01 gp aggregatie inleiding - Katho
01 gp aggregatie inleiding - Katho
01 gp aggregatie inleiding - Katho
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BRAINS ON,<br />
HANDS ON<br />
GOOD PRACTICES<br />
AGGREGATIETOESTANDEN<br />
Kristof Van De Keere
‘<strong>aggregatie</strong>toestanden’: begrippenkader, een <strong>inleiding</strong><br />
Omschrijving<br />
Elk kind kent in principe de 3 <strong>aggregatie</strong>toestanden waarin water zich kan<br />
bevinden, maar weet daarom nog niet dat het over dezelfde stof gaat. Ook al<br />
omdat we verschillende benamingen gebruiken voor elke toestand. IJs in vaste<br />
vorm, water als vloeibare vorm en waterdamp als gasvorm.<br />
De leerlingen leren hier de <strong>aggregatie</strong>toestanden waarin een stof zich bevindt,<br />
herkennen en benoemen. Hiervoor zijn er 3 opdrachten voorzien in deze ‘good<br />
practice’.<br />
Ze moeten de aangeboden voorwerpen classificeren in een 1 e opdracht en zo<br />
komen ze tot een omschrijving van ‘<strong>aggregatie</strong>toestand’. In een 2 e opdracht<br />
leren ze de eigenschappen kennen van de verschillende ‘stoffen’ en in een 3 e<br />
opdracht wordt alles nog eens samengevat en toegepast.<br />
Inhouden<br />
Het essentiële is dat de leerlingen de begrippen "vast", "vloeibaar" en<br />
"gasvormig" herkennen als een eigenschap van een stof in een bepaalde<br />
toestand. “Vast”, “vloeibaar” en “gasvormig” worden dan <strong>aggregatie</strong>toestanden<br />
genoemd.<br />
Aggregatietoestanden kunnen in mekaar overgaan. De overgang van de ene<br />
<strong>aggregatie</strong>toestand in de andere noemt men een faseovergang.<br />
De eigenschappen van de verschillende stoffen:<br />
Vaste stof vloeistof gas<br />
Vaste vorm<br />
Kan je vastpakken om te<br />
verplaatsen<br />
Geen vaste vorm<br />
Moet je in een ‘vat’ doen<br />
om te verplaatsen<br />
Geen vaste vorm<br />
Wil altijd ontsnappen<br />
Moet je in een<br />
afgesloten ‘vat’<br />
verplaatsen<br />
Toepassing: de waterkringloop<br />
Doelgroep<br />
2 e – 3 e graad
Doelen<br />
o Kinderen kunnen, na experimenteren, enkele gangbare stoffen en materialen<br />
benoemen en ze groeperen volgens gemeenschappelijke kenmerken of<br />
eigenschappen (7.19)<br />
o Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. (0.9)<br />
o Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. (0.15)<br />
o Kinderen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken. (0.12)<br />
Denkvaardigheden<br />
o Duidelijk en gericht waarnemen<br />
o Gericht observeren in functie van een vraag (=focussen) staat centraal<br />
Werkwijze en klasinrichting<br />
o Deze activiteiten dienen als opstart van een thema rond<br />
<strong>aggregatie</strong>toestanden.<br />
o Het werken in kleine groepjes (max. 4 lln.) geniet hier de voorkeur. De<br />
klassikale leerlingenproef is hier aangewezen zodat alle groepjes terzelfder<br />
tijd dezelfde activiteiten uitvoeren. (zie handleiding)<br />
o Herinner de leerlingen bij de <strong>inleiding</strong> aan de samenwerkingsvaardigheden!<br />
Maak gebruik van een goede rolverdeling, vb. CLIM-rollen. (zie handleiding)<br />
o Na het invullen van de werkbladen, kan klassikaal geëvalueerd worden.<br />
TIPS/suggesties<br />
o Bij het indelen in 3 groepen van de verschillende voorwerpen, laat je de<br />
leerlingen best zelf ontdekken hoe ze de groepen gaan indelen. M.a.w.<br />
vernoem nog niet ‘vaste stoffen, vloeistoffen en gassen’.<br />
o Het woord ‘<strong>aggregatie</strong>toestanden’ en ‘overgangsfasen’ kan ter sprake worden<br />
gebracht. Het is hier echter essentieel dat de leerlingen de begrippen ‘vast’,<br />
‘vloeibaar’, ‘gasvormig’ herkennen als eigenschap van een stof in een bepaalde<br />
toestand en kunnen zeggen wat een vaste stof, een vloeistof en een gas is.<br />
