaire bronnen gebruikt. Het zou<br />

verder bijvoorbeeld interessant geweest kunnen zijn om personen te interviewen die uit de<br />

Santo Daime zijn gestapt. Is dit uit persoonlijke overwegingen geweest of uit kritiek op de<br />

Santo Daime?<br />

Een tweede maatregel is het voorleggen van de resultaten aan collega’s, betrokkenen in het<br />

veld en leken voor verkrijgen van feedback en als controleprocedure. In verband hiermee kan<br />

ik melden dat het gehele onderzoek is geschied in overleg met mijn begeleider, deskundig in<br />

het vak. Ook heeft regelmatig overleg plaatsgevonden met medestudenten en enkele<br />

familieleden. Verder is dit rapport, zoals reeds verteld, beoordeeld door Dhr. Hans Bogers,<br />

deskundig in de Santo Daime religie. Een derde maatregel is het inpassen van statistische<br />

procedures. Bij de verwerking van de informatie uit interviews is hiervoor een selectie<br />

variabelen geanalyseerd door middel van het statistische programma SPSS. Een vierde<br />

methode is de vergelijking van verschillende cases. In mijn onderzoek gebeurt dit door de<br />

uitvoering van een geval in Brazilië en een geval in Nederland. Ook zijn de<br />

onderzoeksresultaten vergeleken met bevindingen van eerdere onderzoeken uit de bestudeerde<br />

literatuur. Een vijfde gehanteerde maatregel, tenslotte, was het overzichtelijk maken van grote<br />

hoeveelheden tekstmateriaal. Er is gebruik gemaakt van coderingssystemen voor zowel de<br />

ruwe data uit het veld (de opgenomen en deels genoteerde interviews) als voor de data<br />

verworven uit het literatuuronderzoek. Indien de informatie zich toch teveel opstapelde of<br />

complex werd, is deze visueel overzichtelijk gemaakt door middel van schema’s, lijsten of<br />

modellen op papier.<br />

Tot zover het theorie over de gehandhaafde methoden en technieken van onderzoek. Nu volgt<br />

een gedetailleerde beschrijving van de methoden en technieken zoals ze in de praktijk zijn<br />

toegepast.<br />

De afgenomen interviews uit Florianopolis dateren van 26 april tot en met 5 juli 2007. Er zijn<br />

14 halfgestructureerde interviews afgenomen bij Santo Daime adepten, waaronder 8 bij<br />

bewoners van Céu do Patriarca São José en 6 die met regelmaat participeerden aan de


spirituele werken, maar buiten de gemeenschap woonden. De interviews duurden gemiddeld<br />

bijna 3 uur. De kortste vraaggesprekken bedroegen 1,5 uur, de langste maar liefst 5 uur. (soms<br />

opgedeeld in 2 dagen). Het werven van deze respondenten gebeurde doorgaans door mensen<br />

aan te spreken bij de gezamenlijke lunch of vlak voor een spiritueel werk, wanneer ook<br />

mensen van buiten de gemeenschap aanwezig waren. Ook heb ik via-via gehoord van<br />

personen die er wellicht voor zouden voelen. Over het algemeen bleek bijna iedereen die ik<br />

vroeg bereid te zijn een bijdrage te leveren aan mijn onderzoek. De meesten vonden het<br />

merkwaardig dat ik geen Daime wilde drinken, maar dit vormde uiteindelijk geen hindernis.<br />

Velen waren geïnteresseerd in mijn motieven en zagen het mogelijke belang voor de Santo<br />

Daime kerken.<br />

Op Florianopolis is tevens een drietal ongestructureerde interviews verricht met<br />

sleutelinformanten. Van de Santo Daime gemeenschap waren dat Enio Staub, de religieuze<br />

leider, en Cristian Curti, de vice-president en vervangend religieus leider bij Enio’s<br />

afwezigheid. Op de universiteit was dat Dhr. Prof. A. Groisman, die zich sinds 1988 heeft<br />

verdiept in de Santo Daime als onderzoeksobject en – heel toevallig – in Nederland onderzoek<br />

deed naar Santo Daime in Europa, in het kader van zijn promotie aan de University of London<br />

in november 2000.<br />

Sommige bewoners van de gemeenschap kunnen ook als sleutelinformanten beschouwd<br />

worden. Zo bevonden zich onder de 14 respondenten een dokter, een lerares en de<br />

receptioniste. Ook was er een man die muziek speelt tijdens de rituelen en twee andere die<br />

tijdens de spirituele werken regelmatig fiscaliseren. Daarnaast heb ik informele gesprekken<br />

gehad met bijvoorbeeld de tuinman en de vrouwen die dagelijks de lunch verzorgen. Deze<br />

personen gaven mij tijdens de interviews belangrijke informatie over hun speciale functie<br />

binnen de gemeenschap en in de kerk.<br />

Er hebben vele tientallen informele gesprekken plaatsgevonden met bewoners van de<br />

gemeenschap, bezoekers van de kerk, studenten die zich met het onderwerp hebben<br />

beziggehouden, mensen op straat die van het fenomeen hadden gehoord, etc. Om de mening<br />

van buitenstaanders te peilen hebben bovendien, gelijkmatig verspreid over het eiland, 100<br />

personen meegedaan aan een korte enquête welke ik heb afgenomen in de vorm van<br />

straatinterviews.[14] Bij de spreiding heb ik gekozen voor de volgende 5 zones: het noorden<br />

(Canasvieiras), het zuiden (Morro das Pedras), het oosten (Lagoa da Conceição), het<br />

commerciële centrum en het universitaire centrum.[15] [16]<br />

Bij terugkomst in Nederland heb ik interviews afgenomen bij 4 personen die met name de<br />

Santo Daime kerk in Den Haag bezoeken. Ook ben ik in gesprek geweest met Irene en Marco<br />

Hadjiadakis, huidige leiders van deze kerk, en Hans Bogers, die samen met anderen de eerste<br />

Santo Daime kerk in Nederland heeft opgericht.<br />

Dat het totale aantal interviews uit Florianopolis niet overvloedig is, heeft te maken met de<br />

volgende zaken. Het was aanvankelijk mijn bedoeling om 20 personen te ondervragen, maar<br />

het bleek erg lastig om afspraken te maken. Niet zelden werd gezegd: “Volgende week<br />

terugbellen”, werd een interview een half uur van te voren afgezegd of kwam iemand gewoon<br />

niet opdagen. Daar kwam het eerder genoemde trage systeem van openbaar vervoer bij, dat<br />

het maken van meerdere afspraken op een dag bemoeilijkte. Bovendien werden de interviews<br />

hoe langer, hoe intenser. In mijn dagboek schreef ik: “Elk interview is heftig, geeft me te<br />

denken. Elk mens hier is zo diep en serieus. Natuurlijk is er humor en plaats voor lichte praat,<br />

maar er gaat geen gesprek voorbij zonder diepte”. Vanwege de lengte van sommige


interviews, werden ze opgesplitst in twee delen, vaak met de hierboven beschreven problemen<br />

bij het maken van een tweede afspraak. Twee interviews zijn om deze reden nooit afgerond.<br />

Desalniettemin heb ik het veld verlaten met het gevoel voldoende materiaal te hebben<br />

verzameld.<br />

Dat er niet zoveel interviews zijn afgenomen in Nederland is een bewuste keuze geweest. De<br />

nadruk moest liggen op Florianopolis, informatie van de respondenten in Nederland zou<br />

hierop niet meer dan een aanvulling vormen. De vraaggesprekken in Nederland zijn dan ook<br />

van een heel andere vorm geweest. Hoewel ik de Nederlandse versie van precies dezelfde<br />

vragenlijst heb genomen als uitgangspunt, waren de dialogen ongestructureerd. Vanwege de<br />

grote hoeveelheden reeds verworven kennis over de Santo Daime als fenomeen, heb ik mij<br />

voornamelijk geconcentreerd op de persoonlijke betekenis en aantrekkingskracht bij deze<br />

individuen. Soms kwamen daardoor totaal andere onderwerpen op tafel die vaak interessante<br />

informatie hierover verschaften.<br />

Het moge duidelijk zijn dat er nog tientallen, misschien honderden personen zijn die binnen<br />

het onderzoeksthema de moeite waard zijn om te interviewen. Mensen van Santo Daime<br />

elders in Brazilië, in Nederland of op andere plaatsen ter wereld die andere aspecten van deze<br />

religie kunnen aandragen. Personen die uit de Santo Daime zijn gestapt en redenen kunnen<br />

aanvoeren waarom Santo Daime niet (meer) aantrekkelijk voor hen is. Onder<br />

wetenschappelijke literatuur kan men denken aan een breed scala van antropologen,<br />

sociologen, theologen, artsen, psychologen, psychiaters, neurologen, biologen, chemici, zelfs<br />

juristen. Een onderwerp als Santo Daime lijkt eindeloos.<br />

Naast de interviews, heb ik ook geparticipeerd aan verschillende activiteiten, van welke ik,<br />

met betrekking tot zowel het onderzoek als mijzelf, veel geleerd heb. Voor vertrek ben ik<br />

uitgenodigd om eenmaal mee te doen aan een spiritueel werk in Den Haag waarbij gedanst en<br />

gezongen werd, met als hoge uitzondering de mogelijkheid om daarbij als enige geen Daime<br />

te drinken. Normaal gesproken kan dat niet, maar deze avond zou wat informeler zijn, omdat<br />

het ter viering van Marco’s verjaardag was. Het ritueel begon om 20.00 uur en nam ongeveer<br />

5 of 6 uur in beslag. Een week ervoor had ik meegedaan aan de oefenavond, waarbij de<br />

hymnes werden gerepeteerd, waardoor ik de melodieën en teksten al enigszins kende. Al heb<br />

ik natuurlijk niet het effect ervaren van de Daime, ik heb me een bescheiden voorstelling<br />

kunnen maken van wat een Santo Daime ritueel inhoudt. Tijdens de sessie heb ik veel om me<br />

heen gekeken om te zien wat zich afspeelde, maar ontdekte dat het vooral gaat om wat er<br />

binnen in je gebeurt. Er was een groepsenergie voelbaar, voor een groot gedeelte gegenereerd<br />

door het gezamenlijke gezang en het dansen. De teksten van sommige hymnes raakten mij<br />

diep en ergens heb ik een traan gelaten van geluk. Na afloop voelde ik me vrolijk en kreeg de<br />

neiging mensen te omhelzen, hetgeen men onderling dan ook deed.<br />

In Florianopolis heb ik enkele keren meegedaan met de oração, het gebed dat daar iedere<br />

zondag om 19.00 uur wordt gehouden. Het duurt slechts anderhalf uur en het is het enige<br />

ritueel waarbij geen Daime wordt gedronken. Er wordt wel gezongen en gedanst. Ook heb ik<br />

tweemaal meegedaan aan een temaskal, een soort zweethut, een oud gebruik van de Fogo<br />

Sagrado uit Mexico, dat door henzelf in deze gemeenschap is geïntroduceerd. Er wordt<br />

gewerkt met gloeiende stenen, water en kruiden. Het ritueel, dat ongeveer 3 à 4 uur duurt en<br />

wordt begeleidt door gezang en een trommel, brengt je in een soort trance. Door middel van<br />

de hete dampen en de kruiden die je inademt, wordt je lichaam gezuiverd. De iglo-vormige<br />

hut staat symbool voor de baarmoeder en in het ritueel wordt je als het ware wedergeboren, zo<br />

werd mij verteld. De eerste keer dat ik hieraan meedeed, voelde ik niets, behalve de bijna


ondraaglijke hitte en de wens om zo snel mogelijk de hut te ontvluchten. De tweede keer<br />

echter, meen ik het beoogde effect te hebben ondervonden. Tijdens het ritueel heb ik zowel<br />

momenten van heftige angst als van grote blijdschap gevoeld. Toen ik eruit kwam voelde ik<br />

mij anders, enigszins van slag, maar op een prettige manier. De rest van de dag voelde ik<br />

helderheid in mijn hoofd.<br />

Naast de rituelen, heb ik veelvuldig meegedraaid met de alledaagse communitaire activiteiten,<br />

zoals de gezamenlijke lunch. Daarnaast werd ik uitgenodigd een bijeenkomst bij te wonen van<br />

de Plano de Desenvolvimento Comunitário (PDC), waarbij eerst 8, later zo’n 15 personen bij<br />

elkaar kwamen om te praten over de ontwikkeling van de gemeenschap op het gebied van<br />

watervoorziening, afvalverwerking, bestrating, onderwijs, tuinbouw, jongerenactiviteiten, etc.<br />

Hierdoor kwam ik meteen te weten dat de gemeenschap niet louter om spiritueel werk ging,<br />

maar dat er op allerlei gebied werk aan de winkel is. De gemeenschap is in feite een klein<br />

dorp. Later ontving ik allerlei documenten van eerdere bijeenkomsten. Informatie hieruit is<br />

verwerkt in hoofdstuk 4.<br />

Graag had ik op Florianopolis een spiritueel werk willen bijwonen, zoals ik in Den Haag had<br />

meegemaakt. Ik had gehoopt zodanig het vertrouwen te winnen, opdat het op een gegeven<br />

moment mogelijk zou worden om foto’s of zelfs video opnames hiervan te maken. Hoewel ik<br />

vrij was om beeldmateriaal te verzamelen van de hele gemeenschap en de kerk, was het echter<br />

niet de bedoeling dat ik bij de werken aanwezig zou zijn. Wie geen Daime drinkt, wordt<br />

geacht zich niet in de nabijheid van de kerk te vertoeven indien daar een ritueel aan de gang<br />

is. Aanvankelijk voelde ik mij hierdoor ten onrechte buitengesloten en ik zag het als een vorm<br />

van dogma. Later begreep ik dat het dient ter bescherming van de participerende personen. Zij<br />

hebben zich op dat moment spiritueel opengesteld en zijn kwetsbaar. In het belang van alle<br />

aanwezigen, is het daarom de taak van de leider en de fiscalen om een bepaald klimaat te<br />

behouden binnen de kerk.[17] Echter, gezien het feit dat de logeerkamers van de<br />

gemeenschap zich bevonden tussen het kerkgebouw en de toiletten, heb ik verschillende<br />

werken zeer levendig meegemaakt. Die betreffende avonden heb ik niet geslapen totdat het<br />

ritueel was afgelopen en iedereen naar huis was vertrokken. Dankzij de dunne houten wanden<br />

van mijn kamer kon ik het gezang uit de kerk duidelijk horen en sommige gesprekken bij de<br />

toiletten volgen. Op deze manier heb ik toch veel meegekregen. Ook heb ik die nachten hele<br />

sterke en betekenisvolle dromen gehad.<br />

Tot zover een beschrijving van de interviews, de observaties en de participatie tijdens het<br />

veldwerk. Er is reeds verteld dat het literatuuronderzoek met name na terugkomst uit Brazilië<br />

is uitgediept. Ook zijn de motieven hiervoor al genoemd. Graag zou ik nog willen ingaan op<br />

de precieze werkwijze. De eerste bron van informatie is het internet geweest, via de<br />

zoekmachine Google en via het aanklikken van links waarnaar op de zodanig verkregen<br />

webpagina’s verwezen werd. In korte tijd heb ik op deze wijze basiskennis verzameld over de<br />

Santo Daime en een overzicht verkregen van het netwerk van Santo Daime kerken<br />

wereldwijd. Zoekacties naar literatuur over de Santo Daime in de Nederlandse bibliotheken<br />

leverde niets op. Er waren vele werken te vinden van verwante thema’s, zoals andere<br />

religieuze stromingen in Brazilië, het gebruik van ayahuasca in de oudheid en (urbaan)<br />

sjamanisme. Hoewel ik sommige van deze boeken heb geleend, leek het mij op dat moment<br />

weinig zinvol om ze serieus door te nemen. Ik had nog te weinig aanknopingspunten om<br />

gericht naar informatie te zoeken en te weinig tijd om hele boeken door te werken op zoek<br />

naar aanknopingspunten. Naast de eerder genoemde motieven, was het studieprogramma nu<br />

eenmaal zodanig opgesteld, dat de student hiervoor weinig gelegenheid krijgt. Na bestudering<br />

van onderzoekstechnische boeken en een flinke bladersessie in thematisch relevante werken,


heb ik de onderzoeksopzet opgesteld en ben naar Florianopolis vertrokken. Ik had er alle<br />

vertrouwen in dat het theoretische gedeelte later op zijn plaats zou vallen, hetgeen ook is<br />

gebeurd.<br />

Eenmaal in Florianopolis aangekomen, heb ik mij eerst verder verdiept in methoden en<br />

technieken van onderzoek. Via Dhr. Prof. Alberto Groisman en Isabel Santana de Rose,<br />

studente Sociale Wetenschappen aan de UFSC en zowel deelneemster als onderzoekster van<br />

Santo Daime, heb ik vervolgens specifieke literatuur verkregen over de Santo Daime, zowel<br />

op Florianopolis als elders in Brazilië. Ook via het secretariaat van de gemeenschap heb ik<br />

toegang gekregen tot enkele dissertaties. Deze werken heb ik gaandeweg de veldwerkperiode<br />

grotendeels doorgenomen.<br />

Bij terugkomst in Nederland had ik inmiddels een hele lijst wetenschappers en relevante titels<br />

genoteerd in mijn schrijfblokje. Van Isabel ontving ik de bibliografielijst van de Braziliaanse<br />

Ayahuasca Religies (Labate e.a. 2007), een onderzoek waar zij ten tijde van mijn veldwerk<br />

aan meewerkte. Uit deze lijsten en via tips van respondenten die ik nog in Nederland sprak,<br />

heb ik na verscheidene bezoeken aan bibliotheken en (internet)winkels meerdere<br />

boekenplanken gevuld. Ook heb ik de nodige literatuur geleend van Hans Bogers. Hoe meer<br />

literatuur ik ontdekte, des te meer werd mijn honger naar weer nieuwe interessante boeken,<br />

artikelen, tijdschriften en websites. Op een gegeven moment heb ik de zoektocht stopgezet,<br />

omdat het gevaar ontstond te verdrinken in een zee van informatie. Ook merkte ik dat ik me<br />

teveel liet afleiden van mijn hoofdvraag. Op advies van mijn begeleider heb ik toen besloten<br />

te starten met schrijven om aan de hand daarvan eventueel nog aanvullende informatie op te<br />

zoeken.<br />

1.5 Theoretische verankering<br />

Wat betreft de antropologie van religie sluit ik ten dele aan bij twee ‘klassieke’ academici,<br />

namelijk de socioloog Émile Durkheim en de antropoloog Claude Lévi-Strauss. Ondanks de<br />

vele kritiek die Durkheim ontving op zijn werk The elementary forms of religious life, stem ik<br />

in met zijn stelling dat religie een sociaal verschijnsel is, maar dat tegelijkertijd de sociale<br />

context is geboren uit religie, want: “It has long been known that the first systems of<br />

representations that man made of the world and himself were of religious origin” (Durkheim<br />

1995 [1912]: 38). Durkheim stelt dat religieus denken aan de basis staat van het menselijke<br />

intellect. Het heeft volgens hem niet alleen voor een groot gedeelte de inhoud van menselijke<br />

kennis gevormd, maar ook de manier waarop die kennis is uitgewerkt. Op dezelfde wijze zijn<br />

religie en religieuze instituties, rituelen en riten zijn daarom volgens hem product van<br />

religieus denken en dus sociale verschijnselen. Net als Durkheim, geef ik kritiek op het<br />

dualistische wereldbeeld waardoor bepaalde opvattingen van de realiteit eerder worden<br />

weggeschoven dan onderzocht. De “categorieën van het intellect” (noties van tijd, ruimte,<br />

getal, oorzaak, substantie en persoonlijkheid) constitueren volgens Durkheim de wijze waarop<br />

een mens zijn aannames van de realiteit construeert:<br />

“Far from being built into human nature, no idea exists, up to and including the distinction<br />

between right and left, that is not, in all probability, the product of religious, hence collective,


epresentations. Once this hypothesis is accepted, the problem of knowledge can be framed in<br />

new terms” (Durkheim 1995 [1912]: 40).<br />

Durkheim maakt vervolgens een onderscheid tussen het sacrale en profane op een<br />

vergelijkbare wijze als ik daarin onderscheid maak met betrekking tot het gebruik van<br />

psychoactieve middelen en bevestigd daarin, net als de Santo Daime, het bestaan van twee<br />

‘werelden’. De overgang van de ene naar de andere wereld houdt een transformatie in van het<br />

individu:<br />

“In the history of human thought, there is no other example of two categories of things as<br />

profoundly differentiated or as radically opposed to one another. (…) [T]he sacred and the<br />

profane are always and everywhere conceived by the human intellect as separate genera, as<br />

two worlds with nothing in common. (…) This is not to say that a being can never pass from<br />

one of these worlds to the other. But when this passage occurs, the manner in which it occurs<br />

demonstrates the fundamental duality of the two realms, for it implies a true metamorphosis”<br />

(Durkheim 1995 [1912]: 41-2).<br />

Lévi-Strauss ontwikkelde het structuralisme, waarin het uitgangspunt heerst dat sociale feiten<br />

uit de ervaringswerkelijkheid te interpreteren zijn binnen een theoretisch model, waarin niet<br />

alleen die afzonderlijke sociale feiten maar ook hun onderlinge relaties bepalend zijn voor hun<br />

betekenis. Hij pastte dit toe op de analyse van familierelaties, mythen en riten. Lévi-Strauss<br />

bestudeerde in Brazilië enkele Indianenstammen en schreef veel over sjamanisme. In “The<br />

effectiveness of symbols” maakt hij een vergelijking tussen de psychoanalytische en<br />

sjamanistische genezing en stelt vast dat beide functioneren door middel van het creëren van<br />

een (respectievelijk persoonlijke of collectieve) mythe die de patiënt opnieuw beleefd. Ook hij<br />

erkent het bestaan van een ‘onbewuste’ wereld. Sjamanisme en psychoanalyse zijn volgens<br />

hem aan elkaar gelijk, omdat ze beide parallel staan aan de universele, onbewuste<br />

symbolische functie van het menselijke brein die het bewuste in alle individuen structureert.<br />

Deze visie draagt belangrijke elementen aan in het begrijpen van de wijze waarop genezing<br />

plaatsvindt binnen Santo Daime rituelen, die onder andere volgens Groisman (1999: 23) als<br />

sjamanistische praktijken beschouwd worden. Tegelijkertijd geeft hij kritiek op de manier<br />

waarop de psychoanalyse zichzelf ten opzichte van het sjamanisme verhoudt:<br />

“Actually, many psychoanalysts would refuse to admit that the psychic constellations which<br />

reappear in the patient’s conscious could constitute a myth. These represent, they say, real<br />

events which it is sometimes possible to date and whose authenticity can be verified by<br />

checking with relatives or servants. We do not question these facts. But we should ask<br />

ourselves whether the therapeutic value of the cure depends on the actual character of<br />

remembered situations, or whether the traumatizing power of those situations stems from the


fact that at the moment when they appear, the subject experiences them immediately as living<br />

myth” (Lévi-Strauss 1979 [1963]: 326).<br />

Verder speculeert Lévi-Strauss dat nader onderzoek in bijvoorbeeld de psychologie en<br />

biochemie zou kunnen zorgen voor een acceptatie van zijn aannames in een breder<br />

wetenschappelijk kader en een versterking van de huidige psychoanalyse.<br />

Naast de religieuze antropologie, is dit verslag ook gestoeld op de medische antropologie<br />

zoals die via de colleges van Prof. Dr. J.L. Slikkerveer werden gegeven.[18] Slikkerveer hecht<br />

groot belang aan het begrijpen en respecteren van “inheemse kennis”. Daar waar het gaat om<br />

gezondheidszorg, pleit hij voor een samenwerking tussen traditionele en moderne (westerse)<br />

geneeswijzen. In zijn colleges was onder andere de film "The shaman’s apprentice" te zien,<br />

waarin etnobotanist Mark Plotkin het Amazonewoud in trekt om de kennis van medicinale<br />

planten van enkele uitstervende Indianenstammen op schrift te stellen. Plotkin vertelt daarin<br />

onder andere dat 80% van de wereldbevolking in de gezondheidszorg werkt met planten: “It’s<br />

plants all around the world”. Plotkin is leerling van Richard Evans Schultes, oprichter van de<br />

moderne etnobotanica en expert op het gebied van inheems gebruik van entheogene en<br />

hallucinogene planten, met name in het Amazonegebied.<br />

Daar de Santo Daime een relatief nieuwe religie is in zijn soort en omdat ik pleit voor een<br />

‘nieuwe’ wetenschappelijke visie (zie hoofdstuk 1.2 en 1.3), betreft de literatuur overwegend<br />

‘moderne’ wetenschappers, wiens namen en theorieën uitgebreid worden behandeld in de<br />

loop van dit werk.<br />

1.6 Operationalisering en taalgebruik<br />

Ter methodologische argumentering worden hieronder de centrale begrippen van dit<br />

onderzoek geoperationaliseerd. Alle hierbij genoemde variabelen zijn verkregen aan de hand<br />

van de vooraf opgestelde vragenlijst die is voorgelegd aan 18 respondenten.[19] Daarnaast<br />

wordt kort stilgestaan bij het feit dat taal binnen de Santo Daime een belangrijke rol speelt en<br />

hoe met de specifieke ‘Santo Daime’-taal is omgegaan in dit verslag.<br />

Betekenis van de Santo Daime refereert aan de relatie tussen mens en geloof. Het geeft aan in<br />

hoeverre en op welke manier de Santo Daime invloed heeft op korte en lange termijn in de<br />

levens van de adepten. De betekenis van de Santo Daime is in dit onderzoek gestaafd aan een<br />

reeks variabelen, waaronder: participatie aan rituelen, gevoel tijdens en na de rituelen,<br />

naleving van regels, invloed op het dagelijks leven, invloed op geestelijk, lichamelijk en<br />

sociaal welzijn, opvattingen over mens, wereld en universum.<br />

Aantrekkingskracht van de Santo Daime appelleert aan die eigenschappen van de Santo<br />

Daime die een invloedrijke factor vormen in het besluit van een individu om zich bij deze<br />

religie aan te sluiten, zoals de genezing van lichamelijke en geestelijke ziekten. Tegelijkertijd<br />

heeft dat individu zelf bepaalde eigenschappen die deze aantrekkingskracht mede bepalen.<br />

Voorbeelden hiervan kunnen zijn: afkomst, opvoeding, gezondheidsklachten, aangrijpende<br />

gebeurtenissen in het leven, etc.


Wereldwijde groei. Zoals bijna alle religies, kent de Santo Daime mobiliteit in ruimte. Sinds<br />

het ontstaan in Rio Branco in 1930, heeft het zich verplaatst naar andere delen van Brazilië en<br />

Zuid-Amerika. In de afgelopen decennia is het overgewaaid naar andere continenten. Deze<br />

verspreiding wordt door adepten van de Santo Daime liever aangeduid als ‘groei’, omdat het<br />

volgens hen eerder gaat om een natuurlijk proces dan om een religie die streeft naar invloed<br />

of macht over anderen.[20]<br />

Religie. Dit begrip is niet eenduidig definieerbaar. Vele tientallen definities zijn geopperd,<br />

maar geen enkele definitie wordt universeel geaccepteerd (Aldridge 2000, Bowie 1999,<br />

Eriksen 2001 [1995], Lambek 2002). Volgens socioloog Alan Aldridge (2000: 55) is het<br />

twijfelachtig of we ooit tot een universeel geaccepteerde classificatie van religieuze<br />

bewegingen zullen bereiken. “The reason for this is exactly the same as the reason why no<br />

final definition of religion is possible. Society and culture change, and religion changes with<br />

them.” Er bestaat zelfs onenigheid over de etymologische achtergrond van dit woord.<br />

Sommigen zijn van mening dat het komt van de Latijnse woorden ‘re’ (wederom) en ‘legere’<br />

(lezen), waardoor de betekenis is: weer bijeenlezen, opnieuw doorlopen of telkens overwegen.<br />

Volgens anderen komt het echter van het werkwoord ‘legare’ (binden, verbinden). Het is deze<br />

laatste uitleg die ook binnen de Santo Daime wordt gehandhaafd. De betekenis van religie<br />

wordt dan: het opnieuw binden of telkens verbinden (met God). In het kader van dit<br />

onderzoek sluit ik aan bij socioloog Max Weber die (volgens Aldridge 2000: 22) stelde dat:<br />

“The essence of religion is not even our concern, as we make it our task to study the<br />

conditions and effects of a particular type of social behaviour.”<br />

Sekte. Bij de straatinterviews op Florianopolis bleek dat sommigen de Santo Daime<br />

beschouwen als een sekte. Terecht stelt Aldridge (2000: 55) dat een religieuze beweging<br />

zichzelf nooit als ‘sekte’ of ‘cult’ zou definiëren, omdat deze termen een sterke negatieve<br />

betekenis hebben gekregen. Aan de hand van zijn onderzoek “Religion in the contemporary<br />

world” komt Aldridge met de analyse dat het verschil tussen een ‘religie’ en een ‘sekte’ (in<br />

wetenschappelijke zin) met name ligt in het inclusief of exclusief zijn:<br />

“The sect … is exclusive: membership is not ascribed at birth but achieved in adult life.<br />

People can become a member of a sect only by choosing to join it. Sects have strict criteria of<br />

entrance, and impose stringent performance norms. They have a strong sense of their own<br />

identity and of the distinctiveness of their mission. They are protest movements” (Aldridge<br />

2000: 34).<br />

Aldridge legt vervolgens uit dat religies vaak beginnen als een sekte, een kleine religieuze<br />

beweging, en later uitgroeien tot een religie.<br />

“This is partly a function of size: sects operate most effectively as small, face-to-face, locally<br />

self-policing communities. If they succeed in attracting large numbers of new members they<br />

find themselves inevitably pushed towards the churchly mode” (Aldridge 2000: 35).


Het is mijns inziens slechts in deze zin dat de Santo Daime wellicht in een vroeger stadium als<br />

een sekte gezien kan worden. Ik ben het bovendien met Aldridge eens dat de religie-sekte<br />

dichotomie hoe dan ook is vervaagd door fundamentele veranderingen in samenleving en<br />

cultuur: “Given this, sociologists have broadened the classification of religious movements<br />

beyond the church-sect dichotomy. (...) More recently still, New Age religiosity has thrown<br />

existing categories of analysis into question.”<br />

New Age. In hun onderzoek naar New Age in Nederland stellen Stef Aupers en Anneke van<br />

Otterloo (2000: 7-11) dat de betekenis van deze term in de loop der tijd is gaan verschuiven:<br />

“Aanvankelijk werd New Age vaak opgevat als een (semi-)religieuze beweging met een<br />

boodschap over een ... nieuw tijdperk waarin ons een beter persoonlijke en collectieve<br />

toekomst wacht. (...) Aangezien New Age geen centrale organisatie kent en er ook geen<br />

vastomschreven leerstellingen en aanwijsbare leiders bestaan, zullen wij New Age in de<br />

verschillende verschijningsvormen van vandaag opvatten als een ‘levensbeschouwelijk<br />

conglomeraat’. Daarmee bedoelen we het volgende: New Age staat, sociologisch bezien, voor<br />

een wereldwijd, los netwerk van mensen die, meestal indirect, via het lezen van boeken, het<br />

volgen van cursussen of andere activiteiten op ‘New Age-terrein’, met elkaar verbonden zijn.”<br />

Volgens de auteurs bevat de New Age beweging een tweetal algemene kernopvattingen, te<br />

weten holisme (eenheid tussen lichaam en geest, mens en natuur, mens en God) en zelfspiritualiteit<br />

(contact met het goddelijke Zelf, spirituele evolutie, reïncarnatie en karma). Deze<br />

kernopvattingen komen overeen met die van de Santo Daime. In hoofdstuk 5 wordt in dit<br />

kader geconcludeerd dat er een verband bestaat tussen de New Age beweging en de snelle<br />

groei van de Santo Daime.<br />

Ritueel. Veel onderzoeken naar de Santo Daime of verwante religies, zijn getiteld: “Het<br />

rituele gebruik van ayahuasca”. Het woord ‘ritueel’ refereert hierbij aan de religieuze context<br />

en het sacrale gebruik van de entheogene drank en impliceert handelingen, oftewel actie.<br />

Volgens de antropoloog Thomas Hylland Eriksen (2001 [1995]: 211) zijn rituelen “religion as<br />

practice”. Hij licht dit als volgt toe:<br />

“Most people in the world are faced with various practical problems of an economic and<br />

social character. Some of then can only be resolved with the help of specialists, and in many<br />

societies such specialists are people with a privileged access to higher powers. Other kinds of<br />

problems are existential ones; they may deal with the mystery of birth or the fear of death, or<br />

simply the ultimate meaning of life. Rituals are largely directed towards problems of the latter<br />

kind, dramatizing them and giving them articulation – if not necessarily resolving them.”<br />

Mijns inziens geeft Eriksen’s toelichting een beschrijving weer die, zoals uit dit werk blijkt,<br />

erg dicht ligt bij de functie van de Santo Daime rituelen.


Sjamanisme. De sjamaan is, kort gezegd, een bemiddelaar tussen het sacrale en het profane<br />

en wordt gezien als het oudste beroep ter wereld. In samenlevingen die dicht bij de natuur<br />

staan, is hun rol het reduceren van de angst voor onverklaarbare en onvoorspelbare krachten<br />

(Jakobsen 1999: 1-2).[21] Volgens de antropologe Merete Demant Jakobsen (1999: 2-4)<br />

bestaan er verschillende theorieën over de herkomst van het woord ‘sjamaan’ en vele<br />

definities: “The term shamanism has been broadened to cover almost any attempt to contact<br />

the spirit-world worldwide and at the end of this century is applied to weekend courses for<br />

Westerners in search of new spirituality.” Dit laatste wordt door velen aangeduid als neosjamanisme<br />

(Jakobsen 1999, Francfort e.a. 2001, Wallis 2003). Metzner (2006 [1999]: 2-3)<br />

stelt dat ayahuasca door antropologen wordt erkend als de meest krachtige en meest<br />

wereldwijd verspreide sjamanistische hallucinogeen. Hij definieert sjamanisme als volgt:<br />

“... any practice of healing and divination that involves the purposive induction of an altered<br />

state of consciousness, called the “shamanic journey”, in which the shaman enters into<br />

“nonordinary reality” and seeks knowledge and healing power from spirit beings in thooe<br />

worlds.”<br />

Groisman (1999: 23) geeft in zijn onderzoek argumenten voor de stelling dat de Santo Daime<br />

geen sjamanistisch kennissysteem is, maar een sjamanistische praktijk tussen de adepten<br />

onderling, binnen een christelijke culturele context. Als sjamanistische kenmerken herkent hij<br />

onder andere: het gebruik van psychoactieve planten, rituele genezing, de ‘zichtbare’ en<br />

‘onzichtbare’ werelden, contact met geesten. Ik ben het met Groisman eens: De Santo Daime<br />

oefent sjamanistische praktijken uit in een nieuwe (collectieve) rituele context.<br />

God. Het is niet alleen zo goed als onmogelijk, maar ook onrealistisch om een woordelijke<br />

definitie te willen geven van dit begrip. Welke God is de ware? Welke definitie is de juiste? Is<br />

er wel een God? Stel de vraag: “Wie of wat is God?” en elk mens zal een ander antwoord<br />

geven. Dit is ook gebleken na analysering van de interviews die voor dit onderzoek zijn<br />

afgenomen. Het godsbegrip is alleen te bevatten binnen een persoonlijk kader, het eigen kader<br />

van waarden en normen. De filosoof Derix (2004: 9) zet bij aanvang van zijn boek<br />

“Ayahuasca; Een kritiek van de psychedelische rede” de volgende zin: “Overal waar ‘God’<br />

staat, mag de lezer een alomvattend zijn of zijnde naar eigen keuze invullen.” Het is op deze<br />

wijze dat binnen de Santo Daime wordt omgegaan met dit begrip. Het is ook de manier<br />

waarop ik met dit begrip omga. God is dat wat eenieder eronder verstaat. In plaats van God<br />

kan ook een ander woord gebruikt worden.<br />

Susan Harding (2000) deed onderzoek naar het taalgebruik van Born-Again Christianity in de<br />

Verenigde Staten, met als doel te overtuigingskracht te tonen van op Bijbel gebaseerde taal. In<br />

het hoofdstuk “Speaking is believing” beschrijft zij de invloed die de woorden van de prediker<br />

hebben op de kerkgangers. Zij concludeert vervolgens dat de taal zelf in feite de religie vormt,<br />

dat het de gebruikte taal is die de volgelingen doet geloven. Hoewel de Santo Daime geen<br />

prediker kent en – zoals verderop blijkt – ik van mening ben dat de kracht van de Santo<br />

Daime elders ligt, kan wel degelijk gesteld worden dat er een soort ‘Daime-taal’ bestaat. Het<br />

betreft zowel nieuwe woorden als bekende woorden die binnen een nieuwe context gebruikt<br />

worden. Dit woordgebruik is met name afkomstig uit O Cruzeiro, de bundel hymnes van de<br />

grondlegger Mestre Irineu, dat de basis vormt van de Santo Daime. Om een indruk te krijgen


van deze liederen is op verschillende plaatsen in dit werk een aantal teksten uitgeschreven en<br />

vertaald.[22] Een groot gedeelte van dit werk is gebaseerd op interviews die in de context van<br />

deze ‘Santo Daime-taal’ zijn afgenomen. Om zo goed mogelijk uitdrukking te geven aan de<br />

wijze waarop de respondenten zich uitten, heb ik ervoor om die te handhaven en te illustreren<br />

aan de hand van een grote hoeveelheid citaten. Daar waar woorden uit deze taal gebruikt<br />

worden, worden zij tussen enkele aanhalingstekens (‘ en ’) gezet. Gaandeweg zullen deze<br />

begrippen nader toegelicht worden.<br />

1.7 Inhoud van de hoofdstukken<br />

In deze inleiding zijn de achtergronden, methoden, doelstellingen en uitgangspunten van het<br />

onderzoek uiteengezet. Ook is de positionering van studieobject en onderzoeker expliciet<br />

gemaakt, net als de theoretische verankering en het woord- en taalgebruik. Vanaf het<br />

volgende hoofdstuk worden de onderzoeksdata gepresenteerd en geanalyseerd. Hoofdstukken<br />

2 en 3 zijn met name beschrijvend van aard en zijn erop gericht de belangrijkste begrippen uit<br />

de hoofdvraag uiteen te zetten. De overige hoofdstukken zijn overwegend analyserend en<br />

interpreterend van aard.<br />

Hoofdstuk 2 omschrijft aan de hand van de geschiedenis van de Santo Daime wat het traject is<br />

geweest vanaf het Amazonewoud, via Braziliaanse steden, naar andere delen van de wereld.<br />

Daarin wordt meegenomen hoe het zich door de decennia heen heeft ontwikkeld tot de<br />

huidige vorm. Hierbij is eerder getracht een breed overzicht te geven, dan een gedetailleerde<br />

opsomming van feiten. Dit overzicht is met name gebaseerd op primaire en secundaire<br />

literatuur en interviews met de genoemde sleutelinformanten. Vervolgens worden de twee<br />

onderzochte Santo Daime centra (op Florianopolis en in Den Haag) geïntroduceerd.<br />

In hoofdstuk 3 wordt op basis van observaties, interviews en literatuuronderzoek de<br />

belangrijkste fundamenten van de Santo Daime neergezet, zoals de doctrine, de drank en de<br />

rituelen. Het dient ter introductie van het thema en ter nadere uitleg van de verschillende<br />

begrippen uit de hoofdvraag in hun context. Gezien de veelomvattendheid van deze religie en<br />

mijn lekenstand op dit gebied, ontbreekt er ongetwijfeld informatie. Ook hier is mijn<br />

bedoeling echter niet om in details te treden. Geïnteresseerden verwijs ik graag naar de<br />

geraadpleegde literatuur waaruit blijkt dat vele onderzoekers zich reeds hiermee hebben<br />

beziggehouden.<br />

De informatie uit hoofdstuk 4 vormt het belangrijkste onderdeel van dit verslag, namelijk de<br />

data-analyse. Er wordt ingegaan op onderwerpen als: sociaal-economische achtergrond,<br />

participatie, naleving, beleving van een spiritueel werk, godsbeeld, sociale contacten en de<br />

persoonlijke betekenis van de Santo Daime. Ook wordt ingegaan op de opvattingen over<br />

concepten als geboorte, dood, ziekte en gezondheid. Door middel van een analyse van de<br />

afgenomen interviews en aansluitende informatie uit de literatuur wordt een beeld geschetst<br />

vanuit de visie van de respondenten. Deze visie is zoveel mogelijk in zijn waarde gelaten en<br />

uitvoerig in de analyse geïllustreerd in de vorm van letterlijke citaten.<br />

In het vijfde hoofdstuk wordt een antwoord geformuleerd op de gestelde hoofdvraag en zijn<br />

ook verdere concluderende opmerkingen neergezet. Deze bevindingen hebben tijdens het<br />

onderzoek nieuwe vragen doen rijzen. Om deze reden is hoofdstuk 6 gegenereerd, waarin<br />

wordt ingegaan op twee vraagstukken voor toekomstig onderzoek, namelijk: 1) Het probleem


van classificatie van de Santo Daime en het belang hiervan voor zowel de legalisatiekwestie<br />

als voor de wetenschappelijke ontwikkeling. 2) Nadere exploratie van het mogelijke bestaan<br />

van plantenintelligentie en ter acceptatie en implementatie van andere kennissystemen binnen<br />

academische studies.<br />

2. OP REIS<br />

Wat is de Santo Daime? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Zou ik een<br />

samenvatting moeten geven, dan zou deze luiden: De Santo Daime is een entheogene,<br />

syncretistische religie, ontstaan rond 1930 in Rio Branco, Brazilië. De kerken organiseren<br />

ongeveer 4 tot 7 keer per maand een ritueel, de deelnemers kiezen zelf wanneer en hoe vaak<br />

ze willen meedoen. De spirituele werken bestaan uit het drinken van de ayahuasca-thee<br />

