Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bijdragen / Contributions 17<br />
lezingen over die nieuwe wetenschap en er moet vee! animo geweest zijn om die te<br />
bezoeken. In de late zeventiende en vroege achttiende eeuw - de periode die ik<br />
onderzoek - moeten velen ge1nteresseerd zijn geweest in a! deze nieuwigheden.<br />
Volgens sommigen was er zelfs sprake van een rage onder "liefhebbers". 1<br />
Die liefhebbers legden verzamelingen aan van natuurlijke objecten, lazen de<br />
populair-wetenschappelijke tijdschriften die sinds de jaren 1780 verschenen,<br />
discussieerden onderling over de wetenschap (direct, of via brieven) en bezochten<br />
voordrachten van mannen als Fahrenheit die hen- veelal welgestelde mannen- op de<br />
hoogte brachten van ontwikkelingen in de mechanica, hydrostatica of optica.<br />
Fahrenheits lessen tussen 1718 en l729 zijn de oudst bekende, maar ook onder meer<br />
J. Th Desaguliers (onder andere in Middelburg), Martinus Martens (in Amsterdam),<br />
Jan van Dam (in Amsterdam) gaven v66r 1750 a! dergelijke voordrachten.<br />
Mijn onderzoek gaat over de manier waarop liefhebbers in aa<strong>nr</strong>aking kwamen<br />
met natuurfllosofieen in de periode 1650-1750. In die periode bestonden in de<br />
Republiek nog geen ge'institutionaliseerde genootschappen waar ze bij elkaar konden<br />
komen. Die ontstonden pas rond 1750. Wei waren er "vriendenkringen", informele<br />
voorlopers van de genootschappen, en die zullen in rnijn onderzoek een belangrijke<br />
rol spelen. De bezoekers van Fahrenheits lessen vormden waarschijnlijk ook zo'n<br />
vriendenkring.<br />
Het verhaal van de popularisering lijkt op het eerste gezicht eenvoudig. Neem<br />
bijvoorbeeld het bovenstaande citaat van Fahrenheit. Daarin wordt de wetenschap<br />
voorgesteld als een onproblematisch verbond tussen "Wiskonst en "Experimenta" dat<br />
als vanzelf de juiste resultaten oplevert. De werkelijkheid was uiteraard weerbarstiger<br />
en de ontwikkeling van de nieuwe wetenschap was een tijdrovend proces, waarvan de<br />
l.litkomst van te voren zeker niet vastlag.<br />
Fahrenheit gaf les in een periode dat de wetenschap verre van af was en de<br />
wetenschappelijke methode nog niet was uitgekristalliseerd, ook al hadden grootheden<br />
als Boyle en Newton hun werk a! gedaan. In dit enerverende, maar ook verwarrende<br />
wetenschappelijke klimaat zochten liefhebbers hun weg. Hoe ze dat deden en welke<br />
mogelijkheden ze daarbij hadden, is onderwerp van rnijn onderzoek.<br />
Gelukkig hebben de colleges van Fahrenheit hun sporen nagelaten. De<br />
doopsgezinde koopman Jacob Ploos van Amstel maakte in 1718 aantekeningen van<br />
de lessen van Farhrenheit, die bewaard zijn gebleven. Andere belangrijke bronnen<br />
voor mijn onderzoek zijn de tijdschriften die hun lezers op de hoogte hielden van<br />
nieuws uit de Republiek der Letteren en dus ook van ontwikkelingen in de<br />
natuurfilosofie. In de Nederlanden waren er onder meer de Nouvelles de Ia Republiqtte des<br />
lettres van Pierre Bayle en de Histoires des ouvrages des savans van zijn opvolger He<strong>nr</strong>i<br />
Basnage de Beauval, de Bibliotheque Universelle et Historique van Jean le Clerc en de<br />
1 Onder andere T. Dekkers, "Popularisering der natumwetenschappen in Nederland in de<br />
achttiende eeuw", in: Ge!oofen Wetenschap, 53 (1955), pp. 173-188.