Vaste stof vloeistof gas<br />
Vaste vorm<br />
Kan je vastpakken om te<br />
verplaatsen<br />
Geen vaste vorm<br />
Moet je in een ‘vat’ doen<br />
om te verplaatsen<br />
Geen vaste vorm<br />
Wil altijd ontsnappen<br />
Moet je in een<br />
afgesloten ‘vat’<br />
verplaatsen<br />
o Bij de proef m.b.t. het verplaatsen van vloeistof, kan je dit laten doen met
een maatbeker die je tussen andere flessen, bokalen, glazen plaatst. Op deze<br />
manier komt ook het aspect maatverdeling en maateenheden voor volume aan<br />
bod.<br />
o Bij de proef m.b.t. het verplaatsen van lucht mag de ballon niet het enige<br />
alternatief zijn. Verberg hem ook tussen lege flessen met en zonder dop. De<br />
meeste leerlingen nemen hier dan de fles, blazen er nog wat lucht in en<br />
zetten er dan de dop op. Je kan hen dan vragen: “zat er al lucht in de fles<br />
vóór je erin blies?” en “Hoeveel?” De leerlingen zullen dan wel verder zoeken<br />
naar iets waar je lucht op een gecontroleerde manier kunt in aanbrengen: een<br />
ballon of een plastic zak.<br />
o Indien je de overgangsfasen aan bod laat komen (werkblad 3), laat de<br />
kinderen dan zoeken naar typische voorbeelden om die overgangsfasen te<br />
illustreren.<br />
o Het probleem “ijs – water – waterdamp” doet leerlingen goed inzien dat in<br />
principe elke stof vast, vloeibaar of gasvormig kan worden en hier kan de link<br />
gelegd worden naar de overgangsfasen. Bij sommige leerlingen bestaan hier<br />
zeker misconcepties over.<br />
o Rond het begrip “gas” bestaat ook een misconceptie bij kinderen. Velen<br />
gebruiken “lucht” of “zuurstof” als een algemene term. Volgens vele<br />
leerlingen zijn alle gassen een soort lucht. Het is dus zeker nodig om hier op<br />
te wijzen dat “gas” een verzamelnaam is en geen specifieke term of<br />
soortnaam. (het is zoals bij dieren; niet alle dieren zijn honden…)<br />
Probeer met kinderen te achterhalen welke soorten gassen ze zoal kennen<br />
uit hun omgeving (gas in campingvuurtje, aardgas, LPG, zuurstof,…)<br />
Het woord “gas” roept bij kinderen ook vaak negatieve gevoelens op<br />
(luchtvervuiling, ontploffingsgevaar,…). Dit geeft hen onterecht het gevoel<br />
dat alle gassen gevaarlijk zijn. Je kan als tegenvoorbeeld zuurstof geven…<br />
o Maak een transfer naar de kringloop van het water om de<br />
<strong>aggregatie</strong>toestanden en overgangsfasen te illustreren.<br />
o Voor de naverwerking is het zinvol om samen met de leerlingen een<br />
wandposter te maken die de bevindingen samenvat. Die kan dan als<br />
wandposter aangebracht worden in een ontdekhoek m.b.t.<br />
‘<strong>aggregatie</strong>toestanden’.<br />
Bijlagen<br />
Werkblad 1: <strong>aggregatie</strong>toestanden<br />
Werkblad 2: stoffen verplaatsen<br />
Werkblad 3: wat je moet weten over <strong>aggregatie</strong>toestanden
Bronnen<br />
De Baecke, G., natuurkunde – <strong>aggregatie</strong>toestanden, Uitgave PBD Gent<br />
Bossaert, A., proeven van wetenschap, DPB Assebroek<br />
Vandecasteele, I., bachelorproef wetenschappelijk denken en handelen, 2006.<br />
KATHO Tielt<br />
Desmedt, L., bachelorproef wetenschappelijk denken en handelen, 2006. KATHO<br />
Tielt
WERKBLAD 1: ‘<strong>aggregatie</strong>toestanden’<br />
WAT HEB JE NODIG?<br />
Op de tafel vind je voorwerpen en foto’s.<br />
(limonade, lapje stof, olie, speelgoed, verf, inkt, glas, water, waterdamp,<br />
butaangas, steen, foto lucht, foto zuurstofflessen, …<br />
WAT MOET JE DOEN?<br />
Plaats deze voorwerpen en foto’s in 3 groepen bij elkaar die volgens jullie samen<br />
horen.<br />
Gebruik het onderstaande tabelletje met 3 kolommen om het overzichtelijk voor<br />
te stellen.<br />
........................... ........................... ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
........................... ............................. ...........................<br />
