Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
Jaargang / Année 10, 2004, nr. 2 - Gewina
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bijdragen / Contributions 19<br />
Architectuurgeschiedenis aan de Belgische universiteiten 1830-1914<br />
Ellen Van Impe- KULeuven<br />
Het onderzoek naar architectuurgeschiedenis aan de Belgische universiteiten<br />
1830-1914 maakt deel uit van het onderzoeksproject "Architectuurhistorisch<br />
onderzoek en onderwijs in Belgie in de negentiende eeuw (1830-1914)". Het project<br />
vertrekt van de vaststelling dat architectuurhistorische kennis in de negentiendeeeuwse<br />
architectuurtheorie en -praktijk een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Om<br />
tot een betere kennis te komen van de negentiende-eeuwse architectuur is het daarom<br />
onontbeerlijk om ook de negentiende-eeuwse architecturale geschiedschrijving aan<br />
een grondig onderzoek te onderwerpen. In het verleden kwamen al een aantal<br />
publicaties met betrekking tot de negentiende-eeuwse architectuurgeschiedschrijving<br />
tot stand, maar deze hadden doorgaans geen betrekking op Belgie.1<br />
Binnen het huidige project is het, kort samengevat, de bedoeling om 1. tot een<br />
inventaris te komen van publicaties, personen en instellingen die op een of andere<br />
marrier en onder welke vorm dan ook met architectuurgeschiedenis bezig zijn in de<br />
betreffende periode; 2. een beter zicht te krijgen op de verschillende institutionele<br />
contexten en netwerken waarbinnen architectuurhistorische ke<strong>nr</strong>ris wordt opgebouwd<br />
en doorgegeven; 3. dicpgaander inhoudelijk onderzoek te voeren op een aantal<br />
belangrijke architectuurhistorische teksten en deze case-study's te analyseren met<br />
betrek:king tot hun structuur, argumentatie, gebruikte bronnen en marrier van<br />
verwerken, receptie, eventuele invloed.<br />
Het onderdeel "architectuurgeschiedenis aan de Belgische urriversiteiten" hoort<br />
thuis binnen het tweede luik, aangezien de universiteit een van de mogelijke<br />
institutionele contexten is waarbinnen architectuurhistorisch onderzoek en onderwijs<br />
vorm krijgt. Wat de bronnen voor dit onderzoek betreft, is er allereerst het doctoraat<br />
van Luc Verpoest, die de verschillende architectuuropleidingen, waaronder deze aan<br />
de urriversiteiten, in kaart bracht en er het institutionele en wettelijke kader van<br />
onderzocht voor de periode 1830-1890. 2 Daarnaast zijn er de programmabrochures<br />
van de verschillende urriversiteiten, die, in zoverre ze bewaard zijn, alvast de precieze<br />
benamingen, de docenten en de indeling van de vakken weergeven. Verder zijn er een<br />
aantal eigentijdse brochures voorhanden, die een richting of een aantal vakken<br />
presenteren, naast de fiber memoria/is, gepubliceerd door de universiteiten naar<br />
aanleiding van een jubilemn of herdenking. Ten slotte kan voor de Rijksw1iversiteiten<br />
1<br />
David Watkin behandelt naast Groot-Brittannie ook Duitsland, Frankrijk, Italie en de<br />
Verenigde Staten, zie David Watkin, The Rise of Architectural History (Landen 1980). Voor<br />
Frankrijk, zie recenter Simona Talenti, L'histoire de l'anhitecture en France. Emergence d'une discipline<br />
(1863-1914) (Parijs: Librairie de !'Architecture et de Ia Ville 2000).<br />
2<br />
Luc Verpoest, Het architectuuronderwijs in Belgic' 1830-1890: aspecten van de institutionele geschiedenis<br />
(Leuven 1984).