Daime, het zingen van hymnes, het bewerkstelligen van diepe concentratie met eventueel<br />

eenvoudige, collectief gecoördineerde dansbewegingen. Dit alles geschiedt in groepsverband<br />

en volgens de richtlijnen zoals ze door Raimundo Irineu Serra (‘Mestre Irineu’), de<br />

grondlegger van de Santo Daime, zouden zijn ‘ontvangen’ of doorgekregen uit de spirituele<br />

wereld.[23]<br />

Voor een volledige beschrijving, zou voor iedere zin uit deze samenvatting al een heel boek<br />

geschreven kunnen worden. Ik kies ervoor slechts twee hoofdstukken hieraan te wijden. Dit<br />

hoofdstuk beschrijft kort de reis van de Santo Daime religie in tijd en ruimte. Ook geef ik een<br />

indruk van de plaatsen waar veldwerk is gedaan: Céu do Patriarca São José op Florianopolis<br />

en Céu dos Ventos in Den Haag. Hoofdstuk 3 zet vervolgens inhoudelijke aspecten van deze<br />

spirituele leer uiteen.<br />

2.1 Van Amazonewoud...<br />

De exacte ontstaansgeschiedenis van de Santo Daime is moeilijk aan te geven, daar<br />

verschillende orale en geschreven versies bestaan (o.a. Groisman 2000: 73-4, Labate 2000:<br />

31-1, MacRae 1994 [1992]: 35-9). Laat ik daarom de grote lijnen aangeven, waarover de<br />

meesten het eens zijn.<br />

Raimundo Irineu Serra (1892-1971) werd geboren in de Braziliaanse staat Maranhão. Zijn<br />

ouders waren arm en volgens sommigen waren zij slaven tot aan de afschaffing van de<br />

slavernij in 1888. Rond de eeuwwisseling werd in de streek een groot aantal arbeiders<br />

gerekruteerd om te werken in de rubbertapperij. Zo werd ook Raimundo Irineu Serra rond 20jarige<br />

leeftijd rubbertapper in de staat Acre, gelegen in het Amazonewoud. Zoals vele anderen<br />

kwam hij daar in aanraking met de Indiaanse bevolking uit de aangrenzende landen Peru en<br />

Bolivia, die hem inwijdden tot de drank ayahuasca. Zoals wordt verteld, kreeg Serra, in een<br />

periode waarin hij met regelmaat ayahuasca gebruikte, op een dag een visioen van een mooie<br />

vrouw in de maan. Het was de ‘Koningin van het Woud’ (Rainha da Floresta), de ‘Universele


Godin’ (Deusa Universal), de ‘Maagd der Conceptie’ (Virgem da Conceição) die hem<br />

vertelde dat ze hem de instructies kwam brengen voor het vervullen van zijn missie (entregar<br />

seus ensinos). Zij sprak tot hem: “Hetgeen jij nu ziet heeft nog niemand gezien, alleen jij”<br />

(“O que você está vendo ninguém jamais viu, só tu”). Ook zou hij op dat moment de<br />

allereerste Santo Daime hymne hebben ‘ontvangen’, getiteld Lua Branca, Witte Maan.<br />

Deze hymne luidt als volgt[24] [25]:<br />

WITTE MAAN<br />

God redde jou oh! Witte maan<br />

Van het o zo zilveren licht<br />

Jij bent mijn beschermster<br />

Door God wordt jij hooggeacht<br />

**Oh! Goddelijke Moeder van het hart<br />

Daar in de hoogten waar jij bent<br />

Mijn Moeder, daar in de hemel<br />

Geef me de vergiffenis<br />

Van de bloemen uit mijn land<br />

Ben jij de meest tere<br />

Van heel mijn hart<br />

Ben jij door God hooggeacht<br />

**Oh! Goddelijke Moeder van het hart...<br />

Jij bent de mooiste bloem<br />

Waar God de hand op legde


Jij bent mijn Advocate<br />

Oh! Maagd der Conceptie<br />

**Oh! Goddelijke Moeder van het hart...<br />

Ster van het Universum<br />

Dat voor mij op een tuin lijkt<br />

Zoals jij schitterend bent<br />

Wil ik dat je naar me schittert<br />

**Oh! Goddelijke Moeder van het hart...<br />

LUA BRANCA<br />

Deus te Salve oh! Lua Branca<br />

Da luz tão prateada<br />

Tu sois minha protetora<br />

De Deus tu sois estimada<br />

**Oh! Mãe Divina do coração…<br />

Lá nas alturas onde estás<br />

Minha Mãe, lá no céu<br />

Dai-me o perdão<br />

Das flores do meu pais


Tu sois a mais delicada<br />

De todo meu coração<br />

Tu sois de Deus estimada<br />

**Oh! Mãe Divina do coração…<br />

Tu sois a flor mais bela<br />

Aonde Deus pôs a mão<br />

Tu sois minha Advogada<br />

Oh! Virgem da Conceição<br />

**Oh! Mãe Divina do coração…<br />

Estrela do Universo<br />

Que me parece um jardim<br />

Assim como sois brilhante<br />

Quero que brilhes á mim<br />

**Oh! Mãe Divina do coração…


In een tweede visioen zou Mestre Irineu de opdracht hebben gekregen zich terug te trekken in<br />

het oerwoud, waarin hij gedurende 8 dagen ayahuasca moest drinken, zich moest onthouden<br />

van seksuele relaties en niets anders dan gekookte cassave mocht eten. Hij nam deze<br />

visioenen serieus en besloot deze missie op zich te nemen. Deze periode hierna wordt gezien<br />

als de meest belangrijke in de constitutie van de Santo Daime. Hij zou er contact hebben<br />

gehad met de zielen van het woud en ook telepathische ervaringen hebben gehad. Ook zou hij<br />

verdere instructies hebben gekregen voor de uitvoering van spirituele werken en ontving de<br />

titel van ‘Leider van het Imperium Juramidam’.[26]<br />

Er is een versie waarin wordt verteld dat niet alleen Raimundo Irineu Serra deze visioenen<br />

heeft gezien, maar ook een andere man. Deze laatste zou er echter voor gekozen hebben om<br />

niet op de opdracht in te gaan[27]. Daarnaast zijn er indicaties dat Irineu Serra in eerste<br />

instantie niet werd geïnitieerd door de lokale Indiaanse bevolking, maar door Antonio Costa,<br />

die op zijn beurt door een Peruaan tot de drank was geïntroduceerd. Costa zou in de jaren<br />

1920 samen met zijn broer André het religieuze centrum C.R.F. (Centro de Regeneração e Fé<br />

of Centro da Rainha da Floresta) opgericht hebben, waar Serra ook lid van werd en dat<br />

gezien kan worden als de voorganger van de Santo Daime (MacRae 1994 [1992]: 36). In een<br />

andere versie ontstond C.R.F. in de jaren 1930 en was Serra medeoprichter hiervan (Labate<br />

2000: 31, Peláez 1994: 23). Volgens MacRae (1994 [1992]: 36) en Groisman (2000: 76-7)<br />

zou er vervolgens een discussie zijn ontstaan over de leiderschap van dit centrum, waarop<br />

Serra zou hebben besloten zijn eigen rituelen te organiseren volgens de richtlijnen die hij in<br />

zijn visioenen had ontvangen. Hij verzamelde een kleine groep mensen en in 1945 zou hij van<br />

een lokale politicus een stuk grond in Rio Branco, de hoofdstad van de staat Acre, hebben<br />

ontvangen. Daar stichtte hij CICLU (Centro de Iluminação Cristã Universal) op, beter<br />

bekend als Alto Santo, dat later uitgroeide tot een omvang van 40 families.[28]<br />

Na het overlijden van Mestre Irineu in 1971 ontstond er onenigheid over zijn opvolging. Alto<br />

Santo werd uiteindelijk opgevolgd door Leôncio Gomes da Silva. In 1974 ‘ontving’ Sebastião<br />

Mota de Melo de hymne “Sou eu” (ik ben het), die als volgt begint: “Sou eu, sou eu, sou eu.<br />

Eu posso afirmar. O Mestre me chamou para eu me declarar.” (“Ik ben het, ik ben het, ik ben<br />

het. Ik kan dit bevestigen. De Meester heeft me geroepen om mezelf te verklaren.”). Mota de<br />

Melo interpreteerde deze hymne als de roeping om de lijn van Mestre Irineu, de Santo Daime,<br />

voort te zetten. Vanaf dat moment was hij Padrinho Sebastião.[29] Hij scheidde zich af van<br />

de Alto Santo en stichtte in 1974 met ruim 100 volgelingen een nieuw centrum op:<br />

CEFLURIS (Centro Eclético da Fluente Luz Universal Raimundo Irineu Serra), oftewel<br />

Eclectisch Centrum van het Vloeiende Universele Licht Raimundo Irineu Serra. Dit centrum<br />

vormt tot aan vandaag het koepelorgaan van de Santo Daime kerken wereldwijd: “Zij zorgt<br />

voor onze sjamanistische, esoterische en christelijke religie, het produceren van ons sacrament


[de Daime], het beheren van onze tuinen om de heilige planten te kweken en het realiseren<br />

van de spirituele werken” (IDA/CEFLURIS 2008). De richtlijnen van Mestre Irineu en<br />

Padrinho Sebastião zijn door CEFLURIS op schrift gesteld in de Norms of Ritual<br />

(CEFLURIS 2008), opdat alle Santo Daime kerken deze kunnen opvolgen. Het document<br />

bestaat uit niet meer dan 20 pagina’s. Idealiter krijgen alle adepten dit document na initiatie<br />

(fardamento), maar het is geen regel dat men zich erin verdiept. Zoals ook uit de data-analyse<br />

van hoofdstuk 4 blijkt, wordt mede hierom de Santo Daime als een weinig dogmatische<br />

religie beschouwd. Leringen worden louter door middel van de rituele ervaring opgenomen en<br />

met behulp van de hymneteksten.<br />

Onder leiding van Sebastião Mota De Melo, werd Colônia Cinco Mil (Kolonie Vijf Duizend)<br />

de vestigingsplaats van CEFLURIS. Dit gebied lag in de omgeving van Rio Branco en<br />

groeide in 1976 uit tot een gemeenschap van 300 personen, bestaande uit voornamelijk<br />

landbouwers en rubbertappers. Vanwege een gebrek aan materiële middelen, verhuisde in<br />

1980 een gedeelte dieper het oerwoud in, naar Rio do Ouro. Echter, het stuk grond bleek reeds<br />

tot een andere eigenaar te behoren en de gemeenschap moest opnieuw verhuizen.[30] In 1982<br />

vindt CEFLURIS aan de Igarapé Mapiá, een zijrivier van de Purús, een definitieve<br />

verblijfplaats. Vandaag bestaat de leefgemeenschap Céu do Mapiá uit zo’n 500 bewoners uit<br />

alle windstreken en wordt beschouwd als het spirituele en religieuze centrum van de Santo<br />

Daime.[31] Padrinho Sebastião stierf in 1990 en werd opgevolgd door zijn zoon, Padrinho<br />

Alfredo, huidig president van CEFLURIS (Groisman 1999: 13-28, Groisman 2000: 83-5,<br />

Labate 2000: 31-5, Peláez 1994: 24-6, MacRae 1994 [1992]: 39-43).[32]<br />

Parallel aan het ontstaan van de Alto Santo en de Santo Daime, ontwikkelden zich op andere<br />

plaatsen in Brazilië nog twee andere ayahuasca religies, namelijk de Barquinha en de União<br />

do Vegetal (UDV). Voor een beschrijving van hun wordingsgeschiedenis en leerstellingen<br />

verwijs ik naar de werken van Goulart (1996: 5-14) en Labate (2000: 29-48).[33]<br />

2.2 Naar stedelijke setting en verder...<br />

Eind 1970 begon de Santo Daime gemeenschap Colônia Cinco Mil mensen aan te trekken uit<br />

urbane gebieden en uit het buitenland. Hierop werd in 1982 door de psycholoog Paulo<br />

Roberto da Souza de eerste Santo Daime kerk buiten het Amazone gebied gesticht, de Céu do<br />

Mar te Rio de Janeiro. De tweede kerk, Céu da Montanha, werd door Alex Polari de Alverga<br />

gesticht bij de stad Mauá.[34] Onder de leiding van Padrinho Alfredo werden er vervolgens<br />

kerken geopend in andere Braziliaanse steden en ook buiten de landsgrenzen: Eerst Zuid-<br />

Amerika (zoals Argentinië, Uruguay en Chili), toen Centraal-Amerika (Mexico) en later<br />

wereldwijd (Europa, de Verenigde Staten, Canada, Japan).[35] In Europa verliep de<br />

verspreiding via Spanje, België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië. Tegenwoordig zijn<br />

er ook centra te vinden in Portugal, Engeland, Ierland, Zwitserland en Oostenrijk. Tijdens<br />

mijn veldonderzoek is mij verteld dat er bovendien nieuwe kerken zijn geopend in Zuid-<br />

Afrika, Israël, Kenia en India.<br />

Tegelijkertijd werd de verbinding van de Santo Daime met de natuur niet vergeten. Hiervoor<br />

is het instituut IDA/CEFLURIS (Instituto de Desenvolvimento Ambiental) opgericht, die zich<br />

niet met religieuze zaken bezighoudt, maar met het ontwikkelen van duurzame projecten ter<br />

behoud van het Amazonegebied tussen de rivieren de Purús, de Juruá, de Igarapé Mapiá en de<br />

Pauiní. Alle Santo Daime gemeenschappen trachten een gebalanceerde leefomgeving te


creëren voor mens en natuur. Zo houdt die op Florianopolis zich bezig met het ontwikkelen<br />

van permacultuur projecten. [36]<br />

Volgens Groisman (2000: 93) en Bogers (1998) bestaat er een merkwaardig verband tussen de<br />

reis van de Santo Daime naar Europa en de reis van het christendom naar Zuid-Amerika, zo’n<br />

500 jaar geleden. Bogers (1999: 56) spreekt in dit verband van “twee ontdekkingsreizen” en<br />

“Columbus krijgt tegenbezoek”. Volgens hem is het geen toeval dat de Santo Daime in Spanje<br />

voet in Europa heeft gezet, precies waar Columbus vandaan kwam. Een respondent uit<br />

Groisman’s onderzoek benadrukte de overeenkomst dat dit eerste Europese centrum werd<br />

gevestigd in het plaatsje Caravaca, de naam dat al eerder werd gegeven aan het Santo Daime<br />

kruis.[37]<br />

Enio Staub, de leider van de gemeenschap op Florianopolis, was degene die de Santo Daime<br />

naar Zuid-Afrika heeft gebracht. In een interview vroeg ik hem hoe het oprichten van een<br />

nieuw centrum in zijn werking gaat. Samengevat in mijn woorden, vertelde hij mij het<br />

volgende:<br />

“Eerst is er iemand op een persoonlijke zoektocht die ‘toevallig’ leest of hoort van Santo<br />

Daime en geïnteresseerd raakt. Hij reist op eigen initiatief af naar Brazilië om Daime te<br />

drinken. Terug in eigen land vertelt hij zijn ervaringen aan vrienden en familie. Anderen<br />

raken hierdoor geïnteresseerd en willen ook Daime drinken. Als zich dan een groep van<br />

ongeveer 20 personen heeft gevormd, kan er een kerk opgericht worden. Dan reist iemand van<br />

CEFLURIS af naar het desbetreffende land en neemt Daime mee. In 2006 ben ik met die<br />

opdracht naar Zuid-Afrika geweest.”<br />

Vanwege de snelle wereldwijde expansie beschouwen sommigen de Santo Daime als<br />

missionair. Een van de regels van de Santo Daime is echter dat je anderen niet mag uitnodigen<br />

om te drinken, laat staan dat men een ander probeert te bekeren. Zoals in het volgende<br />

hoofdstuk wordt uitgelegd, is de Santo Daime een vrij centrum: Ieder mens bewandelt een<br />

eigen weg en het wordt hooggeacht om andermans keuzes te respecteren. Bovendien, zo stelt<br />

men, zorgt de Daime er zelf voor dat het op het pad komt van degenen die ernaar zoeken.<br />

“Verspreiding of expansie (expansão) is geen goed woord”, zegt Enio dan ook, want:<br />

“Het suggereert een wens om uit te breiden en een drang naar occupatie van ruimte. Beter is<br />

het om te spreken van natuurlijke groei of ontwikkeling (crescimento natural,<br />

desenvolvimento). De snelheid waarmee dat gaat is een natuurlijk proces. Net als de groei van<br />

planten is er een groei van de mens en de mensheid. De capaciteit van de mensheid groeit.”<br />

Zoals reeds vermeld, heeft de wereldwijde groei van de Santo Daime leer vele<br />

legalisatieproblemen met zich meegenomen. De opvattingen van adepten over de wereldwijde<br />

groei van de Santo Daime en de achtergronden van deze sterke beweging en van de<br />

bijbehorende legalisatieproblematiek komen in de volgende hoofdstukken aan bod.


Figuur 1<br />

Ligging van Florianopolis ten opzichte van Zuid-Amerika en de Braziliaanse staat Santa<br />

Catarina.<br />

Bron: DOP.<br />

2.3 Florianopolis: Sociografie en ligging<br />

Eén van de vele Braziliaanse urbane gebieden waar de Santo Daime vanuit het Amazonewoud<br />

naartoe trok, is Florianopolis. De gemeenschap die hier in 1987 werd geopend is waar het<br />

leeuwendeel van mijn veldwerk heeft plaatsgevonden. Florianopolis is de hoofdstad van de<br />

staat Santa Catarina, Zuid-Brazilië, die qua ligging is opgesplitst in twee delen: het centrum<br />

van de stad bevindt zich op het eiland, de andere helft bevindt zich op het continent (zie<br />

figuur 1 en 2). Het eiland draagt officieel de naam Ilha de Santa Catarina, maar is in de<br />

volksmond omgedoopt tot Florianopolis of het koosnaampje ‘Floripa’. De gebieden zijn met<br />

elkaar verbonden door een hangbrug die op alle ansichtkaarten pronkt, maar die al jaren onder<br />

constructie is. Feitelijk verplaatst zich men over de minder mooie, maar brede viaduct ernaast.<br />

Volgens een schatting van de IBGE (2007) heeft het eiland zo’n 400.000 inwoners,<br />

geconcentreerd in het centrum en het noorden. Het zuidelijke gedeelte van het eiland is<br />

minder bereikbaar en minder ontwikkeld. Het gehele eiland kent veel natuurschoon: het heeft<br />

42 stranden (van klein en pittoresk tot grote surfstranden), 3 grote meren en is bezaaid met<br />

rijk beboste heuvels (zie figuur 2). In de zomer kan de populatie verdriedubbelen vanwege de<br />

grote toestroom van toeristen uit binnen- en buitenland. De smalle tweebaanswegen die de<br />

verschillende woongebieden met elkaar verbinden raken dan dichtgeslibd. De stad<br />

Florianopolis is gesticht door de Portugezen (de Azoren), maar kreeg begin de 20 e eeuw, net<br />

als de rest van Zuid-Brazilië, een golf van Duitse en Italiaanse immigranten. Wellicht kent het<br />

eiland daarom in verhouding tot de rest van Brazilië een relatief hoge levensstandaard met<br />

bijna Europese prijzen. Dit maakt verblijf in Florianopolis duur. Tegelijkertijd heeft dit ervoor<br />

gezorgd dat de favelas (krottenwijken) op het continent bleven, waardoor armoede en<br />

criminaliteit op het eiland laag zijn. Er is bovendien een grote mate van sociale controle. Het<br />

eiland kent van oorsprong een eeuwenlange traditie van visserij. Tegenwoordig zijn de<br />

grootste bronnen van inkomsten te vinden in de dienstensector, de overheidssector, bouw,<br />

industrie en uiteraard toerisme.[38]<br />

Figuur 2<br />

Het eiland van Santa Catarina (Florianopolis) en de ligging van de Santo Daime gemeenschap


Céu do Patriarca São José.<br />

Bron: Grieneisen (2008).<br />

2.4 Céu do Patriarca São José<br />

De Santo Daime leefgemeenschap bevindt zich in het noorden van het eiland (zie figuur 2).<br />

De volledige naam is Associação Ambientalista Comunitária e Espiritualista Patriarca São<br />

José (ACEPSJ), oftewel: Ecologische, Communitaire en Spirituele Associatie Patriarca São<br />

José. In deze gemeenschap staat de kerk Céu do Patriarca São José.[39] De meeste Santo<br />

Daime centra binnen of buiten Brazilië zijn niet meer dan een kerkgebouw. In het geval van<br />

Florianopolis gaat het daadwerkelijk om een leefgemeenschap: een stuk grond met daarop<br />

verschillende huizen, een schooltje, een ‘geneeshuis’ (casa de cura), een communitaire tuin,<br />

een gemeenschappelijke keuken, een winkeltje, een gastverblijfplaats, het secretariaat, de<br />

bereidingsplaats van Daime (casa do feitio) en natuurlijk de kerk. De ingang ligt aan het einde<br />

van het dorp Vargem Grande, aan de alternatieve weg naar Rio Vermelho. In een klim van<br />

ongeveer 10 minuten heuvelopwaarts, transformeert het wegdek zich van steen naar zand en<br />

komt de plantenlucht van het beboste gebied je tegemoet. De klim eindigt in het hart van de<br />

Santo Daime gemeenschap en wie zich omdraait kan een kilometerlang uitzicht bewonderen<br />

dat reikt tot aan het continent. Typisch voor het eiland Florianopolis zijn dit soort geïsoleerde<br />

plaatsen, die hemelsbreed helemaal niet zo ver weg liggen van de urbane drukte. De<br />

gemeenschap is hierdoor relatief goed bereikbaar, maar is toch midden in de natuur. Dit<br />

creëert een heel bijzondere combinatie van ruraal en urbaan.[40]<br />

De ACEPSJ is gemaakt naar het model van Céu do Mapiá, het religieuze centrum van de<br />

Santo Daime in het Amazonewoud, en staat onder het eerder genoemde koepelorgaan<br />

CEFLURIS. Cristian Curti, vice-president van de ACEPSJ, vertelde mij dat dit model<br />

geïnspireerd is op het economiesysteem in Engeland uit de revolutionaire 19 e eeuw, dat<br />

uitging van een niet-kapitalistische, egalitaire, democratische en participatieve structuur. Het<br />

is een associação cooperativa, oftewel een coöperatieve vereniging waarin iedere vorm van<br />

winstgenererende onderneming in samenwerkingsverband staat met de gemeenschap. Het<br />

land is eigendom van alle bewoners en de algemene kosten van de gemeenschap worden over<br />

de bewoners verdeeld. Iedere maand betaalt men een bijdrage dat onder andere afhankelijk is<br />

van de bewonersstatus en eventuele bijdragen in natura, meestal in de vorm van arbeid.<br />

Daarnaast wordt betaald voor deelname aan de rituelen, waarbij men kan kiezen voor een<br />

maandelijks bedrag of betaling per deelgenomen ceremonie. De gemeenschap telt 17 huizen<br />

met een totaal van ongeveer 60 inwoners. De eenvoudige houten huizen zijn eigenhandig<br />

gebouwd, grotendeels door een oudere bewoner van de gemeenschap die timmerman is.<br />

Het bestuur van de gemeenschap zit als volgt in elkaar. Aan het hoofd van de gemeenschap<br />

staat de religieuze leider (Enio) en daaronder twee personen met invalfunctie, een soort vicepresidenten<br />

(waaronder Cristian). Deze personen hebben de hoogste verantwoording op de<br />

besluitvorming en uitvoering. Alles wordt bepaald aan de hand van een adviesorgaan<br />

bestaande uit commissies die zich richten op specifieke onderdelen, te weten Onderwijs,<br />

Menselijke relaties, Gezondheid, Organisatie en ontwikkeling, Jongeren en Spiritualiteit. Elke<br />

commissie bestaat uit een groep vrijwilligers die zich actief bezighouden met het<br />

desbetreffende thema door te allen tijde alert te zijn op wat er in de gemeenschap speelt,<br />

problemen op te lossen en indien nodig anderen te wijzen op hun gedrag. Aan het hoofd van<br />

elke commissie staat een raadslid die om de 3 jaar wordt gekozen via directe stem. Elke


ewoner kiest 7 personen uit, zonder rangorde. Alle inwoners zijn hiervoor verkiesbaar. Met<br />

het oog op de associação cooperativa is het zelfs de bedoeling dat iedereen uiteindelijk in een<br />

commissie zit, als een soort communitaire plicht. [41]<br />

De oprichting van ACEPSJ is een initiatief geweest van de spirituele leider Enio Staub en zijn<br />

toenmalige vrouw. Als kind groeide Enio op in een communitair huis met zijn peettantes<br />

(madrinhas). Hij genoot een socialistische vorming en ging zich als student bezighouden met<br />

mensenrechten, amnestie, politiek en journalisme. In zijn twintiger en dertiger jaren had hij<br />

verschillende ervaringen met ayahuasca. In 1983 woonde Enio op Florianopolis in een<br />

commune van 2 of 3 families. Op dat moment had hij al het idee om een gemeenschap op te<br />

richten met ayahuasca als medicijn. In 1986 leerde Enio de Santo Daime kennen en Padrinho<br />

Sebastião. Een jaar later onderging hij zijn fardamento in Céu do Mapiá en bij terugkomst op<br />

Florianopolis richtte hij Céu do Patriarca São José op in zijn eigen woonkamer. Het begon<br />

met een groepje van 20 personen, maar er kwamen steeds meer mensen bij. Op een gegeven<br />

moment werd het huis te vol en besloten alle bewoners en nog andere participanten<br />

gezamenlijk de lap grond te kopen waar de gemeenschap nu op staat. Stuk voor stuk<br />

verhuisde men naar het gebied en de gemeenschap werd langzaam opgebouwd. De ACEPSJ<br />

van vandaag is het resultaat van 20 jaar investeringen en arbeid van alle deelnemers en is nog<br />

steeds in volle ontwikkeling. Enio zit tegenwoordig in het nationale secretariaat van<br />

CEFLURIS en reist regelmatig af naar bestemmingen binnen en buiten Brazilië, ofwel om<br />

bestaande Santo Daime centra te bezoeken, ofwel om te helpen met de oprichting van nieuwe<br />

centra.<br />

2.5 Céu dos Ventos<br />

In 1993 werd in Nederland het eerste Santo Daime ritueel georganiseerd. In 1995 werden<br />

onder leiding van Hans Bogers en Geraldine Fijneman twee kerken opgericht: één in Den<br />

Haag en één in Amsterdam. [42] De kerken maken sindsdien een stabiele groei door. Elk jaar<br />

zijn er weer nieuwe belangstellenden (Santo Daime Nederland 2008). Volgens Groisman<br />

(2000: appendix 1) telde Nederland in 1996 een groep van 69 fardados, waaronder 45<br />

vrouwen en 24 mannen. Vandaag wordt het aantal geschat op enkele honderden (Elings 2007:<br />

36).<br />

De Haagse kerkgenootschap Céu dos Ventos heeft geen eigen kerkgebouw, maar organiseert<br />

haar ceremonies meestal in de Barth kapel aan de Brouwersgracht in Den Haag, die vroeger<br />

deel uitmaakte van het voormalige klooster van de zusters van Onder de Bogen van<br />

Maastricht. De kapel wordt nu door cultureel centrum Onder de Bogen beschikbaar gesteld<br />

voor culturele, spirituele, kunstzinnige of politieke activiteiten. Soms wijkt men uit naar<br />

Paramedisch Centrum La Mano in Den Haag of organiseert men werken in een andere stad.<br />

Bij grotere werken spreekt men in Amsterdam af, waar leden van beide kerken bij elkaar<br />

komen. Aangezien mijn onderzoek zich met name concentreerde op Florianopolis, heb ik in<br />

verhouding weinig informatie over de geschiedenis en de organisatie van Céu dos Ventos.<br />

Wel kan ik het volgende citaat aanhalen uit Groisman’s onderzoek in 2000 naar Santo Daime<br />

in Nederland:


“De groep uit Den Haag heeft zich officieel als Santo Daime kerk gevestigd in 1995, maar de<br />

leden waren al lange tijd samen als spirituele commune. (...) Eén van mijn doelen bij de<br />

beschrijving van de kerk in Den Haag is te laten zien dat de Santo Daime voor hen, voor alles,<br />

een stap was in een reeds langdurende spirituele zoektocht, dat uiteindelijk een keerpunt werd.<br />

(...) [Hoewel] specifieke spirituele levensstijl [van de groep] sterk werd getransformeerd door<br />

de Santo Daime, het behield de sociale karakteristieken uit het verleden. De Haagse kerk<br />

wordt ook, als CEFLURIS lid, CEFLUOSHO (Centro Eclético de Fluente Luz Universal<br />

Osho) genoemd. De kerk wordt gesteund door: maandelijkse betalingen van hun leden, rituele<br />

bijdragen van niet-leden en donaties. Het budget wordt besteedt aan kosten van de rituelen,<br />

een deel van financieel onderhoud van de leider en reiskosten, meestal voor de reizen van<br />

Braziliaanse vertegenwoordigers van de Santo Daime naar Nederland voor bezoek, optreden,<br />

om te trainen en om toezicht te houden op de rituele vaardigheden van de lokale groepen.<br />

Leden en andere deelnemers van de rituelen voeren de meeste kerkelijke activiteiten uit als<br />

vrijwilligerswerk” (Groisman 2000: 125).<br />

Hoewel er verschillen bestaan in organisatie en uitvoering tussen de Céu dos Ventos en Céu<br />

do Patriarca São José, valt het op dat beide centra zijn voortgekomen uit een reeds bestaande<br />

commune. De leden van de Osho commune waaruit destijds de Haagse kerk is ontstaan woont<br />

nu niet meer samen. Wel liet een ondervraagde mij weten dat er in Den Haag een<br />

gemeenschapsverband bestaat tussen de deelnemers:<br />

“Het raakt heel veel vlakken. Het is niet alleen je kerk, het is ook je kroeg, je bingohall, je<br />

crèche soms. Je hebt heel veel aan elkaar, vooral als je in een gemeenschap woont. Maar dat<br />

hebben wij hier ook wel een beetje in Den Haag, omdat het niet een zodanig grote stad is. (...)<br />

Een stuk of 20 wonen in het centrum en die doen regelmatig een ritueel samen. (...) Dus we<br />

zien elkaar regelmatig of komen elkaar tegen met boodschappen doen. Je kunt heel makkelijk<br />

met elkaar afspreken om elkaar te helpen met verhuizen, iets opknappen, oppassen, lesgeven,<br />

samen werken, dat soort dingen. Dus het is ook je werk.”<br />

Ook mensen buiten die vaste kring doen regelmatig dingen voor elkaar en dat zijn niet alleen<br />

mensen die Daime drinken.<br />

Net als op Florianopolis, is de kerk open voor eenieder die geïnteresseerd is. Zo’n 1 à 2 keer<br />

per maand wordt er een introductieavond georganiseerd. Dit betreft een Santo Daime werk net<br />

als elk ander, maar waarbij ook mensen kunnen komen die voor het eerst de drank willen<br />

uitproberen. Dit wordt doorgaans voorafgegaan met een interview om te kijken “of er geen<br />

belemmeringen zijn om de ayahuasca-thee te drinken. Mogelijke belemmeringen zijn<br />

bijvoorbeeld het gebruik van bepaalde medicijnen en/of psychiatrische aandoeningen,” aldus<br />

de internetpagina van de Nederlandse Santo Daime (Santo Daime Nederland 2008).[43]


3. SANTO DAIME: DRANK EN DOCTRINE<br />

Santo Dai-me betekent letterlijk: Heilige Geef me. De meest gehoorde verklaring voor deze<br />

benaming is dat het een wijze is van aanroepen: “Geef me kracht, geef me licht, geef me<br />

liefde om te kunnen werken” (“Ðai-me força, dai-me luz, dai-me amor para poder<br />

trabalhar”). Met ‘werken’ (trabalhar) wordt spiritueel werken bedoeld. Een Santo Daime<br />

sessie wordt dan ook een werk (trabalho) genoemd.<br />

Zoals reeds in het voorwoord vermeld, refereert de term Santo Daime zowel aan het brouwsel<br />

dat tijdens de werken wordt gedronken, als aan de spiritueel-religieuze doctrine. De drank<br />

vormt namelijk de basis van de doctrine. Laat ik eerst ingaan op enkele beginselen van de<br />

doctrine, vervolgens op de farmacologie, het rituele gebruik van de drank en enkele<br />

voorbeelden van symboliek binnen de Santo Daime. Ik sluit dit hoofdstuk af met een brug<br />

naar de ‘onzichtbare’ realiteit en maak daarmee het pad open voor het volgende hoofdstuk,<br />

waarin we duiken in de individuele beleving waarin dit alles betekenis krijgt.<br />

3.1 De doctrine<br />

Het woord doctrine heeft een negatieve connotatie wanneer het in verband wordt gebracht met<br />

politieke of religieuze indoctrinering. Het doet denken aan dogma’s, manipulatie en<br />

hersenspoeling. De officiële betekenis van doctrine is echter leer of leerstelling. Binnen de<br />

Santo Daime worden de rituelen gezien als een wijze van doctrinering van de ziel. Met de<br />

Daime als ‘meester’ wordt de ziel ‘geleerd’ om het ‘goede’ te volgen en te allen tijde te<br />

handelen volgens de vier centrale begrippen van de Santo Daime: Harmonie, Liefde,<br />

Waarheid en Gerechtigheid (Harmonia, Amor, Verdade e Justiça; Zie afbeelding op kaft).<br />

De Santo Daime is syncretistisch te noemen op verschillende niveaus.[44] Om te beginnen is<br />

het ontstaan door de fusie van verschillende religies, waaronder hoofdzakelijk het<br />

christendom, het kardecisme (espiritismo)[45], Afro-Braziliaanse cults (met name<br />

umbanda[46]) en Indiaanse ayahuasca tradities uit het Amazonewoud. Ten tweede staan de<br />

eerste twee letters van de afkorting CEFLURIS, het koepelorgaan van de Santo Daime, voor<br />

de woorden Centro Eclético, een eclectisch centrum, waarin iedereen welkom is. Ten derde<br />

beschouwt CEFLURIS zelf de Santo Daime als een sjamanistische, esoterische en christelijke<br />

religie. Ten vierde gaat de Santo Daime spirituele allianties aan met andere religieuze<br />

stromingen, waaronder de Caminho Vermelho (het Rode Pad) van de Guarani Indianen, de<br />

Fuego Sagrado (het Heilige Vuur) uit Mexico en binnenkort mogelijk ook met het Tibetaanse<br />

boeddhisme, zo zou de Dalai Lama onlangs hebben laten weten.<br />

Al in de eerste hymnes van Mestre Irineu wordt gesproken van de Santo Daime als een<br />

Centro Livre, een vrij centrum. Cristian Curti, de vice-president van de Santo Daime<br />

gemeenschap op Florianopolis, legde in een interview uit dat er verschillende interpretaties op<br />

dit concept toepasbaar zijn. Het kan gezien worden als vrijheid op het persoonlijk vlak, in de<br />

zin dat je nergens toe verplicht wordt. Uiteraard zijn er gedragsregels in de kerk, zoals je die<br />

hebt in elk openbaar gebouw, maar men is te allen tijde vrij in de beslissing om wel of niet te<br />

participeren. Het is een compromis die je met jezelf sluit. In de hymne “Professor” van<br />

Mestre Irineu wordt gezegd: “Niemand kan [een ander] verplichten” (“Ninguem não pode


obrigar”). Centro Livre kan ook betrekking hebben op het zojuist genoemde niet-sectarische<br />

en eclectische karakter van de Santo Daime. Op een meer esoterische wijze kan gesteld<br />

worden dat de Santo Daime zelf vrij is, het zit nergens aan vast. Het is er en wie wil kan er<br />

iets mee doen. Een diepere interpretatie is de volgende. Het christendom dat in Zuid-Amerika<br />

werd opgelegd, komt via de Santo Daime terug, maar dit keer met inheemse waarden. Het is<br />

een kans om Jezus, die zich op deze wijze presenteert, op een vrije manier aan te nemen,<br />

zonder de verplichting van 500 jaar geleden.[47] Cristian concludeerde: “Het juiste pad is<br />

voor mij die vrijheid. Het was de garantie. Religie is altijd een middel geweest tot dominantie<br />

over andere volkeren, helaas. Santo Daime heeft dat niet, dat gaf me zekerheid.”<br />

3.2 De drank<br />

Figuur 3<br />

Santo Daime: de drank.<br />

Bron: Friends of Santo Daime in Australia (2008).<br />

Santo Daime of Daime (zie figuur 3) is een van de vele mogelijke benamingen van de<br />

psychoactieve drank ayahuasca. Andere namen zijn yagé, caapi, hoasca, natéma, kamarampi,<br />

pildé, mihi en vegetal. Ayahuasca wordt al honderden, misschien duizenden jaren gebruikt in<br />

Peru, Colombia en Ecuador voor genezing en waarzeggerij. Er schijnen in ieder geval 72<br />

culturen in Zuid-Amerika gebruik te maken van deze drank (Groisman 2000: 28, Narby 2006<br />

[1995]: 43). Het woord ‘ayahuasca’ komt van het Quechua[48] en betekent letterlijk<br />

‘(klim)plant van de zielen’ of ‘liaan der doden’. Huasca betekent (klim)plant of liaan. Aya<br />

betekent zielen, geesten of dode mensen (Metzner 2006 [1999]: 1). Volgens Groisman (2000:<br />

28) kan de term refereren naar de spirituele kracht die in de substantie verborgen zit en naar<br />

de bereiding ervan.<br />

Er is een brede variëteit aan manieren waarop ayahuasca wereldwijd wordt bereid en<br />

toegepast. De Daime onderscheidt zich in het specifieke rituele bereidingsproces, de feitio,<br />

welke nauwkeurig de richtlijnen volgt die Mestre Irineu heeft ‘ontvangen’. Volgens deze<br />

richtlijnen dienen de volgende twee verschillende planten gebruikt te worden: de liaan<br />

Banisteriopsis caapi en de bladeren van de struik Psychotria viridis (zie figuur 4). De Daime<br />

dient gebruikt te worden binnen de context van een Santo Daime ritueel (Groisman 1999: 33;<br />

Callaway e.a. 2005: 145, Metzner 2006 [1999]: 1-3). Voor bereiding van ayahuasca buiten de<br />

Santo Daime zijn echter ook verschillende andere plantencombinaties mogelijk en de dosering<br />

kan variëren van een half kopje tot 3 soepkommen. Ook de rituele context waarin het wordt<br />

geconsumeerd kent verscheidene vormen. Voor de bereiding van ayahuasca zijn in principe<br />

twee plantensoorten nodig, maar het kan een combinatie zijn van tot wel 20 plantensoorten.<br />

Meestal wordt er een combinatie gebruikt van de liaan Banisteriopsis met het blad van een<br />

andere plant, maar combinaties met bijvoorbeeld tabak of datura zijn ook mogelijk. Er zijn<br />

ook zogenaamde ayahuasca-analogen, waarbij een of beide van de traditioneel gebruikte<br />

planten worden vervangen door andere planten met dezelfde actieve substanties. De effecten<br />

van de verschillende ayahuasca soorten is volgens kenners merkbaar, maar niet voor de<br />

beginners.[49]


Figuur 4<br />

De liaan baxnisteriopsis caapi (voorgrond) en de struik psychotria viridis.<br />

Bron: MondoVR (2008).<br />

Uit chemische en medische onderzoeken is naar voren gekomen dat de psychoactieve effecten<br />

van ayahuasca met name worden bewerkstelligd door de alkaloïde N,N-dimethyltryptamine<br />

(DMT) uit de bladeren en beta-carbolines, ook alkaloïden, afkomstig uit de liaan. Bij orale<br />

inname is DMT niet actief, omdat het wordt verteerd door de enzym monoaniineoxiclaze<br />

(MAO) dat gewoonlijk in de maag aanwezig is. Door de MAO-remmende werking van de<br />

beta-carbolines, wordt de DMT echter wel geactiveerd. Dit geeft de karakteristieke effecten<br />

van de Daime (Groisman 2000: 30-2, MacRae 2000, Metzner 2006 [1999]: 1-2).<br />

In de literatuur wordt ayahuasca onder allerlei verschillende (westerse) categorieën geschaard.<br />

De meest genoemde zijn: hallucinogeen, entheogeen, psychedelicum, psycholyticum,<br />

psychotomimeticum en psychointegrator. Hoewel ik geen ervaring heb gehad met ayahuasca<br />

en zelf niet zou weten wat de juiste benaming zou moeten zijn, is het mij duidelijk dat de<br />

westerse wetenschap er geen raad mee weet. Van de ene kant zijn alle bovengenoemde namen<br />

toepasbaar, afhankelijk vanaf welke focus je kijkt. Van de andere kant komen geen van deze<br />

benamingen tot een volledige dekking. Zelf vind ik de term entheogeen het meest in de buurt<br />

komen, omdat het zowel een biochemische, fysieke werking impliceert, als een contact met<br />

het goddelijke. Het begrip ‘entheogeen’ komt van de Griekse woorden en (in), theo (god) en<br />

genos (creëren), oftewel het creëren van God in jezelf (o.a. Bogers 2001: 34). De Santo<br />

Daime adepten noemen hun drank zelf een sacrament, hetgeen verwijst naar een sacraal<br />

gebruik.<br />

Het recept van de ayahuasca is ‘ontdekt’ door Indianen uit het Amazonegebied. Wie een tijd<br />

met een indianenstam optrekt, zoals de etnobotanist Mark Plotkin dat deed bij verschillende<br />

volkeren in het oerwoud van Suriname, zal merken dat deze mensen een enorme botanische<br />

kennis hebben en ongelofelijk goed thuis zijn in de medicinale werking van allerlei<br />

plantensoorten. Van bijna elke plant weten zij waar het groeit, wanneer het bloeit, welk deel<br />

van de plant gebruikt dient te worden voor welk effect, op welke manier de plant gebruikt<br />

dient te worden, enzovoorts. Volgens de informatie uit Plotkin’s website (Plotkin 2008),<br />

beslaan de regenwouden op aarde slechts 6% van het totale aardoppervlak, maar bevatten ze<br />

samen maar liefst 50% van alle plantensoorten. Slechts 2 procent van alle planten op aarde<br />

blijken in een laboratorium te zijn onderzocht. Het is bekend dat een groot deel van de<br />

westerse medicijnen zijn gebaseerd op de plantenkennis van deze inheemse bevolking, zoals<br />

die voor malaria, diabetes en hepatitis B. In de film “The Shaman’s apprentice” (Plotkin<br />

2001) is te zien hoe de Plotkin het Amazonewoud introk om deze kennis op papier te zetten,<br />

opdat het niet verloren zou raken.[50] In de film wordt verteld dat 80% van de<br />

wereldbevolking voor gezondheidszorg berust op het gebruik van planten. In een interview<br />

met Miranda Smith, regisseuse en producente van de film, zegt Plotkin:<br />

“The greatest killer of our species is malaria. Malaria’s killed more people than cancer and<br />

AIDS combined. The front-line treatment for malaria is quinine, which was taught to us by


South American Indians. The list goes on and on from there. Some of the hottest leads in the<br />

laboratory come from nature, right now. We’ve just had this weird forty-year period after the<br />

antibiotic revolution where people believed for this half century that synthetic chemistry had<br />

all the answers. Mother Nature has been inventing weird chemicals for three and a half billion<br />

years and we’ve just scratched the surface. The potential is unlimited in the rain forest and<br />

everywhere else. It’s not just a question of what chemicals are out there. There’s also medical<br />

practical practices here we can learn from. About half the medical schools in the U.S. have<br />

courses in so-called alternative complimentary therapies. Aromatherapy, massage,<br />

visualization – these are all shamanic techniques. These guys have been practicing this stuff<br />

for 50,000 years. I think we can learn a few things from them too.”<br />

De vraag die Plotkin en vele andere wetenschappers voor een raadsel brengt is de volgende:<br />

hoe komen de indianenvolkeren aan zo’n enorme kennis? Naar eigen zeggen van de indianen<br />

en bijvoorbeeld ook Santo Daime adepten komt de kennis van de planten. In visioenen zouden<br />

zij informatie doorkrijgen. Groisman (1999: 34) gebruikt de term plantas-mestre, meesterplanten.<br />

Entheogene planten worden ook wel aangeduid als ‘Planten der Goden’. Deze titel<br />

draagt ook het boek van Richard Evans Schultes en Albert Hofmann (1979) dat een overzicht<br />

geeft van allerlei hallucinogene planten en hun gebruik in allerlei culturen wereldwijd uit<br />

heden en verleden. Zoals uit hoofdstuk 4 blijkt, verklaarde men ook in mijn interviews keer<br />

op keer dat de Santo Daime zelf, net als de mens, een goddelijk wezen is dat genezing en<br />

inzichten brengt. Aanvankelijk vatte ik deze verklaringen en boodschappen symbolisch op, in<br />

de zin dat de plant een chemische reactie in de menselijke geest bewerkstelligt waardoor hij<br />

tot bepaalde inzichten komt. Naarmate het onderzoek vorderde, ben ik echter gaan inzien dat<br />

het letterlijk bedoeld is. Wanneer er gesproken wordt van Meester Planten, wordt niet alleen<br />

bedoeld dat planten met mensen kunnen communiceren, maar dat de natuur daadwerkelijk de<br />

grootste leerschool is, dat de kennis over de kosmos erin verborgen ligt. Gelukkig ben ik<br />

gezegend met een open blik en accepteer ik dat sommigen deze visie kunnen hebben. Het zelf<br />

inzien of begrijpen doe ik echter nauwelijks. In mijn dagboek staat geschreven: “Planten der<br />

Goden? Ben je gek! In die planten zitten stofjes die je hersenen zodanig manipuleren dat je in<br />

andere lagen van je bewustzijn komt.” Mijn westers gevormde wereldbeschouwing kan<br />

moeilijk aanvaarden dat er mogelijk meer achter zit. Wat de westerse wetenschap een<br />

chemische reactie noemt, wordt door deze mensen gezien als kennisoverdracht. Zou het<br />

verschil tussen de twee zitten in de conceptie van de werkelijkheid? Narby stond voor<br />

ditzelfde probleem toen hij zich begaf zich onder de Asháninca indianen in het<br />

Amazonegebied van Peru:<br />

“Dus hier zijn mensen zonder elektronenmicroscoop, die uit 80.000 Amazone-plantensoorten<br />

de bladen kiezen van een struik die een hallucinogeen hormoon bevat, die ze combineren met<br />

een slingerplant die stoffen bevat die een enzym in de spijsvertering buiten werking stellen<br />

dat anders de hallucinatie-opwekkende uitwerking zou blokkeren. En ze doen dit om hun<br />

bewustzijn te veranderen. Het is alsof ze van moleculaire eigenschappen van planten wisten<br />

en van de kunst om ze te combineren, en als je ze vraagt hoe ze deze dingen weten, zeggen ze<br />

dat hun kennis rechtstreeks van hallucinogene planten afkomstig is” (Narby 2006 [1995]: 16).