Waarom heb je dit zo gedaan? ………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Wat betekent nu ‘<strong>aggregatie</strong>toestand’: ……………………………………………………………………………………………………
WERKBLAD 2: ‘stoffen verplaatsen’<br />
WAT HEB JE NODIG?<br />
Op de tafel vind je stukjes hout, steen, wat flessen met dop, maatbekers,<br />
plasticzakken, ballonnen,...<br />
WAT MOET JE DOEN?<br />
Duid iemand aan in de groep (vb. de materiaalmeester) die de voorwerpen kan<br />
gaan halen op de tafel en naar de groep brengt.<br />
De materiaalmeester brengt achtereenvolgens:<br />
o Een stukje hout (of steen) naar de groep<br />
o Een halve liter water naar de groep (wees nauwkeurig!!!)<br />
o 2 liter lucht naar de groep (tip: bij gewoon uitademen komt ongeveer 0,5l<br />
lucht naar buiten)<br />
Vul in of schrap wat niet past.<br />
Ik bracht het stuk hout naar mijn vrienden. Dat was gemakkelijk/moeilijk.<br />
Toen bracht ik een halve liter water naar mijn vrienden.<br />
Dat deed ik zo (leg uit) :<br />
...................................................................................................................................................<br />
...................................................................................................................................................<br />
Hoe weet je zeker dat het een halve liter water was?<br />
...................................................................................................................................................<br />
...................................................................................................................................................<br />
Ik bracht ook de lucht naar mijn vrienden. Dat heb ik zo gedaan :<br />
...................................................................................................................................................<br />
...................................................................................................................................................
Hoe weet je zeker dat het 2 liter lucht was?<br />
...................................................................................................................................................<br />
...................................................................................................................................................<br />
Hoe zou jij onderstaande ‘stoffen’ nu omschrijven?<br />
vaste stof vloeistof gas<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………<br />
…………………………………………………………
WERKBLAD 3<br />
‘wat je moet weten over <strong>aggregatie</strong>toestanden’<br />
Bestudeer onderstaande tekening vooraleer je de onderstaande vraag invult.
Vul het onderstaande schema in. Gebruik de juiste naam van de<br />
<strong>aggregatie</strong>toestanden en de overgangsfasen.<br />
Kleur de pijlen in de juiste kleur.<br />
opname van warmte: rood<br />
afgifte van warmte: blauw<br />
………………………<br />
………...<br />
………………….<br />
………………….<br />
………………….<br />
………………….<br />
………………………<br />
………...<br />
………………………<br />
………...<br />
Wat is een <strong>aggregatie</strong>toestand?<br />
...................................................................................................................................................<br />
...................................................................................................................................................<br />
Wat is een overgangsfase?<br />
...................................................................................................................................................<br />
...................................................................................................................................................