Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
70 Nieuwe publica ties I Publications recentes<br />
naar het Duitse universiteitssysteem waren zeldzaam en dit deel van het boek wordt<br />
op die manier helaas niet veel meer dan een, weliswaar uitstekend, overzicht van de<br />
bestaande onderwijsinstellingen (zoals de universiteit, de colleges en de T aylorian<br />
Institution) en onderzoeksfaciliteiten (zoals de Bodleian Library en het<br />
universiteitsmuseum). Binnen de Parijse faculteiten en scholen voor hager onderwijs<br />
was er veel meer discussie over het Duitse model. Desalniettemin bleef het aantal<br />
echte hervormingen naar Duits voorbeeld, zoals de invoering van een minder op de<br />
praktijk gerichte benadering van het onderwijs, zeer beperkt. De paragraaf over Parijse<br />
instellingen is, hierdoor, veel minder beschrijvend dan deze over Oxford. Bovendien<br />
is het een verdienste op zich om duidelijkheid te verschaffen in het complexe<br />
institutionele landschap van de Sorbonne, de Ecole Normale (Superieure), de Ecole<br />
Po!Jtechnique, de Ecole Pratique des Hautes Etudes, de College de France, de Ecole des Charles<br />
en andere ecoles speciales.<br />
In de hoofdstukken 3 en 4 slaagt de auteur er soms slechts moeizaam in om het<br />
onderscheid te blijven maken tussen de houding van instellingen, de meningen van<br />
individuele personen en de opinies van wetenschappelijke of literaire tijdschriften.<br />
Schalenberg is zich bewust van deze methodologische moeilijkheid (p. 31-32) en<br />
slechts af en toe kan zijn keuze worden bekritiseerd. IIet is bijvoorbeeld niet helemaal<br />
duidelijk waarom sommige ideeen van Friedrich Max Miiller, hoogleraar aan de<br />
Taylorian Institution, over het Duitse universiteitssysteem worden beschreven in de<br />
paragraaf over deze instelling (p. 212-213) en sommige andere in de paragraaf over<br />
individuele personen (p.264-269). De auteur kampt daarnaast nog met een andere<br />
moeilijkheid, namelijk zijn uitgangspunt om het zogenaamde Universitares Umfeld niet te<br />
verwaarlozen langs de ene kant en de zichzelf opgelegde beperkingen (wat betreft<br />
onderzoek en aantal pagina's) langs de andere kant. De houding van Schotse<br />
universiteiten tegenover het Duitse systeem tussen 18<strong>10</strong> en 1870 uitleggen in slechts<br />
vier pagina's is inderdaad een hele uitdaging.<br />
Een Odeinere) uitdaging voor de lezer op zijn beurt is Schalenbergs typisch<br />
Duitse schrijfstijl. Ellenlange zinnen met vijf of meer nevenschikkingen vormen geen<br />
uitzondering. Gelukkig worden deze gecompenseerd door literaire en soms zelfs<br />
poetische passages, bijvoorbeeld 11 [ ••• ] zogen die wei taus meisten franzosischen<br />
Gelehrten und Bildungspolitiker in der Restaurationszeit das Wasser der Pariser Oase<br />
den moglicherweise reicheren Stromen des Rheins, der Donau oder der Spree vor. II<br />
(p. 122) Tijdens het lezen van de twee belangrijkste hoofdstukken groeit geleidelijk de<br />
nieuwsgierigheid naar de conclusie. De argumenten van hervormers en<br />
behoudsgezinden voor en tegen de invoering van onderzoek aan de universiteiten<br />
worden gepresenteerd, net als de pro's en contra's van centralisatie zoals in Frankrijk<br />
of decentralisatie zoals in Duitsland, of de voor- en nadelen van de Privatdozentm, maar<br />
relatief snel verliest de lezer het algemene beeld uit hct oog.<br />
Schalenberg komt tegemoet aan deze behoefte naar een overzicht in zijn besluit.<br />
Hierin vat hij op een uitstekende manier de verschillende meningen in