Opgeleid tot wetenschapper kon hij niet geloven dat dit letterlijk bedoeld kon zijn en keerde<br />

aanvankelijk zijn rug tegen het vraagstuk, om vele jaren later toch op zoek te gaan naar een<br />

antwoord. Hij moest daarbij noodgedwongen de grenzen van de westerse wetenschap<br />

overschrijden, omdat:<br />

“[Er valt niets] te zeggen zonder tegenspraak met twee fundamentele principes van de<br />

westerse kennis. Ten eerste kunnen hallucinaties de bron van echte informatie niet zijn, want<br />

ze zodanig te beschouwen is de definitie van een psychose. De westerse kennis beschouwt<br />

hallucinaties op zijn best als illustraties, op zijn slechts als ziekelijke verschijnselen. Ten<br />

tweede communiceren planten niet zoals mensen. Wetenschappelijke theorieën over<br />

communicatie gaan ervan uit dat alleen mensen abstracte symbolen zoals woorden en beelden<br />

gebruiken, en dat planten geen informatie in de vorm van psychische beelden overbrengen.<br />

Voor de wetenschap is het menselijke brein de bron van de hallucinaties, die psychoactieve<br />

planten enkel teweegbrengen door middel van de hallucinogene moleculen die ze bevatten”<br />

(Narby 2006 [1995]: 43).<br />

Hoewel het niet mijn ambitie is om binnen dit onderzoek te trachten dit mysterie verder te<br />

ontrafelen, lijkt het mij wel van belang het bovengenoemde in het achterhoofd te houden bij<br />

het lezen van de rest van dit verslag. Het is mij duidelijk geworden dat bij het drinken van<br />

ayahuasca de werkelijkheid in een nieuw licht komt te staan, dat op sommigen een genezende<br />

en zingevende werking heeft. Dat de wetenschap dergelijke zaken afdoet als ‘onverklaarbaar’<br />

betekent wat mij betreft alleen maar dat het daarmee zijn beperkingen aangeeft. De westerse<br />

‘weten’-schap is een van de vele mogelijke – en relatief nieuwe – wegen in de menselijke<br />

zoektocht naar waarheid. Het heeft niet vanzelfsprekend de ultieme waarheid in pacht, noch<br />

vertegenwoordigt het mijns inziens het enige geldige kennissysteem, zoals het soms wel doet<br />

overkomen. Er zijn meerdere ‘weten’-schappen op aarde en voor een vollediger begrip van de<br />

werkelijkheid is het in mijn visie noodzakelijk om kennis uit meerdere systemen bij elkaar te<br />

voegen. Daarmee doel ik met name op kennis van religies en van inheemse culturen. Er valt<br />

nog heel wat hierover te zeggen en op dit punt kom ik in de concluderende hoofdstukken<br />

terug. Laat ik nu de rode draad weer oppakken.<br />

3.3 Santa Maria<br />

Naast het gebruik van de Santo Daime, introduceerde Padrinho Sebastião eind jaren 1970 het<br />

gebruik van Santa Maria, oftewel cannabis. Hij deed dit na een persoonlijk onderzoeksproces,<br />

waarin hij de krachten van deze plant in combinatie met Daime ontdekte. Het gebruik van<br />

cannabis is in Brazilië echter strafbaar en er hebben in dit verband verscheidene voorvallen<br />

plaatsgevonden (MacRae 1998, Groisman 2000: 84-5). Om het gebruik van Santo Daime te<br />

beschermen, heeft CEFLURIS het gebruik van Santa Maria in alle Braziliaanse Santo Daime<br />

kerken officieel stopgezet. In de Nederlandse kerken wordt de plant wel met regelmaat<br />

gebruikt. Santa Maria neemt op geen enkele wijze de plaats in van de Daime, noch kan men<br />

kiezen tussen de één of de ander. Het is altijd de Santo Daime waarmee het spirituele werk<br />

wordt bewerkstelligd, met Santa Maria als aanvulling alleen voor diegenen die er baat bij<br />

hebben.


Het gebruik van cannabis in de rituele context van de Santo Daime dient niet verward te<br />

worden met recreatief drugsgebruik, zoals bijvoorbeeld in coffeeshops. Het betreft hier een<br />

sacraal gebruik en men spreekt niet van ‘blowen’ of ‘roken’, maar van ‘consacreren’. In “The<br />

elementary forms of religious life” legt Durkheim het consacreren als volgt uit:<br />

“If we rely on appearances, the rites often seem to be purely manual operations – anointings,<br />

purifications, meals. To consecrate a thing, one places it in contact with a source of religious<br />

energy, just as today a body is placed in contact with a source of heat or electricity in order to<br />

heat or electrify it. The procedures used in the two cases are not essentially different.<br />

Understood in this way, religious technique seems to be a kind of mystical mechanics. But<br />

these physical operations are but the outer envelope in which mental operations lie hidden. In<br />

the end, the point is not to exert a kind of physical constraint upon blind and, more than that,<br />

imaginary forces but to reach, fortify, and discipline consciousnesses” (Durkheim 1995<br />

[1912]: 49).<br />

MacRae (1998) geeft in zijn artikel “Santo Daime en Santa Maria” een heldere uitleg over het<br />

consacreren van Santa Maria in de religieuze context van de Santo Daime:<br />

“[Padrinho Sebastião kwam] na verloop van tijd ... tot de conclusie dat ayahuasca werkte met<br />

de spirituele energie van Christus, terwijl cannabis de energie had van de heilige maagd. Hij<br />

herdoopte de plant dan ook tot ‘Santa Maria’. (...) Zodoende gaf hij zijn volgelingen een reeks<br />

instructies voor het correcte en heilige gebruik van cannabis, duidelijk onderscheiden van de<br />

wereldse manieren waarop het gerookt werd door diegenen die alleen op zoek waren naar de<br />

high. (...) De deelnemers worden verondersteld stil en ordelijk te blijven terwijl de sigaret<br />

wordt geconsumeerd. De sigaret moet altijd verder gegeven worden naar rechts en moet<br />

blijven circuleren totdat ze helemaal geconsumeerd is. Elke gebruiker beperkt zijn beurt tot 3<br />

trekken, terwijl hij mentaal de Daime symbolen zon, maan en sterren oproept. De beurt wordt<br />

beëindigd met een kruisteken en het verder geven van de sigaret. Als het ritueel niet in<br />

volledige stilte verloopt, moet het gesprek in elk geval op een hoog spiritueel niveau<br />

gehouden worden en het gebruik op feestjes en het mengen met alcohol moet vermeden<br />

worden. Santa Maria mag ook niet gebruikt worden tijdens het eten, en na het gebruik van<br />

marihuana moet men een tijd wachten voor men opnieuw eet. Van de volgelingen van<br />

Padrinho Sebastião werd ook verwacht dat ze het kruid enkel onder gelovigen zouden<br />

gebruiken. Ze mochten niet roken samen met mensen die zich niet bewust waren van de<br />

heiligheid van de plant. Straat marihuana, gekocht van dealers, moest vermeden worden<br />

omdat het grote hoeveelheden slechte energie had geabsorbeerd in het criminele<br />

drugdealermilieu. Bovendien bestonden er voorschriften voor het correcte telen, onderhouden<br />

en oogsten van de plant, ook weer om de goddelijkheid van de plant te benadrukken.”<br />

Omdat dit thema verder niet ter sprake zal komen in de rest van dit verslag, wordt hier kort<br />

aangegeven wat de respondenten hierover konden vertellen. In de interviews is gevraagd naar<br />

het effect van Santa Maria binnen een Santo Daime ritueel. Al vanaf de eerste respondent op


Florianopolis werd duidelijk dat het daar, vanwege de eerder genoemde problematiek, een<br />

zeer delicaat onderwerp was en op een gegeven moment is besloten het thema te laten rusten.<br />

In Nederland heb ik er wel vrijuit over kunnen praten. In Céu dos Ventos, de kerk in Den<br />

Haag, bestaat bij de meeste Santo Daime werken de mogelijkheid om Santa Maria te<br />

consacreren. De deelnemers zijn tijdens het ritueel vrij om dat wel of niet te doen. Uit de<br />

gesprekken valt te begrijpen dat Santa Maria als het ware “een zachte hand” is in het<br />

spirituele werk. Het werkt “verlichtend” en “het maakt andere kanalen open van je<br />

bewustzijn”. De omschrijvingen luidden dat Santa Maria het werk “dieper”, “mystieker”,<br />

“intiemer” en “comfortabeler” maakt en dat je “heel ontvankelijk wordt voor allerlei<br />

entiteiten”. Het gebruik van Santa Maria is echter niet voor iedereen geschikt. Een<br />

Nederlandse respondent vertelde: “Ik ben gestopt met Santa Maria, zowel binnen als buiten de<br />

werken. Het leidt me teveel af. Ik ga dingen geloven die geen realiteit zijn, maar zich wel<br />

presenteren als waarheid.” Een ondervraagde op Florianopolis vertelde mij dat de Santa Maria<br />

juist kan helpen om het werk met de Daime in goede banen te leiden, om de gedachten<br />

richting te geven. Kortom, het gebruik van Daime in combinatie met Santa Maria kan voor<br />

sommigen complementair en behulpzaam werken, voor anderen niet. Op basis daarvan<br />

gebruikt de één het wel, de ander niet.<br />

Het religieuze en medicinale gebruik van cannabis is overigens geen nieuw verschijnsel. Er<br />

zijn stapels literatuur te vinden over onderzoek naar deze gebruiksvorm in allerlei culturen en<br />

tijdperken. Het is in feite merkwaardig dat in Nederland de risicovolle recreatieve consumptie<br />

van cannabis al decennialang gedoogd is, terwijl pas sinds kort enkele artsen speciale<br />

toestemming hebben gekregen om de plant als medicijn voor te schrijven.[51]<br />

3.4 De rituelen<br />

In tegenstelling tot andere religies werkt de Santo Daime bijna uitsluitend via rituelen, die<br />

volgens onder andere Eriksen (2001 [1995]: 211) de praktijk van een religie constitueren. In<br />

tegenstelling tot de meeste religies, die hun leerstellingen overbrengen op basis van een heilig<br />

boek of door middel van een prediker, werkt de Santo Daime vrijwel alleen met de ervaring.<br />

Dat de adepten het om deze reden als een weinig dogmatische religie zien, wordt in het<br />

volgende hoofdstuk duidelijk.<br />

Hierboven is verteld dat ayahuasca pas Daime wordt genoemd wanneer het volgens de<br />

specifieke religieuze rituelen bereid en gebruikt wordt zoals die door Mestre Irineu zijn<br />

‘ontvangen’ uit de spirituele wereld. Wat zijn deze specifieke Santo Daime rituelen en in<br />

welke context dienen zij te worden begrepen? Nu volgt eerst een beknopte uiteenzetting van<br />

de verschillende soorten rituelen, om deze in het volgende hoofdstuk in verband te brengen<br />

met de persoonlijke ervaringen van Santo Daime adepten. Hierbij wil ik de lezer uitdrukkelijk<br />

bewust maken van mijn positie als leek op dit gebied. Om de rituelen geheel in zijn context te<br />

kunnen begrijpen, is het immers nodig te participeren. En, zo is mij uit meerdere interviews<br />

duidelijk geworden, zelfs de deelnemers schijnen aan een mensenleven niet genoeg te hebben<br />

om het rituele gebruik van deze drank volledig te doorgronden. Tevens wil ik opmerken dat<br />

de beschreven rituelen een grote dynamiek kennen in tijd en plaats: ze zijn het resultaat van<br />

een historische ontwikkeling en kunnen plaatselijk enigszins afwijken van onderstaande<br />

beschrijvingen.


De Santo Daime kent een grote verscheidenheid aan rituelen. Er bestaat een vast kalender met<br />

‘officiële’ werken (zie tabel 1).<br />

Dag Feest Hinário Farda<br />

7 januari Verjaardag Pd. Alfredo Pd. Sebastião wit<br />

19 januari<br />

Sint Sebastiaan + Overgang<br />

Pd. Sebastião<br />

Pd. Sebastião + Missa wit<br />

18 maart Sint Jozef Pd. Alfredo wit<br />

donderdag Heilige Week Hinário dos Mortos blauw<br />

vrijdag Heilige Week Missa blauw<br />

2e zondag van<br />

mei<br />

Moederdag<br />

Md. Rita, Md. Julia, Md.<br />

wit<br />

Cristina<br />

12 juni Sint Antonius Maria Brilhante wit<br />

23 juni Sint Johannus Mestre Irineu wit<br />

25 juni Verjaardag Md. Rita Pd. Sebastião wit<br />

29 juni Sint Petrus Pd. Alfredo wit<br />

6 juli Overgang Mestre Irineu Teteo + Missa wit<br />

2e zondag van<br />

augustus<br />

Vaderdag Pd. Sebastião wit<br />

6 oktober Verjaardag Pd. Sebastião Mestre Irineu wit<br />

1 november Dag van de Finados<br />

Hinário dos Mortos +<br />

Missa<br />

blauw<br />

7 december<br />

Maria Onbevlekte<br />

Ontvangenis<br />

Mestre Irineu wit<br />

14 december Verjaardag Mestre Irineu Pd. Sebastião wit<br />

24 december Geboorte van Jezus Mestre Irineu wit<br />

31 december Nieuwjaar Pd. Alfredo wit<br />

5 januari<br />

Tabel 1<br />

Drie Koningen Mestre Irineu wit<br />

De officiële Santo Daime kalender.<br />

Bron: Santo Daime België (2008).<br />

Zoals uit bovenstaande tabel valt op te maken, overlappen de officiële Santo Daime data<br />

gedeeltelijk de christelijke feestdagen (Pasen, Kerstmis, Driekoningen en enkele heiligen) en<br />

bevatten daarnaast de geboorte- en overlijdensdata[52] van de belangrijkste personen binnen<br />

de Santo Daime, te weten Mestre Irineu, Padrinho Sebastião en Padrinho Alfredo. Daarnaast


worden Vaderdag en Moederdag gevierd. In de kalender wordt verder aangegeven uit welk<br />

hinario zal worden gezongen en welke kleding (farda) gedragen dient te worden.<br />

Op de Belgische Santo Daime website is te lezen dat: “De kerken en centra over de hele<br />

wereld volgen de uitgestippelde data, om zo de positieve stroom die op deze gelegenheden<br />

wordt gegenereerd te kunnen integreren.” Met name in de maanden juni en december<br />

concentreren zich meerdere officiële data. In deze maanden worden dan ook de winter- en<br />

zomerfestivals gehouden, waarbij vaak mensen uit meerdere Santo Daime kerken bij elkaar<br />

komen. De ontmoetingsplaats krijgt een feestelijke sfeer.[53]<br />

Naast de officiële kalender bestaan er rituelen die iedere maand op een vaste dag worden<br />

gehouden: het gebed (oração), de concentratie (concentração), verschillende<br />

genezingswerken (trabalhos de cura), werken ter herdenking van overledenen (Santa Missa)<br />

en andere minder vaak voorkomende werken. Hoewel hier algemene data voor zijn<br />

vastgesteld, kunnen deze per kerk verschillen, onder andere afhankelijk van het aantal<br />

bezoekers van de desbetreffende kerk. Ook kunnen er werken georganiseerd worden voor<br />

andere vieringen, zoals de verjaardag van een kerkleider of van de kerk zelf. Af en toe worden<br />

exclusieve vrouwen- of kinderwerken gehouden. De Braziliaanse kerken die de Daime<br />

maken, kennen daarnaast de feitio, het bereidingsritueel. Tenslotte worden de hinarios<br />

regelmatig met de musici gerepeteerd in de zogenaamde oefenavonden (ensaios), waarbij<br />

geen Daime wordt gedronken.<br />

Figuur 5<br />

Gekleed in farda branca.<br />

Bron: Kyle (2008).<br />

Er bestaan verschillen tussen de officiële en de andere werken. Je kunt de officiële werken<br />

zien als een soort feestdagen. Men kleedt zich meestal in farda branca (wit uniform, zie<br />

figuur 5), de werken duren langer (ongeveer 12 uur, inclusief een uur pauze) en er wordt<br />

gedanst.[54] Hoewel de andere werken altijd ’s avonds en ’s nachts plaatsvinden, worden<br />

deze bailados (bailar betekent dansen) of hinarios soms ‘s middags gestart. Het woord<br />

hinario refereert aan de bundel hymnes van een bepaald persoon. Dat de officiële werken ook<br />

zo genoemd worden, komt doordat men bij deze gelegenheden meestal zingt uit de hinarios<br />

van de belangrijkste personen: Mestre Irineu, Padrinho Sebastião en Padrinho Alfredo. Alle<br />

andere (niet-officiële) werken duren meestal zo’n 5-6 uur en kennen geen pauze. Men gaat<br />

gekleed in farda azul (blauw uniform, zie figuur 6) en er wordt niet altijd gedanst.[55]<br />

Hieronder volgt een overzicht van de verschillende rituelen die buiten de kalender vallen.<br />

\


Figuur 6<br />

Gekleed in farda azul.<br />

Bron: Kyle (2008).<br />

Oração. Dit is het enige Santo Daime ritueel waarbij geen Daime wordt gedronken. Het is een<br />

gezongen en gedanst gebed dat ongeveer een uur duurt en in de kerk op Florianopolis altijd op<br />

zondagavond om 19.00 uur wordt gehouden. Het is voor praktiserenden een moment van<br />

wekelijks gezamelijk gebed en voor leken een mogelijkheid om zich een beeld te vormen van<br />

een Santo Daime ritueel. Nieuwelingen worden vaak bij deze gelegenheid geïnterviewd om na<br />

te gaan of de persoon probleemloos Daime kan drinken en om eventuele vragen te<br />

beantwoorden. Er komen relatief weinig mensen op dit ritueel af en om deze reden wordt het<br />

vrijwel alleen gedaan in leefgemeenschappen. In Den Haag wordt dit ritueel bijvoorbeeld niet<br />

uitgevoerd.<br />

Fardamento. Dit initiatieritueel wordt doorgaans gehouden tijdens een officieel werk<br />

(Peláez 1994: 32). De deelnemer krijgt dan de Estrela de Salomão, een kleine, metalen ster,<br />

versierd met de symbolen van de adelaar en de maan, die de persoon op de borst zal dragen in<br />

alle toekomstige rituelen (zie figuur 7).[56] Zoals we reeds zagen betekent farda uniform<br />

(Santo Daime België 2008). Wie geïnitieerd is in de Santo Daime, wordt een fardado<br />

genoemd, iemand die ‘geüniformeerd’ is of in het uniform gehesen is. Deze term is afkomstig<br />

uit het leger. Farda betekent namelijk ook militair leven. In het vorige hoofdstuk bleek al een<br />

verband tussen de geschiedenis van de Santo Daime en het militaire leven. Het besluit om<br />

fardado te worden is geheel persoonlijk en wordt vaak gemaakt naar aanleiding van een<br />

droom of visioen, waarin de persoon wordt ‘geroepen’.<br />

Figuur 7<br />

De Estrela de Salomão wordt op de linkerborst gespeld voor wie maagd of alleenstaand is, op


de rechterborst voor wie getrouwd is.<br />

Bronnen: Boven: Kyle (2008) Onder: Céu de Maria (2008).<br />

Concentração. Dit ritueel kan omschreven worden als een collectieve meditatiesessie, omdat<br />

er periodes van stilte in zitten waarin de participanten zich gezamenlijk in een diepe<br />

concentratie storten. De stiltemomenten, die 1 à 2 uur kunnen duren, worden af en toe<br />

afgewisseld door hymnes, maar er wordt niet gedanst. Men zit rechtop, ontspannen, maar<br />

actief en – net als bij alle andere rituelen – met open lichaamshouding (geen armen of benen<br />

kruisen). Waarschijnlijk was dit de eerste rituele vorm van de Santo Daime, aangezien men in<br />

het begin maar weinig hymnes kende en nog niet de dansbewegingen had ontwikkeld. Mestre<br />

Irineu heeft nagelaten dat iedere 15 e en 30 e van de maand een concentratiewerk plaatsvindt.<br />

Dit wordt in de meeste, zo niet alle Santo Daime kerken, opgevolgd.<br />

Trabalhos de cura. In feite zijn alle Santo Daime werken gericht op genezing.[57] De meeste<br />

kerken houden eens per maand een specifieke trabalho de cura (cura betekent genezing). Op<br />

Florianopolis was dat telkens op de 27 e van iedere maand. In Den Haag vindt dit,<br />

waarschijnlijk vanwege praktische overwegingen, altijd op een zaterdag plaats. Een dergelijk<br />

werk kan immers best heftig zijn en vaak is het goed om de dag erna rustig aan te doen. In een<br />

trabalho de cura worden hinos de cura gezongen, genezingshymnes. Een andere specifiek op<br />

genezing gerichte werk is Mesa Branca, dat vanwege de kracht ervan alleen voor fardados<br />

geschikt is. Er zijn daarnaast nog andere genezingsrituelen, maar gezien mijn beperkte kennis<br />

en inzicht hiervan, acht ik mezelf niet in de positie hierover verder uit te wijden.<br />

Feitio. Dit is het bereidingsritueel dat alleen plaatsvindt in Brazilië in de door CEFLURIS<br />

aangewezen gemeenschappen en volgens de door Mestre Irineu nagelaten richtlijnen.<br />

Afhankelijk van hoeveel honderden of duizenden liters Daime er gemaakt moeten worden,<br />

kan dit ritueel enkele dagen tot een week duren, van ’s morgens tot ’s avonds. Hoewel<br />

deelname niet verplicht is, is altijd een groot aantal personen bij deze gebeurtenis betrokken.<br />

Gedurende de feitio drinkt men Daime, waardoor het bereidingsproces op zich al een<br />

spiritueel werk is. Bovendien worden er vaak in de avond nog extra trabalhos of<br />

discussiegroepen georganiseerd. Op Florianopolis werden er tussendoor ook rituelen<br />

gehouden van andere tradities, zoals de temaskal (soort zweethut) van de Fuego Sagrado en<br />

enkele Guarani ceremonies.[58] De feitio begint met het verzamelen van de twee benodigde<br />

planten. De liaan (cipó Jagube) wordt beschouwd als het mannelijke element en het blad<br />

(folha da Rainha) als het vrouwelijke element. De verdeling is dan ook als volgt. Mannen<br />

gaan erop uit om de lange houterige lianen uit te zoeken en in stukken te hakken. Vrouwen<br />

plukken de blaadjes van de struiken en maken deze zorgvuldig schoon. De rest van het ritueel<br />

is mannenwerk en het ‘huis van bereiding’ (casa do feitio) is alleen toegankelijk voor<br />

mannen. De vrouwen zorgen ondertussen voor het verdere reilen en zeilen van de<br />

gemeenschap. De stukken liaan worden gepeld, waardoor de zachtere strengen bloot komen te<br />

liggen. Deze strengen worden met zware houten hamers platgeslagen (bateção), zodat de<br />

vezels loskomen voor het kookproces. De bateção kan meerdere uren duren volgens een<br />

bepaald ritme en onder de muzikale begeleiding van de hinos do feitio. Dit proces wordt af en<br />

toe onderbroken om meer Daime te drinken en de kracht te ontvangen om dit zware werk<br />

voort te zetten, zo is mij verteld. Vervolgens worden de twee planten in meerdere lagen in<br />

grote potten gelegd boven een soort groot fornuis dat op hout brandt en gedurende meerdere<br />

uren in water gekookt. Na afloop komen mannen en vrouwen bij elkaar om het ritueel te<br />

vieren (Santo Daime België 2008).


Figuur 8<br />

Verdeling van de ruimte in het kerkgebouw tijdens rituelen.<br />

Tot zover een uiteenzetting van de verschillende rituelen. Nu volgt een beperkte beschrijving<br />

van de handelingen tijdens de spirituele werken. Zoals eerder gezegd, gaat het in deze werken<br />

echter om hetgeen binnen in de participanten gebeurt. Over de innerlijke ervaringen kan ik<br />

niet veel vertellen, ten eerste omdat ze vaak heel persoonlijke en intiem zijn. Ten tweede<br />

omdat ik zelf niet een dergelijke ervaring heb gehad. Het is moeilijk om over een film te<br />

praten die je nog nooit hebt gezien, bij wijze van spreken. Ten derde, zo blijkt ook uit<br />

hoofdstuk 4.14, is het zelfs voor de oudere fardados lastig om<br />

uit te leggen wat er precies plaatsvindt. Onderstaande beschrijving is gebaseerd op<br />

verklaringen van derden en op eigen observaties in Florianopolis en Den Haag.<br />

Een Santo Daime kerkgebouw heeft doorgaans de oppervlakte van een gelijkzijdige zeshoek<br />

met in het midden een hexagonale tafel.[59] Indien men rechte lijnen trekt vanuit het midden,<br />

is de vloer op te delen in 6 gelijke vlakken (zie figuur 8). Tijdens een ceremonie wordt de<br />

rechterhelft van de zeshoek bezet door de mannen, de linkerhelft door de vrouwen. In het<br />

midden bevinden zich gewoonlijk de ceremonieleider en de muzikanten. Daaromheen alle<br />

deelnemers, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen maagden, getrouwden (of<br />

ongetrouwden met relatie) en senioren, waardoor de 6 vlakken evenwichtig bezet worden:<br />

maagden tegenover maagden, getrouwden tegenover getrouwden, etc. In elk vlak staat men in<br />

rechte rijen naast elkaar, rondom de tafel (stippellijnen op figuur 8). Op de vloer zijn alle<br />

lijnen exact aangegeven en de punten waar men in de rij moet staan. Bij aanvang van een<br />

werk krijgt iedereen een plaats aangewezen. Tijdens het dansen dient men op deze plek te<br />

blijven en het is niet de bedoeling van plaats te wisselen of de plaats te verlaten, behalve voor<br />

een toiletbezoek of om even uit te rusten. Behalve Daime is in de zaal ook drinkwater<br />

aanwezig. Eten doet men eventueel na afloop.<br />

Naast de ceremonieleider, de muzikanten en de deelnemers, zijn er ook fiscalen aanwezig.<br />

Deze personen hebben de taak alert te blijven op wat er gebeurt in de zaal en eventueel<br />

assistentie verlenen aan diegenen die dat nodig hebben. Er zijn minimaal één mannelijke en<br />

één vrouwelijke fiscaal die zich ontfermen over hun respectievelijke helften van de zaal.<br />

Bovendien staat er altijd minimaal één fiscaal buiten of bij de deur die zich bezighoudt met de<br />

personen die de zaal tijdelijk verlaten. Op Florianopolis had deze bovendien als taak de<br />

vuurhaard en/of kaars buiten brandende te houden, ook in de regen.<br />

Er zijn nog meer rituelen, gedragsregels en andere aspecten te noemen, maar het zou te ver<br />

reiken om ze hier alle in detail te bespreken. In plaats daarvan verwijs ik naar de eerder<br />

genoemde Norms of Ritual (CEFLURIS 2008). Hoewel over het algemeen deze normen door<br />

iedereen worden aangehouden, kan de ene kerk wat preciezer zijn dan de andere in de<br />

navolging. Soms worden normen om praktische redenen ter plaatse aangepast, soms heerst er<br />

simpelweg een vrijere sfeer in de kerk. Het komt daarnaast regelmatig voor dat een groep


mensen het helemaal niet eens is met bepaalde regels en een naar aanleiding daarvan een kerk<br />

oprichten naar eigen invulling. Deze kerken zijn niet altijd lid van CEFLURIS.[60]<br />

Ten slotte het volgende. De omvang en precisie van deze normen kunnen voor leken als<br />

overdreven streng overkomen en zelfs schrik oproepen door te denken dat het gaat om<br />

controle en macht over de mensen. Onder invloed van Daime wordt echter duidelijk dat al<br />

deze regels dienen ter geleiding van energieën en spirituele entiteiten en bescherming van de<br />

deelnemers, opdat de spirituele werken krachtig en vloeiend verlopen.<br />

3.5 Symboliek<br />

Volgens Geertz (1973 [1966]: 63) is religie een systeem van symbolen. Hij definieert<br />

symbolen als “tangible formulations of notions, abstractions from experience fixed in<br />

perceptible forms, concrete embodiments of ideas, attitudes, judgments, longings, or beliefs.”<br />

Een set van symbolen construeert volgens hem modellen van en modellen voor de<br />

werkelijkheid, die op hun beurt culturele patronen bepalen, waaronder religies.<br />

Volgens Lévi-Strauss (1979 [1963]: 325) wordt in zowel psychoanalytische als sjamanistische<br />

genezingsmethoden gebruik gemaakt van symbolen:<br />

“For it may at one time involve a manipulation of ideas and, at another time, a manipulation<br />

of organs. But the basic condition remains that the manipulation must be carried out through<br />

symbols, that is, through meaningful equivalents of things meant which belong to another<br />

order of reality. It is the effectiveness of symbols which guarantees the harmonious parallel<br />

development of myth and action.”<br />

Beide antropologen geven een onlosmakelijk verband aan tussen religie en symbolen, waarbij<br />

de betekenis van religieuze symbolen de religieuze ervaring constitueren. Met andere<br />

woorden maken symbolen het ‘onzichtbare’ zichtbaar. Maar het werkt ook andersom. Door<br />

het gebruik van symbolen en rituele handelingen (beide fysiek zichtbaar), wordt kracht<br />

bijgezet aan de waarneming van de (fysiek onzichtbare) spirituele werkelijkheid om ermee te<br />

kunnen werken. Hieronder volgt eerst een beknopte uiteenzetting van de belangrijkste<br />

symbolen binnen de Santo Daime, gebaseerd op de observaties in Céu do Patriarca São José,<br />

Florianopolis.[61] Hierna wordt meer verteld over de concepten ‘zichtbare’ en de<br />

‘onzichtbare’ werkelijkheid en de kosmovisie van de Santo Daime.<br />

Zojuist is gezegd dat er aparte vrouwen- en mannentaken bestaan bij de productie van Daime<br />

en dat deze splitsing een algemeen kenmerk is van de Santo Daime rituelen. Dit heeft niets te<br />

maken met ongelijkwaardige posities of met het negeren van seksuele gevoelens. Het gaat om<br />

het contrast en de complementariteit van de mannelijke en de vrouwelijke energieën. De<br />

meest eenvoudige manier om dit uit te leggen is misschien door een link te leggen met de<br />

betekenis van het yin-yang symbool. De zwarte en de witte helft zijn aan elkaar<br />

tegenovergesteld, maar vullen elkaar aan en vormen samen een eenheid, de wit-zwarte cirkel.


Bovendien bevatten ze elk een deel van de ander, waardoor de één gelijkwaardig is aan de<br />

ander.<br />

De wanden van het kerkgebouw in Céu do Patriarca São José zijn van glas en de ruimte is<br />

sober aangekleed. Er hangen enkele grote foto’s van de belangrijkste personen binnen de<br />

Santo Daime en de groen-wit-blauwe vlag met de zon, de maan en een ster. De zon is<br />

symbool voor het mannelijke en staat in verband met de Jagube liaan en de figuur Jezus<br />

Christus. Het is de Astrale Koning, het goddelijke licht van helderheid in onszelf en overal om<br />

ons heen en de regenererende kracht. De maan is symbool voor het vrouwelijke en staat in<br />

verband met de Rainha struik en de figuur Maria. Het is de Grote Universele Koningin, de<br />

soevereine en beschermende moeder die de leiding heeft over de ‘soldaten van het licht’. De<br />

ster is een veelvoorkomend symbool die de Koning der Wetenschap representeert. Ik heb<br />

hierover helaas geen verdere uitleg kunnen verwerven.<br />

Zoals we reeds zagen heeft de zeshoekige metalen ster die fardados op de borst spelden een<br />

maan met daarop een adelaar die op het punt staat om te vliegen (zie figuur 7). Omdat een<br />

adelaar een vogel is, kan hij grotere hoogten bereiken en meer licht zien dan de mens die op<br />

de aarde staat. Het staat daarmee symbool voor de visioenen en inzichten van de fardado. Op<br />

de website van Céu do Vale staat dat, volgens het verhalenboek van Florestan Neto getiteld<br />

‘Contos da Lua Branca’, een zekere heer Francisco Grangeiro op een dag aan Mestre Irineu<br />

had gevraagd: “Meester, wat betekent de adelaar bovenop de maan?” (”Mestre, o que<br />

significa a águia em cima da lua?”) De Mestre antwoordde: “Jongen, haal het accent weg en<br />

zie wat je dan krijgt” (“Chico, tira o acento agúdo da águia e veja o que dá”). Het Portugese<br />

woord voor adelaar is namelijk águia. Als je het accent weghaalt, komt de klemtoon op de<br />

letter “i”, waardoor de betekenis wordt: a guia, oftewel ‘de gids’. De adelaar op de ster staat<br />

hiermee symbool voor de persoonlijke gids op de weg naar kennis. De adelaar is overigens<br />

een veel voorkomend teken binnen vele indiaanse tradities.<br />

Op de hexagram-vormige tafel midden in het kerkgebouw staan de Santo Cruzeiro (het<br />

dubbele kruis van Caravaca) en andere symbolische voorwerpen, zoals bijvoorbeeld een foto<br />

van Mestre Irineu, een Mariabeeld, een rozenkrans, een stuk van de Jagube liaan, kaarsen,<br />

kristallen en bloemen. De Santo Cruzeiro is een kruis met dubbele (of driedubbele) armen. De<br />

kleinere arm zou symbool staan voor de tweede terugkeer van Jezus Christus in de Santo<br />

Daime. Een andere interpretatie is dat de bovenste arm correspondeert aan onze spirituele<br />

kant of ‘hogere ik’ (Eu Superior) en de onderste aan onze fysieke bestaan of ‘lagere ik’ (eu<br />

inferior). Het kruis als geheel is daarmee de verbinding tussen de twee, oftewel het spirituele<br />

werk.<br />

De kolibri (zie afbeelding op kaft) is een belangrijk symbool binnen de Santo Daime. In het<br />

Portugees wordt de vogel beija-flor (bloemenkusser) genoemd en wordt door onder andere de<br />

Kampa indianen uit Brazilië in verband gebracht met ayahuasca. Binnen de Santo Daime<br />

vertegenwoordigt het de genezing die wordt bewerkstelligd door de Daime. Mijns inziens is<br />

het tevens een verwijzing naar het Amazonewoud en de natuur in het algemeen.<br />

Binnen het gebouw hangt verder een schilderij dat de kerk heeft gekregen van de Guarani’s.<br />

Het is de afbeelding van Jozef (São José) en het kind Jezus in de stijl van middeleeuwse<br />

bijbeltaferelen uit Europa, maar met dat verschil dat de twee figuren een indiaans gewaad<br />

dragen. Het schilderij symboliseert de alliantie tussen het christendom en de inheemse<br />

culturen, welke in de tijd van de conquistadores ondenkbaar was, maar zich in de Santo<br />

Daime heeft geopenbaard (Bogers 1998).


Als laatste bespreek ik de symboliek van de maraca.[62] Bij de Santo Daime wordt deze<br />

gemaakt van een kleine metalen blik, metalen balletjes en een houten handvat. Dit instrument<br />

geeft een harde en krachtige accentuering van het muzikale ritme van de hymnen en heeft<br />

daarmee een mantrische werking. Bovendien is het een soort wapen in de ‘astrale strijd’<br />

(batalha astral). Wanneer de deelnemer omhoog slaat, richt hij zich tot het licht en stelt zich<br />

er ontvankelijk voor. Wanneer de deelnemer omlaag slaat, schoont hij zich van negatieve<br />

energie en beoefent hij exorcisme. In een andere interpretatie is de maraca een sjamanistisch<br />

instrument die de innerlijke en mysterieuze wereld van de sjamaan symboliseert.<br />

Bovenstaande uitleg van symbolen binnen de Santo Daime zijn niet meer dan interpretaties.<br />

De persoonlijke betekenis openbaart zich pas bij de toepassing ervan. Volgens theologe en<br />

filosofe Desiree Berendsen (2001: 173) is geloof geen individuele aangelegenheid, maar iets<br />

dat geconstitueerd wordt in een gemeenschap. In haar proefschrift (2001: 173) stelt zij:<br />

“Iedere keer dat mensen zich de creatie van het heilige in hun midden herinneren, verbinden<br />

ze zich opnieuw aan wat zij als heilig zien. Daarmee verbinden zij zich aan elkaar en aan de<br />

gemeenschap die ze in die act institutionaliseren.”<br />

Verhalen, rituelen, tradities en symbolen krijgen daarom pas een betekenis binnen de<br />

gemeenschap waarin ze uitgevoerd worden. Ze dienen ervoor om datgene waaraan gelovigen<br />

zich overgeven uit te drukken. Over de waarheid van geloof kan niets gezegd worden voordat<br />

men zich aan het geloof overgeeft, juist omdat geloof pas waar gemaakt kan worden in de<br />

gemeenschap van gelovigen.<br />

3.6 Kosmovisie<br />

Reeds is ter sprake gekomen dat men binnen de Santo Daime spreekt van twee werelden: de<br />

‘zichtbare’ en de ‘onzichtbare’. Zoals Groisman (1999: 57) toelicht, heeft het onderscheid<br />

tussen ‘zichtbaar’ en ‘onzichtbaar’ betrekking op de manier van waarnemen en niet tot twee<br />

verschillende realiteiten die apart van elkaar bestaan. Het kunnen waarnemen van hogere<br />

dimensies is meer een kwestie van capaciteit of inzicht. Sommige mensen worden met deze<br />

capaciteit geboren en zijn gevoeliger voor het waarnemen van de ‘onzichtbare’ wereld. Dit is<br />

bijvoorbeeld het geval bij mediamieke personen. De meesten echter dienen deze capaciteit op<br />

te bouwen door middel van continue praktisering, bijvoorbeeld via religieuze rituelen, zoals in<br />

het geval van de Santo Daime. Deze praktisering kan gezien worden als een training ter<br />

verruiming van het bewustzijn, oftewel het verkrijgen van een verruimde perceptie van de<br />

‘onzichtbare’ wereld.<br />

Binnen de Santo Daime en binnen vele andere levensbeschouwelijke stromingen, wordt de<br />

‘onzichtbare’ wereld als de ‘Waarheid’ gezien, met een hoofdletter ‘W’. Het is de bron van<br />

het leven, het is de werkelijkheid waarin alles is georganiseerd en betekenis krijgt, het zijn de<br />

wetten van deze realiteit waar de natuur en ook de mens – bewust of onbewust – naar luistert.<br />

De materiële, ‘zichtbare’ of aardse wereld wordt gezien als de ‘wereld der illusie’. Nogmaals,<br />

hiermee wordt niet bedoeld dat deze niet zou bestaan of dat het geen werkelijkheid zou zijn.


nocht wordt bedoeld dat deze ‘wereld der illusie’ per definitie negatief zou zijn. Voor wie<br />

zich bewust wordt van zijn ‘hogere ik’ en de ‘onzichtbare’ wereld, wordt het leven van<br />

alledag in een logisch, betekenisvol kader geplaatst. Het wordt dan gemakkelijker om de<br />

motieven achter de dagelijkse gebeurtenissen te doorzien, antwoorden te vinden op<br />

levensvragen. Kortom, het werkt zingevend.<br />

In veel culturen wordt deze ‘hogere’ staat bijvoorbeeld bereikt via diepe meditatie of door<br />

middel van repetitieve bewegingen die je in trance brengen. In Noord- en Zuid-Amerika<br />

wordt dit gedaan door het gebruik van planten, die bij een rituele manier van inname ook deze<br />

werking blijken te hebben op de mens. Met onder andere ayahuasca komt men in een andere<br />

bewustzijnsdimensie, waarin blijkt dat de logica van alle aardse zaken betrekking heeft tot<br />

deze ‘onzichtbare’ wereld. Zo wordt de Daime dan ook een ‘sacrament’ genoemd. Wie deze<br />

‘Meester Planten’ op een niet sacrale manier gebruikt of zonder een geschikte spirituele<br />

begeleider, loopt het risico in het ‘lagere’ te blijven en heeft zodoende kans op een ‘negatieve’<br />

ervaring. Op de Santo Daime website “A familia de Juramidam” (2008) staat een opsomming<br />

van gebeurtenissen en citaten uit de begintijden van de Santo Daime doctrine. Eén van deze<br />

citaten luidt[63]:<br />

“Het geval wil, mijn broeder, dat zelfs binnen de spiritualiteit een positief en een negatief deel<br />

bestaan. Er is het hogere astrale en het lagere astrale, nietwaar? Wel, als een persoon Daime<br />

drinkt, zich concentreert, zijn trabalho doet en meteen in het hogere astrale duikt, dan is alles<br />

wat hij ziet correct, nietwaar? Maar als hij niet het hogere astrale binnengaat, dan blijft hij in<br />

het lagere en slechts in de ‘alledaagse priet-praat’ [‘disse-me-disse’], dan gaat het niet goed.<br />

Dat kan niet goed gaan, toch?”<br />

Of zoals Groisman (1999: 57) het formuleert:<br />

“De daimisten proberen in hun praktijken te laten zien dat het nodig is deze vormen van<br />

perceptie, de ene materieel en de andere spiritueel, zodat de mens zodoende kan transiteren<br />

tussen beide en het geheel begrijpen waar ze onderdeel van uitmaken. Daarom maken zowel<br />

de zichtbare als de onzichtbare dimensie deel uit van het sacrale. Het evenwicht tussen de<br />

twee vormen van waarneming en het contact met het kosmische heelal zijn de doelstellingen<br />

van spirituele ontwikkeling.”<br />

Kortom, het drinken van Santo Daime is niet een ‘one-way ticket to paradise’, maar meer een<br />

kwestie van ‘oefening baart kunst’.


4. DATA-ANALYSE<br />

Met bovenstaande inleidende hoofdstukken zijn de fundamenten gelegd waarop de velddata<br />

gepresenteerd worden. In dit hoofdstuk wordt de multi-sited casestudy besproken van twee<br />

kerken in een urbane setting: de ene is gesitueerd in het land van herkomst, de andere bevindt<br />

zich overzee. De informatie uit dit hoofdstuk is hoofdzakelijk gebaseerd op het verrichte<br />

veldwerk (interviews) met daarnaast ondersteunende en aanvullende data uit het<br />

literatuuronderzoek. In het volgende hoofdstuk wordt een antwoord op de hoofdvraag<br />

gepresenteerd, geabstraheerd uit onderstaande analyse.<br />

In de inleiding werden de drie kwaliteitscriteria van kwalitatief onderzoek genoemd: interne<br />

validiteit, betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid. Ook zijn reeds enkele methoden genoemd<br />

die in dit onderzoek gebruikt zijn om aan deze criteria te voldoen. Alvorens van start te gaan<br />

met de data-analyse maak ik graag expliciet op welke wijze in dit verband te werk is gegaan<br />

met betrekking tot de verzameling, verwerking en analyse van de gegevens.<br />

Op Florianopolis is een steekproef genomen van een 14-tal respondenten, waarbij gelet is op<br />

een gelijkmatige spreiding in geslacht, leeftijd en in bewoners van de gemeenschap en nietbewoners.<br />

Onder “bewoners” wordt verstaan: personen die op het moment van het interview<br />

woonachtig waren op het grondgebied dat eigendom is van ACEPSJ, hetzij in een eigen huis<br />

of in een gehuurd huis. Onder “niet-bewoners” wordt verstaan: personen die op het moment<br />

van het interview niet woonachtig waren op het grondgebied dat eigendom is van ACEPSJ,<br />

maar wel met regelmaat participeerden aan de spirituele werken die worden gehouden in Céu<br />

do Patriarca São José, het kerkgebouw van ACEPSJ. Onder “regelmaat” wordt verstaan:<br />

minimaal 1 keer per maand. De werving van respondenten op Florianopolis heeft grotendeels<br />

plaatsgevonden door mensen in de leefgemeenschap direct aan te spreken. In tweede instantie<br />

is gebruik gemaakt van de zogenoemde ‘sneeuwbalmethode’, waarbij reeds geïnterviewde<br />

respondenten mij in contact brachten met andere geschikte personen. Tussen het eerste en het<br />

laatste interview zat een periode van ruim 2 maanden.<br />

In Den Haag zijn 4 personen geïnterviewd. Ook deze personen deden allemaal minimaal 1<br />

keer per maand mee aan een Santo Daime ritueel in de Haagse kerk Céu dos Ventos. Deze<br />

respondenten zijn geworven via een door mij geschreven e-mail die door de leiding van de<br />

kerk is verstuurd naar haar leden. Hierop hebben 6 personen gereageerd, waaruit – op basis<br />

van praktische overwegingen – de 4 meest geschikte kandidaten zijn geselecteerd voor een<br />

interview. De interviews hebben plaatsgevonden in een tijdsbestek van 2 weken.<br />

De in totaal 18 respondenten zijn allen onderworpen aan dezelfde vragenlijst. Uiteraard zijn<br />

daarbij aanpassingen geweest met betrekking tot de taal en de situatie. Bij de interviews in<br />

Nederland verliepen de vraaggesprekken wat losser: Er werd soms afgeweken van de<br />

volgorde van vraagstelling en er zijn meer andere onderwerpen naar voren gekomen. Reden<br />

hiervoor is dat van deze personen een ander soort informatie diende te worden verkregen,<br />

namelijk een toespitsing op de aantrekkingskracht van de Santo Daime in een land overzee en<br />

de specifieke situatie in Nederland. Over de ervaringen met Santo Daime en over de situatie<br />

in Brazilië, was reeds vele voldoende data verzameld op Florianopolis. Daarnaast speelt een<br />

rol dat het makkelijker communiceren is in de eigen taal en dat er routine was opgebouwd in<br />

het gebruik van de vragenlijst. Over het algemeen worden hieronder de gegevens<br />

gepresenteerd die geldig zijn voor de hele groep van 18 respondenten. Daar waar relevant, zal


onderscheid gemaakt worden tussen de respondenten uit Florianopolis en die van Den Haag.<br />

Naast deze 18 interviews, is een hoeveelheid informatie afkomstig van de vele formele en<br />

informele vraaggesprekken met sleutelinformanten (religieus leider, arts, muzikant, etc.). Dit<br />

wordt apart vermeld.<br />

Alle interviews zijn opgenomen door middel van een digitale voice-recorder. Tijdens de<br />

interviews heb is bij elke vraag zoveel mogelijk op papier gezet. Ondertussen werden<br />

doorvragen, feedback en oogcontact met de respondent niet vergeten. Gezien de vaak<br />

persoonlijke en diepgaande onderwerpen van de interviews, hebben deze altijd<br />

plaatsgevonden op een rustige plek. Meestal was dit bij de mensen thuis. Andere plaatsen<br />

waren bijvoorbeeld een parkje op het universiteitsterrein, een bidhuisje en het kerkgebouw.<br />

Bij de verwerking van de onderzoeksdata is als volgt te werk gegaan. Gezien de variatie aan<br />

antwoorden op de open vragen, zijn eerst alle genoteerde antwoorden in een Word-bestand<br />

gezet. Voor elke vraag uit het interview werd 1 pagina gebruikt. Onder de vraag werden de<br />

open antwoorden onder elkaar gerangschikt, waardoor lijsten ontstonden van een vraag met<br />

daaronder telkens 18 antwoorden. In tweede instantie zijn deze lijsten aangevuld door de<br />

opgenomen gesprekken af te luisteren. Vanwege het zeer tijdrovende aspect van deze<br />

bezigheid, zijn niet alle interviews volledig afgeluisterd. Het leek mij voor het doel van dit<br />

onderzoek namelijk niet noodzakelijk om elk specifiek detail te achterhalen. Belangrijker was<br />

het ontdekken van een patroon, waardoor afwijkingen vanzelf zouden opvallen. De meer<br />

eenduidige statistische achtergrondvariabelen (zoals geslacht, leeftijd, religie van ouders, e.d.)<br />

zijn in een codeboek gerangschikt en later geanalyseerd met behulp van eenvoudige<br />

kruistabellen en sorteerfuncties van het programma SPSS. Dit laatste is ook gedaan met de<br />

korte straatinterviews die zijn afgenomen bij 100 mensen verspreid over het eiland om de<br />

algemene kennis en mening te peilen van de bewoners van Florianopolis over de Santo<br />

Daime.<br />

Van de genoemde lijsten met antwoorden is zowel een ‘verticale’ analyse gedaan, als een<br />

‘horizontale’. Met ‘verticale’ analyse bedoel ik dat er per vraag is gekeken naar alle gegeven<br />

antwoorden, op zoek naar een betekenishebbende lijn of patroon in de beantwoording. In<br />

geval er sprake was van een sterk afwijkend antwoord, heb ik getracht hiervoor een verklaring<br />

op te sporen. Meestal was deze gelegen in een specifieke gebeurtenis of ervaring van de<br />

persoon in kwestie. Dit is de ‘horizontale’ analyse, waarmee per persoon is gekeken of er een<br />

bepaald patroon was te ontdekken in zijn of haar antwoorden. Zo is bijvoorbeeld de 23-jarige<br />

dochter van de religieuze leider van Céu do Patriarca São José geïnterviewd. Zij kwam in de<br />

gemeenschap wonen toen zij slechts 25 dagen oud was (afwijking bij ‘verticale’ analyse).<br />

Logischerwijs is haar hele leven veel meer verbonden met de Santo Daime religie dan die van<br />

personen die op volwassen leeftijd ermee in aanraking kwamen (‘horizontale’ analyse).<br />

Het gevaar bestaat om via deze analyse-methode te stuiten op speculaties en valse aannames.<br />

Om de validiteit en de generaliseerbaarheid van de voorlopige conclusies te controleren, zijn<br />

de onderzoeksdata naast bevindingen van andere wetenschappers gelegd. De vele<br />

verwijzingen naar literatuur mogen reeds zijn opgevallen in al het voorgaande. Ook in de<br />

data-analyse hieronder wordt regelmatig verwezen naar eerdere onderzoeken. Daar waar geen<br />

of te weinig toetsmateriaal beschikbaar was, is de informatie simpelweg achterwege gelaten.<br />

Onderstaande data-analyse wordt overigens niet gepresenteerd als een lange opsomming van<br />

aantallen en percentages, maar als een gestructureerd verhaal. De analyse komt als het ware<br />

vanuit de respondenten zelf, die vertellen over hun ervaringen met de Santo Daime, vanaf het<br />

allereerste contact tot aan de meest recente belevingen. Dit is precies het hoofdkenmerk van


kwalitatief onderzoek: de gegevens worden pas interessant wanneer zij betekenis krijgen in<br />

hun context.<br />

Met het oog op de drie kwaliteitscriteria van kwalitatief onderzoek nog even het laatste.<br />

Tijdens de interviews, de dataverwerking en de verslaggeving heb ik getracht mij zo veel<br />

mogelijk te verplaatsen in de denk- en belevingswereld van de respondent. Gezien het feit dat<br />

de levensvisie van de Santo Daime niet ver weg staat van mijn eigen visie, was dit doorgaans<br />

niet moeilijk. Wel was het soms lastig zodra het ging over ervaringen met de drank, zoals<br />

visioenen, exorcisme, wonderbaarlijke genezingen, waarneming van doorgaans ‘onzichtbare’<br />

entiteiten en de tijdelijke incorporering van een andere ziel. Vanwege deze moeilijkheid,<br />

worden niet al deze zaken besproken. Zoals in de inleiding vermeld, kan ik ze vooralsnog<br />

alleen maar als waarheid aannemen.[64] Dat ik ze zelf niet ervaren heb, wil voor mij niet<br />

zeggen dat ze niet bestaan, noch kan ik geloven dat al mijn respondenten en alle ayahuasca<br />

drinkers op aarde deze verhalen verzinnen. Wij kunnen deze zaken aannemen als feiten, net<br />

als wanneer we aannemen dat de aarde bol is en dat alle materie is opgebouwd uit atomen.<br />

Wat dat betreft schaar ik mij achter de visie van cardioloog en onderzoeker Pim van Lommel,<br />

die onlangs het boek “Eindeloos bewustzijn” publiceerde, een verslag van zijn uitvoerige<br />

onderzoek naar bijna-dood-ervaringen. In het programma Kruispunt van 21 januari 2008 stelt<br />

hij het volgende:<br />

“Als er 600.000 mensen [in Nederland] dit soort ervaringen kunnen hebben en veel meer<br />

mensen nog andere soorten ervaringen hebben die met non-lokaal bewustzijn te maken<br />

hebben, dan weet ik dat de materialistische wetenschap zoals we die nu kennen tekortschiet<br />

om dit soort bewustzijnservaringen te verklaren.”[65]<br />

4.1 Sociaal-economische achtergrond<br />

Van de 14 respondenten of Florianopolis waren er 8 woonachtig in de Santo Daime<br />

gemeenschap, waarvan 4 vrouwen en 4 mannen. Van de 6 niet-bewoners, waren er 4 mannen<br />

en 2 vrouwen. Van de 8 bewoners van de gemeenschap op Florianopolis, zijn er 4 die er<br />

wonen sinds de stichting en die de ACEPSJ dus mede-opgericht hebben. Een uitzondering<br />

daarop vormt een dochter van Enio, die 25 dagen oud was toen ze er kwam wonen. De<br />

overige 4 bewoners hebben zich er maximaal 5 jaar geleden gevestigd. Het was aanvankelijk<br />

mijn bedoeling om personen te interviewen vanaf 16 jaar, maar omdat er op Florianopolis in<br />

geen velden of wegen adolescenten waren te vinden die bij de Santo Daime zijn aangesloten,<br />

is de spreiding in leeftijd als volgt: 5 personen tussen de 22 en 35, 4 personen tussen de 36 en<br />

51, 5 personen tussen de 51 en 71.<br />

Zoals gezegd is bij de keuze van de 4 respondenten uit Den Haag niet gelet op een specifieke<br />

verdeling. Toevallig betreft het 2 mannen en 2 vrouwen, waarvan 2 woonachtig in Den Haag,<br />

1 in Oegstgeest en 1 in Sassenheim.<br />

Opvallend is het algemeen hoge opleidingsniveau. Maar liefst 10 respondenten hebben een<br />

universitaire opleiding genoten en 5 andere hebben een opleiding van een niveau<br />

vergelijkbaar met of gelijk aan HBO. Deze 15 personen oefenen op dit moment beroepen uit<br />

op middelbaar tot universitair niveau, met name in het onderwijs (6) en in de zorg (3). Er zijn


slechts 3 personen met een laag beroepsniveau. Deze personen hebben slechts hun basisschool<br />

of middelbare school afgemaakt. Toen ik deze personen interviewde, hadden ze mij<br />

gemakkelijk wijs kunnen maken dat zij wel een universitaire achtergrond hebben. Over het<br />

algemeen kwam iedereen namelijk op mij over als intelligent. Niet alleen leken alle<br />

respondenten veel kennis van zaken te hebben, men leek ook welbespraakt en zeer goed in<br />

staat om zich uit te drukken, al waren mijn vragen niet altijd eenvoudig. Intelligentie zat<br />

daarnaast bijvoorbeeld ook in hoe ze zichzelf presenteerden, de manier waarop ze met<br />

anderen omgaan en een gezond gevoel voor humor. Na dit onderzoek zit intelligentie mijns<br />

inziens derhalve niet alleen in het verstandelijke vermogen, maar vooral in de mate, vorm en<br />

niveau van bewustzijn.<br />

Gezien het eerder beschreven economische systeem van ACEPSJ en de algemene visie dat<br />

spirituele rijkdom belangrijker is dan het bezitten van materiële eigendommen, leeft men in<br />

die gemeenschap een eenvoudig bestaan. Naast de ‘verwachte’ activiteiten van iedere dag, te<br />

weten (vrijwilligers)werk, studie, huishouden, familie en hobbies, hebben de gemeenschap en<br />

de spirituele werken een belangrijke plaats in het dagelijks leven. De huizen van de bewoners<br />

zijn klein, maar praktisch ingericht. Vanwege de lastige bereikbaarheid, gecombineerd met<br />

het beperkte openbaar vervoer ter plaatse, hebben veel bewoners een eigen auto, motor of<br />

fiets. De bewoners hopen op een dag geheel zelfvoorzienend te zijn als gemeenschap. Zoals<br />

het nu is, is de gemeenschap echter nog niet voldoende ontwikkeld om voor iedereen<br />

voldoende bestaansmiddelen en arbeid te verschaffen. Veel bewoners spenderen de meeste<br />

tijd buiten de gemeenschap, vanwege studie, werk en andere activiteiten. Voor de Santo<br />

Daime adepten in Nederland geldt een andere situatie, ten eerste omdat er geen sprake is van<br />

een gemeenschap midden in de bossen. Men woont en werkt in de stad. Bovendien bestaat in<br />

Nederland een hogere levensstandaard. Desalniettemin, na de huizen van 5 Nederlandse<br />

adepten te hebben bezocht, kan ik concluderen dat eenvoud heerst, zowel in omvang en<br />

inrichting van de huizen, als in persoonlijk overkomen van de bewoners.<br />

Hoewel de respondenten er niet op zijn geselecteerd, betrof het in Florianopolis allemaal<br />

fardados, behalve 1 jongeman, die dit een maand na het interview zou gaan doen. In<br />

Nederland waren maar liefst 2 van de 4 geen fardados. Deze aantallen zijn niet groot genoeg<br />

om iets te zeggen over de algemene trend hierin, maar het gegeven is op zijn minst opvallend<br />

te noemen. Zou men in Nederland meer de kat uit de boom kijken? Een niet-fardada uit Den<br />

Haag zei: “De Santo Daime is niet mijn eindhalte, ik denk dat ik niet lang bij de Santo Daime<br />

blijf. Ik denk niet dat het een verheerlijkend middel is.” Nou moet ik erbij opmerken, dat deze<br />

vrouw ten tijde van het interview nog maar 6 maanden terug voor het eerst Daime had<br />

gedronken. Hoewel ik hier niet specifiek naar gevraagd heb, bleek namelijk dat in totaal<br />

ongeveer de helft van de ondervraagden in het begin een periode heeft meegemaakt waarin ze<br />

geen Daime wilden drinken. Na maanden of jaren besloten ze het toch weer op te pakken,<br />

omdat ze voelden dat het hen goed had gedaan. Het had hen genezen van fysieke kwalen, hun<br />

zelfkennis vergroot, inzicht gegeven in hun (al dan niet gezonde) relaties met andere personen<br />

of leringen gegeven van de kosmos (Metzner 2006: 249).<br />

Iets meer dan de helft (8) van de respondenten was getrouwd, de anderen waren alleenstaand<br />

(3), gescheiden (5) of weduwe (2). Maar liefst 13 personen hadden kinderen, waarvan 8<br />

personen minstens één kind hadden die op jonge of op volwassen leeftijd fardado is<br />

geworden. Alle ondervraagden uit Nederland hadden kinderen, maar alleen de kinderen van<br />

twee fardados hadden Daime laten gedronken. Er waren geen kind-fardados onder hen. Een<br />

respondent vertelde mij dat vanwege de delicate positie van de Santo Daime in Nederland,<br />

men uiterst voorzichtig is in het betrekken van kinderen. In Brazilië valt het wettelijk onder de


verantwoordelijkheid van de ouders en doen kinderen vanaf twee- of driejarige leeftijd soms<br />

al mee aan een ceremonie. Zij krijgen slechts een heel klein beetje Daime, in “homeopatische<br />

doses”, zoals een respondent vertelde. Er bestaan speciale kinderwerken, de zogenaamde<br />

trabalho das crianças, maar doorgaans doen zij mee met het werk van de ouders. Zij<br />

participeren spelenderwijs en het wordt niet van hen verwacht dat ze het hele ritueel<br />

volhouden. Als ze er genoeg van hebben, gaan ze andere dingen doen, bijvoorbeeld buiten<br />

spelen of ze worden op bed gelegd door hun ouders. Soms is er een speciale plaats<br />

aangewezen voor kinderen, waar een volwassene op hen let, terwijl de ouders in de kerk<br />

verder gaan. Zo lang ze zich in de kerk bevinden wordt wel van hen verwacht dat ze meedoen<br />

en dit is iets waar de ouders op dienen te letten, om anderen niet te storen in hun spiritueel<br />

werk. Meerdere keren heb ik horen vallen dat kinderen serieuzer kunnen zijn tijdens een<br />

ceremonie dan sommige volwassenen. Niet zelden willen zij uit zichzelf Daime drinken. Zij<br />

wijzen ernaar of zeggen het, drinken het (ondanks de sterke bittere smaak) en gaan net als alle<br />

volwassenen in de rij dansen en zingen, precies zoals het hoort en urenlang. Wanneer een<br />

zwangere moeder Daime drinkt, wordt gezegd dat het kind met Daime geboren wordt. “En als<br />

de Daime eenmaal in je zit, blijft het werken.”<br />

4.2 Opvoeding en religie<br />

Dat het katholicisme de grootste religie van Brazilië is, is ook te merken onder de adepten van<br />

de Santo Daime. Maar liefst 12 van de 14 ondervraagden op Florianopolis verklaarde geheel<br />

of gedeeltelijk katholiek te zijn opgevoed. In Nederland waren 3 van de 4 respondenten<br />

hervormd of gereformeerd opgevoed. Andere religies die van grote invloed zijn geweest in de<br />

levens van de ondervraagden zijn met name het spiritisme van Allan Kardec en umbanda. Een<br />

enkele keer is verder het boeddhisme genoemd en andere stromingen, zoals astrologie en<br />

communisme.<br />

Afgezien van de enige twee respondenten die Santo Daime als religie van opvoeding noemde,<br />

was er niemand die de religie van hun ouders helemaal heeft geadopteerd. Sommigen (4)<br />

zeiden nog steeds veel herkenning erin te vinden en ervaren de Santo Daime als een<br />

bevestiging, maar versterking op het geloof van hun ouders. De meesten (11) echter, waren<br />

het op belangrijke punten oneens met de van huisuit meegekregen religie, zoals het geloof in<br />

het bestaan van een hel en het niet aannemen van geloof in reïncarnatie. Wel waren ze er<br />

dankbaar voor dat ze op jonge leeftijd al vertrouwd waren met het geloven zelf en met de<br />

Bijbelse figuren, waarbij voornamelijk de figuur van Jezus Christus werd genoemd. Dit<br />

erkenden zelfs die personen (4) die in eerste instantie verklaarden dat het geloof van hun<br />

ouders hen “nergens toe gediend” had, zoals bijvoorbeeld deze:<br />

“Mijn ouders zijn katholiek, maar het diende mij niet, het hielp mij niet. Ik begreep veel<br />

dingen niet en vond de mis heel saai. Het is heel strikt en gedateerd. Ik ging wel graag in m’n<br />

eentje naar de kerk. Ik wilde me direct met God verbinden, zonder een intermediair, zoals een<br />

pater.”


“Mijn vader was gereformeerd, mijn moeder was niks. (...) Met geloven kan ik niets, ik wil<br />

zien en ervaren. Geloof geeft een eigen interpretatie op de teksten van vroeger, daar kan ik<br />

niks mee. Ze maken zichzelf daarmee bang door dogma’s.”<br />

4.3 De eerste keer<br />

De achtergronden en motieven die leiden tot het besluit om voor het eerst Daime te drinken<br />

zijn gevarieerd en staan in verband met de levensgeschiedenis van de persoon in kwestie. Ook<br />

de effecten van die eerste keer kunnen van persoon tot persoon sterk verschillen. De vele<br />

achtergronden, motieven en effecten van een eerste ervaring met ayahuasca die tijdens de<br />

interviews gehoord zijn, tonen wel een gemeenschappelijk patroon: de wil en de noodzaak om<br />

te genezen door middel van transformatie. Deze transformatie bestaat uit het loslaten van die<br />

lichamelijke, psychische en spirituele gewichten die persoonlijke ontwikkeling in de weg<br />

staan.<br />

Iets meer dan de helft (10) van de ondervraagden liet weten dat het eerste contact met Santo<br />

Daime is ontstaan in een situatie van ernstige ziekte, een moment van grote persoonlijke crisis<br />

of problemen in de relatie met derden. Bij de anderen (7) was het de wil om zichzelf beter te<br />

leren kennen en antwoord te vinden op bepaalde vragen.[66] Via derden (familie, vrienden,<br />

toevallige ontmoetingen) of via studie (universiteit, boeken, internet) kwamen zij te weten van<br />

het bestaan van Santo Daime en zagen dit als een mogelijke weg of leerschool tot verbetering<br />

van zichzelf, oftewel genezing. Velen noemen de drank daarom een leraar of medicijn.<br />

“Mensen komen hier drinken óf vanwege gezondheid, óf voor zelfkennis, óf uit<br />

nieuwsgierigheid. Die alleen uit nieuwsgierigheid komen, die blijven meestal niet,” aldus een<br />

mede-oprichtster van ACEPSJ mij.<br />

In het vorige hoofdstuk is verteld dat het besluit om te initiëren in de Santo Daime kan<br />

geschieden via een droom of visioen. Eén van mijn respondenten vertelde hoe hij ertoe kwam<br />

om Daime te drinken. Hij is geen fardado, maar onderstaand verhaal illustreert wel hoe een<br />

dergelijke ‘roeping’ kan geschieden:<br />

“Zo’n anderhalf jaar voordat ik met Santo Daime in contact kwam, zag ik het in een droom. Ik<br />

ging in die droom naar een kerk waar een ritueel gehouden met een militaire ceremonie. Er<br />

vond een stervens- en opstandingsritueel plaats. Er werd een soort groene thee gedronken en<br />

na afloop was er een uitwisseling van ervaringen. Een soort essentie van herkenning van<br />

religie. Zo werd dat in die droom getoond. Er was een innerlijk gevecht in mij. Een deel ervan<br />

wilde er naartoe, maar een deel niet. Ik wist niet van het bestaan van Santo Daime, maar naam<br />

werd genoemd in de droom. ’s Ochtends wist ik het niet meer, was het nou ‘SMED’ of was<br />

het een ‘S’ met een ‘D’? Ik wist het gewoon niet meer. Een jaar later kwam ik iemand tegen<br />

en kwam die droom ter sprake. Hij zei: ‘Je hebt het natuurlijk over Santo Daime’. Toen ik<br />

later een kijkje ging nemen in de kerk in Den Haag, zag ik het allemaal gebeuren, de dingen<br />

uit mijn droom. Ik dacht: ‘Ik zit hier wel goed’.” [67]


Volgens de ondervraagden zijn er sommige mensen die de drank uitproberen ter amusement,<br />

zoals in de wijze waarop alcohol of partydrugs vaak geconsumeerd worden. Ze denken dat de<br />

Santo Daime kerk een plaats is waar mensen (recreatief) komen ‘trippen’.[68] Een kerk is<br />

echter een plaats waar mensen bijeenkomen om zich te verbinden met God. Hoewel ik geen<br />

personen heb geïnterviewd die het bij één keer hebben gehouden en hun motieven hiervoor<br />

niet ken, is mij duidelijk dat het een weg is die niet voor iedereen geschikt is. “O Daime é<br />

para todos, mas não todos são pro Daime” (“De Daime is voor iedereen, maar niet iedereen is<br />

voor de Daime”), zo werd mij gezegd. Sterke wilskracht en de juiste intentie zijn vereist,<br />

want:<br />

“Het is niet lekker (gruwelijk). Het geeft welzijn, maar geen extase. Geen plezier of genot,<br />

ook al zie je mooie dingen. Je moet je concentreren, in evenwicht zijn en te allen tijde alert.<br />

Serieus werken. Bovendien weet je nooit van te voren wat je zult gaan voelen.”<br />

Slechts 6 van de 14 respondenten uit Florianopolis dronken voor het eerst Daime in Céu do<br />

Patriarca São José. De anderen hadden de drank leren kennen in de Santo Daime kerken van<br />

São Paulo, Rio de Janeiro en Porto Alegre. Één persoon beleefde de eerste ayahuasca-ervaring<br />

in een UDV-kerk en een laatste ontdekte het bij de Guarani-Indianen.<br />

Niet zelden heb ik gehoord van mensen die van hun eerste ervaring zodanig schrokken, dat ze<br />

er in eerste instantie vanaf zagen. Even later merkten ze dat de ervaring hen wel had<br />

geholpen. Bij sommigen waren bijvoorbeeld bepaalde medische klachten ‘zomaar’<br />

verdwenen. Ze hadden het gevoel zich “schoner”, “lichter”, “jonger” of “gezonder” te voelen<br />

dan ervoor en kregen het gevoel meer over zichzelf en de kosmos te hebben geleerd. Op zoek<br />

naar verdere genezing en grotere zelfkennis, besloten zij alsnog de weg van de Santo Daime<br />

te vervolgen, soms na enkele maanden, soms pas jaren later.<br />

4.4 Participatie en frequentie<br />

Céu do Patriarca São José organiseert maandelijks 6 tot 8 spirituele werken, zonder de oração<br />

mee te tellen, die iedere zondagavond wordt gehouden. In de maanden juni en december<br />

worden meerdere werken georganiseerd in verband met de zomer- en winterfestivals. Ook<br />

tijdens de feitio is de sequentie anders, aangezien er dan dagelijks Daime wordt gedronken.<br />

Wie de maandelijkse bijdrage betaalt, heeft toegang tot deelname aan zo’n 5-6 werken per<br />

maand, waaronder de 2 concentratiewerken en alle officiële werken.<br />

Céu dos Ventos kent een iets lagere frequentie van trabalhos per maand, te weten 4 tot 7,<br />

waarvan meestal één werk met alleen Santa Maria, dus geen Daime. Dat er in Den Haag<br />

minder werken georganiseerd worden heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat er een<br />

kleiner aantal participanten is dan in Florianopolis. Ook kan het komen doordat men niet in<br />

een geïsoleerde gemeenschap woont, maar midden in een grote stad, hetgeen een ander<br />

levensritme vereist. De maandelijkse bijdrage geeft toegang tot 3 werken per maand, te weten<br />

de 2 concentraçoes en een cura. De officiële werken worden meestal tezamen met de kerk in<br />

Amsterdam gehouden en hiervoor geldt een extra bijdrage.


Van de respondenten op Florianopolis trachtte maar liefst tweederde (9) zoveel mogelijk mee<br />

te doen aan alle Santo Daime werken. Zij richtten hun leven er helemaal naar in. De enige<br />

door hen genoemde reden om een keer niet te gaan zou ziekte zijn. Ook werden werk en<br />

familie genoemd. Eén respondent die zo’n 3 uur reizen van de gemeenschap vandaan woont<br />

noemde verder gebrek aan tijd, geld of bereikbaarheid. Van 2 ondervraagden op Florianopolis<br />

is de frequentie van participatie niet bekend. De overigen (3) gaan zo’n 2-3 keer per maand.<br />

Alledrie verklaarden op dat moment daaraan voldoende te hebben. De een koos ervoor zich<br />

daarnaast meer te richten op het sociale leven, de ander gaf werk en familie de prioriteit.<br />

In Den Haag zeiden 3 van de 4 respondenten in ieder geval 3 keer per week naar de trabalhos<br />

te gaan, namelijk naar de concentraties op de 15 e en de 30 e van iedere maand en naar de<br />

trabalho de cura. Daarnaast gaat men regelmatig naar een hinario, vaak in Amsterdam. De<br />

vierde ondervraagde verklaarde nu, na ruim 10 jaar, een beetje afstand te hebben genomen<br />

van de Santo Daime en zich meer thuis te voelen bij de umbanda. Als belangrijkste motief om<br />

niet naar een Santo Daime werk te gaan werd werk genoemd (op de volgende dag).<br />

4.5 Naleving van regels<br />

Het is reeds ter sprake gekomen dat de respondenten hun geloof niet als dogmatisch,<br />

indoctrinerend of verplichtend ervaren. Integendeel zelfs, over het algemeen men verklaarde<br />

binnen de Santo Daime grotere vrijheid te ervaren dan bij andere gefrequenteerde religies. Ik<br />

ondervroeg mijn respondenten naar de invloed van hun religie op hun dagelijks leven en naar<br />

hoe zij het ervaren om de regels na te leven die inherent zijn aan fardados. Deze zaken ervaart<br />

men als vanzelfsprekend ervaren en als zeer positief. Ze werden meer als<br />

verantwoordelijkheden gezien, dan als verplichtingen. Er is niemand die verklaarde zich<br />

gelimiteerd te voelen, behalve één persoon in Nederland: “De Santo Daime regels omtrent<br />

binding tot God komt eigenlijk in alle religies voor. Maar ik voel een vrijheidsbeperking bij<br />

de werken, qua voorschriften, en er is een hiërarchie. (...) Santo Daime heeft teveel regeltjes<br />

en paperassen”. Desalniettemin blijft deze persoon participeren.<br />

Veel respondenten (7), allen uit Florianopolis, zeiden dat de Santo Daime invloed heeft op<br />

hun dagelijks leven in alles wat ze doen. Andere noemden slechts aspecten van hun dagelijks<br />

leven. Er werden gedragsveranderingen genoemd, zoals het eten van minder vlees, een<br />

veranderd seksleven en het matigen van alcohol en roken. Daarnaast werden aanpassingen<br />

genoemd in het persoonlijke karakter en gewijzigde opvattingen over de dingen des levens,<br />

zoals een toename van helderheid, begrip, zorg, aandacht, bewustheid, structuur, ethiek,<br />

respect, dank, waardering en waardigheid. Op het fysieke vlak voelt men zich gezuiverd en<br />

gezonder. Men heeft geleerd in het heden te leven in plaats van in het verleden of in de<br />

toekomst.<br />

De regels die inherent zijn aan fardados, worden niet als strikt of zwaar ervaren. Sommige<br />

respondenten zeiden er in het begin wel moeite mee te hebben gehad om zich aan de regels te<br />

houden, omdat ze het ervaarden als abstinenties of omdat ze totale toewijding en discipline<br />

vergden. Vrij snel zagen ze het als een goede zorg voor zichzelf en dat ze een diepere<br />

betekenis hebben binnen hun context: “Men heeft de tendentie te rebelleren tegen regels, maar<br />

ze bestaan voor ons bestwil”, aldus een respondent. Een ander legde uit: “Als fardado sluit je<br />

een compromis die je moet nakomen. Het is niet zo strikt. Als je niet kunt, dan heb je niet de<br />

verplichting. Maar je moet doen wat je belooft. Daarom nodigen wij geen anderen uit, je kunt


je zelf compromitteren. Het is geen gearrangeerd huwelijk.” De keuze tot die compromis is<br />

geheel zelfstandig, maar die keuze impliceert een verantwoordelijkheid. Als je het akkoord<br />

sluit met de spirituele school om jezelf te ontwikkelen, dan moet je natuurlijk wel naar de<br />

lessen gaan.<br />

Om mee te doen aan Santo Daime werken is het overigens niet verplicht om je te initiëren. Je<br />

kunt ook als niet-fardado aangesloten zijn. Het toeval wil dat op Florianopolis niet een<br />

dergelijk persoon is geïnterviewd, maar in Nederland wel. Deze persoon was 53 jaar oud en al<br />

zo’n 2,5 jaar aangesloten bij de Haagse kerk, maar van mening nog teveel met zichzelf in<br />

gevecht te zijn om te besluiten fardado te worden en verklaarde er sowieso niet voor te voelen<br />

om zich in het leven nog ergens aan te committeren. Op Florianopolis vertelde een 22-jarige<br />

ondervraagde mij het tegenovergestelde: “Je moet je in het leven wel aan bepaalde dingen<br />

committeren om spirituele groei te bereiken.” Ook hieruit blijkt dat het besluit om zich in de<br />

Santo Daime te laten initiëren en zich zodanig te binden aan bepaalde verantwoordelijkheden<br />

uiteindelijk een persoonlijke kwestie is.<br />

Van de andere kant, wie eenmaal fardado is, blijft het zijn hele leven. Je hebt de ster (op je<br />

borst) gekregen en die blijft bij je. Durkheim omschrijft initiatieriten zoals de fardamento als<br />

een transformatie van een profaan naar een sacraal leven:<br />

“Initiation is a long series of rites to introduce the young man into religious life. For the first<br />

time, he comes out of the purely profane world, where he has passed his childhood, and enters<br />

into the circle of sacred things. This change of status is conceived not as a mere development<br />

of preexisting seeds but as a transformation totius substantiae. At that moment, the young<br />

man is said to die, and the existence of the particular person he was, to cease –<br />

instantaneously to be replaced by another. He is born again in a new form. Appropriate<br />

ceremonies are held to bring about the death and the rebirth, which are taken not merely in a<br />

symbolic sense but literally. Is this not proof that there is a rupture between the profane being<br />

that he was and the religious being that he becomes?” Durkheim (1995 [1912]: 42, cursivering<br />

oorspronkelijk).<br />

Het is mede in deze zin dat vele respondenten verklaarden te zijn “wedergeboren” met de<br />

Santo Daime. Dit wil echter niet zeggen dat je voor de rest van je leven verplicht bent om naar<br />

de Santo Daime werken te gaan, noch dat je enige andere verplichting hebt jegens derden of<br />

jegens de kerk. Zoals de uitleg hierboven, je moet niets doen waar je niet zelf achter staat en<br />

een mens kan van mening veranderen. Ik heb hierover verder niemand geïnterviewd, maar<br />

mijn interpretatie van deze levenslange verbinding is de volgende. Het kenmerk van een<br />

spirituele school is dat je nooit bent afgestudeerd. Er bestaat geen diploma voor dit soort<br />

kennis, want het is oneindig. Een mens is nooit klaar met zichzelf en het bestaan te ontdekken.<br />

Een Nederlandse respondent formuleerde het als volgt: “Je innerlijke bibliotheek is<br />

eindeloos”. Dat je aanvankelijk de Santo Daime als leerschool hebt gekozen, wil niet zeggen<br />

dat je niet misschien elders een beter geschikte school vindt of dat je om persoonlijke redenen<br />

ervoor kiest niet meer naar school te gaan, hetgeen zeker niet uitsluit dat je ondertussen op<br />

een andere manier leert. Uiteindelijk heeft elk mens een eigen leerweg en gaat het erom dat<br />

persoonlijke pad te allen tijde te volgen. We zagen al een voorbeeld van iemand die zich na<br />

10 jaar heeft gedistantieerd en nu verder gaat in een andere religie, de umbanda. Deze vrouw


gaat soms nog steeds naar een Santo Daime werk, maar niet meer zo frequent. Hoe anderen<br />

ermee omgaan, is mij onbekend. Om deze vraag nauwkeuriger te beantwoorden, zouden meer<br />

personen in een dergelijke positie hierover ondervraagd moeten worden.<br />

4.6 Familie en vrienden<br />

Afgezien van de twee jongste ondervraagden kan gesteld worden dat vrijwel alle<br />

ondervraagden staan of hebben gestaan in een positie waarin zij (bijna) de enige zijn die<br />

Daime drinkt binnen de familie. Sommigen waren de eerste van de familie en hebben<br />

inmiddels meerdere Daime-drinkende familieleden:<br />

“Ik was de eerste, nu zijn er 7 familieleden die Daime drinken. Ik heb veel vrienden binnen de<br />

Daime, maar ik heb er maar 2 of 3 buiten de Daime. Mijn andere broers en zussen hebben er<br />

moeite mee om het te accepteren, maar ze hebben het ook nooit gedronken. We hebben een<br />

zekere afstand tot elkaar, we praten niet veel met elkaar.”<br />

Anderen zijn op dit moment (nog steeds) een van de weinigen die binnen de familie bij deze<br />

religie is aangesloten. De oudere respondenten deelden hun religie over het algemeen met<br />

enkele broers, zussen, partner en/of kinderen. In een enkel geval heeft ook een van de ouders<br />

het een keer geprobeerd, maar ik heb slechts 1 geval gehoord waarbij de moeder uiteindelijk<br />

bij de Santo Daime is aangesloten. Vrijwel alle respondenten vertelden dat ze uiterst<br />

voorzichtig zijn met het inlichten van familieleden, omdat er grote kans bestaat op negatieve<br />

vooroordelen. Die personen van wie de familie het inmiddels weet, hebben in het verleden<br />

een moeilijke tijd gehad, bijvoorbeeld omdat hij of zij voor gek werd uitgemaakt of uit angst<br />

en bezorgdheid van vooral ouders. In de meeste gevallen heeft familie het inmiddels<br />

geaccepteerd, omdat ze zien dat het de persoon goed doet. Hoe familieleden reageren bleek<br />

erg afhankelijk te zijn van hun eigen (levensbeschouwelijke) achtergrond. Eén van de eerste<br />

bewoners van de gemeenschap op Florianopolis vertelde:<br />

“In het begin was het heel moeilijk. Ik woonde in Porto Alegre, ik had goed geld verdiend met<br />

werken en we hadden een redelijk luxe leventje met een eigen huis en een auto. Toen heb ik<br />

alles weggedaan en aan deze gemeenschap geschonken. Op papier bezat ik toen helemaal<br />

niets meer. Nu hebben we gewoon wat we nodig hebben. Onze familie en vrienden begrepen<br />

dit eerst niet, dat we al onze bezittingen hebben verlieten. Maar later zagen ze dat ik niet gek<br />

was!”<br />

In eerste instantie is het opvallend dat op Florianopolis meestal 1 of meerdere kinderen van de<br />

respondent ook Daime drinkt, terwijl in Nederland in 2 van de 4 gevallen de kinderen niet de<br />

religie van hun ouder(s) heeft aangenomen of er zelfs niets vanaf weten. De opmerkingen<br />

waren: “Mijn kinderen denken dat mams aan de drugs is” en “Onze kinderen weten het niet,


we vertellen ze dan dat we naar een meditatiecursus zijn”. Het is net of het op Florianopolis<br />

vanzelfsprekender was dat kinderen het op een gegeven moment ook probeerden en zich<br />

eventueel aansloten. Echter, er zijn in Nederland te weinig interviews gedaan om te<br />

concluderen dat hierin een benoemenswaardig verschil zou zijn met Florianopolis.<br />

Ten opzichte van vrienden lag communicatie en acceptatie over het algemeen wat<br />

gemakkelijker. Sowieso bestond de vriendenkring van de meeste respondenten grotendeels uit<br />

mensen van de kerk. Op Florianopolis gold dit met name voor de bewoners van de<br />

gemeenschap. Voor zover zij nog vrienden hebben buiten de gemeenschap, zijn zij er al jaren<br />

van op de hoogte dat de respondent in de gemeenschap woont en dus deelneemt aan de Santo<br />

Daime rituelen. Sommigen hebben vriendschapsrelaties verbroken, niet alleen vanwege een<br />

gebrek aan begrip of acceptatie, maar soms ook omdat zij op een gegeven moment inzagen<br />

dat een bepaalde relatie hen niet goed deed. Het verliezen van dit contact wordt gezien als<br />

behorend bij het proces van zuivering door het loslaten van het verleden. Voor de nietbewoners<br />

van de gemeenschap geldt dat zij nog steeds veel vrienden hebben die niet van<br />

Santo Daime zijn. Over het algemeen bestaat er een onderlinge acceptatie en openheid, maar<br />

in sommige gevallen zwijgt men over het onderwerp om problemen te voorkomen.<br />

4.7 Mening van buitenstaanders<br />

Voor een peiling van de algemene opvattingen en meningen over de Santo Daime, heb ik op<br />

Florianopolis bij 100 personen een straat enquête gehouden. Om te zorgen voor een aselecte<br />

steekproef, heb ik willekeurig mensen gevraagd die zich bevonden op openbare plaatsen,<br />

zoals een busterminal, winkelcentrum of strand. Om zo groot mogelijke spreiding te krijgen,<br />

heb ik dit op 5 verschillende delen van het eiland gedaan: noord, oost, zuid, centrum (west) en<br />

universitair centrum (west). In elk deel hebben zo 20 personen mijn enquête ingevuld.[69] De<br />

korte vragenlijst bestond uit het invullen van enkele achtergrondgegevens (leeftijd, geslacht,<br />

woonplaats en beroep) en het beantwoorden van de volgende 3 vragen: (Hoe) kent u de Santo<br />

Daime? Zou u er een korte beschrijving van kunnen geven? Wat is uw mening over deze<br />

religie?<br />

Van de 100 personen zei 64% nooit van Santo Daime te hebben gehoord en kon hier verder<br />

niets over vertellen. Ook de 9% die er alleen maar van gehoord had, achtte zichzelf niet in<br />

staat om er verder iets over te zeggen. De groep die in deze analyse relevant is, is de 27 % die<br />

zei de Santo Daime wel te kennen en die over het algemeen antwoord gaf op de overige 2<br />

vragen.<br />

Gekeken naar de mening van deze 27 personen, kan gesteld worden dat er 30% (8) een<br />

overwegend positieve en 19% (5) een overwegend negatieve mening hebben over de Santo<br />

Daime. Iets meer dan de helft (14) had een neutrale houding, was sceptisch of kon zich (nog)<br />

geen mening vormen. Van de 17 personen die in contact hebben gestaan met de Santo Daime<br />

(via familie, vrienden, kennissen of door zelf een bezoek te hebben gebracht) hebben er 8 een<br />

positieve mening, 6 neutraal en slechts 3 staan er negatief tegenover. Van die personen die er<br />

alleen via de media (internet, boek, tijdschrift, televisie) van gehoord hebben, gaf niemand<br />

een positieve mening, 8 stonden neutraal en 2 negatief. Ik concludeer hieruit dat die<br />

ondervraagden die persoonlijk of via andere mensen in contact staan met de Santo Daime een<br />

overwegend positieve mening hebben, terwijl die personen die alleen via de media meestal<br />

gehoord hebben neutraal of negatief antwoordden. Bovendien valt op dat 5 van de 8 met een


positieve mening ook een redelijk complete beschrijving konden geven van wat Santo Daime<br />

is, terwijl van de 5 met een negatieve mening slechts 1 persoon hiertoe in staat was.<br />

De genoteerde negatieve meningen luiden als volgt: “Die mensen zijn gekken” (3), “Het is<br />

een gesloten gemeenschap met eigen concepten” (1) en “Het is een archaïsche religie die<br />

gelooft dat de trance iets van de goden zou zijn”.<br />

Bij de personen met een neutrale houding is een bijna gelijke verdeling tussen diegenen die<br />

via mensen in contact hebben gestaan met de Santo Daime (6) en die alleen via de media<br />

ervan hebben gehoord (8). Ook gaat het vermogen om een beschrijving te geven gelijk op: 5<br />

gaven een redelijk complete beschrijving, 5 gaven een beperkte omschrijving en 4 konden<br />

helemaal geen beschrijving geven. In hun uitleg van wat Santo Daime volgens hen is, wisten<br />

de meesten te vertellen dat het gaat om een religie, cult of sekte die een hallucinogene thee<br />

drinken en sterk in contact staan met de natuur. Meer dan de helft (8) verklaarde (nog) geen<br />

mening te hebben over het thema, omdat ze er te weinig van af wisten. De meeste anderen (5)<br />

positioneerden zich respectvol tegenover deze “vorm van religieuze expressie” of “spirituele<br />

zoektocht”. Eén persoon leek nieuwsgierig, maar sceptisch door te stellen: “Ik vind dat het<br />

gebruik van dat kruid meer onderzoek verdient om te weten of het niet kwaadaardig is voor de<br />

menselijke gezondheid.”<br />

Onder de positieve reacties valt onderscheid te maken tussen diegenen die het slechts<br />

interessant vinden of nieuwsgierig ernaar zijn (4) en diegenen die het daadwerkelijk zien als<br />

bevorderend voor het welzijn van de mens (4). Een samenvatting op de gegeven<br />

beschrijvingen van de tweede groep zou luiden: Het is een alternatieve therapie die bestaat uit<br />

bijeenkomsten waar mensen een thee drinken waardoor hun waarneming anders wordt en zo<br />

kunnen werken aan hun spirituele kant. Zij noemden de Santo Daime “productief”,<br />

“verlichtend”, “behulpzaam” en “genezend”. De groep nieuwsgierigen wisten over het<br />

algemeen niet zo goed uit te leggen wat het is en kwamen niet veel verder dan “Een<br />

levensfilosofie die gelinkt is aan de natuur”.<br />

Hoewel bovenstaande bevindingen slechts betrekking hebben op een kleine groep mensen, ze<br />

bevestigen de uitspraak van vele Santo Daime adepten, namelijk dat de negatieve<br />

vooroordelen gebaseerd zijn op onwetendheid en angst (voor het onbekende). Immers,<br />

mensen die er alleen maar over gelezen hebben, kennen het in feite niet. Mensen die er via<br />

andere mensen mee in contact hebben gestaan, hebben kunnen zien wat de uitwerking is van<br />

Santo Daime op die mensen die participeren aan de rituelen. In feite is dit helemaal geen<br />

nieuw gegeven. Het is vaak zo dat mensen juist die dingen afwijzen die ze niet kennen. Een<br />

bekend spreekwoord in deze richting is: “Wat een boer niet kent, dat vreet hij niet”.<br />

Er is sommige respondenten op Florianopolis gevraagd of men, naast de problematische<br />

gevolgen die het kan hebben voor de legalisatiekwestie, ook persoonlijk lijdt aan de negatieve<br />

vooroordelen die over de Santo Daime bestaan. Er werd geantwoord dat men het zich niet<br />

persoonlijk aantrekt, omdat het gaat om de onwetendheid van de ander. Met dit gegeven in het<br />

hoofd, zijn zij over het algemeen voorzichtig met het aanknopen van een gesprek over hun<br />

religie. Wel werd verteld dat kinderen hiervan last kunnen ondervinden, omdat zij dit<br />

doorzicht niet zo hebben. Vooral toen de gemeenschap nog maar net bestond werden de<br />

kinderen op school regelmatig gepest en gemarginaliseerd door zowel klasgenoten als<br />

docenten. Zo schijnt dat een lerares een keer bij een verjaardag hardop in het klaslokaal zoiets<br />

vroeg als: “Er zitten toch geen hallucinogene plantjes in die taart van jou, hè?”. Tegenwoordig<br />

bestaat meer acceptatie, omdat men er in de omgeving aan gewend is geraakt. Op de


dichtstbijzijnde scholen zijn nu meerdere kinderen en ook docenten uit de Santo Daime<br />

gemeenschap.<br />

4.8 Godsbeeld<br />

Naar schatting beschouwt zo’n 95% van de wereldbevolking zichzelf als religieus of gelovig<br />

(Adherents 2008). Als antropoloog lijkt mij de vraag of God wel of niet bestaat daarom niet<br />

relevant. De meest interessante conclusie uit dit gegeven is wat mij betreft dat er een<br />

antropologische – menselijke – basis bestaat voor geloof. Ook theologe en filosofe Desiree<br />

Berendsen (2001) kwam tot deze conclusie. Het kan vervolgens interessant zijn om in te gaan<br />

op de verschillende culturele en individuele opvattingen van God, maar de vraag die mij het<br />

meest bezighoudt is: Wat zegt deze basis over de mens(heid) zelf?<br />

Het zijn de theologen die het wezen van de godheid bestuderen. Zij proberen de kenmerken<br />

van God te systematiseren. Het is mijns inziens voor de mens een bijna onmogelijke taak om<br />

te omschrijven wie en/of wat God is. Niet alleen is het concept te ‘groot’ om in woorden te<br />

vangen, het is daarnaast niet eenvoudig om een definitie te formuleren waar iedereen zich in<br />

kan vinden. Zijn immers niet heel veel conflicten in de geschiedenis van de mensheid rondom<br />

dit probleem ontstaan? In een poging om toch het godsbeeld van de Santo Daime adepten te<br />

reconstrueren, heb ik in mijn interviews enkele (theologische) vragen hierover geponeerd.<br />

Hieronder volgt een analyserende samenvatting van de gevonden antwoorden.<br />

Alvorens te praten over het godsbeeld van de respondent, stelde ik de vraag of de persoon in<br />

kwestie in God gelooft. Net op het moment dat die vraag overbodig leek, omdat iedereen hier<br />

“ja” op bleek te antwoorden, kwamen er verhalen tevoorschijn van personen die tijdens hun<br />

jeugd niet in God geloofden (2) of het geloof hadden opgegeven (1), althans in de vorm<br />

waarmee zij dat van hun ouders hadden meegekregen. Zij verklaarden het godsbegrip pas te<br />

hebben teruggekregen met de Santo Daime: “Ik pikte er niks van op in de kerk vroeger. Ik heb<br />

met Daime gezien wat het christendom inhoudt. (...) Ik kon niet in God geloven, wel in<br />

contact met de natuur. De natuur is de intermediair naar God.”<br />

Vervolgens werden de vragen gesteld wat het eerste opkomt bij de gedachte aan God en hoe<br />

men God zou beschrijven. De meest genoemde woorden zijn: Leven of levensbron,<br />

(universele) liefde, (scheppende) natuur, totaliteit, kracht, energie en vibratie. Sommigen<br />

vonden dat deze vraag niet te beantwoorden was, omdat God volgens hen onbeschrijflijk is.<br />

Vrijwel alle respondenten leken het erover eens te zijn dat God een soort kosmische kracht of<br />

intelligentie is, dat overal aanwezig is en dat over alles en iedereen regeert. Alle mensen zijn<br />

kinderen van God. Om deze reden zijn mensen zijn gelijkenis (semelhança). De wetten van<br />

God zijn de wetten der natuur, waaraan de hele kosmos zich houdt. Een respondent vertelde<br />

lachend: “[Met Santo Daime] zie ik dat alles een wet heeft, alleen de mens overschrijdt het.<br />

De zon en de planeten volgen de wet, die staken niet. (...) Niets is toeval.”<br />

Ten derde werden enkele vragen gesteld in de beschrijving van God aan de hand van de<br />

volgende categorieën: persoonlijk/abstract, uniform/pluriform, mannelijk/vrouwelijk. De<br />

wijze van beantwoording op deze vragen maakt de analyse zowel problematisch als<br />

interessant. Bij elke vraag zijn namelijk alle mogelijke categorieën in vrijwel gelijke mate<br />

genoemd, inclusief de opties “allebei” en “geen van beide”. Er leek alleen een algemene<br />

neiging te zijn naar de visie van God als zijnde een mannelijke kracht of energie, hetgeen


duidelijk onderscheiden diende te worden van het idee dat God een man zou zijn, dus van het<br />

mannelijke geslacht. In het vorige hoofdstuk is reeds gesproken over de visie op de<br />

mannelijke en vrouwelijke krachten binnen de Santo Daime.<br />

De termen ‘persoonlijkheid’ versus ‘abstract’ zijn misschien beter uit te leggen in de zin van<br />

‘immanent’ (innerlijk, in de wereld actief) versus ‘transcendent’ (bovenzintuiglijk, ver boven<br />

de wereld verheven, afgescheiden). In de visie van de ondervraagden zou God zowel<br />

immanent als transcendent zijn. Het is die scheppende kosmische kracht én het zit in onszelf.<br />

Een enkeling noemde God een persoonlijkheid in de zin dat het een intelligent wezen zou<br />

zijn, maar er werd aan toegevoegd dat het geen ego zou hebben, zoals de mens dat wel heeft.<br />

Hoewel God regelmatig werd omschreven als ‘vader’, noemde niemand het stereotype beeld<br />

van ‘de man met de lange witte baard zittend op een troon’. In die zin lijkt het godsbeeld van<br />

Santo Daime adepten eerder abstract te zijn dan in de vorm van een persoonlijkheid.<br />

Alle respondenten zeiden te geloven dat er maar één God bestaat en sommigen gaven<br />

daarnaast aan dat er meerdere goddelijke entiteiten zijn, zoals engelen en natuurzielen. Het is<br />

mij niet gelukt verder inzicht te verwerven in de aard van deze goddelijke entiteiten. Dit is<br />

enerzijds te wijten aan het feit dat ik geen enkele voorkennis had over dit aspect – het kwam<br />

pas ter sprake tijdens het veldwerk – en daarom geen vragen hierover had voorbereid.<br />

Anderzijds komt het doordat het leek alsof men er niet voor voelde om er uitgebreid over te<br />

vertellen, waarop ik heb besloten het thema te laten rusten. Naar mijn indruk leek het voor de<br />

respondenten een te gevoelige of diepgaande kwestie te zijn.<br />

4.9 Andere religies<br />

Op de vraag of er één ware God zou bestaan of dat godheden uit andere religies ook waar zijn,<br />

werd door iedereen gesteld dat andere religies ook waar zijn, maar dat het andere<br />

interpretaties zijn van God. Er zouden vele wegen bestaan die tot God leiden, meerdere<br />

manieren om te ‘re-ligeren’, opnieuw te verbinden of te communiceren met God. Wel werd<br />

gesteld dat sommige religies dichter bij God komen of sneller zijn dan andere, waarbij de<br />

Santo Daime door sommigen als een “directe communicatie” en “snelste weg” werd<br />

omschreven.<br />

Op de vraag “Wat vindt u van het bestaan van andere religies?” werden onder andere de<br />

volgende antwoorden gegeven:<br />

“Het zijn verschillende manieren om spiritualiteit te benaderen, het zijn goddelijke inspiraties.<br />

Het zijn allemaal boten op dezelfde oceaan, met dezelfde bestemming.”<br />

“Iedereen kiest zijn eigen pad. Ik heb respect voor andere religies, maar ze vibreren anders in<br />

mij.”


“Mensen hebben het theater nodig, maar je moet het stuk wel leuk vinden.”<br />

“Iedereen heeft een eigen weg. Ik respecteer elke weg, want het is voor het goede doel. Ik<br />

vind het niet erg wanneer iemand geen religie heeft, maar wel zichzelf wil beteren. Dat gaat<br />

niet.”<br />

Alle respondenten bleken open te staan voor het bestaan andere religies. Hoewel voor<br />

iedereen de Santo Daime centraal stond, hielden sommigen er ook andere religies ernaast op<br />

na, zoals hierboven verteld werd. Dit heeft zowel te maken met syncretistische eigenschap<br />

van de Santo Daime (het is ontstaan uit meerdere stromingen), anderzijds met het eclectische<br />

karakter en de in het vorige hoofdstuk uitgelegde term ‘Centro Livre’ (iedereen kan zich<br />

aansluiten en het combineren met de eigen religie).<br />

4.10 Sterven is geboren worden<br />

“Het leven is oneindig. Het is niet gebonden aan het lichaam of aan een bepaalde periode”,<br />

aldus een respondent. Geen enkele ondervraagde bleek van mening te zijn dat het leven begint<br />

bij de geboorte, noch dat het eindigt bij de dood. Geboorte en dood hebben slechts betrekking<br />

op het materiële lichaam en zijn op z’n hoogst het begin en einde van een cyclus te noemen.<br />

De ziel of ‘hogere ik’ kent echter meerdere cycli, omdat het onderdeel uitmaakt van de<br />

‘onzichtbare wereld’ of de ‘spirituele natuur’. Het leven gaat onophoudelijk door, maar<br />

verandert van dimensie. Geboorte en dood worden louter gezien als een passage, een<br />

overgang of transformatie van de ene in de andere dimensie. Het leven op aarde wordt gezien<br />

als een kans voor de ziel om te evolueren, als een zoektocht naar spirituele en lichamelijke<br />

voeding. Een respondent uit Florianopolis verwoordde het als volgt:<br />

“De geboorte en de dood zijn de in- en uitgang van deze dimensie. Het leven gaat door,<br />

ervoor en erna. Het leven is een passage. Er is reïncarnatie, want onze ziel moet leren en<br />

zichzelf verbeteren. De aarde is een spirituele universiteit waar onze ziel zijn graad kan<br />

halen.”<br />

Het idee van reïncarnatie is terug te vinden in verschillende oosterse religieuze stromingen,<br />

maar is binnen christelijke stromingen niet gewoonlijk. Het is dan ook dit aspect dat de<br />

meeste respondenten benoemden als een essentieel verschil tussen de Santo Daime en het<br />

katholicisme of protestantisme waarmee de meesten zijn opgegroeid. Reïncarnatie wordt<br />

binnen de Santo Daime uitgelegd als een eigen keus om op aarde te komen en te komen leren.<br />

Incarneren is echter niet gemakkelijk. Er zijn allerlei beproevingen onderweg naar je<br />

geboorte. Er is moed en kracht nodig om te incarneren. Wie incarneert is overigens niet het<br />

ego, de persoonlijkheid die je in dit leven bent, maar het ‘hogere ik’ of de ziel.


De term karma heb ik tijdens mijn interviews weinig horen vallen, maar wordt in de<br />

Nederlandstalige hymne “Het is tijd” bijvoorbeeld wel bezongen[70]:<br />

Al wat ik voel, dat is niet eens van mij<br />

Je pikt het op en geeft het door in de rij.<br />

Karma schiep ik met wat ik deed en wat ik zei<br />

En de gevolgen die draag ik nu in mij.<br />

(...)<br />

Ik maak los en ik laat los wat ik niet ben,<br />

Net zo lang tot ik mijn ‘Zelf’ weer herken.<br />

De opvatting van karma binnen Santo Daime wordt mijns inziens goed uitgelegd door Peláez<br />

(1994: 49-50):<br />

“... [de] kosmologie erkent een vrije wil, oftewel de vrijheid van de mens om te kiezen tussen<br />

het “juiste” en het “verkeerde” (oftewel, tussen de Waarheid en de Illusie). Deze disjunctie<br />

zou voortdurend worden geactualiseerd, want binnen in de mens werken beide<br />

antagonistische krachten. Vandaar de noodzaak om het besef van goed en kwaad te<br />

ontwikkelen, een kwaliteit die toestaat het “juiste” van het “verkeerde” te onderscheiden. (...)<br />

De persoon die leeft binnen die “Waarheid”, zou een harmonieuze “vibratie” hebben en zou<br />

“energieën van dezelfde kwaliteit aantrekken. Bovendien zou hij geleid en beschermd worden<br />

door de “Kracht”; alle gebeurtenissen uit zijn leven die als positief beschouwd worden zouden<br />

via deze visie worden geïnterpreteerd. Daartegenover zou diegene die in de “Illusie” leeft<br />

blootgesteld aan de krachten van het Kwaad ... want hij zou die “energieën” en “krachten”<br />

aantrekken die in diezelfde “syntonie” vibreren. Ongeluk, ziekte en ander lijden die het<br />

individu doorstaat zouden vanuit deze invalshoek geïnterpreteerd worden.”<br />

Sterven en geboren worden werd door veel respondenten vergeleken als waken en in slaap<br />

vallen. Het is een doorlopend proces waarin men telkens van de ene in het andere bewustzijn<br />

stapt. Het leven gaat ondertussen door. Aldus een ondervraagde uit Den Haag:<br />

“Merk jij het als jij ’s nachts in slaap valt? Ik niet. Merk jij het als je straks je lichaam verlaat?<br />

Ik weet het niet. Het zou me niets verbazen als ik het niet merk. Je weet het op het moment<br />

dat je wakker wordt, je weet het op het moment dat je geboren wordt. (...) Als je ’s nachts


droomt, dan is die droom hartstikke echt. (...) Het bewustzijn schuift op naar een andere<br />

energie, een andere dimensie.”<br />

De vergelijking met waken en slapen kan ook anders gelegd worden. Het “ontwaken” staat<br />

voor de bewustwording van de spirituele of hogere bestaansdimensie tijdens dit aardse leven.<br />

Het is in deze zin dat vele respondenten verklaarden dat ze met de Santo Daime<br />

“wedergeboren” zijn. Iemand die zich van deze dimensie niet bewust is, heeft “zijn ogen<br />

dicht” of “slaapt”. Geboorte en dood refereren dan naar gebeurtenissen die tijdens het aardse<br />

leven kunnen plaatsvinden. De geboorte is een transformatie naar het licht, het goddelijke.<br />

Maar om geboren te worden, dient men eerst te sterven. Dit sterven is het loslaten van het<br />

verleden, het loslaten van alles dat spirituele groei tegenhoudt.<br />

Niet zelden ervaart men tijdens een Santo Daime werk de eigen geboorte of voelt en ziet men<br />

dat zichzelf sterven. De zojuist geciteerde respondent heeft beide ervaringen meegemaakt en<br />

vertelde daarover het volgende:<br />

“Heel in het begin, misschien de 2 e of 3 e keer dat ik Daime dronk, kwam ik in een soort<br />

stervensscène terecht. Ik moest gaan liggen en ik zie mezelf in de kist gelegd worden. De kist<br />

gaat dicht en ik zie mezelf door de dennetakjes naar beneden gaan. Het is zwart en ‘t wordt<br />

me koud! Nou, alsof het vlees van mijn botten gezogen werd. En koud en zwart en donker!<br />

Koud! Die botten, jemig! Maar helemaal niet eng of zo. Ik kon geen vin verroeren, ik kon<br />

niks zeggen. Ik kon helemaal niks. En hoe lang ik gelegen heb, weet ik niet. Ik was wel<br />

bewust in de zin dat ik wist: “Ik ben er”, maar ik had geen idee waar. In een soort oneindige<br />

ruimte ben je dan, helemaal los van je lichaam. Er helemaal uit. Tenminste, zo kwam dat op<br />

mij over. Toen heb ik ook gezien dat er een soort energetische gestalte uit mijn lichaam<br />

omhoog kwam. En toen werd het heel mystiek. Ik heb een paar keer in m’n bewustzijn gezegd<br />

iets in de zin van: “Christus of de mens regeert over het graf. Begrijpen doe je het niet, maar<br />

het is wel zo”. Dat was zo’n innerlijke ervaring daar. En het heeft bij mij de angst voor de<br />

dood helemaal weggehaald. (...) De angst voor de ego-dood [de dood van het ‘lagere ik’] die<br />

wordt wel sterker, de angst voor de dood zelf. Op een dieper niveau van bewustzijn weet je en<br />

zie je dat je hooguit een vorm achterlaat bij wat wij het sterven noemen. Een lichaam laat je<br />

achter. Maar dat energetische deel dat uit het lichaam opstaat, dat heeft daar maling aan, dat<br />

gaat gewoon door. (...) In het oppervlakkige bewustzijn ... is het de angst voor overgave, angst<br />

dat je je controle los moet laten.”<br />

“Ik ben twee keer in een geboortescène terechtgekomen en ik ben één keer terechtgekomen in<br />

een scène voorafgaand aan de geboorte, zeg maar bij het indalen in de baarmoeder. Eén keer<br />

[daarvan] was bij de Santo Daime. Als het gaat om dat indalen in de baarmoeder, was mijn<br />

ervaring van binnenuit dat ik denk dat je een keuze maakt of verleidt wordt om een bepaalde<br />

schatkamer in te gaan. Ik voelde me verleid. (...) Toen ik eenmaal in die baarmoeder zat,<br />

kwam ik er plots tot mijn grote schrik achter kwam dat ik in het geboortekanaal terecht was<br />

gekomen, daar kon ik niet meer uit. En als het gaat om geboortescènes, wat ik heb gezien, is<br />

dat je als het ware van te voren je omstandigheden al helemaal klaarmaakt. Waar je geboren<br />

wil worden, in welke omstandigheden, in de tuin die je daarvoor zelf hebt aangelegd. Dat er


op een materieel niveau een lichaam geboren wordt, maar dat datgene wat die baarmoeder in<br />

is gekomen als geestelijk stuk ook nog bezit moet nemen van het lichaam. Dat moest bij mij<br />

op dat moment nog gebeuren, zoals ik dat heb ervaren. Ik had heel veel weerstand. Ik heb<br />

later aan mijn ouders naar mijn geboorte gevraagd en ze zeiden dat ik twee weken overtijd<br />

was. Zo heb ik dat ook ervaren, ik wilde niet, maar ik moest, ik moest, ik moest! Alsof ik uit<br />

een of andere gelukzalige toestand een harnas terecht ben gekomen waar ik helemaal niet in<br />

wilde. (...) Je creëert eigenlijk je eigen geboorte.”<br />

De opvatting dat een mens zijn eigen geboorte zou creëren en de situatie waarin hij geboren<br />

wordt, bijvoorbeeld dat je je eigen ouders zou kiezen, heb ik ook een respondent uit<br />

Florianopolis horen zeggen.<br />

De theorie dat het mogelijk zou zijn om in de ervaringswereld terug te gaan naar het baby-zijn<br />

of naar het moment van de eigen geboorte, is overigens niet nieuw. Er bestaan in Nederland<br />

allerlei therapieën die dergelijke ervaringen blijken te bewerkstelligen, zoals de<br />

ademhalingstechniek ‘Rebirthing’ of de Grof Transpersonal Training, ontwikkeld door<br />

psychiater en onderzoeker Stanislav Grof (1975, 2000). De visie dat er een ‘onzichtbare’<br />

dimensie bestaat en dat het leven bij de dood niet ophoudt wordt wetenschappelijk<br />

onderbouwd door de eerder genoemde cardioloog Pim van Lommel. Zijn conclusie op het<br />

hoofdstuk “Eindeloos bewustzijn” (2007: 300) vertoont opvallend veel overeenkomsten met<br />

de Santo Daime:<br />

“Op basis van de bijna-dood-ervaring ben ik tot het concept van non-lokaal en eindeloos<br />

bewustzijn gekomen, en met dit concept kunnen vele, en misschien wel alle aspecten van de<br />

bijzondere bewustzijnservaringen worden begrepen die in dit hoofdstuk ter sprake zijn<br />

gekomen. Men ontkomt bijna niet aan de conclusie dat de essentie van ons eindeloze<br />

bewustzijn al vóór de geboorte onafhankelijk van ons lichaam heeft bestaan, en ook<br />

onafhankelijk van ons lichaam na de dood zal blijven voortbestaan in een non-lokale ruimte<br />

waar tijd en afstand geen rol spelen. Er is geen begin en er komt ook nooit een eind aan ons<br />

bewustzijn. Daarom zou men serieus de mogelijkheid moeten overwegen dat de dood, net als<br />

de geboorte, slechts een overgang kan zijn naar een andere staat van bewustzijn. Tijdens het<br />

leven functioneert het lichaam als interface en heeft het een faciliterende functie om sommige<br />

aspecten van ons verruimde bewustzijn te ontvangen, waarbij (junk-)DNA en DMT mogelijk<br />

beide een rol spelen.”<br />

De conclusies van van Lommel (op basis van bijna-dood-ervaringen) en de ervaringen van de<br />

Santo Daime adepten komen op de volgende punten overeen: 1) Er is bewustzijn vóór en na<br />

het leven. 2) Het bewustzijn is onafhankelijk van ons materiële lichaam. 3) Er bestaat een<br />

hogere onzichtbare dimensie, door van Lommel genoemd “non-lokale ruimte”, door de Santo<br />

Daime adepten “onzichtbare wereld”. 4) Geboorte en dood zijn slechts een overgang of<br />

passage naar een andere staat van bewustzijn. 5) Het menselijke leven op aarde dient een<br />

hoger doel. Bovendien legt van Lommel uit dat DMT (aanwezig in ayahuasca) een<br />

psychoactieve stof is die wordt geproduceerd door de epifyse in de hersenen en die een<br />

bewustzijnservaring veroorzaakt die sterk lijkt op bijna-dood-ervaring. De mogelijke rol van


DMT en DNA in bewustzijnsverruimende ervaringen wordt ook door Narby genoemd. Door<br />

zijn antropologische kijk gaat hij hierin echter een stapje verder door aan te nemen dat<br />

“sjamanen [brengen] hun bewustzijn naar het moleculaire niveau en krijgen toegang tot<br />

biomoleculaire informatie”. Reeds in 1949 opperde Lévi-Strauss (1979 [1963[) een<br />

vergelijkbare analyse:<br />

“The analogy between these two methods [shamanistic cure and psychoanalysis] would be<br />

even more complete if we could admit, as Freud seems to have suggested on two different<br />

occasions, that the description in psychological terms of the structure of psychoses and<br />

neuroses must one day be replaced by physiological, or even biochemical, concepts. This<br />

possibility may be at hand, since recent Swedish research has demonstrated chemical<br />

differences resulting from the amounts of polynucleids in the nerve cells of the normal<br />

individual and those of the psychotic. Given this hypothesis or any other of the same type, the<br />

shamanistic cure and the psychoanalytic cure would become strictly parallel” (Lévi-Strauss<br />

1979 [1963]: 325).<br />

Het moge duidelijk zijn dat de wetenschap op dit gebied nog heel wat werk voor de boeg<br />

heeft. Mijns inziens is het eerder een kwestie van ‘wanneer’ dan ‘of’ de westerse wetenschap<br />

tot bevestigende conclusies zal komen. Immers, zoals van Lommel (1997: 302) zegt: “Er is<br />

niets nieuws onder de zon.” In een lange uiteenzetting laat hij zien hoe in vele culturen en<br />

religies deze kosmovisie delen: het hindoeïsme, het boeddhisme, het Oude Griekenland, de<br />

joodse mystieke leer, het (vroege) christendom en de islam. In zijn werk noemt hij bovendien<br />

ook enkele wetenschappelijke disciplines die al lange tijd met deze theorieën bezig zijn, zoals<br />

de kwantumfysica.<br />

4.11 Bidden<br />

Alle respondenten verklaarden dagelijks te bidden, de meesten eenmaal per dag (meestal ’s<br />

avonds voor het slapen gaan), sommigen tweemaal per dag (ook ’s morgens bij het opstaan).<br />

Een extra gebed wordt gedaan bij specifiek mooie of moeilijk moment of wanneer iemand<br />

anders hulp nodig heeft. Bidden doet men daarnaast natuurlijk tijdens de spirituele werken.<br />

Voor vrijwel alle respondenten betekent bidden het bewerkstelligen van contact. Dit contact<br />

kan twee kanten uit gaan: Het is zowel de verbinding met God in de ‘onzichtbare’ wereld, met<br />

de spirituele of de kosmische energie, als de diepere connectie met jezelf of met God in jezelf,<br />

oftewel je ‘hogere ik’. Bidden geeft hen kracht, bescherming en moed in het leven, zowel bij<br />

de mooie als bij de moeilijke momenten.<br />

Bij het bidden zeggen de meesten het Onze Vader (Pai Nosso) en doen daarnaast een gebed in<br />

eigen woorden in de vorm van danken, vragen of biechten. Sommigen laten het Onze Vader<br />

achterwege en doen alleen een gebed in eigen woorden, improviseren een gesprek met God of<br />

zeggen een ander vast gebed. Bidden doet men zowel individueel als gezamenlijk. Een<br />

gezamenlijk gebed kan thuis zijn met familie of vrienden of in de kerk, tijdens een spiritueel<br />

werk. In de kerk bestaan vaste gebeden. Bidden wordt door sommigen in de vorm van


meditatie gedaan. Zoals eerder uitgelegd bevatten de concentratiewerken (concentrações) een<br />

lange periode van stilte, waarin eenieder de ogen sluit en het hoofd leegmaakt van gedachten<br />

om zo een meditatieve staat te bereiken. Ook thuis doen sommigen regelmatig meditatie<br />

oefeningen, naast het opzeggen van een gebed.<br />

Voor de meesten is bidden echter een voortdurende bezigheid. Het is een oefening dat gericht<br />

is op en leidt tot een versterkt bewustzijn van alle gedachten, woorden en daden. Niet zozeer<br />

gaat het om het continue opzeggen van een gebed, maar om een constante verbinding met<br />

God te bereiken en in feite meer vanuit je ‘hogere ik’ te leven. In de oração, een verzameling<br />

hymnes die worden gezongen ter gebed, is de hymne “Aqui eu vou expor” opgenomen.<br />

Enkele reeds besproken elementen zijn hierin terug te vinden[71]:<br />

HIER GA IK UITEENZETTEN<br />

Hier ga ik uiteenzetten<br />

Ik ben gekomen om te herinneren<br />

Het mysterie van het gebed<br />

Is niet alleen bidden<br />

Het is bidden en in de praktijk brengen<br />

En in communie treden<br />

Zich herinneren aan Jezus Christus<br />

En de illusie vergeten<br />

Mijn Moeder kijkt altijd naar mij<br />

En mijn Vader is altijd bij me<br />

Geeft me mijn leringen<br />

Zodat ik hier kan uitleggen<br />

Iedereen zorgt voor zichzelf


Ook ik zorg voor mijzelf<br />

Deze straat verzorgend<br />

Ik ben mijn tuin aan het maken<br />

Wat van mijn Vader is, is van mij<br />

Wat van hem is, kan ik gebruiken<br />

Maar ik gebruik niet wat van anderen is<br />

Want dat kan mij vernielen<br />

AQUI EU VOU EXPOR<br />

Aqui eu vou expor<br />

Eu vim para lembrar<br />

O mistério da oração<br />

Não é somente rezar<br />

É rezar e por em prática<br />

E entrar em comunhão<br />

Se lembrar de Jesus Cristo<br />

E esquecer da ilusão<br />

A minha Mãe sempre me olha<br />

E meu Pai comigo está<br />

Me entrega estes ensinos<br />

Para aqui eu explicar


Cada um cuida de si<br />

Eu tambem cuido de mim<br />

Vou zelando esta estrada<br />

Estou fazendo o meu jardim<br />

O que é do meu Pai é meu<br />

O que é dele eu posso usar<br />

Só não uso o que é dos outros<br />

Que pode me derribar


Bidden “is niet alleen bidden”, het is ook de leringen in de praktijk toepassen. Wat heb je<br />

immers aan bidden, als je in de praktijk van iedere dag onnodig de verkeerde dingen blijft<br />

doen? Bidden is ten tweede ook liefde geven en ontvangen om zich te verenigen in de<br />

broederschap tussen de mensen (“in communie trede”). Ten derde is bidden “zich herinneren<br />

aan Jezus Christus”. Tenslotte dient men de ‘illusie’ of de ‘zichtbare’ wereld te vergeten, in de<br />

zin dat deze wel bestaat, maar zelf slechts een deel van de waarheid toont. De ware betekenis<br />

van het leven ontvouwt zich bij de verwerving van inzicht in de ‘onzichtbare’ wereld. Deze<br />

gebedsvorm vergt een grote zelfdiscipline, maar daarin staat de mens gelukkig niet alleen. Er<br />

zijn een kosmische “Moeder” en “Vader” van wie de mens hun respectievelijke “leringen”<br />

kan ontvangen, mits men zich ervoor openstelt. In dit geheel is iedereen verantwoordelijk<br />

voor zichzelf en dient iedereen zorg te dragen voor zichzelf. De hymne wordt afgesloten door<br />

de boodschap waarin een bevestiging wordt uitgesproken over het besef van goed en kwaad:<br />

Al wat van “Vader” is, het goddelijke, is van iedereen en kan iedereen gebruiken. Dat leidt tot<br />

welzijn en geluk.<br />

4.12 Hymnes<br />

Hoewel er in de interviews geen specifieke vraag was opgenomen over de hymnes, lijkt het<br />

mij van belang er hier aandacht aan te besteden. De spirituele werken bestaan immers voor<br />

een groot gedeelte uit zingen. Muziek maakt een essentieel onderdeel uit van de Santo Daime<br />

doctrine. Niet zelden is het onderwerp daarom tijdens de interviews ter sprake gekomen en ik<br />

heb zowel op Florianopolis als in Den Haag een muzikant geïnterviewd.<br />

De wijze waarop ik de Santo Daime hymnes in deze scriptie interpreteer, zoals de zojuist<br />

gegeven beschrijving, is deels gebaseerd op interviews, deels mijn eigen interpretatie. De<br />

hymnes en de hinarios hebben altijd te maken met de persoon die ze ontvangt. Een hinario<br />

zegt iets over het leven van de ontvanger, omdat de boodschappen op een bepaald moment<br />

aan hem of haar specifiek zijn doorgegeven. Op hetzelfde moment zijn deze lessen van<br />

toepassing op andere personen. Uiteindelijk is het dus per persoon en per situatie afhankelijk<br />

hoe de hymnes worden geïnterpreteerd, welke boodschappen er het ene en welke<br />

boodschappen er het andere moment uit springen, welke lessen er geleerd worden. Misschien<br />

dat mijn interpretatie van een hymne vandaag morgen anders zou luiden, omdat ik er andere<br />

dingen uithaal. Misschien dat mijn interpretatie anders is dan die van een ander. “Elke hymne<br />

heeft een analyse”, vertelde een respondent mij. De kern van de leringen blijft echter altijd<br />

dezelfde. Alle leringen komen en zijn gericht op het goddelijke. In die zin wijzen alle leringen<br />

dezelfde kant uit en is er sprake van uniformiteit en universaliteit.<br />

Iemand ontvangt een hymne in de muzikale vorm, dus compleet met het ritme, de melodie en<br />

de tekst. De ontvanger kan de tekst meteen opschrijven of onthouden en later noteren. Hoe<br />

dan ook kunnen melodie en ritme alleen onthouden worden en pas later uitgewerkt. Het is mij<br />

niet duidelijk of dit fenomeen voorkomt onder invloed van Daime of dat het spontaan kan<br />

gebeuren. Wel blijkt het niet bij iedereen voor te komen. Terwijl de één al jarenlang fardado


is en nog geen enkele hymne heeft ontvangen, kan dit bij een ander al meteen vanaf het begin<br />

voorkomen. In de loop der maanden of jaren kan iemand tientallen of honderden van deze<br />

muziekstukken ontvangen, zodanig dat er een liederenbundel, een hinario, ontstaat. Niet altijd<br />

worden ontvangen hymnes aan anderen getoond. Niet iedereen schrijft een ontvangen hymne<br />

op en niet alle ontvangen liederen worden in spirituele werken bezongen. Sommige hymnes<br />

blijven bij de persoon zelf of in een kleinere groep personen.<br />

De werking van de hymnes hangt samen met het laten stromen van energie. Maar liefst 3<br />

respondenten vertelden mij één of meerdere keren de ervaring te hebben gehad hun gezang<br />

letterlijk te zien in de vorm van licht of kleuren die uit de keel stroomden. Dit lijkt raar, maar<br />

wij weten allemaal dat geluid niets meer is dan vibratie van materie. Geluidstrillingen worden<br />

immers voortgebracht via de lucht. Maar een hard geluid kan zelfs vaste materie doen trillen.<br />

Het is bijvoorbeeld mogelijk gebleken om met geluid een glas te breken of een kaars te doven.<br />

De mens kan normaal gesproken geluid alleen maar waarnemen via het gehoor. Gezien<br />

bovenstaande uitleg is het mijns inziens echter niet ondenkbaar dat vibratie ook visueel zou<br />

kunnen worden waargenomen indien men de zintuigen versterkt, bijvoorbeeld onder invloed<br />

van ayahuasca.<br />

De werking van hymnes wordt door Groisman (1999: 70) als volgt uitgelegd:<br />

“Aan de hymnes word teen hoofdrol toegeschreven voor de vorming van de spirituele<br />

stroming. Hymne nummer 25 van “O Justiceiro” van Sebastião Mota de Melo zegt: “De<br />

hymnes zijn de stroming”. De hymnes zijn fundamenteel in het systeem dat het collectieve<br />

continuüm produceert, die dit gevoel van binding construeert. De hymnen functioneren als<br />

mantras en construeren een akoestiek die de Santo Daime kenmerkt en op een individueel<br />

waarnemingsvlak dat gevoel van collectiviteit projecteert. De hymnen zijn tegelijkertijd een<br />

zelfstandige boodschap en een perceptieve boodschap. Zij openen, volgens de visie van de<br />

groep, alle velden van het wezen: het fysieke lichaam, de geest en de ziel.”<br />

De kracht of stroming die Groisman noemt ligt dus niet alleen in de woorden, maar ook in de<br />

muzikaliteit en de vibratie die gegenereerd wordt door het collectieve en gelijktijdige gezang.<br />

Om deze groepsvibratie te bereiken, bestaan er ook richtlijnen voor het zingen, het slaan van<br />

de maraca en voor de muzikanten. Een Haagse respondent vertelde: “Je moet blijven zingen<br />

om niet misselijk te worden. Je moet blijven meedoen met dansen, blijven bewegen. (...) Als<br />

je blijft zingen, laat je de energie stromen, je gooit het eruit.” Hieruit kan geconcludeerd<br />

worden dat het zingen niet alleen de groepsenergie constitueert, maar ook een innerlijke<br />

balans genereert in de individuen, mits zij zich goed concentreren en actief meedoen. Ook<br />

hier weer gaat het om het behoud van een balans, harmonie of evenwicht:<br />

“De uniformiteit, volgens het door Irineu Serra gevestigde ideaal, zou een maraca zijn die<br />

gemaakt is uit blik. Iedere fardado zou er één bezitten, zodat het onderdeel uitmaakt van de<br />

farda (de rituele kleding). Deze maraca dient te worden bespeeld door het bovenste gedeelte<br />

tegen de hand te slaan op een constante markering. Deze markeringen volgen het kompas van<br />

de muziek [mars, mazurca of wals]. (...) Indien het kompas correct wordt gevolgd door


iedereen, wordt er een ééntonig en maatvast geluid geproduceerd die de<br />

bewustzijnsverruiming bevordert.”[72]<br />

Het citaat wordt vervolgd met de mededeling dat het patroon zoals die door Mestre Irineu is<br />

geïdealiseerd lijdt onder allerlei aspecten: De grote verscheidenheid aan materialen waaruit de<br />

maracas worden gemaakt, de manier waarop elk persoon slaat (volume, ritme, accenten,<br />

lichaamshouding, etc.) Er bestaat een grote problematiek en discussie rondom het slaan van<br />

de maraca. Sommigen vinden dat iedereen op deze details moet letten en zichzelf indien<br />

nodig moet verbeteren, anderen zijn van mening dat er best afwijkingen mogen zijn, zolang<br />

die harmonie wordt bereikt die door Mestre Irineu werd bedoeld. Immers, er is ook een balans<br />

tussen collectieve harmonie en individualiteit. Men kan er niet onderuit dat elke maraca<br />

uiteindelijk een ander geluid produceert, noch dat alle mensen van elkaar verschillen.<br />

De hymnes zijn over het algemeen in het Portugees, toch is de Santo Daime inmiddels over<br />

allerlei landen verspreid en lang niet iedereen die meedoet aan de rituelen spreekt Portugees.<br />

“De hymnes zijn voor iedereen”, zei een respondent op Florianopolis. Een ander stelde:<br />

“Sommigen ontvangen Portugese hymnen, zelfs zonder een woord Portugees te kennen. Of<br />

analfabeten! Het is een mysterie.” Het is onder andere hierin dat de universaliteit van de Santo<br />

Daime blijkt: het heeft gelijksoortige uitwerkingen bij iedereen die participeert. De kracht van<br />

de Daime lijkt voorbij te gaan aan de letterlijke betekenis van de hymnes. Je hoeft de woorden<br />

niet te begrijpen, je hoeft niet eens te kunnen lezen, want de boodschap komt toch wel door.<br />

Tegen het einde van het interview legde een Nederlandse ondervraagde mij dit als volgt uit:<br />

“Wat voor mij ook aantrekkelijk is [van de Santo Daime] zijn de hymnes. Dat is allemaal in<br />

combinatie, weet je. Daime drinken en de hymnes. De hymnes zelf hebben een bepaalde<br />

werking waardoor de hymnes zelf beelden oproepen, dat vind ik heel bijzonder. (...) Er wordt<br />

voornamelijk Portugees gezongen. Er zijn hymnes (...) die doorgekregen zijn in het<br />

Nederlands. Voor mij gaat het vooral om het gevoel dat het oproept, op een dieper gevoel<br />

doet het iets. Ik heb een boekje met vertalingen in het Engels ernaast, maar daar heb ik niet<br />

zoveel mee. Het is meer wat het oproept van binnen. Ik weet wel waar het over gaat, want op<br />

een gegeven moment staat je bewustzijn zover open dat door goed te luisteren je echt wel<br />

voelt waar de specifieke hymne over gaat. Dan begrijp je niet alle woorden letterlijk, maar de<br />

essentie haal je er wel uit. (...) Die taalgrens overstijg je. (...) Bij sommige werken kan het een<br />

tijdje lang dobberen. Maar dan komt die ene hymne voorbij en dan ineens barst het los. En<br />

niet bij één, maar massaal. Zo’n werking heeft het. En dan hoef je niet eens te verstaan waar<br />

het over gaat.”<br />

Ook een respondent uit Florianopolis vertelde mij dat wat de Santo Daime voor haar<br />

aantrekkelijker maakt dan andere religies de goddelijke connectie is via de muziek. “Het<br />

brengt een andere vibratie doordat het gezongen is.” Volgens sommigen ligt hier een<br />

verklaring waarom de Santo Daime zich in korte tijd over de wereld heeft verspreid: het werkt<br />

via muziek, de universele taal van de natuur.


4.13 Visie op ziekte en gezondheid<br />

De spirituele werken van de Santo Daime zijn op de eerste plaats gericht op genezing door<br />

middel van voortdurende zuivering van geest en lichaam. Genezing leidt tot een staat van<br />

gezondheid. Maar hoe beschrijft men die staat van gezondheid precies? En hoe kijkt men<br />

tegen ziekte aan? Hoe verhouden deze twee zich ten opzichte van elkaar in de visie van Santo<br />

Daime adepten? Deze vragen worden nu beantwoord aan de hand van de verklaringen van<br />

respondenten.<br />

Binnen de Santo Daime gaat men uit van het idee dat in principe alle mensen ziek zijn.<br />

Iedereen heeft angsten en blokkades in zich die overwonnen moeten worden om lichamelijke,<br />

psychische en spirituele gezondheid te bereiken. De concepten ziekte en gezondheid werden<br />

door alle ondervraagden in verband gebracht met het spirituele of het goddelijke. Gezondheid<br />

werd door de meesten (10) omschreven als een staat van harmonie, balans of evenwicht.<br />

Ziekte werd gedefinieerd als het tegenovergestelde hiervan, namelijk een staat van<br />

disharmonie, disbalans of onevenwichtigheid. Het gaat om contact met God, dat evenwicht in<br />

lichaam, geest en ziel tot gevolg heeft. Ziekte is de verwijdering van God, dat leidt tot een<br />

storing op het spirituele, psychische en/of lichamelijke vlak. Ziekte dat zich op het<br />

lichamelijke vlak manifesteert functioneert als een alarm, zodat de mens inziet dat hij<br />

genezing nodig heeft. “Ik neig ernaar om ziekte en gezondheid steeds meer te zien als een<br />

uiting van je denken en je doen. Zodra daar onzuiverheid in komt, dan maakt zich dat<br />

kenbaar”, aldus een respondent. Je moet vervolgens een intern werk doen om te genezen: Wat<br />

wil de ziekte zeggen? Wat moet onder ogen gezien worden? Het is een visie waarbij niet de<br />

ziekte, maar de zieke moet worden behandeld. Een gezond lichaam is het resultaat van een<br />

gezonde geest. De abstinentie van ziekte betekent echter niet per definitie dat de persoon<br />

gezond is. Een disharmonie manifesteert zich niet altijd in het fysieke. Andersom kan ook<br />

iemand pijn hebben, maar toch gezond zijn. Pas als je aan de pijn lijdt, is er sprake van ziekte,<br />

een verstoring van het evenwicht.<br />

Om te allen tijde gezond te blijven, is het belangrijk om voortdurend in contact te staan met<br />

God, met de natuur en met het universum. Dit vergt een grote en constante zelfdiscipline,<br />

gericht op positief denken en op het verwerken van interne moeilijkheden, zowel binnen als<br />

buiten de trabalhos. In de hymne “Linha de Arrochim” staat[73]:<br />

De ziekten die verschijnen<br />

Zijn discipline<br />

Voor wie doet om te ontvangen<br />

As doenças que aparecer<br />

É disciplina<br />

Pra quem faz por merecer


Met andere woorden: Wie leeft uit egoïsme, heeft discipline nodig om de reeds aanwezige<br />

ziekten te genezen en meer ziekte te voorkomen. Het is deze continue bezigheid die hierboven<br />

reeds is besproken en waarnaar door sommigen tijdens de interviews werd gerefereerd als<br />

‘voortdurend bidden’. Zo herinnert men zichzelf continue aan de ‘onzichtbare’ dimensie om<br />

telkens die keuzes te maken die goed voor je zijn. Bidden op deze manier houdt de geest<br />

‘zuiver’ en creëert een beter besef van goed en kwaad (discernimento), hetgeen werkt zowel<br />

als een stimulans om te streven naar welzijn, als ook ter bescherming tegen al wat schadelijk<br />

is, waardoor men gezondheid en genezing bevordert en ziekte voorkomt.<br />

Alle Santo Daime werken zijn gericht op zuivering en genezing. Zoals reeds eerder gezegd,<br />

zijn er bovendien de trabalhos de cura, oftewel genezingswerken. Deze werken zijn er<br />

speciaal op gericht op genezing te bewerkstelligen op de aanwezigen in de zaal. Door middel<br />

van de hymnes en de structuur van het ritueel worden diepere of hogere lagen van het<br />

bewustzijn bereikt, waardoor het mogelijk wordt de bron van de ziekte aan te pakken. Er zijn<br />

meerdere gevallen bekend waarbij mensen op ‘wonderbaarlijke’ wijze zijn genezen van een<br />

zeer ernstige ziekte, zoals kanker, of een voor dokters onbekende aandoening. Een voorbeeld<br />

hiervan is de wijze waarop Padrinho Sebastião, voordat hij Padrinho werd, genas van een<br />

ernstige kwaal in zijn buikholte, waarvan de artsen niet wisten wat het was. Ze vertelden hem<br />

dat hij een kijkoperatie moest ondergaan om een medische analyse te kunnen maken.<br />

Sebastião Mota de Melo was op dat moment al bekend met de Santo Daime doctrine en had al<br />

gehoord van de genezende krachten van de drank. Daarop besloot hij Daime te drinken in de<br />

hoop op die manier te genezen. Het ritueel werd door hem als volgt beschreven:<br />

“Ik dronk de Daime en ging naar mijn plek. Het was een concentração. Iedereen was<br />

geconcentreerd en ik, de stommeling, keek af en toe op. Ik zag dat alles stil was en dan werd<br />

ik ook stil... Dan voelde ik niets... (...) Even later begon één kant van mijn lichaam te koken,<br />

en toen de andere kant. Ik dacht: “Het spul begint te werken”. Ik begon angst te creëren en ik<br />

werd ongeduldig. (...) Ik wilde weg en liep op m’n tenen, maar toen ik langskwam bij waar<br />

men Daime drinkt, blies hij naar mij. Ik vond het zó stinken! Toen liep ik terug en net<br />

wanneer ik aankom bij de bank om weer te gaan zitten, sprak een stem: “De man [Meester<br />

Irineu] heeft je gevraagd of je een man bent [om mee te doen aan het werk] en het enige wat<br />

je doet is je beklagen!” En toen gebeurde het. Het einde van de wereld! Het oude lichaam<br />

ging naar beneden. Mijn lichaam op de grond, en ik, al buiten het lichaam, bleef ernaar kijken.<br />

Ik voelde me vrolijk en had helemaal geen ziekte. De enige die leed was het lichaam die daar<br />

gestrekt lag. Op dat moment verschijnen twee mannen, het mooiste dat ik ooit in mijn leven<br />

heb gezien! Ze schitterden zoals de Zon! (...) Toen zij arriveerden, namen zij mijn hele skelet<br />

in handen. Ze trokken al mijn botten eruit, als het ware een visgraat. Ze keken en<br />

onderzochten de botten, ... en maakten alles schoon. Ze lieten me alles zien. Plotseling waren<br />

de botten verdwenen (...) Toen draaiden ze het karkas om dat was overgebleven en deelden<br />

het in stukken, die ze aan een soort haken hingen. Ze trokken de darmen eruit (...) Toen<br />

pakten ze de lever, sneden het open en lieten het mij zien. Er zaten drie beestjes in, zo groot<br />

als een kever. Zij waren het die al dat kwade verricht hadden. Eén van de twee mannen kwam<br />

heel dicht bij me (...) en zei: “Hier zijn ze, deze drie beesten waren jou aan het doden, maar<br />

wees niet bang meer, want aan deze zul jij niet meer sterven.” Toen stopten ze alle organen en


het skelet terug in mijn lichaam en toen ik wakker werd zat ik er ook al in. Ik wist niet meer<br />

waar die dokters heen waren gegaan of waar ik was geweest. Ik stond op en sloeg het stof<br />

[van mijn kleding]. En zo was het dat ik goed [gezond] werd en nog steeds is er geen litteken<br />

te zien van de operatie die ik heb ontvangen. Dankzij God ben ik goed [gezond] gebleven, net<br />

als een jongetje. Al meteen de dag erna was het alsof ik nooit iets had gehad en ik ben hier<br />

nog steeds.”[74]<br />

Geraldine Fijneman, leidster van de Santo Daime kerk in Amsterdam, schijnt een<br />

gelijksoortige ervaring te hebben meegemaakt. In een artikel van de Volkskrant wordt zij als<br />

volgt geciteerd:<br />

“Na een hersentumor werd er ook een tumor in mijn rechterlong geconstateerd. Ik weigerde<br />

die longkanker te laten opereren en ben naar het Braziliaanse Amazonegebied afgereisd. Daar<br />

ben ik twee maanden lang dagelijks naar een [Santo Daime] dienst gegaan. Zes maanden later<br />

verklaarde de longarts me genezen. En op de longfoto was niets meer te zien.” (Elings, 2007:<br />

36)<br />

Een vrouw uit de gemeenschap op Florianopolis vertelde mij dat ze in Mapiá, het religieuze<br />

centrum in het Amazonewoud, nog nooit een demente of zieke oudere heeft gezien: “De<br />

kinderen zijn er heel rustig en er zijn geen mentale ziekten.”<br />

Het reikt voorbij mijn westers gevormde denkwijze om bovenstaande citaten te bevatten, laat<br />

staan uit te leggen. Zelf was ik geneigd om dit soort verhalen in twijfel te trekken, simpelweg<br />

uit onbegrip. Ik vind het moeilijk iets te accepteren dat ik niet begrijp. Hetgeen mij overhaalde<br />

om dit soort verhalen te accepteren als waarheid, is het feit dat het er zoveel zijn! Tijdens mijn<br />

interviews en in de literatuur heb ik inmiddels van tientallen ‘spirituele operaties’ gehoord en<br />

gelezen. Het wordt dan lastig om te geloven dat al deze mensen dit gedroomd of verzonnen<br />

zouden hebben. Nog moeilijker wordt het om vervolgens in te zien hoe deze mensen zijn<br />

genezen van hun lichamelijke kwalen. Vooralsnog blijft dit gedeelte voor mij een mysterie.<br />

4.14 Beleving van een spiritueel werk<br />

De vraag om een beschrijving te geven van hetgeen men voelt tijdens een spiritueel werk,<br />

bleek de moeilijkste vraag te zijn. De meeste respondenten zuchtten eerst eens diep, keken<br />

omhoog en verklaarden dit niet te kunnen uitleggen. Na een strategische stilte van mijn kant,<br />

begon men dan toch iets te vertellen. Het is voor mij, als leek, daarom op z’n minst net zo<br />

moeilijk om dit uit te leggen. Zonder de pretentie dat ik een juiste of volledige beschrijving<br />

kan geven, zet ik hier mijn interpretaties uiteen.<br />

De helft zei dat het elke keer anders is en dat je nooit van te voren weet wat er gaat gebeuren.<br />

Alle emoties worden wel een keer gevoeld, van diepe ellende tot goddelijke extase. Er viel<br />

echter wel een patroon te ontdekken in de beschrijvingen. Korte tijd nadat men de Daime


gedronken heeft en men door middel van hymnes de “kracht” heeft “opgeroepen” (chamar a<br />

força), wordt deze kracht voelbaar. Dit gevoel bleek men niet in woorden te kunnen<br />

omschrijven. Door overgave aan deze kracht, komen de deelnemers in de spirituele dimensie,<br />

dat ook niemand kon of wilde beschrijven. Om de concentratie te bewerkstelligen die ervoor<br />

nodig is om in die kracht te staan, is het belangrijk dat de deelnemers blijven zingen en<br />

dansen met de juiste maat, melodie en tekst. Zo blijft men in de ‘stroming’ en kan men die<br />

genezingen en leringen ontvangen waarvoor men was samengekomen. Het kan gebeuren dat<br />

de ‘kracht’ zo sterk wordt, dat het erg moeilijk wordt om de focus te behouden. Lichamelijke<br />

gevoelens van misselijkheid, rillingen en slapheid kunnen optreden. Sommigen verlaten het<br />

kerkgebouw voor een toiletbezoek. Wat er op dat moment in de mentale belevingswereld kan<br />

plaatsvinden is mij onbekend. Wel is herhaaldelijk verteld dat een lichamelijke schoonmaak<br />

door middel van braken of via ontlasting een zuiverende werking heeft op het psychische en<br />

spirituele vlak. Tijdens deze schoonmaak ‘ziet’ men vaak datgene wat de persoon dwarszat,<br />

bijvoorbeeld blokkerende angsten, weggestopte pijn, egoïstische daden en andere remmingen<br />

op de persoonlijke en spirituele groei. Na deze “storm” of “spirituele strijd” volgt helderheid,<br />

genezing en een gelukzalig gevoel van liefde, rust, vrolijkheid en broederschap. Alle<br />

respondenten verklaarden zich na een werk erg gezond en gelukkig te voelen. Laat ik ter<br />

illustratie van het bovenstaande een aantal respondenten citeren. Ik vroeg hen: Kunt u<br />

beschrijven wat u voelt tijdens een Santo Daime werk?<br />

“Eerst voel je je beroerd. Dat gevoel moet je leiden en op zoek gaan naar een gevoel van<br />

welzijn, door middel van ademhaling, overgave en loslaten van angsten. Dan pas vindt het<br />

echte werk plaats. Soms moet je even zitten om uit te rusten en dan kun je weer terug naar de<br />

stroom.”<br />

“Er is geen vast patroon. Het is afhankelijk van het moment in je leven. Aan de basis ligt de<br />

verruiming van je bewustzijn. (...) Er is een stroming en men interageert. Alles is synchroon,<br />

van begin tot einde. (...) Je kunt de energie voelen. (...) De hinarios zijn voor iedereen en<br />

werken ook op je chakra’s. Wat je lichamelijk voelt, zegt iets over waar je aan moet werken.”<br />

“Het is een spiritueel gevecht, waarin je altijd standvastig (firmado) moet zijn in de waarheid,<br />

in het licht. Je bent soldaat van de Koningin (Rainha), op zoek naar harmonie.”<br />

“Het is niet uit te leggen. Het verruimt je bewustzijn van het universum. Het is innerlijk en<br />

diep. Hoe dieper, hoe meer licht. (...) Het gaat erom interne kracht te ontvangen, voorbij het<br />

fysieke niveau. (...) Soms heb je verandering niet eens in de gaten, soms zijn het diepe<br />

veranderingen. (...) Eerst wordt je zieker, daarna genees je. Het werkt net als homeopathie.”<br />

“Vreugde, dankbaarheid. Het geheim van ons leven, dat eeuwigheid in alles aanwezig is, zelfs<br />

in de dood.”


“Elke trabalho is een universum, een doos met verrassingen. Je weet nooit wat er gaat<br />

gebeuren. Een evenwichtige trabalho geeft je helderheid en zuiverheid. Als je iets ‘slechts’<br />

gedaan hebt, krijg je een klap van je bewustzijn.”<br />

Bovenstaande uitleg gaat zover als dat ik het heb kunnen begrijpen. Er schijnt innerlijk echter<br />

veel meer te gebeuren. Al in het vorige hoofdstuk werden enkele andere verschijnselen<br />

genoemd, zoals de incorporering van een geest en exorcisme. Een vrouw vertelde dat ze heeft<br />

gesproken met haar beschermengelen, een andere dat er soms wonderen gebeuren, zoals een<br />

deur die plotseling openvliegt of zomaar een hele heftige wind of storm. Ook wordt contact<br />

gelegd met het oerwoud en de geesten van de natuur (caboclos), die genezing kunnen<br />

verrichten op de mensen in de zaal.<br />

Er werd in dit verband gesproken over een ‘astrale strijd’ (batalha astral) in de spirituele<br />

‘onzichtbare’ dimensie, als een taak of missie van de mensheid op aarde. In mijn interviews<br />

heb ik hier niet over doorgevraagd, omdat ik zelf nauwelijks begreep wat men hiermee<br />

bedoelde, laat staan in staat was een vraag hierover te formuleren. Groisman (1999: 53-4) gaf<br />

naar aanleiding van zijn onderzoek de volgende uitleg:<br />

“Het spirituele werk is van alledag, maar heeft ook een specifieke en speciale taak: het<br />

doctrineren van de zielen. Deze doctrinatie is verbonden aan een mystiek gevecht, de astrale<br />

strijd. Deze symbolische strijd kan gedefinieerd worden als de som van individuele en<br />

collectieve handelingen en bevelen (diligências) voor doctrinering en redding van de<br />

onzuivere, duistere, verloren zielen, die zwerven in de spirituele wereld. Vele van deze zielen<br />

weten niet ... dat ze al gedesincarneerd zijn en komen daarom in conflict met die zielen die<br />

hen de weg van verlossing willen tonen.<br />

In deze strijd komen legioenen van samengeklonterde zielen in actie rondom hun spirituele<br />

commandanten. Hun actie is gericht op doctrinering van de duistere zielen, die zich ook in<br />

legioenen kunnen organiseren. (...) Sebastião Mota de Melo ... is één van de commandanten<br />

van deze legers. (...)<br />

Deze spirituele strijd lijkt zich te manifesteren in alle dimensies van de daimist. Maar het<br />

ritueel ... is het voornaamste collectieve front. Het ritueel is het slagveld waar de onzichtbare<br />

krachten zich manifesteren. Negatief versus positief. Ignorantie versus weten. Materie versus<br />

ziel.”<br />

4.15 Het belang van de religieuze context


Uit al het bovenstaande is reeds gebleken hoe belangrijk de rituele context is voor het<br />

bereiken van die ‘verruimde staat van bewustzijn waarin men in een Santo Daime ceremonie<br />

komt tot inzicht, zuivering en genezing van lichaam, geest en ziel. Ook is reeds de complexe<br />

structuur besproken die die rituele context constitueert door middel van allerlei richtlijnen:<br />

van gedragsregels tot muzieknoten, van een ritueel kalender tot de versiering van de kerk. De<br />

Santo Daime religie wordt gevormd door deze richtlijnen tezamen met het gebruik van de<br />

drank. Het zijn deze twee componenten waarmee contact met het goddelijke wordt<br />

bewerkstelligd. Het gebruik van ayahuasca zonder deze rituele context en begeleiding van<br />

ervaren personen wordt gezien als gevaarlijk, omdat de persoon zich op dat moment openstelt<br />

voor allerlei energieën, zowel positieve als negatieve. Zonder een rituele context, is het risico<br />

groot dat het op een negatieve ervaring uitloopt, zeker als men er niet veel ervaring mee heeft.<br />

Het onderscheid tussen ‘profaan’ en ‘sacraal’ gebruik geldt ook voor het gebruik van Santa<br />

Maria, zoals reeds is verteld in hoofdstuk 3.<br />

In de inleiding werd gesteld dat de legaliseringsproblematiek van de Santo Daime draait om<br />

de vraag: Hoe wordt de psychoactieve drank gebruikt? Dit thema is van grote relevantie in de<br />

algemene beeldvorming over religies als de Santo Daime. Ook als het gaat om het<br />

onderzoeken van mogelijke positieve (therapeutische) effecten van andere ‘drugs’ is allereerst<br />

nodig dit onderscheid te begrijpen. Om deze reden is in de interviews een aantal vragen<br />

hierover gesteld.<br />

Geen van de respondenten is actief betrokken (geweest) bij een legaliseringsactie voor de<br />

Santo Daime, behalve één persoon die ooit een handtekeningenactie heeft ondertekend ter<br />

bevrijding van twee gearresteerde leden uit Céu do Mapiá. Een vijftal ondervraagden<br />

verklaarde altijd in gedachten positieve energie te sturen en te helpen door als fardado aan de<br />

rituelen mee te doen: “Indirect helpen wij allemaal mee door te participeren en het te<br />

steunen.”<br />

“Wat vindt u van de legaliseringsproblemen waarmee de Santo Daime wereldwijd<br />

geconfronteerd wordt?” vroeg ik vervolgens. Maar liefst de helft (9) was van mening dat deze<br />

problemen gebaseerd zijn op onwetendheid: “Het is onbegrip van bepaalde autoriteiten. Ze<br />

kennen het niet, maar het is niet wat zij denken.” De meesten (12) bleven er optimistisch<br />

onder en zagen het als iets tijdelijks, als hindernissen die overstijgt moeten worden, als iets<br />

nieuws waar de wereld nog aan moet wennen: “Alles zal heel goed opgelost worden, zowel<br />

met de politie als met medisch onderzoek. Het verbod is gebaseerd op vooroordelen. Veel<br />

juristen die het ooit hebben verboden, zijn nu bij de Santo Daime”. Sommigen (3) lieten enige<br />

bezorgdheid doorschemeren met betrekking tot de toekomst van hun religie en pijn of verdriet<br />

in verband met de moeilijkheden die anderen op dit moment doorstaan. Twee personen waren<br />

van mening dat het een kwestie van macht is. Het zou machthebbers niet goed uitkomen,<br />

want: “Het doodt de illusie, het draagt een waarheid, het verruimt het bewustzijn.” Het is<br />

opvallend dat 3 van de 4 respondenten uit Nederland blij waren dat het in Nederland<br />

gelegaliseerd is, maar zich niet echt bezighielden met de situatie wereldwijd. Twee van hen<br />

vroeg zich zelfs af of wereldwijde legalisering goed zou zijn, omdat het belangrijk is dat het<br />

binnen die rituele context gebruikt wordt die de Santo Daime biedt: “Voor mij is het prettig<br />

dat het legaal is. Maar ik weet niet of het goed is voor iedereen. Ongecontroleerd Daime<br />

drinken is niet oké. De religie mag legaal zijn, maar ik kan de gevolgen niet overzien als het<br />

overal te krijgen zou zijn.”<br />

Bij de vraag naar de mening over het feit dat de Daime wordt gezien als ‘profane’ drugs, was<br />

men het unaniem met elkaar eens. Alle ondervraagden legden uit dat het een kwestie is van


gebrek aan kennis over de mogelijkheid om het ‘sacraal’ te gebruiken. Ter illustratie volgt een<br />

aantal citaten:<br />

“Het is gebaseerd op vooroordelen, maar het komt wel goed. Men moet onderscheid maken<br />

tussen het gebruik van de plant en de drugs die sommigen dagelijks gebruiken. Santo Daime<br />

strijdt tegen alle slechte drugs en het veroorzaakt geen afhankelijkheid.”<br />

“Het is een misverstand. Het is een entheogeen en geen hallucinogeen. Het is een hogere staat<br />

van bewustzijn, niet een staat van gekte.”<br />

“Ik heb drugs genomen, maar de Santo Daime wijst je op het heilige in de visioenen.”<br />

“Alles kan verslavend zijn, maar Santo Daime brengt geen afhankelijkheid. Er zijn mensen<br />

die zich eraan verslaven, maar dat is deel van het spirituele werk. Thuis gebruiken kan<br />

gevaarlijk zijn. Slecht gebruik heeft slecht effect.”<br />

Eerder in het interview stelde ik de vraag of men Santo Daime ziet als een geestelijk of<br />

lichamelijk verslavend middel. Slechts één persoon antwoordde dat je er afhankelijk aan kunt<br />

raken als je het niet op de juiste manier gebruikt:<br />

“Ik heb gehoord van wel, van mensen die alsmaar komen, maar geen spirituele groei<br />

doormaken. Dat is verslaving. Wie het spiritueel gebruikt, wordt niet fysiek afhankelijk eraan.<br />

Mentaal kan het verslavend zijn, maar de weg is de weg. Het is in elk geval gezond. Het ligt<br />

ook aan de persoon, de eigen interpretatie.”<br />

Verder bleek iedereen het erover eens dat de Santo Daime geen lichamelijk of geestelijk<br />

verslavend effect heeft. Men legde uit dat je de Santo Daime niet voor je lol drinkt. Het is een<br />

religie, een spirituele ervaring. Het geeft welzijn, maar geen extase. Het is niet lekker<br />

(“gruwelijk”, “afschuwelijke smaak”). Je ervaart geen genot, ook al zie je mooie dingen. Het<br />

is geen vluchtweg, integendeel, je gaat een confrontatie aan met jezelf om problemen op te<br />

lossen. Je moet je concentreren en in evenwicht blijven om goed te kunnen blijven zingen en<br />

dansen. Je moet te allen tijde alert blijven op wat er in de zaal en in jezelf gebeurt. Je moet<br />

serieus werken. Bovendien weet je nooit van te voren wat je zult gaan voelen. Een verslaving<br />

daar kun je moeilijk vanaf komen. De Santo Daime daar kan men zo uitstappen, zonder het<br />

gevoel meer te willen:


“Verslavingen degraderen de mens en zet hem gevangen in het negatieve. Santo Daime doet<br />

zo goed dat het geen verslaving kan zijn. Het brengt hoop in plaats van wanhoop.”<br />

”Het verslaaft niet, maar het bevrijdt. Het is een trap zonder einde. Je hebt Daime nodig om<br />

hoger en hoger te stijgen. Ik ben niet afhankelijk, het helpt mij door mij de weg te tonen. Het<br />

is bijna een afhankelijkheid.”<br />

De wijze waarop religie een mens sterk kan maken en de noodzaak om religieuze activiteiten<br />

te herhalen wordt door Durkheim (1995 [1912]: 47) geanalyseerd in de volgende passage:<br />

“… [T]he believers – the men who, living a religious life, have a direct sense of what<br />

constitutes religion – object that, in terms of their day-to-day experience, this way of seeing<br />

does not ring true. Indeed, they sense that the true function of religion is not to make us think,<br />

enrich our knowledge, or add representations of a different sort and source to those we owe to<br />

science. Its true function is to make us act and to help us live. The believer who has<br />

communed with his god is not simply a man who sees new truths that the unbeliever knows<br />

not; he is a man who is stronger. Within himself, he feels more strength to endure the trials of<br />

existence or to overcome them. He is as though lifted above the human miseries, because he is<br />

lifted above his human condition. He believes he is delivered from evil – whatever the form in<br />

which he conceives of evil. The first article of any faith is belief in salvation by faith. But it is<br />

hard to see how a mere idea could have that power. In fact, an idea is but one element of<br />

ourselves. (…) Energies greater than those at our disposal must come from the object, and,<br />

more than that, we must have some means of making them enter into us and blend into our<br />

inner life. To achieve this it is not enough that we think about them; it is indispensable that we<br />

place ourselves under their influence, that we turn ourselves in the direction from which we<br />

can best feel that influence. In short, we must act; and so we must repeat the necessary acts as<br />

often as is necessary to renew their effects.”<br />

Het schijnt dat er mensen zijn die de drank experimenteren met een recreatief doel. Volgens<br />

sommige ondervraagden moet je dan wel een beetje masochistisch zijn, want het is moeilijk<br />

om de Santo Daime als plezierig te ervaren. Wie het voor de lol gebruikt, wordt<br />

geconfronteerd met iets heel anders. Die misleiding duurt volgens hen echter niet lang. Velen<br />

schrikken en drinken het nooit meer. Het is al gebeurd dat mensen een zodanig nare ervaring<br />

hebben gehad, dat ze vervolgens een rechtszaak aanspanden tegen de Santo Daime, met de<br />

ingewikkelde gevolgen van dien: “Als je er niet op de juiste manier mee omgaat, kan het<br />

gevaarlijk zijn, je kunt zelfs gek worden. Dat is een dreiging voor de doctrine, want er is een<br />

gevaar voor rechtszaken”. Men moet daarom uiterst voorzichtig zijn bij het introduceren van<br />

mensen tot de drank. Mede daarom bestaat er vooraf een interview. Anderen ontdekken wel<br />

de genezende krachten en besluiten vaker te komen. Niet zelden is het gebeurd dat een<br />

drugsverslaafde komt binnenlopen op zoek naar een kick en maanden later gezond wegloopt,


genezen van zijn verslaving. Sommige Santo Daime kerken zijn zelfs specifiek gericht op de<br />

behandeling van drugs- en alcoholverslaafden, met name in de grote steden als São Paulo en<br />

Rio de Janeiro.<br />

Indien het niet verslavend werkt, waarom blijft men dan soms levenslang bij de Santo Daime,<br />

vroeg ik mij af. Ik vroeg de respondenten daarom of zij zich een leven konden voorstellen<br />

zonder Santo Daime en waarom ze het tot op de dag van vandaag in hun leven hebben<br />

behouden. Bijna de helft (8) kon zich een leven zonder Santo Daime voorstellen, waarvan de<br />

meesten (6) zeiden dat Santo Daime zei dat er ook andere spirituele wegen zijn en de overigen<br />

(2) dat ze toch het liefst een leven met Santo Daime hadden. Een viertal antwoordde stellig<br />

dat ze zich geen leven zonder Santo Daime zouden willen. Deze personen gaven als motieven:<br />

“Omdat ik me heel goed voel met Santo Daime. Het helpt me verbonden te blijven met m’n<br />

ziel.”<br />

“Omdat het me mijn vragen bevredigend doet beantwoorden.”<br />

“Na de Santo Daime ben ik nooit meer ziek geweest. Mijn geheugen werd beter, heel mijn<br />

organisme. Ik heb alleen af en toe een griepje.”<br />

“Vanwege de dorst naar zelfkennis is er veel om aan te werken, om te groeien. Het is een<br />

zoektocht naar perfectie.”<br />

Volgens de meesten (13) leidt de Daime zelf tot het niet meer nodig hebben van Daime. Des<br />

te meer je bewustzijn toeneemt, des te minder zou je het immers nodig hebben. Het zou<br />

betekenen dat je in staat bent gesteld te allen tijde datgene te onderscheiden dat komt van het<br />

“hogere ik” met dat van het “ego”. Volgens de meesten van hen (8) is dit echter heel moeilijk.<br />

Het zou de perfectie zelf zijn. De weg ernaartoe is echter lang en dat is niet waar het om zou<br />

gaan: “Het gaat om de weg naar perfectie, niet om perfectie zelf. Gelukzaligheid leidt tot<br />

geluk.” Volgens sommigen zal ooit de dag komen dat men het met een paar druppels Daime<br />

zal moeten doen, omdat de planten zullen opraken.<br />

4.16 Betekenis<br />

Hoewel uit al het bovenstaande reeds de betekenis van de Santo Daime voor de adepten is te<br />

extraheren, wil ik, aansluitend op het vorige, kort uiteenzetten welke antwoorden men zoal<br />

gaf bij de specifieke vragen hiernaar. Bij de vraag naar de betekenis van de spirituele werken<br />

werden de volgende zaken genoemd: genezing, vrolijkheid, gelukzaligheid, zoektocht,


zelfkennis, duidelijkheid, zelfreflectie, zuivering, rehabilitatie, groei, gezondheid. Ook werd<br />

gezegd: Men maakt er verbinding met God, met de broeders en met de natuur. Het helpt te<br />

ontdekken waar de mens vandaan komt en waar hij heengaat. Het is altijd een feest.<br />

Afhankelijk van je eigen gezondheid kun je er ook andere helpen. Het is een innerlijk werk<br />

om te genezen.<br />

Daarnaast vroeg ik wat de betekenis is van de Santo Daime zelf, de drank. Losse woorden die<br />

genoemd werden zijn: kracht, leraar, liefde, heilig, harmonie, gerechtigheid, waarheid, geloof,<br />

vertrouwen, gids, raadgever, mentor. Meer uitgebreide verklaringen zijn:<br />

“De Daime is alles voor me. Het maakt me gelukkig en integer. Het staat me niet toe mezelf<br />

voor de gek te houden. Het is mijn ‘Noord’, mijn gids. Het staat me toe mezelf te zijn. Het<br />

laat me toe me te ontwikkelen en niet in te wikkelen. Het leert me de werkelijkheid te leven<br />

zoals ze is. Het haalt alle illusie bij me weg, alle angst en twijfel. Het geeft me moed en kracht<br />

om angsten en ongemakken aan te gaan. Het geeft me acceptatie, ik los pijn op. Me<br />

harmoniseren en verzoenen.”<br />

“Het is een medicijn die me een directe verbinding met God toelaat. Het laat me toe het<br />

spirituele wezen te waarnemen die ik ben, mijn essentie.”<br />

“De Daime is een geleider die vergemakkelijkt de toegang tot datgene waaraan je wilt werken<br />

of de antwoorden die je wil vinden.”<br />

“Zoektocht naar kennis over de oorsprong van het lichaam, het leven en het universum.<br />

Zoektocht naar het waarom van het bestaan, van het leven. Evolutie en waardering van het<br />

lichaam.”<br />

GODDELIJK WEZEN<br />

Wie niet heeft geproefd<br />

Kom proeven<br />

Van deze drank<br />

Die hier is


Oh! Goddelijk Wezen<br />

Getransformeerd in vloeistof<br />

Kom wekken<br />

Onze ziel<br />

Als wij gewekt<br />

Kunnen zien<br />

De Meester onderricht<br />

Wij zullen leren<br />

SER DIVINO<br />

Quem não provou<br />

Venha provar<br />

Desta bebida<br />

Que aqui está<br />

Oh! Ser Divino<br />

Transformado em líquido<br />

Vem acordar<br />

O nosso espírito<br />

Se acordados<br />

Podemos ver


O Mestre ensina<br />

Vamos aprender<br />

Velen stelden dat ze de Daime beschouwen als een Ser Divino, een goddelijk wezen. Ze<br />

noemen het een leraar, een meester, een professor die je de weg wijst. In hymnes komt deze<br />

boodschap regelmatig naar voren,<br />

bijvoorbeeld in deze[75]:<br />

Reeds in hoofdstuk 2 werd deze visie besproken. Eén van mijn respondenten vertelde: “De<br />

plant heeft een kracht, een eigen leven. Het is een goddelijke plant, een heilig wijn die met<br />

veel respect gedronken wordt.” De drank wordt niet zozeer beschouwd in termen van een<br />

materiële substantie dat bepaalde chemische reacties opwekt in je hersenen, maar als een<br />

actief wezen dat de mens genezing en zelfkennis brengt via zuivering en visioenen.<br />

4.17 Aantrekkingskracht en wereldwijde groei<br />

Wat de betekenis is van de Santo Daime voor diegenen voor wie het onderdeel is van hun<br />

leven, is nu duidelijk. Minder duidelijk aan te wijzen is de aantrekkingskracht van de Santo<br />

Daime voor mensen die het willen leren kennen. Hier volgt hetgeen de respondenten zelf<br />

aanwijzen als aantrekkingskracht. In het volgende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op dit<br />

onderwerp.<br />

Aan het begin van de data-analyse is besproken wat de ondervraagden er zoal toe gebracht<br />

heeft om voor het eerst Daime te drinken. Daarin werd grofweg onderscheid gemaakt tussen<br />

twee motieven: een zoektocht naar genezing (mentaal of psychisch) en een zoektocht naar<br />

zelfkennis (antwoorden vinden op vragen). Deze zaken zijn ook genoemd bij de vraag naar de<br />

aantrekkingskracht van de Santo Daime. Daarnaast is genoemd dat de Santo Daime een


directe verbinding met God constitueert. Er zit niets tussen, geen boek of persoon. De<br />

connectie wordt gemaakt door middel van muziek en gezang:<br />

“Het is een goddelijke connectie via de muziek, de hymnes. Het brengt een andere vibratie,<br />

doordat het een gezongen doctrine is.”<br />

“De hymnes zijn fundamenteel voor de reis. Via de hymnes kun je je hart voelen. Het feit dat<br />

’t gezongen is, maakt het persoonlijk, omdat het niet gericht is op één persoon, bijvoorbeeld<br />

een pastoor. Het is goed voor wie geen dogma’s wil. Er is openheid voor andere interpretaties<br />

en andere spirituele paden.”<br />

Ook de bewustzijnsverruimende ervaring zou personen aantrekken, de mogelijkheid om in<br />

zichzelf te kijken, datgene dat normaalgesproken in het onderbewustzijn is: “Het reinigt, het<br />

laat dingen zie die je bedekt houdt, het heft blokkades op”. Zoals reeds vermeld, blijkt dat<br />

sommigen zich vergissen, omdat het een spirituele reis is en geen ‘recreatieve trip’. Wat ook<br />

bij onder de antwoorden werd gehoord, is de opvatting dat er een wederzijdse<br />

aantrekkingskracht is tussen de Daime en de mens. De drank wordt beschouwd als een wezen<br />

met een eigen kracht:<br />

“Het is de kracht van het licht, van de ziel. De magnetische bron van de liefde, de eigen<br />

zoektocht binnen eenieder. Santo Daime doet een oproep tot het pad van het licht, van de<br />

waarheid. De aantrekkingskracht is wederzijds.”<br />

Enio, leider van Céu do Patriarca São José, zei dat de aantrekkingskracht van de Santo Daime<br />

de openbaring van zelfkennis en genezing is. Deze kracht zou het mysterie van de Daime zelf<br />

zijn. Het is volgens hem via deze mysterieuze kracht dat een wederzijdse aantrekking bestaat,<br />

waardoor de Santo Daime religie in korte tijd wereldwijd is gegroeid.<br />

Voortbordurend op de vraag naar de aantrekkingskracht, vroeg ik mijn respondenten waarom<br />

volgens hen de Santo Daime zich zo snel over de wereld heeft verspreid. Sommigen gaven<br />

een antwoord vanuit hun eigen positie: de religie in Brazilië. Anderen beantwoordden de<br />

vraag uitgaande van de positie van buitenstaanders: buiten Brazilië. Uitgaande vanuit de<br />

religie, werd gezegd dat het komt doordat de Santo Daime heel oorspronkelijk is. Het zijn<br />

leringen van het oerwoud, van de natuur. De informatie wordt toegankelijk in een contact van<br />

vriendschap met elkaar. De mensheid vormt in deze visie een broederschap. De religie kent<br />

een hoge mate van universaliteit, daar het een vrij centrum is. Iedereen is welkom, er is<br />

weinig tot geen dogma en er worden spirituele allianties gesloten met andere religies en<br />

spirituele paden. De capaciteit die het heeft om te genezen en te helpen bij lichamelijke en<br />

geestelijke problemen is daarnaast reeds door wetenschappers bewezen.


Volgens de respondenten die antwoordden vanuit de positie van buitenstaander, hoort de<br />

Santo Daime bij deze tijd. De kolonisatie, de industriële revolutie en de computer hebben de<br />

mensheid gebracht tot een wereld waarin de grenzen langzaam vervagen: “Er is geen binnen<br />

of buitenland, maar er is mensheid. Het is om bijeen te komen, uit te wisselen, te groeien.” De<br />

westerse wereld is ontkerkelijkt, het grootste overige deel leeft in armoede. Er bestaat<br />

spirituele honger. Mensen zijn op zoek naar genezing, wereldwijd: “Mensen zijn leeg, ze<br />

hebben God nodig.” De Santo Daime zou een mogelijkheid bieden voor de mens om zich op<br />

een totaal vrije manier te leren kennen.<br />

Volgens religie-socioloog Paul Heelas en antropologe Leila Amaral (1994: 175) is de grote<br />

aantrekkingskracht van de Santo Daime mede te wijten aan het feit dat het onderdeel is van de<br />

New Age beweging in Brazilië, naast onder andere het Tibetaans boeddhisme, de Hare<br />

Krishna, de Baha’i, het soefisme, het spiritisme van Allan Kardec, Rebirthing, Brahma<br />

Kumaris, de Kabbalah en Sai Baba. In deze korte opsomming valt op dat de Braziliaanse New<br />

Age beweging, net als elders, een sterke neiging vertoont richting oosterse<br />

levensbeschouwingen. Bijzonder aan de New Age beweging in Brazilië is volgens de auteurs<br />

de heropleving van inheemse tradities, zoals het geval van de Santo Daime.<br />

De sociologen Stef Aupers en Anneke van Otterloo (2000: 109-14) bestudeerde de New Age<br />

beweging in Nederland en stelden onder andere de vraag: Wat beweegt mensen eigenlijk om<br />

zich bezig te houden met New Age-opvattingen en praktijken in de vorm van cursussen en<br />

therapieën? Zij geven vervolgens een opsomming van motieven: 1) Alternatieve opvattingen<br />

over holisme, energievelden, het goddelijke zelf en andere religieuze elementen vervullen<br />

voor New Agers mogelijkerwijs een soortgelijke functie als voorheen de christelijke dogma’s.<br />

2) Het individualistische, open en volledig vrijblijvende karakter van New Age spreekt aan. 3)<br />

Er is in veel gevallen sprake van een therapeutische motivatie voor psychische, psychosociale<br />

en psychosomatische problemen. 4) Zoektocht naar zingevingsvraagstukken. 5)<br />

Ontevredenheid over de reguliere gezondheidszorg.<br />

Op basis van het bovenstaande kan ik concluderen dat de Santo Daime gemakkelijk onder de<br />

religieuze kaleidoscoop ‘New Age’ kan worden geschaard en dat de motieven waarom de<br />

Santo Daime zich zo snel over de wereld verspreid overeenkomen met een algemene trend,<br />

namelijk die van de individuele zoektocht naar zingeving en genezing.[76]<br />

4.18 Toekomstbeeld<br />

De laatste vraag van mijn interview is waar ik deze data-analyse mee wil afsluiten: “Hoe ziet<br />

u de toekomst van de Santo Daime over 30 jaar?” Enkelen vrezen voor een toename in<br />

milieu- of legalisatieproblemen: “Ik hoop dat het erkend, gerespecteerd wordt. Dat het vrij<br />

kan circuleren. Minder individualistisch leven en met meer respect. Het gaat die kant op, de<br />

intentie is echt.” De meerderheid (11) echter, zag een positieve toekomst voor de religie in de<br />

vorm van grotere verspreiding en/of toegenomen erkenning wereldwijd.


“Een goede toekomst, een geweldige toekomst. Ik geloof dat het zich verder zal verspreiden.<br />

(...) Via de Santo Daime kan het oerwoud zich verspreiden om zich te laten zien aan de<br />

mensen. Het is goed, maar niet makkelijk. We zijn soldaten in de strijd.”<br />

Sommigen van hen vragen zich af of de mens en de aarde er dan nog zullen zijn, althans op<br />

dezelfde manier als vandaag:<br />

“Meer verspreid en sterker, indien de aarde dan nog bestaat. (...) Maar altijd op een discrete,<br />

stille en bescheiden manier.”<br />

“Als we er allemaal nog zijn: steeds meer mensen bij Santo Daime, het zal groeien. (...) Het<br />

zal over de hele wereld zijn. Ik geloof in spirituele alliantie.”<br />

“Alles zal zwarter zijn, chaotischer. Het is het tijdperk van de haast, alles sneller. En dan zal<br />

men willen praten met God, op moeilijke momenten. Een toename van psychische ziektes<br />

leidt tot een grotere zoektocht. Het is de Nieuwe Tijd (Nova Era).”<br />

Twee respondenten gaven aan dat het huidige tijdperk maar tijdelijk is. De ene zei: “Over 30<br />

jaar zal denk ik geen Daime meer gebruikt worden. De mens is dan meer ontwikkeld, men zal<br />

meer intuïtie en openheid hebben. Het is alleen nodig voor een tijdje.” De andere stelde: “Men<br />

zal niet meer achter geld aan zitten, maar er zal harmonie en compassie zijn. Men zal leven in<br />

gemeenschappen als een grote familie die alles deelt.”<br />

Er werd door 4 respondenten gesproken over een bepaalde periode van verandering vanaf<br />

2012 of 2014, een jaar dat terug te vinden is andere esoterische stromingen, zoals de<br />

rozenkruizers en de Maya kalender. Een tijd van rampspoed zou dan aanbreken, een soort<br />

einde van het huidige tijdperk. Alleen die mensen zouden het overleven, die voorbij de 3 e<br />

dimensie (voorbij de ‘zichtbare’ wereld) kunnen ‘zien’: “Wie overleeft zijn degenen die echt<br />

in de zoektocht zitten, die in de stilte zijn.”<br />

5. CONCLUSIES<br />

“Not being known doesn’t stop the truth from being true.”


Richard Bach (2004)<br />

In dit concluderende hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van het gehele onderzoek en<br />

wordt gericht ingegaan op de beantwoording van de hoofdvraag, voor zover ik nu daartoe in<br />

staat ben en de beperkingen van een MA Thesis in rekenschap genomen. Vele vragen met<br />

betrekking tot dit onderzoek zijn beantwoord (hoofdstuk 5), maar nieuwe, complexere vragen<br />

zijn gerezen (hoofdstuk 6).<br />

De hoofdvraag van dit onderzoek luidde: Wat is de betekenis en aantrekkingskracht van de<br />

Santo Daime, een religie uit het Amazonewoud, voor mensen in een urbane setting en hoe is<br />

de snelle wereldwijde groei van deze religieuze stroming te verklaren? Naar aanleiding van de<br />

gepresenteerde resultaten uit veldwerk en literatuur, volgt hieronder een stapsgewijze<br />

beantwoording.<br />

Wat is de Santo Daime doctrine?<br />

1) De Santo Daime is in dit onderzoek gedefinieerd als een entheogene, syncretistische<br />

religie. Entheogeen verwijst naar het gebruik van Daime, waarmee volgens adepten contact<br />

wordt gemaakt met God in zichzelf en in de natuur. De Santo Daime is een psychoactieve<br />

drank behorend tot de ayahuasca, dat zich onderscheidt in onder andere de specifieke<br />

bereidings- en gebruikswijze die zijn nagelaten door Mestre Irineu. Het syncretisme is te<br />

vinden in het feit dat de Santo Daime is ontstaan uit een samenkomst van verschillende<br />

religieuze tradities, waaronder het christendom, sjamanisme, umbanda en het kardecisme.<br />

2) De gronden waarop de Santo Daime in dit onderzoek als een religie wordt beschouwd<br />

zijn de volgende: a) De Santo Daime is wereldwijd georganiseerd als een kerkgemeenschap<br />

onder het koepelorgaan CEFLURIS. b) De rituele bijeenkomsten in deze kerken zijn op niets<br />

anders gericht dan het zoeken van contact met God en het bewerkstelligen van fysieke,<br />

mentale en spirituele genezing. c) In alle gevonden academische studies over de Santo Daime<br />

wordt deze als een religie behandeld.[77] Zoals uit dit onderzoek blijkt, is de Santo Daime<br />

echter meer dan een religie. Het is een medisch systeem, een therapeutisch centrum, een<br />

school, een kennissysteem, een levenswijze, een sociale structuur, een vriendenkring.<br />

3) De Santo Daime brengt de deelnemers sociale, mentale en lichamelijke gezondheid. De<br />

genezende werking van de Santo Daime is wetenschappelijk bewezen en er kan<br />

geconcludeerd worden dat de drank noch op korte, noch op lange termijn schadelijke effecten<br />

heeft op de mens, mits gebruikt in een rituele context en onder begeleiding van een<br />

ervaringsdeskundige.<br />

4) Daarnaast werken Santo Daime adepten aan een harmonieuze en duurzame relatie<br />

tussen mens en natuur, waarvoor verschillende projecten lopen met het oog op toekomstige<br />

generaties, zoals bijvoorbeeld het opzetten van permacultuur projecten en<br />

ecovillages.


5) Het koepelorgaan CEFLURIS opereert zelfvoorzienend: de organisatie en bekostiging<br />

van goederen en diensten wordt binnen de Santo Daime geregeld. Om deze reden dienen<br />

deelnemers een bijdrage te betalen, naar gelang hun beurs dat toelaat. Ook in hun activiteiten<br />

is de Santo Daime religie geheel zelfstandig. Alles gebeurt in kerkgebouwen en geschiedt<br />

zelfs midden in de stad afgeschermd van anderen – wie wil participeren is welkom, wie niet<br />

wil participeren wordt nergens toe gedwongen en ondervindt er verder ook geen last van.<br />

Binnen de Santo Daime bestaat bovendien de regel dat om anderen niet uit te nodigen om<br />

Daime te drinken, omdat dit van de persoon zelf uit moet komen. Het persoonlijke spirituele<br />

pad staat altijd voorop.<br />

6) Als buitenstaander is moeilijk te bepalen in hoeverre de opvattingen van de Santo<br />

Daime over God, natuur, universum en mensheid kloppen met de ware werkelijkheid. De<br />

vraag naar wat de ware werkelijkheid is, is hoe dan ook nauwelijks te beantwoorden, omdat<br />

de menselijke perceptie van vele zaken afhankelijk is. Lévi-Strauss (1979 [1963]) stelde: “Dat<br />

de mythologie van de sjamaan niet correspondeert met een objectieve werkelijkheid, doet er<br />

niet toe. De zieke vrouw gelooft in de mythe en behoort tot een samenleving die erin gelooft.”<br />

Hoewel mijns inziens niemand met volledigheid kan zeggen wat de objectieve waarheid is,<br />

ben ik het met Lévi-Strauss eens: Wat telt, is dat de Santo Daime voor een wereldwijd<br />

toenemend aantal mensen positieve uitwerkingen heeft.<br />

Wat is de betekenis van de Santo Daime?<br />

In de inleiding is de betekenis van de Santo Daime als volgt geoperationaliseerd: de relatie<br />

tussen mens en geloof op korte en lange termijn en dat het in dit onderzoek bepaald aan de<br />

hand van een reeks variabelen, waaronder participatie aan rituelen, gevoel tijdens en na de<br />

rituelen, naleving van regels, invloed op het dagelijks leven, invloed op geestelijk, lichamelijk<br />

en sociaal welzijn, opvattingen over mens, wereld en universum. In het geval van de Santo<br />

Daime is er een relatie te ontdekken tussen mens en doctrine, maar ook tussen mens en Daime<br />

(de drank).<br />

De betekenis van de Santo Daime als doctrine kan samengevat worden in de volgende punten:<br />

1) Het is een spirituele universiteit voor kennis over jezelf, de ander, mensheid, natuur,<br />

kosmos en God.<br />

2) Het faciliteert de werken waarin fysieke, mentale en spirituele genezing plaatsvindt.<br />

3) Men komt er tot zingeving en antwoorden op levensvragen via een verruiming van het<br />

bewustzijn.<br />

4) Het biedt een vertrouwelijke, veilige sociale omgeving van gelijkgestemden, dat gericht is<br />

op spirituele groei, zeer zeker in communitaire leefgemeenschappen.<br />

Aan de drank of plantenbrouwsel wordt de Santo Daime door adepten de volgende<br />

betekenissen verbonden:<br />

1) Een goddelijk wezen, een spirituele entiteit met persoonlijkheid.


2) Een medicijn voor spirituele genezing.<br />

3) Een leraar dat (zelf)kennis brengt en antwoorden geeft op levensvragen voor wie ze stelt.<br />

4) Een gids dat de juiste koers aangeeft in de zoektocht naar harmonie, geluk en gezondheid.<br />

Wat is de aantrekkingskracht van de Santo Daime?<br />

De aantrekkingskracht van de Santo Daime werd gedefinieerd als: die eigenschappen van de<br />

Santo Daime die een invloedrijke factor vormen in het besluit van een individu om zich bij<br />

deze religie aan te sluiten. Deze definiëring impliceert tegelijkertijd de eigenschappen en<br />

persoonlijke motieven van het individu die tot deze keuze leiden. Dit individu kan echter niet<br />

los gezien worden van zijn sociale omgeving: familie, samenleving en mensheid. Om deze<br />

reden bestaat ook een relatie tussen Santo Daime en mensheid als geheel. Kortom, de<br />

aantrekkingskracht van de Santo Daime kan naar aanleiding van dit onderzoek in het<br />

volgende schema geplaatst worden:<br />

1) Persoonlijke motieven. In de data-analyse is besproken wat de ondervraagden er zoal toe<br />

gebracht heeft om voor het eerst Daime te drinken. Daaruit kwam naar voren dat er twee<br />

hoofdredenen te benoemen zijn, namelijk: de zoektocht naar genezing (fysiek of mentaal) en<br />

de zoektocht naar zelfkennis (antwoorden vinden op vragen). Daarnaast zijn als<br />

aantrekkingskracht heel wat zaken genoemd: het constitueren van een directe verbinding met<br />

God via muziek en gezang en zonder tussenpersoon, het weinig dogmatische, eclectische<br />

karakter en de grote mate van vrijheid binnen de religieuze organisatie, de eenvoud en het<br />

contact met de natuur, de bewustzijnsverruimende ervaring en de mogelijkheid om in zichzelf<br />

te kijken en datgene aan te raken dat normaalgesproken verstopt zit.<br />

2) Motieven met betrekking tot de mensheid als geheel. In de visie van de Santo Daime<br />

adepten heeft elk mens een individuele missie, maar werkt samen met alle ‘broeders’ in de<br />

taak die de mensheid heeft op aarde. De Santo Daime religie is opgekomen precies in een tijd<br />

waarin de meerderheid van de wereldbevolking leeft in stedelijke gebieden en men het contact<br />

met de natuur vaak is kwijtgeraakt. Het is de tijd na de industriële revolutie, waarin<br />

oerwouden en grondstoffen langzaam maar zeker verdwijnen en de natuurlijke balans van de<br />

aarde is aangetast. Volgens de adepten is dit geen toeval: de Santo Daime is gekomen om<br />

wereldwijd genezing te brengen en de spirituele honger te stillen. De Nieuwe Tijd (Nova Era)<br />

zou reeds zijn aangebroken, waarin allerlei spirituele wegen zich voor de mens openen, opdat<br />

de mensheid zich verder ontwikkelt. De Santo Daime zou één van de snellere, maar heftige<br />

wegen zijn om te kunnen zien voorbij de 3 e dimensie.


3) De kracht van de Santo Daime zelf. Een plant wordt in de biologie beschouwd als een<br />

levend wezen, omdat het de zeven levenskenmerken vertoont: ademhaling, voeding, groei,<br />

uitscheiding, waarneming, beweging en voortplanting. De Daime, die uit planten is bereid,<br />

wordt ook door Santo Daime adepten niet gezien als louter materie. De planten in de drank<br />

zouden een kracht bevatten, een capaciteit. De Daime is volgens adepten een goddelijk wezen<br />

die de mens wat te bieden heeft. Het zou een plantenbrouwsel zijn met een eigen vermogen<br />

om kennis en genezing te brengen aan diegenen die erom vragen.[78] Volgens de<br />

ondervraagde respondenten bevat de Daime bovendien een kracht of persoonlijkheid om zich<br />

wereldwijd aan mensen te openbaren, om te reizen over de aardbol. Volgens enkele academici<br />

wordt deze visie moeilijk geaccepteerd binnen een westers denkpatroon, omdat planten wel<br />

als levende, maar niet als intelligente wezens worden beschouwd. Bovendien veronderstelt<br />

men dat hallucinaties geen bron van informatie kunnen zijn, maar enkel psychische beelden,<br />

gecreëerd binnen het menselijke brein door middel van chemische reacties.<br />

Hoe is de snelle wereldwijde groei van deze religieuze stroming te verklaren?<br />

De wereldwijde groei van de Santo Daime bestaat zowel in tijd als in ruimte. De Santo<br />

Daime is in 1930 ontstaan en is daarmee nog geen eeuw oud. Zoals gezegd valt het mede<br />

daarom onder de noemer ‘nieuwe religieuze bewegingen’ of ‘New Age’. In tegenstelling tot<br />

verwante religies, zoals de UDV en Barquinha, kenmerkt de Santo Daime zich sterk in de<br />

manier waarop het naar allerlei landen buiten Brazilië beweegt. Dit is de groei in ruimte.<br />

Zoals de religieuze leider Enio Staub van Céu do Patriarca São José op Florianopolis in een<br />

interview verklaarde is de verspreiding van de Santo Daime een natuurlijk proces, en niet een<br />

wens naar occupatie van ruimte of macht over anderen. Zoals het feit dat buitenstaanders niet<br />

mogen worden uitgenodigd tot het drinken van Daime (tenzij ze zelf aangeven dat ze dat<br />

willen), worden kerken in het buitenland niet gesticht vanuit CEFLURIS, maar op basis van<br />

het initiatief van geïnteresseerden uit het buitenland. De rol van CEFLURIS is slechts het<br />

faciliteren van de stichting en het overbrengen van informatie aan de religieuze leider ter<br />

plaatse, opdat de spirituele werken volgens de Norms of Ritual (CEFLURIS 2008) worden<br />

uitgevoerd.<br />

Opvallend aan de groei van de Santo Daime is de snelheid waarmee dat gaat, maar ook de<br />

verhouding wereldwijd: de meeste Santo Daime centra buiten Zuid-Amerika bevinden zich in<br />

Europa en Noord-Amerika. Op alle andere continenten zijn er relatief weinig te vinden.<br />

Hoewel voor de groei van de Santo Daime geen meetbare verklaring te geven is, zijn tijdens<br />

het onderzoek vier mogelijke motieven naar voren gekomen:<br />

1) Economie en logistiek. Het betreft economisch welvarende landen waarvan de inwoners<br />

meer financieel in staat zijn om naar Brazilië af te reizen en in contact te komen met de<br />

Santo Daime.<br />

2) Secularisering en het ‘zingevingsvacuüm’ (Aupers en Van Otterloo 2000: 122). Naast de<br />

grote materiële welvaart van deze gebieden, bestaat er een leegte wanneer het gaat om religie<br />

en spiritualiteit, mede veroorzaakt door de ontkerkelijking (in Europa) en het gebrek aan<br />

bevredigende antwoorden op levensvragen.


3) Identiteitsproblemen en een gevoel van herkenning bij de Santo Daime op meerdere<br />

fronten: de christelijke symbolen, het teruggrijpen naar de essentie van de natuur, het<br />

herstellen van het contact met zichzelf en met God.<br />

4) Medische redenen. Een zoektocht naar genezing van psychische en fysieke kwalen en de<br />

beperkingen van de westerse geneeskunde.<br />

Suggesties voor nader onderzoek<br />

Bovenstaande bevindingen zijn deels ook door andere wetenschappers – van antropologen tot<br />

chemici – geponeerd. Mijn onderzoek onderscheidt zich in het feit dat het niet louter<br />

gebaseerd is op secundaire literatuur of eigen ervaringen, maar grotendeels op de ervaringen<br />

van maar liefst een 18-tal personen op twee verschillende plaatsen in de wereld. Dit<br />

onderzoek resulteert mijns inziens in een overtuigende bevestiging van eerdere studies en zou<br />

mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan de wetenschappelijke discussies over de volgende<br />

thema’s:<br />

1) Het wereldwijd legaliseren van religies als de Santo Daime die op welzijnsbevorderende en<br />

veilige wijze werken met psychoactieve planten.<br />

2) Het bestaan van een ‘hogere’ of ‘onzichtbare’ dimensie dat voor de mens pas<br />

waarneembaar wordt in andere staten van bewustzijn.<br />

3) De mogelijkheid om genezing te bewerkstelligen van psychische en fysieke kwalen vanuit<br />

deze staat van verruimd bewustzijn en middels inzichten in de ‘hogere’ dimensie.<br />

4) De mogelijkheid om doelbewust in ‘hogere’ dimensies te treden via het gebruik van<br />

bepaalde psychoactieve planten, binnen een rituele context en onder ervaren begeleiding.<br />

Zoals uit dit onderzoek in elk geval blijkt, gooit het fenomeen Santo Daime veel<br />

wetenschappelijke problemen op. Grenzen vervagen en we staan opnieuw stil bij datgene<br />

waar de wetenschap naar op zoek gaat: Wat is realiteit? Het is mijns inziens van groot<br />

wetenschappelijk en maatschappelijk belang om dieper in te gaan op de vier genoemde<br />

discussiepunten. Allereerst is meer wetenschappelijk onderzoek nodig om de twijfels weg te<br />

nemen over het ‘vage’ gebied van religie en spiritualiteit. Acceptatie is de eerste stap. De<br />

scheiding tussen religie en wetenschap is kunstmatig en niet reëel (Aupers en Otterloo 2000:<br />

37, Metzner 2006: 5, Van Lommel 2007: 20-6). Het proces van wederzijdse verzoening is<br />

reeds merkbaar aan onder andere de toenemende verschijning van dit soort thema’s in<br />

academische publicaties van verschillende disciplines.[79] In tweede instantie of gelijktijdig<br />

is meer onderzoek nodig naar het sacrale gebruik van psychoactieve middelen. Mocht<br />

bijvoorbeeld wetenschappelijk bewezen worden dat het correcte gebruik van psychoactieve<br />

planten kan resulteren in doeltreffende genezing van ernstige ziekten, dan zou dit nieuwe<br />

mogelijkheden kunnen bieden in de geneeskunde. Ook zou men als algemene voorlichting<br />

geïnformeerd kunnen worden over de mogelijkheden van ‘positief’ (sacraal) drugsgebruik ter<br />

genezing en bestrijding van verslavingen. Zou men hierdoor nog meer het menselijk belang<br />

inzien van natuurbehoud, dan zouden duurzame projecten op grotere schaal kunnen worden<br />

ontwikkeld. Bovendien zou meer waarde gehecht worden aan de kennis van inheemse<br />

culturen wereldwijd, die momenteel steeds minder recht van bestaan lijken te hebben.


Kortom, nader onderzoek op dit gebied zou mogelijk een wereldwijde keten van positieve<br />

processen in gang kunnen zetten.<br />

6. VOORBIJ DIT ONDERZOEK<br />

Net als bij elk onderzoek, blijven er na dit onderzoek meer vragen over dan antwoorden. Er is<br />

zoveel meer dat zou kunnen worden nagepluisd en geanalyseerd binnen dit werk. Maar net als<br />

elk onderzoek, kent ook deze een einde. De vragen die nu overblijven zijn uitvloeisels van<br />

ruim anderhalf jaar dedicatie aan een onderwerp dat aanvankelijk eenvoudig leek, maar later<br />

pas zijn enorme dimensies toonde. Het is belangrijk om deze vragen niet ongenoemd te laten.<br />

Daarom worden deze laatste pagina’s gewijd aan de twee grootste vraagstukken die tijdens dit<br />

werk naar voren zijn gekomen: Kan het welzijnsbevorderende sacrale gebruik van<br />

psychoactieve middelen in de spiritueel-religieuze context van de Santo Daime<br />

wetenschappelijk worden erkend en op basis daarvan wereldwijd worden gelegaliseerd? Zou<br />

er zoiets bestaan als ‘plantenintelligentie’ en zou het mogelijk zijn om kennis te verwerven<br />

door middel van planten, zoals men binnen allerlei inheemse culturen van Zuid-Amerika<br />

stelt? Voortbordurend op de conclusies wordt kort op deze zaken ingaan. Op de achtergrond<br />

speelt uiteindelijk de vraag: Zou toekomstig onderzoek naar deze en verwante thema’s de<br />

grenzen van de wetenschap kunnen verleggen?<br />

6.1 Het probleem van classificatie en de legalisatiekwestie<br />

Tijdens het veldwerk en vooral bij de literaire verdieping bij terugkomst uit Brazilië viel te<br />

ontdekken dat de Santo Daime heel moeilijk te classificeren is. Ook Groisman (1999: 14-17)<br />

stelt zich deze vraag en haalt verschillende theorieën hierover aan. Is het een religie, een vorm<br />

van sjamanisme, een medisch systeem, een leefwijze, een ecologische beweging, een sociale<br />

structuur? Aan het einde van zijn verslag concludeert hij: ”Het is een bijzondere en<br />

eclectische vorm van religie met elementen uit verschillende tradities ... ter constitutie van een<br />

symbolische context voor een ritueel gebruik van de drank” (Groisman 1999: 134). In dit<br />

onderzoek wordt Santo Daime als een religie geclassificeerd, maar ook als een kennissysteem.<br />

Zoals uit de data-analyse naar voren is gekomen, beschouwen de adepten het immers als een<br />

“levensschool” of “spirituele universiteit”, waar zij leren over zichzelf en de essentie van het<br />

menselijke bestaan. Ik ben het met Groisman eens dat de Santo Daime religie bijzonder is in<br />

zijn soort. Zelfs de parallelle ayahuasca religies União do Vegetal en Barquinha hebben niet<br />

een dergelijk wereldwijd netwerk gevormd als de Santo Daime.<br />

Het wetenschappelijk classificeren van de Santo Daime als religie is van groot belang voor de<br />

legalisatieproblematiek. Wetenschappelijke kennis vormt over het algemeen immers het<br />

referentiekader van wetgeving. Aan de hand van wetenschappelijke bevindingen wordt


epaald wat gezond of schadelijk is en zodoende wat toegestaan of verboden is. Aldridge stelt<br />

in zijn onderzoek “Religion in the contemporary world” dat één van de voordelen van erkend<br />

worden als religie is het verwerven van legale bescherming:<br />

“… [T]he definition of religion, and any attempt to distinguish authentic from bogus religion,<br />

is of more than scholarly interest. It can profoundly affect people’s lives. It raises issues of<br />

church-state relations, the constitutional rights and liberties of religious minorities including<br />

intolerant ones, and the prospects for international agreement on human rights” (Aldridge<br />

2000: 17).<br />

Het is op grond van artikel 9 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)<br />

– die van Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst[80] – dat de Santo Daime adepten<br />

onder andere in Nederland en Brazilië hun religie vrij kunnen beoefenen. In een artikel<br />

schrijft Adèle van der Plas, de advocate die destijds (1999-2001) de Nederlandse Santo Daime<br />

kerk verdedigde, het volgende:<br />

“Een keur aan deskundigen van antropologen tot godsdienstwetenschappers, farmacologen en<br />

psychiaters hebben de Amsterdamse rechtbank in deze strafprocedure voorgelicht over het<br />

gebruik van de amazonethee. (...) Van belang voor de mogelijke toepassing van artikel 9<br />

EVRM in de Amsterdamse strafzaak was het eensluidende oordeel van de deskundigen, dat<br />

het gebruik van deze thee binnen de rituele setting van de erediensten van deze kerken geen<br />

enkel gevaar opleverde voor de volksgezondheid. Integendeel, de heilzame werking ervan<br />

voor de gebruikers was in diverse wetenschappelijke onderzoeken zelfs vastgesteld” (Van der<br />

Plas, 2004: 330).[81]<br />

Het allereerste psychiatrische onderzoek van ayahuasca werd in 1993 uitgevoerd in Manaus,<br />

Brazilië, in samenwerking met een andere ayahuasca religie, de União do Vegetal.<br />

“The primary objective of these investigations was to establish a core of qualitative and<br />

quantitative data on the psychopharmacology of ayahuasca, which could establish relative<br />

safety profiles for human consumption as well as provide the foundation for future studies”<br />

(Grob in Metzner 2006 [1999]: 84).<br />

Callaway, die ook in het onderzoeksteam zat, concludeert:


“De studie stelde vast dat regelmatig gebruik van ayahuasca, tenminste binnen rituele context<br />

en in een begeleidende sociale omgeving zoals die bestaat binnen de UDV, veilig is en geen<br />

schadelijke effecten heeft op de lange termijn. Sterker nog, het lijkt langdurende, positieve<br />

invloeden te hebben op de fysieke en mentale gezondheid” (Callaway in Metzner 2006: 56).<br />

Niet alleen voor de Santo Daime kerk en andere ayahuasca religies zijn bovenstaande<br />

wetenschappelijke studies van belang, maar ook voor de wetenschap zelf. Het is uiteindelijk<br />

mede dankzij deze studies dat ik probleemloos toegang kreeg tot de Haagse kerk Céu dos<br />

Ventos en de gemeenschap Céu do Patriarca São José op Florianopolis. Met andere woorden:<br />

Dankzij wetenschappelijk onderzoek heeft dit wetenschappelijk onderzoek kunnen<br />

plaatsvinden.<br />

Nieuwe vragen leiden tot nieuwe antwoorden en weer nieuwe vragen, kennis leidt tot meer<br />

kennis. Mijns inziens doet de wetenschap daarom zichzelf tekort door zich af te sluiten voor<br />

bepaalde theorieën die uit gebrek aan kennis worden bestempeld als ‘onverklaarbaar’, ‘vaag’<br />

of zelfs ‘onwetenschappelijk’.<br />

6.2 Plantenintelligentie<br />

In de visie van de Santo Daime adepten is de Daime een goddelijk wezen dat zich begin 20 e<br />

eeuw aan Mestre Irineu openbaarde. Het was deze man die vervolgens zijn missie uitvoerde<br />

door een nieuwe religie te stichten. De Santo Daime zou als spirituele lijn over de hele wereld<br />

genezing brengen. Goulart (1996: 200-1) citeert in deze context een respondent uit haar<br />

onderzoek naar de culturele wortels van de Santo Daime:<br />

“De Daime is een goddelijk wezen, zoals de hymne van de padrinho [Sebastião] zegt. Ik had<br />

een keer ... [het] inzicht dat de Daime zelf me gaf, dat hij het Bloed van Christus is. Want<br />

Christus is een goddelijk wezen wiens bloed vloeide over ons, mensen. Maar, dat bloed is niet<br />

verspilt. Hij is een levend wezen die in de aarde penetreert, die de capaciteit heeft om te<br />

groeien als een liaan, en daarom is ’t daar, de mogelijkheid dat wij dat bloed drinken in de<br />

vorm van een liaan, 2000 jaar later. Dus, de Daime is een echt goddelijk wezen. En het is hier<br />

zodat de mens zich humilieert, zich aflost [se redimir]. Want hij is een goddelijk wezen in de<br />

vorm van een plant, van het plantenrijk, hij is niet menselijk. Dus plotseling is onze God, onze<br />

Chef, onze Koning een liaan. En om zich daaraan te moeten humiliëren, in intelligentie en<br />

capaciteit ondergeschikt te staan aan een plant, te moeten toegeven dat een plant intelligenter<br />

is dan een mens, dat het meer capaciteit heeft om ons te onderrichten hoe dat leven op aarde<br />

geleefd wordt, om dat toe te geven, dat is een grote les van deemoed, en ik denk dat dát de<br />

grote les is van de Daime.”<br />

Deze Santo Daime adept spreekt over plantenintelligentie, een thema die antropoloog Jeremy<br />

Narby en vele andere academici ook hebben neergelegd en waarnaar sjamanistische culturen<br />

uit Zuid-Amerika reeds honderden of misschien duizenden jaren leven. De mogelijke rol van


DNA en de kans dat bovenstaande bevindingen kunnen worden bevestigd op biochemisch<br />

niveau lijken zeer reëel (Lévi-Strauss 1979 [1963], Metzner 2006 [1999], Narby 2006 [1995],<br />

Van Lommel 2007). Hoewel ik mijn persoonlijke vragen heb hieromtrent, vraag ik mij af<br />

waarom de westerse wetenschap het massaal en onmiddellijk verwerpt, zonder het eerst nader<br />

te analyseren. Het is als gevolg van maatschappelijke en ideologische ontwikkelingen in de<br />

afgelopen eeuwen, waarbij wetenschap en religie op kunstmatige wijze tegenover elkaar zijn<br />

gezet, dat de tegenwoordige gedachte heerst dat de door mensenzintuigen waarneembare<br />

wereld de enige bestaande realiteit is (Plotkin 2001, Metzner 2006 [1999]: 4-6, Narby 2006<br />

[1995]: 15-22). Het ‘spirituele’ of het ‘goddelijke’ worden nog steeds vaak afgedaan als<br />

verzinsels of als niet behorend tot de wetenschap, alsof religie helemaal geen kern waarheid<br />

zou kunnen bevatten.<br />

Wat men hierbij vergeet, is dat de wetenschap ook een vorm van geloof is. De wetenschap<br />

gaat op zoek naar de waarheid en naar gelang men antwoorden vindt, wordt er een beeld van<br />

de werkelijkheid geconstrueerd. Telkens als dit beeld wordt aangevuld of aangepast, verandert<br />

het algemene concept van de waarheid. Eerst geloofde men bijvoorbeeld dat de aarde plat<br />

was, maar later bleek deze bol te zijn. Eerst geloofde men dat de zon om de aarde draaide,<br />

later heeft iedereen zijn visie bijgesteld. Het leek kort geleden ondenkbaar dat de mens een<br />

machine zou kunnen maken waarmee hij zou kunnen vliegen als een vogel. Nu kan iedereen<br />

met het internetprogramma Google Earth via satellietbeelden zijn eigen huis zien vanuit de<br />

ruimte!<br />

En dan nog iets. Het menselijk lichaam is een fantastisch apparaat, maar beperkt. Een bloot<br />

mensenoog kan zien van een afstand van ongeveer 0,1 millimeter tot 1 kilometer. Hoewel het<br />

buiten het vermogen van ons gezichtszintuig reikt om kleinere of grotere dimensies waar te<br />

nemen, is wetenschappelijk bewezen dat moleculen uit atomen bestaan en dat er meerdere<br />

zonnestelsels zijn. Er zijn apparaten ontwikkeld waarmee de mens in staat werd gesteld<br />

grotere en kleinere afstanden te zien dan met het blote oog ooit mogelijk was. De wetenschap<br />

heeft zodoende methoden ontwikkeld om ‘onzichtbare’ werkelijkheden zichtbaar te maken.<br />

Maar wie zegt dat de mens nu al het onzichtbare zichtbaar heeft gemaakt? Waarom realiseren<br />

we ons niet de verhoudingen tussen de kleine mens en dat enorme heelal? Waarom zou er niet<br />

méér kunnen zijn?<br />

Een fusie tussen religie en wetenschap is noodzakelijk voor een vollediger begrip van ons<br />

menselijk bestaan. Dit is ook wat antropoloog Narby (2006 [1995]: 146) concludeert:<br />

“Volgens mijn hypothese brengen sjamanen hun bewustzijn naar het moleculaire niveau en<br />

krijgen toegang tot biomoleculaire informatie. Maar wat gaat er eigenlijk om in het brein/de<br />

geest van een ayahuasquero als dit gebeurt? Wat is de aard van de communicatie van de<br />

sjamaan met het bezielde wezen van de natuur? Het duidelijke antwoord is dat er meer<br />

onderzoek nodig is naar bewustzijn, sjamanisme, moleculaire biologie en hun onderlinge<br />

samenhang.<br />

Rationalisme scheidt dingen om ze te begrijpen. Maar de gefragmenteerde disciplines daarvan<br />

hebben een beperkte kijk en blinde vlekken. En zoals iedere autorijder weet, is het belangrijk<br />

om aan blinde vlekken aandacht te besteden, omdat ze vitale informatie kunnen bevatten. Om<br />

een beter inzicht in de werkelijkheid te krijgen, zal de wetenschap helpen haar blik te


defocaliseren? Mijn ervaring geeft aan dat je inlaten met sjamanisme verlangt dat je naar een<br />

groot aantal disciplines kijkt en nadenkt over hoe die in elkaar passen.”<br />

De wetenschappelijke zoektocht naar waarheid is een langdurig proces. Leonardo da Vinci,<br />

Nicolaus Copernicus, Galileo Galilei, Albert Einstein en vele andere revolutionaire denkers<br />

hebben met elkaar gemeen dat zij tegenwoordig worden beschouwd als genieën, maar in hun<br />

tijd als gekken. Kennis is cummulatief, maar betekent tevens verwerping van achterhaalde<br />

theorieën. En het verleden loslaten is niet gemakkelijk. Belangrijk is om te allen tijde open te<br />

staan voor niet eerder geëxploreerde mogelijkheden. Dit is ook waar een revolutionaire<br />

denker van vandaag, de 65-jarige Nederlandse cardioloog Pim van Lommel (2007: 23), voor<br />

pleit:<br />

“Wetenschap is vragen stellen met een open geest.”<br />

GERAADPLEEGDE LITERATUUR<br />

Aldridge, A. (2000) Religion in the contemporary world. A sociological<br />

introduction.Cambridge: Polity Press.<br />

Alverga, A., Polari de (1984) O livro das mirações – Viagem ao Santo Daime. Rio de Janeiro:<br />

Editora Rocco.<br />

Alverga, A., Polari de (1999) Forest of visions. Ayahuasca, Amazonian spirituality and the<br />

Santo Daime tradition. Rochester: Park Street Press.<br />

Aupers, S. en A. van Otterloo (2000) New Age. Een godsdiensthistorische en sociologische<br />

benadering. Kampen: Uitgeverij Kok.<br />

Bach, R. (1977) Illusions; The adventures of a reluctant messias. London: Panbooks.<br />

Bach, R. (2004) Messiah’s Handbook; Reminders for the advanced soul. Hampton Roads<br />

Publishing Company, Inc.<br />

Bechert, H. Gombrich, R., e.a. (2002) The world of buddhism, Buddhist monks and nuns in<br />

society and culture. London: Thames & Hudson Ltd.<br />

Berendsen, D. (2001) Waarom geloven mensen? De antropologische basis van geloof volgens<br />

Karl Rahner, Gerhard Oberhammer, David Tracy, John Hick, Garret Green en George<br />

Lindbeck. Kampen: Uitgeverij Kok.


Bernard, H.R. (2002) Research methods in anthropology. Qualitative and quantitative<br />

approaches. Third edition. Oxford: Altamira Press.<br />

Bogers, H., S. Snelders en H. Plomp (s.a.) De psychedelische (r)evolutie. Geschiedenis en<br />

recente ontwikkelingen in het onderzoek naar veranderde bewustzijnsstaten. Amsterdam:<br />

Bres.<br />

Bogers, H. (1998) Words from the earth and the astral. Transcripts of the communications<br />

given by mediums and spiritual entities. Den Haag: Céu dos Ventos.<br />

Bogers, H. (1999) “Ontmoetingen met Caboclo’s. Twee ontdekkingsreizen herdacht”, BRES<br />

Keerpunten in Mens en Cultuur (197): 56-63.<br />

Bogers, H. (2001) “Eigentijdse inquisitie in Nederland. Santo Daime: de vervolging van een<br />

entheogene religie”, BRES Keerpunten in Mens en Cultuur (206): 33-43.<br />

Bowie, F. (1999) The Anthropology of Religion: An Introduction. Oxford: Blackwell.<br />

Brown, D. (1994 [1986]) Umbanda. Religion and politics in urban Brazil. New York:<br />

Columbia University Press.<br />

Callaway, J.C., G.S. Brito en E.S. Neves (2005) “Phytochemical analysis of Banisteriopsis<br />

caapi and Psychotria viridis”, Journal of Psychoactive Drugs 37 (2): 145-50.<br />

Castañeda, C. (1977 [1968]) De lessen van Don Juan. Amsterdam: De Bezige Bij.<br />

CEFLURIS (2007) “Norms of Ritual”, via: Friends of Santo Daime in Australia<br />

[http://www.santodaimeaustralia.org/norms/part2.htm].<br />

Chalmers, A. (1999 [1976]) Wat heet wetenschap? Amsterdam: Boom.<br />

Conze, E. (1970) Het boeddhisme. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.<br />

Creswell, J.W. (1998) Qualitative inquiry and research design. Choosing among five<br />

traditions. London: Sage Publications.<br />

Dechering, W.H.J.C. (2001) Syllabus methoden en technieken I, collegejaar 2001-2002.<br />

Leiden: Universiteit Leiden, Faculteit Sociale Wetenschappen, Departement Culturele<br />

Antropologie en Sociologie der Niet-Westerse Samenlevingen.<br />

Derix, G. (1994) Ayahuasca. Een kritiek van de psychedelische rede. Filosofisch avontuur in<br />

het Amazonegebied. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers.<br />

Durkheim, E. (1995 [1912]) “The elementary forms of religious life”, in Lambek, M. (2002)<br />

A reader in the anthropology of religion, pp.34-49. Malden/Oxford/Carlton: Blackwell<br />

Publishing Ltd.<br />

Elings, M. (2007) “Trippend op zoek naar je ware ik”, Volkskrant Magazine 9 (368): 30-9.


Eriksen, T.H. (2001 [1995]) Small places, large issues. An introduction to Social and Cultural<br />

Anthropology. Second Edition. London/Sterling/Virginia: Pluto Press.<br />

Francfort, H.P., R.N. Hamayon en P.G. Bahn (2001) The concept of shamanism: uses and<br />

abuses. Bibliotheca Shamanistica, International Society for Shamanistic Research. A series of<br />

books on the advances in the studies of shamanism, Volume 10. Budapest: Akadémiai Kiadó.<br />

Geertz, C. (1973 [1966]) “Religion as a cultural system”, in Lambek, M. (2002) A reader in<br />

the anthropology of religion, pp. 61-82. Malden/Oxford/Carlton: Blackwell Publishing Ltd.<br />

Goulart, S.L. (1996) “As raízes culturais do Santo Daime”, Mestrado Antropologia Social,<br />

Universidade de São Paulo.<br />

Grof, C. (1996) Dorst naar heelheid. Gehechtheid, verslaving en het spirituele pad. Deventer:<br />

Uitgeverij Ankh-Hermes BV.<br />

Grof, S. (1975) Realms of the human unconscious. Observations from LSD research. New<br />

York: The Viking Press.<br />

Grof, S. (2000) Psychology of the future. Lessons from modern consciousness research. New<br />

York: State University.<br />

Groisman, A. (1999) Eu venho da floresta; Um estudo sobre o contexto simbólico do uso do<br />

Santo Daime. Florianopolis: Editora da UFSC.<br />

Groisman, A. (2000) “Santo Daime in the Netherlands: An anthropological study of a new<br />

world religion in a European Setting”, A dissertation submitted for the degree of Doctor of<br />

Philosophy, Goldsmiths College, University of London.<br />

Heelas, P. en L. Amaral (1994) “Research Report. Notes on the ‘Nova Era’: Rio de Janeiro<br />

and Environs”, Religion 24: 173-80.<br />

Harding, S. (2000) The book of Jerry Falwell; Fundamentalist language and politics.<br />

Princeton: Princeton University Press.<br />

Jakobsen, M.D. (1999) Shamanism; Traditional and contemporary approaches to the mastery<br />

of spirits and healing. New York/Oxford: Berghahn Books.<br />

Labate, B. Caiuby (2000) “A reinvenção do uso da ayahuasca nos centros urbanos”,<br />

Dissertação de Mestrado apresentada ao Departamento de Antropologia do Instituto de<br />

Filosofïa e Ciências Humanas da Universidade Estadual de Campinas.<br />

Labate, B. Caiuby, R. Guimarães dos Santos, I. Santana de Rose, e.a. (2007) “Bibliography of<br />

the Brazilian Ayahuasca Religions”, via MAPS (Multidisciplinary Association for<br />

Psychedelic Studies) [www.maps.org].<br />

Lambek, M. (2002) A reader in the anthropology of religion. Malden/Oxford/Carlton:<br />

Blackwell Publishing Ltd.


Lévi-Strauss, C. (1979 [1963]) “The effectiveness of symbols”, in W.A. Lessa en E.Z. Vogt<br />

(s.a.) Reader in comparative religion. An anthropological approach, pp. 318-27. New York:<br />

Harper&Row.<br />

Lommel, P. van (2007) Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de bijnadoodervaring.<br />

Kampen: Uitgeverij Ten Have.<br />

MacRae, E. (1994) Guided by the moon. Shamanism and the ritual use of ayahuasca in the<br />

Santo Daime religion in Brazil. Vertaling van: (1992) Guiado pela lua. Xamanismo e o uso<br />

ritual da ayahuasca no culto do Santo Daime. São Paulo: Brasiliense.<br />

MacRae, E. (1998) “Santo Daime en Santa Maria – Het legale rituele gebruik van Ayahuasca<br />

en het illegale gebruik van cannabis in een Braziliaanse Amazone religie”, International<br />

Journal of Drug Policy. Via: http://www.encod.org/info/SANTO-DAIME-AN-<br />

AMAZONIAN-RELIGION.html.<br />

MacRae, E. (2000) Deskundigenverklaring op verzoek van A. van der Plas, advocate en<br />

juridisch adviseur van de Nederlandse Santo Daime kerken, gebruikt in de<br />

legaliseringsprocedure tegenover het Amsterdamse Gerechtshof.<br />

Marcus, G.E. (1995) “Ethnography in/of the world system: The emergence of multi sited<br />

ethnography”, Annual Review of Anthropology 24: 95-117.<br />

Metzner, R. (2006 [1999]) Sacred vine of spirits: ayahuasca. Rochester, Vermont: Park Street<br />

Press.<br />

Narby, J. (2006 [1995]) De kosmische slang. DNA en de oorsprong van kennis. Amstelveen:<br />

Uitgeverij Aionion Symbolon.<br />

Peláez, M. Cristina (1994) “No mundo se cura tudo. Interpretações sobre a “Cura Espiritual”<br />

no Santo Daime”, Dissertação apresentada ao Programa de Pós-Graduação em Antropologia<br />

Social da Universidade Federal de Santa Catarina como requisito parcial para obtenção do<br />

grau de Mestre em Antropologia.<br />

Plas, A.G. van der (2004) “War on drugs: Hoge Raad roomser dan de Paus”, pp. 329-32,<br />

uitgever onbekend.<br />

Plotkin, M. (2001) Film: The Shaman’s Apprentice. Miranda Productions Inc.<br />

Schultes, R. E. en A. Hofman (1979) Plants of the Gods: Origins of Hallucinogenic Use. New<br />

York: McGraw-Hill.<br />

Silva, P. (2002) Kanttekeningen bij het schrijven van een werkstuk. Leiden: Universiteit<br />

Leiden, Faculteit Sociale Wetenschappen, Departement Culturele Antropologie en Sociologie<br />

der Niet-Westerse Samenlevingen.<br />

Smart, N. (2000) Wereldatlas van religies. Keulen: Könemann.<br />

Tsing, A. (2005) Friction. An ethnography of global connection. Princeton/Oxford: Princeton<br />

University Press.


Wallis, R.J. (2003) Shamans/Neo-shamans. Ecstasy, alternative archaeologies and<br />

contemporary Pagans. London & New York: Routledge Taylor & Francis Group.<br />

Wester, F., A. Smaling en L. Mulder (2000) Praktijkgericht kwalitatief onderzoek. Bussum:<br />

Uitgeverij Coutinho.<br />

Internet:<br />

Adherents (2008) “Major Religions of the World Ranked by Number of Adherents”, via<br />

[www.adherents.com/Religions_By_Adherents.html], 18 januari 2008.<br />

A familia Juramidam (2008) “Palavras do Mestre Irineu”, via [www.afamiliajuramidam.org],<br />

3 maart 2008.<br />

Céu da Estrela Branca (2008) “A bandeira do Santo Daime”, via<br />

[http://ceudaestrelabranca.blogspot.com], 17 februari 2008.<br />

Céu de Maria (2008) “Símbolos do Santo Daime”, via<br />

[www.ceudemaria.org/1024x768/abertura.html], 17 februari 2008.<br />

DOP [Departamento de Oceanografia e Pescas, Universidade dos Acores] (2008) “Mapas”,<br />

via [http://www.horta.uac.pt/intradop/index.php], 12 januari 2008.<br />

Friends of Santo Daime in Australia (2008) “Photos”, via<br />

[www.santodaimeaustralia.org/photos.htm], 21 januari 2008.<br />

Grieneisen, V. (2008) “Santa Catarina en Paraná”, via<br />

[http://theory.bio.uu.nl/veronica/Www/Casamento/casamento_04-node13.html], 12 januari<br />

2008.<br />

IBGE [Instituto Brasileiro de Geografia e Estatistica] (2008) “Contagem da População 2007”,<br />

via<br />

[www.ibge.gov.br/home/estatistica/populacao/contagem2007/defaulttab.shtm], 18 januari<br />

2008.<br />

IDA/CEFLURIS [Instituto de Desenvolvimento Ambiental Raimundo Irineu Serra] (2008),<br />

via [www.idacefluris.org.br/], 13 maart 2008.<br />

Kyle, M. (2008) “Malcolm’s public Gallery”, via<br />

[http://picasaweb.google.com/malcolm.kyle], 21 januari 2008.<br />

MondoVR (2008) “Eu vou botar meu bloco na rua”, via<br />

[www.mondovr.com/archives/001574.html], 21 februari 2008.<br />

Plotkin, M. (2008) “The Shaman’s Apprentice, Rainforest Facts”, via<br />

[http://www.theshamansapprentice.com/facts.htm], 1 april 2008.


Santo Daime Brazilië (2008) “A doutrina da floresta”, via [www.santodaime.org], 21 februari<br />

2008.<br />

Santo Daime België (2008) “A doutrina da floresta”, via<br />

[www.santodaime.be/pt_bemvindo.html], 14 januari 2008.<br />

Santo Daime Nederland (2008) “Spirituele leer van het regenwoud”, via<br />

[www.santodaime.nl/], 1 maart 2008.<br />

Bijlagen<br />

QUESTIONÁRIO MORADORES ÇEU DO PATRIARCA<br />

Bom dia,<br />

Antes de começar, gostaria de aclarar que esta entrevista forma parte da minha pesquisa de<br />

mestrado, que trata sobre o significado e a força atrativa do Santo Daime. O objetivo é tentar<br />

de captar qual é o significado pessoal do Santo Daime para os daimistas. Esta entrevista<br />

também será feita entre daimistas que moram fora desta comunidade, tanto no Floripa como<br />

na Holanda.<br />

Você ficara anônimo e os dados obtidos serão usados só para escrever a minha tese. O teu<br />

nome não vai aparecer na tese.


Gostaria de gravar a entrevista num gravador digital, porque acho difícil entender tudo em<br />

português. A gravação será só usada por mim. Durante a entrevista vou fazer anotações para<br />

facilitar a entrevista e em caso que o gravador não funcione.<br />

Quero-te perguntar de responder as perguntas de honestamente. Não tem respostas boas o<br />

maus. O importante para mim é de saber qual é a tua opinião, o teu próprio ponto de vista.<br />

Em caso que você não quer, não tem obrigação de responder. Em caso de alguma duvida pode<br />

sempre perguntar. Tem alguma pergunta antes de começar?<br />

Muito obrigada.<br />

A. GERAL<br />

B. DEFINIÇÃO<br />

C. TRAJETÓRIA<br />

D. SIGNIFICAÇAO PESSOAL<br />

E. ATIVIDADES COMUNITÁRIAS<br />

F. DIVULGAÇÃO MUNDIAL<br />

A. GERAL<br />

1. Faz quanto tempo mora nesta comunidade?<br />

2. Você é fardado?<br />

3. Tem alguma função especial dentro da comunidade?<br />

4. Qual é a tua idade?


5. Qual é o teu lugar de nascimento?<br />

6. Qual é a tua educação?<br />

7. Qual é a tua ocupação atual?<br />

8. Qual é o teu estado civil?<br />

9. Tem filhos? Quantos?<br />

10. Com quem você comparte a casa?<br />

B. DEFINIÇÃO<br />

1. Como você descreveria a tua própia religião / a tua maneira de pensar sobre a vida?<br />

2. Além do Santo Daime, tem outra religião?<br />

3. Como você explicaria o que é o Santo Daime? (1 palavra)<br />

C. TRAJETÓRIA<br />

1. Pode descrever em breve quando e como você entrou em contato com o Santo Daime?<br />

Pais<br />

2. Que religião tiniam teus pais?<br />

3. O que você acha da religião dos teus pais?<br />

4. Até que ponto você acha que você adotou a religião dos teus pais?<br />

Outras influencias


5. Que coisas você acha que tiveram influencia sobre o fato que você seja daimista?<br />

(pessoas, acontecimentos, situações, livros, etc)<br />

6. Que coisa teve a maior influencia, segundo você?<br />

D. SIGNIFICAÇÃO PESSOAL<br />

Vida diária<br />

1. Pode descrever em breve uma semana comum na tua vida atual?<br />

2. Quais são os momentos mais importantes do dia?<br />

3. Quais são os momentos mais importantes do mês?<br />

Existência de deus<br />

4. Você acredita em deus?<br />

Rezar<br />

5. Você reza?<br />

4.1 Qual é a primeira coisa que te surge quando você pensa em deus?<br />

4.2 Como você descreveria deus? Acha que...<br />

4.2.1... Deus tem pessoalidade ou é algo abstrato?<br />

4.2.2... Existe só um deus ou existem vários deuses?<br />

4.2.3... Existe só verdadeiro deus ou acha que os deuses de outras religiões<br />

também são verdadeiros?<br />

4.3.4... Deus é feminino ou masculino?<br />

4.3Que significação tem deus para você?


Rituais<br />

5.1 Em que momentos você reza?<br />

5.2 Reza só ou em companhia?<br />

5.3 Que significação tem o rezo para você?<br />

6. Pode nomear e descrever breve os rituais mais importantes do Santo Daime?<br />

7. Você assiste todos os rituais nomeados?<br />

Em caso que sim, porque?<br />

Em caso que não, porque não?<br />

8. Além dos rituais nomeados, assiste a outros rituais? Quais?<br />

9. Você assiste a rituais de outras religiões? Quais?<br />

10. Pode me explicar o que você sente num trabalho? Ou pode explicar o que sentiu<br />

durante o ultimo trabalho que você assistiu?<br />

11. Que significação têm os trabalhos para você?<br />

Santo Daime<br />

12. Qual é a sua visão sobre:<br />

12.1 Saúde<br />

12.2 Doença<br />

12.3 Nascimento<br />

12.4 Morte<br />

13. Até que ponto você acha que o Santo Daime influa as tuas decisões de cada dia?<br />

(comida, roupa, cuidado pessoal, sexualidade, saúde, trabalho, etc...)<br />

14. Como você acha cumprir as regras inerentes a ser fardado?<br />

15. Pode explicar o qual é a significado do Santo Daime para você?<br />

16. Pode explicar porque você manteve até hoje o Santo Daime na tua vida?


17. Você pode imaginar a sua vida sem Santo Daime?<br />

17.1 Você acredita que o Santo Daime pode virar vicio?<br />

17.2 Você acredita na teoria que o propio Daime leva a não precisar mais Daime?<br />

E. ATIVIDADES COMUNITÁRIAS<br />

Entrada<br />

1. Pode descrever em breve como você entrou na comunidade Céu do Patriarca?<br />

2. Quais eram as tuas motivações para escolher esta comunidade?<br />

3. Você esteve em outras comunidades de Santo Daime anteriormente?<br />

Relações<br />

4. Com quem dentro da comunidade você mais se trata?<br />

5. Que acha sobre a visita de pessoas de fora?<br />

Outras atividades<br />

6. Pode nomear outras atividades que você tem dentro da comunidade?<br />

7. Você acha que passa mais tempo dentro o fora da comunidade?<br />

F. DIVULGAÇÃO NO MUNDO<br />

Divulgação<br />

1. Pode nomear alguns paises onde tem igrejas de Santo Daime?


2. Você visitou alguma comunidade fora do Brasil?<br />

3. O que você acha sobre o fato que o Santo Daime viaje para outros paises e continentes?<br />

4. O que você acha sobre a existência de outras religiões?<br />

Problemas legais<br />

5. Você tem alguma função ativa na legalização do Santo Daime?<br />

6. O que você acha sobre os problemas legais aos quais o Santo Daime se confronta<br />

viajando pelo mundo?<br />

7. Você que acha sobre o fato que o daime seja visto como droga?<br />

8. Você acha que tem turismo de droga nesta ou em outras comunidades dentro ou fora do<br />

Brasil?<br />

Força atrativa<br />

9. Qual é a força atrativa do Santo Daime, segundo você?<br />

10. Porque o Santo Daime tem sucesso no exterior, segundo você?<br />

Futuro<br />

11. Como você vê o futuro do Santo Daime, daqui a 30 anos?<br />

VRAGENLIJST NEDERLAND<br />

Goededag,<br />

Voor we starten, wil ik graag duidelijk maken dat dit interview deel uitmaakt van mijn<br />

afstudeeronderzoek, dat gaat over de betekenis en aantrekkingskracht van Santo Daime. Het<br />

doel van dit onderzoek is proberen te achterhalen wat de persoonlijke betekenis is van Santo


Daime voor de daimisten. Dit interview is ook gedaan met leden van de SD gemeenschap op<br />

Florianopolis, Brazilie.<br />

U blijft anoniem, in de scriptie zullen geen namen genoemd worden.<br />

Ik zou graag dit gesprek willen opnemen, want het vergemakkelijkt de uitwerking naderhand.<br />

De opnames zal niet aan derden gegeven worden. Verder wil ik graag notities maken tijdens<br />

het interview. Zowel om mijn gedachten te ordenen als voor het geval de techniek het af laat<br />

weten.<br />

Ik wil u vragen om alles eerlijk te beantwoorden. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het<br />

gaat om uw eigen visie.<br />

Mocht u een vraag niet willen beantwoorden, geeft u dit gerust aan. Mocht u tussendoor<br />

vragen of twijfels hebben, dan hoor ik dat graag. Heeft u op dit moment vragen?<br />

Dank u wel.<br />

A. ALGEMEEN<br />

B. DEFINITIE<br />

C. INVLOEDEN<br />

D. BETEKENIS<br />

E. WERELDWIJD<br />

A. ALGEMEEN


1. Hoe lang bent u aangesloten bij de kerk in Den Haag/Amsterdam?<br />

2. Bent u fardado?<br />

3. Heeft u een speciale functie binnen de kerk/Santo Daime?<br />

4. Wat is uw leeftijd?<br />

5. Wat is uw geboorteplaats?<br />

6. Wat is uw opleiding?<br />

7. Wat is uw actuele bezigheid?<br />

8. Wat is uw burgerlijke stand?<br />

9. Hebt u kinderen? Hoeveel? Doen die mee aan SD rituelen?<br />

B. DEFINITIE<br />

1. Zou u kort kunnen vertellen hoe u denkt over het leven?<br />

2. Heeft u naast Santo Daime een andere religie?<br />

3. Kunt u in 1 woord omschrijven wat Santo Daime is?<br />

C. INVLOEDEN


Begin<br />

1. Zou u in het kort kunnen uitleggen wanneer en hoe u voor het eerst in contact bent<br />

gekomen<br />

met Santo Daime?<br />

2. Kunt u beschrijven hoe u bent binnengekomen bij de kerk in Den Haag/Amsterdam?<br />

3. Wat waren uw motieven om voor deze kerk(en) te kiezen?<br />

Ouders<br />

4. Welke religie hebben/hadden uw ouders?<br />

5. Hoe staat u tegenover de religie van uw ouders?<br />

6. In hoeverre denkt u dat u uw geloof van uw ouders hebt meegekregen?<br />

7. Is er een verband tussen het geloof dat u als kind hebt meegekregen en Santo Daime?<br />

Andere invloeden<br />

8. In hoeverre hebben de volgende zaken u beïnvloedt op de keuze voor Santo Daime?<br />

b. personen<br />

a. school/onderwijs<br />

c. gebeurtenissen<br />

d. boeken, internet en andere media<br />

9. Wat heeft de grootste invloed gehad?<br />

D. BETEKENIS<br />

Dagelijks leven


1. Kunt u in het kort vertellen wat u zoal doet in een week?<br />

2. Wat zijn voor u de belangrijkste momenten van de dag?<br />

3. Wat zijn voor u de belangrijkste momenten van de maand?<br />

Bestaan van God<br />

4. Gelooft u in God?<br />

4.1 Wat is het eerst dat bij u opkomt als u denkt aan God?<br />

4.2 Hoe zou u God beschrijven?<br />

a. Persoonlijkheid of iets abstracts?<br />

b. 1 God of meerdere goden?<br />

c. 1 ware God of zijn de goden uit andere religies ook waar?<br />

d. Mannelijk of vrouwelijk?<br />

4.3 Welke betekenis heeft God voor u?<br />

Bidden<br />

5. Bidt u?<br />

5.1 Op welke momenten bidt u?<br />

5.2 Bidt u alleen of in gezelschap?<br />

5.3 Welke betekenis heeft bidden voor u?<br />

Rituelen<br />

6. Participeert u aan alle trabalhos van Santo Daime?<br />

7. Welke wel? Welke niet?<br />

8. Waarom wel? Waarom niet?<br />

9. Participeert u ook aan rituelen van andere religies? Zo ja, welke?


10. Kunt u beschrijven wat u voelt tijdens een Santo Daime werk? Of wat u voelde tijdens<br />

het laatste werk waaraan u hebt deelgenomen?<br />

11. Welke betekenis hebben de werken voor u?<br />

12. Kunt u een verschil bemerken tussen de werken met en zonder Santa Maria?<br />

[1] De term ‘Santo Daime’ refereert zowel aan de drank die tijdens de rituelen genuttigd<br />

wordt, als aan de doctrine. De betekenissen worden door elkaar gebruikt en soms is het<br />

onderscheid niet duidelijk, mede omdat de drank aan de basis staat van deze religie. In feite<br />

heeft de religie de naam aangenomen van de drank. In dit verslag wordt een literair<br />

onderscheid maken tussen de twee betekenissen. De drank wordt aangeduid “Daime” en de<br />

doctrine als “Santo Daime”. Voor alle duidelijkheid: dit literaire onderscheid is feitelijk<br />

gezien onjuist, maar wordt binnen de Santo Daime veel gebruikt.<br />

[2] De belangrijkste termen van dit onderzoek worden geoperationaliseerd in hoofdstuk 1.6.<br />

[3] Met Santo Daime adepten worden die mensen bedoeld die met regelmaat meedoen aan<br />

Santo Daime rituelen en die de Santo Daime als hun religie beschouwen.<br />

[4] In hoofdstuk 2.4 is meer informatie te vinden over Florianopolis met daarbij een<br />

plattegrond van het eiland.<br />

[5] Zie voor resultaten hoofdstuk 4. De gebruikte vragenlijsten zijn te vinden in de bijlagen.<br />

[6] O.a. van Peláez (1994), Goulart (1996) en Labate (2000).<br />

[7] Daar waar mijn beperkingen op dit gebied liggen, worden deze aangegeven.<br />

[8] Zie hiervoor bijvoorbeeld Grof (1975 en 2000), Peláez (1994) en Bogers e.a. (s.a.).<br />

[9] Tenzij anders aangegeven, heb ik alle vertalingen naar het Nederlands zelf verricht.<br />

[10] Deze informatie is tot mij gekomen tijdens verschillende colleges van Culturele<br />

Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden.<br />

[11] CEFLURIS is de naam van het wereldwijde koepelorgaan van Santo Daime kerken.<br />

Meer uitleg hierover is te vinden in hoofdstukken 2 en 3.<br />

[12] Volgens de theorie van Tsing (2005) is het “globale” een sociale constructie dat reist en<br />

verbindingen maakt om de reiskoers te bepalen. Het reizen vormt samenwerking tussen<br />

verschillende sociale contexten. Deze coalities hebben niet noodzakelijkerwijs hetzelfde doel,


maar verschillen van elkaar. Deze samenkomst van verschillen zorgt voor frictie en het is<br />

deze frictie die nieuwe ideeën en identiteiten in motie zet.<br />

[13] Deze informatie is afkomstig uit college aantekeningen.<br />

[14] Zie bijlage 3.<br />

[15] Zie de plattegrond in hoofdstuk 2.4 en nadere uitleg in hoofdstuk 4.7.<br />

[17] Meer uitleg hierover in de volgende hoofdstukken.<br />

[18] Slikkerveer is benoemd tot bijzonder hoogleraar bij het Nationaal Herbarium Nederland<br />

met de leeropdracht “Etnobotanische kennissystemen met betrekking tot medicinale planten<br />

in ontwikkelingslanden”. Bovendien is hij emeritus hoogleraar aan het Departement Culturele<br />

Antropologie en Ontwikkelingssociologie van de Universiteit Leiden.<br />

[19] Zie bijlage 1 en 2.<br />

[20] Zie verder hoofdstuk 2.2.<br />

[21] Zie voor de beschrijving en analyse van de term ‘sjamanisme’ o.a. Jakobsen (1999),<br />

Francfort (2001) en Wallis (2003).<br />

[22] In hoofdstuk 4 is meer uitleg te vinden over het ontstaan en de werking van deze hymnes.<br />

[23] Het ‘ontvangen’ van hymnes en opdrachten uit de spirituele wereld is een mysterieus,<br />

maar binnen de Santo Daime veel voorkomend fenomeen. Om dit verschijnsel te kunnen<br />

begrijpen, is het mijns inziens nodig het zelf te ervaren.<br />

[24] Santo Daime hymnes worden in een bepaalde taal ‘ontvangen’ en in diezelfde taal<br />

bezongen. De meeste zijn in het Portugees, maar zij bestaan tegenwoordig ook in andere<br />

talen, bijvoorbeeld het Nederlands. De vertalingen van de Portugese liederen in dit werk zijn<br />

door mijzelf verricht. Vanwege beperkingen in de taalkundige kennis en omdat de teksten<br />

voor verschillende personen verschillende en meerdere betekenissen kunnen hebben, zijn de<br />

gepresenteerde vertalingen niet meer dan een persoonlijke interpretatie.<br />

[25] Lua Branca is hymne nummer 1 van het hinario “O Cruzeiro”, ontvangen door Mestre<br />

Irineu.<br />

[26] Santo Daime adepten beschouwen zichzelf als soldaten (“midam”) in een spirituele strijd<br />

tezamen met God (“Jura”). Het Imperium Juramidam is daarmee een bron van kracht en de<br />

notie van het goddelijke dat zowel individualistisch is als collectief (MacRae 1994 [1992]:<br />

41). Daarnaast staat ‘Juramidam’ symbool voor de spirituele entiteit van Mestre Irineu (Peláez<br />

1994: 24). Het is mij niet bekend uit welke taal dit woord afkomstig is. Mogelijk komt het van<br />

de Indianen uit het Amazonewoud, maar het wordt eerder gezien als afkomstig uit de<br />

spirituele wereld, uit de natuur zelf.<br />

[27] Dit verhaal is mij via een respondent op Florianopolis ter hore gekomen.


[28] De Alto Santo is nog steeds actief in Noord-Brazilië. Er bestaan grote overeenkomsten<br />

met CEFLURIS, maar blijken een meer gesloten karakter te hebben: ze laten mensen moeilijk<br />

binnen en expanderen niet over de wereld. Bovendien zijn zij van mening de enige legitieme<br />

opvolgers van Mestre Irineu te zijn. CEFLURIS zien zij als een aftakking van die lijn.<br />

Desalniettemin bestaat wederzijds respect en acceptatie (Groisman 2000: 82, Labate 2000:<br />

33-5).<br />

[29] Het woord padrinho betekent letterlijk peetvader, maar refereert aan zijn positie als<br />

religieuze leider en opvolger van Meester Irineu.<br />

[30] In Brazilië bestaan erg veel conflicten over grootgrondbezit.<br />

[31] Volgens Labate (2000: 33) telde de gemeenschap in het jaar 2000 circa 500 bewoners.<br />

Het is mij niet bekend wat het huidige aantal is.<br />

[32] Goulart (1996) geeft een uitermate interessante analyse over de spirituele missies van<br />

Mestre Irineu en zijn opvolgers.<br />

[33] Er is een aantal inhoudelijke verschillen in religieuze opvattingen tussen de Alto Santo,<br />

de Santo Daime, de Barquinha en de UDV, maar al deze ‘spirituele lijnen’ staan vredig en<br />

respectvol ten opzichte van elkaar.<br />

[34] Polari heeft een aantal interessante boeken geschreven vanuit de insider’s view, zoals “O<br />

livro das mirações – Viagem ao Santo Daime” (1984) en “Forest of Visions” (1999).<br />

[35] Volgens Peláez (1994: 24) waren er in 1994 Santo Daime kerken te vinden in de<br />

volgende Braziliaanse steden: Belo Horizonte, Brasília, Caxambú, Florianópolis, Friburgo,<br />

Mauá, Pedra de Guaratiba, Porto Alegre, Rio Branco, Rio de Janeiro en São Paulo. Daarnaast<br />

ook in Argentinië, Chili en Spanje.<br />

[36] Het woord ‘permacultuur’ is een samenvoeging van “permanente (agri)cultuur”. Deze<br />

techniek werd in de jaren ’70 ontwikkeld door de Australianen Bill Mollison en David<br />

Holmgren en is gericht op het genereren van menselijke nederzettingen met een duurzaam<br />

gebruik van de natuur, gebaseerd op natuurlijke kringloop systemen en een wisselwerking<br />

tussen mens en natuur.<br />

[37] Zie afbeelding op de kaft: een kruis met twee dwarsbalken. Zie voor uitleg over dit kruis<br />

hoofdstuk 3.5.<br />

[38] Gegevens verkregen tijdens veldonderzoek door middel van observaties en gesprekken<br />

met inwoners van het eiland.<br />

[39] Céu betekent hemel en wordt gebruikt voor de benaming van elke Santo Daime kerk. De<br />

Haagse kerk Céu dos Ventos betekent letterlijk ‘Hemel der Winden’.<br />

[40] In Santinho, aan de noordoostelijke kust van het eiland, bevindt zich een Santo Daime<br />

gebedshuis dat los staat van de ACEPSJ, maar wel lid is van CEFLURIS. Ook daar worden<br />

met regelmaat Santo Daime werken georganiseerd. Jaren geleden hebben enkele leden zich<br />

afgescheiden van ACEPSJ vanwege geschillen over het leiderschap en vanwege het probleem<br />

van bereikbaarheid. Vandaag hebben de 2 centra veel onderling contact.


[41] Gegevens afkomstig uit interne documenten van de gemeenschap en een interview met<br />

Cristian.<br />

[42] In de jaren die volgden zijn nog andere kleinere gemeenschappen opgericht (o.a. in<br />

Alkmaar), maar deze zijn vandaag niet meer actief.<br />

[43] Het kan risicovol zijn om Daime te drinken in geval van een ernstige<br />

gezondheidsaandoening. Hans Bogers legde mij uit dat het wel mogelijk is om psychiatrische<br />

stoornissen of andere zware ziekten te genezen, maar dat daarbij goede en ervaren begeleiding<br />

nodig is. Er zijn zelfs gevallen bekend van mensen die zijn genezen van kanker. Zie verder<br />

hoofdstuk 4.13.<br />

[44] Onder syncretisme wordt verstaan: de versmelting van wijsgerige en religieuze<br />

opvattingen en meningen van verschillende herkomst, zonder dat de tegenstrijdigheden<br />

worden opgeheven en een synthese wordt bereikt.<br />

[45] Het kardecisme is opgezet door de Franse onderwijzer Allan Kardec. Communicatie met<br />

gedesincarneerde geesten staat erin centraal. Opvallend is dat deze religieuze stroming meer<br />

populariteit heeft gekregen in Brazilië dan in Europa.<br />

[46] Umbanda is onder andere ontstaan uit het kardecisme. In de spirituele werken wordt<br />

gewerkt met de incorporatie van geesten. Voor meer informatie over umbanda, zie<br />

bijvoorbeeld Brown (1994 [1986]).<br />

[47] Zie hiervoor o.a. het werk van Hans Bogers (1998).<br />

[48] Quechua is een taal uit de hooglanden van de Andes.<br />

[49] Deze informatie is mij ter hore gekomen tijdens de lezing “Ayahuasca & Anthropology:<br />

Western science and shamans” door Arno Adelaars en Jeremy Narby op 17 december 2007.<br />

[50] Plotkin heeft niet de intentie dit werk te publiceren, om de Indianenvolkeren en het<br />

oerwoud te behoeden voor de problemen die kunnen ontstaan vanwege commerciële interesse<br />

van o.a. de internationale medicijnindustrie.<br />

[51] Cannabis is vanwege de pijnstillende en ontstekingswerende effecten heilzaam gebleken<br />

bij onder andere HIV/AIDS, hepatitis C, kankerchemotherapie, anorexia, de ziekte van<br />

Alzheimer, multiple sclerose, ruggemergschade, hersenbeschadiging, kankerpijn, migraine,<br />

artritis, neuralgie, neuropatie, menstruatiepijnen, chronische darmontsteking en de ziekte van<br />

Crohn. Ook kan het worden toegepast bij de behandeling van onder meer glaucoma, epilepsie,<br />

astma, allergieën, psychiatrische symptomen (zoals depressies, slaapstoornissen,<br />

angstgevoelens, bipolaire stoornissen) en bewegingsstoornissen (zoals Tourette’s syndroom<br />

en de gevolgen van L-Dopa medicatie bij de ziekte van <strong>Parkinson</strong>). Verder is het effectief<br />

gebleken om afhankelijkheid en ontwenningsverschijnselen tegen te gaan bij verslaving aan<br />

benzodiazepines, opiaten en alcohol.


[52] Zoals in hoofdstuk 4.10 blijkt, beschouwt men binnen de Santo Daime de dood niet als<br />

het absolute einde, maar als een overgang naar een andere vorm van bestaan. Om deze reden<br />

wordt ook in de kalender niet gesproken van overlijden of sterven, maar van ‘overgang’<br />

(passagem).<br />

[53] Het is mij opgevallen dat deze festivals precies vallen na de zonnewenden op 21 juni en<br />

21 december.<br />

[54] Als farda branca dragen vrouwen een witte plissérok, een witte bloes met groene<br />

ornamenten en een kroontje, terwijl de mannen een witte broek met twee groene strepen aan<br />

weerszijden, een wit hemd, een witte jas en een donkerblauwe das dragen.<br />

[55] De farda azul is het basis uniform. De vrouwen dragen een blauwe rok, een witte bloes<br />

en een blauwe strik, terwijl de mannen gekleed gaan in een blauwe broek, een wit hemd en<br />

een blauwe das.<br />

[56] Zie grotere afbeelding op kaft.<br />

[57] De visie op ziekte en gezondheid wordt in hoofdstuk 4.13 behandeld.<br />

[58] Deze observaties zijn gemaakt aan de hand van de feitio kalender van 24 t/m 28 juli 2007<br />

van Céu do Patriarca São José. Het ritueel viel op dat moment samen met een bijeenkomst<br />

van meerdere spiritueel-religieuze tradities uit Zuid-Amerika.<br />

[59] In Nederland worden vaak oude kerkgebouwen gebruikt met rechthoekige vorm. De<br />

verdeling wijzigt echter niet. In het midden wordt een hexagonale tafel geplaatst en van<br />

daaruit maakt men dezelfde onderverdeling van 6 vlakken. In vroegere tijden bestond<br />

overigens alleen een rechthoekige opstelling met 4 groepen mensen, waarbij slechts<br />

onderscheid werd gemaakt tussen mannen, vrouwen, maagden en niet-maagden. Deze<br />

verdeling wordt in sommige kerken nog steeds gebruikt.<br />

[60] Hoewel iedere Santo Daime kerk er anders uitziet en een eigen uitvoering heeft van de<br />

normen en rituelen, blijven de opvattingen, inzichten en symbolische betekenissen gelijk. Ook<br />

in deze zin komt dynamische en veranderlijke karakter van de Santo Daime naar voren.<br />

[61] Bovendien op internet geraadpleegd: Céu de Maria (2008) en Céu da Estrela Branca<br />

(2008).<br />

[62] Een maraca is een Braziliaans schudinstrument. De Nederlandse term dat hier het meest<br />

bij in de buurt komt is ‘sambabal’.<br />

[63] Het is niet aan de website duidelijk op te maken of deze woorden afkomstig zijn van<br />

Mestre Irineu of van Percília Matos da Silva. Wie deze vrouw zou zijn, is mij eveneens<br />

onbekend.<br />

[64] Zie hoofdstuk 1.4.<br />

[65] Bijna-dood-ervaringen hebben veel gemeen met ayahuasca-ervaringen, omdat men ook<br />

dan een “non-lokaal” bewustzijn binnentreedt, of een “veranderde staat van bewustzijn”


(altered states of consciousness), zoals vele andere wetenschappers het noemen (Metzner<br />

e.a.).<br />

[66] Wat de motieven kunnen zijn voor kinderen die op zeer jonge leeftijd Daime drinken,<br />

heb ik graag willen achterhalen. Daarvoor hadden echter interviews moeten worden<br />

afgenomen bij kinderen, hetgeen om een ander soort onderzoek vraagt. Of er hadden<br />

meerdere volwassenen ondervraagd moeten worden die met Daime zijn opgegroeid, maar op<br />

Florianopolis was dit alleen het geval bij de kinderen van de religieuze leider. Voor een<br />

dergelijk onderzoek zou men naar een oudere en grotere gemeenschap moeten gaan.<br />

[67] Dit citaat is niet letterlijk, maar een samenvatting van de oorspronkelijke verklaring.<br />

[68] De Volkskrant publiceerde een artikel over de Santo Daime, getiteld “Trippend op zoek<br />

naar je ware ik” (Elings 2007). Sommigen van de Santo Daime in Nederland vonden dit niet<br />

de best gekozen titel. In het artikel staat dat het niet gaat om recreatief trippen. Toch bestaat<br />

hiermee het risico dat mensen geprikkeld worden Daime te drinken met een verkeerde intentie<br />

en het kan ook de delicate positie van de Santo Daime kerk in gevaar brengen, wanneer het in<br />

verband wordt gebracht met ‘profaan’ in plaats van ‘sacraal’ gebruik van psychoactieve<br />

substanties.<br />

[69] Zie bijlage 3.<br />

[70] “Het is tijd” is hymne nummer 14 van het hinario “Orbit, een reis door het Heilige<br />

Licht”, ontvangen door Marco.<br />

[71] “Aqui eu vou expor” is hymne nummer 105 van het hinario “O Justiceiro”, ontvangen<br />

door Padrinho Sebastião.<br />

[72] Citaat afkomstig van internet (A familia Juramidam 2008), geplaatst onder de titel<br />

“Woorden (palavras) van Mestre Irineu” en ingezonden door de voor mij onbekende<br />

Florestan Neto.<br />

[73] “Linha de Arrochim” is hymne nummer 12 van het hinario “Linha de Arroxim”,<br />

ontvangen door Padrinho Wilson.<br />

[74] Citaat gevonden op http://br.geocities.com/igrejaceudovale en is volgens de website<br />

afkomstig uit:<br />

Alverga, A., Polari de (1998) O Evangelho Segundo Sebastião Mota. Editorial CEFLURIS,<br />

pag. 57-61.<br />

[75] “Ser Divino” is hymne nummer 45 van hinario “O Daime sorrindo”, ontvangen door<br />

Odemir.<br />

[76] Het hinario van Padrinho Alfredo, de huidige president van CEFLURIS, is getiteld:<br />

“Nova Era”.<br />

[77] Zie o.a.: H. Bogers, J.C. Callaway, G. Derix, S.L. Goulart, A. Groisman, B. Labate, E.<br />

Acre, R. Metzner, J. Narby, M.C. Peláez, M. Plotkin en R.E. Schultes.


[78] Volgens sommige onderzoekers kan in deze zin gesproken worden van een vorm van<br />

communicatie van plant tot mens (Metzner 2006 [1999], Narby 2006 [1995]). Meer hierover<br />

volgt in hoofdstuk 6.<br />

[79] Een goed voorbeeld hiervan is reeds genoemd, namelijk het recentelijk gepubliceerde<br />

boek van cardioloog Pim van Lommel die een wetenschappelijke visie op de bijna-dood-<br />

ervaring geeft. De eerste druk van “Eindeloos bewustzijn”, was al uitverkocht voor<br />

verschijnen. Van Lommel geeft momenteel lezingen over het hele land. Binnenkort wordt het<br />

boek in alle Europese talen vertaald en uitgegeven. Het is nog afwachten op reacties uit het<br />

buitenland.<br />

[80] Artikel 9 EVRM luidt als volgt: 1) Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte,<br />

geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te<br />

veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als<br />

privé zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in<br />

onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en<br />

voorschriften. 2) De vrijheid zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uiting te brengen<br />

kan aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die bij de wet zijn voorzien en in<br />

een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de openbare veiligheid,<br />

voor de bescherming van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de<br />

bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.<br />

[81] De keur aan deskundigen betrof: Prof.dr. J.M. Keppel Hesselink (medisch bioloog en<br />

arts), Prof.dr. C.D. Kaplan (Medische Faculteit Maastricht, psychiatrie en neuropsychologie),<br />

Drs. E. Fromberg (neurofarmacoloog), Drs. H.C. Ossebaard (ontwikkelingspsycholoog), Dr.<br />

J.J. Goslinga (psychiater), Dr. E.J. MacRae (antropoloog), Dr. A. Groisman (antropoloog),<br />

Dr. S.A.M. Snelders (historicus), Mr.dr. B.C. Labuschagne (jurist en rechtsfilosoof), Dr. R.<br />

Kranenborg (theoloog en godsdienstwetenschapper), Prof.dr. F.A. de Wolff (klinisch<br />

chemicus en toxicoloog) en Phd. J.C. Callaway (bio-organisch chemist).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!