Motiverende gespreksvoering
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Motivationele conflicten<br />
Doordat verandertaal opgeroepen wordt, ontstaat bij de client vaak ambivalentie en zit<br />
hij met een conflict in zich. Hij kan niet alle doelen nastreven en moet dus keuzes maken. Deze<br />
zijn niet altijd even gemakkelijk waardoor hij een motivationeel conflict ervaart.<br />
Als eerste type heb je het toenaderings-toenaderingsconflict.<br />
De persoon is hier even sterk gemotiveerd voor twee doelen, maar hij moet een keuze maken.<br />
Hij moet dus een van de twee doelen laten vallen. Dit conflict is snel oplosbaar omdat het altijd<br />
wel voordelig is.<br />
vb. iets gaan drinken met vrienden: gezellig bijpraten, nog eens weg thuis die film op<br />
televisie kijken: mooie film, rustig.<br />
Een volgend conflict is het toenaderings-vermijdingsconflict.<br />
Dit houdt in dat er zowel een negatieve als een positieve beleving hoort bij een doel. De persoon<br />
voelt zich dus even sterk aangetrokken en afgeschrikt door een doel. Het is moeilijk op te lossen<br />
omdat de vermijdingstendens sneller stijgt dan de toenaderingstendens.<br />
vb. roken -> positief: doet deugd, is goed negatief: ongezond, ik ruik ernaar<br />
Hiernaast bestaat het vermijdings-vermijdingsconflict.<br />
Hier zijn twee onaangename alternatieven aanwezig zijn. De cliënt wil ze beiden vermijden, maar<br />
zal toch een doel moeten kiezen.<br />
vb. met de auto naar het werk: file, gaat lang duren met de trein naar het werk: is vuil en ik<br />
weet niet goed hoe ik de trein moet nemen<br />
Een laatste conflict is het dubbel toenaderings-vermijdingsconflict.<br />
Hier moet de persoon een keuze maken tussen twee gewenste doelen. Als hij een doel kiest, dan<br />
kan hij het andere niet bereiken waardoor het eerste doel een negatieve betekenis krijgt. Dit<br />
leidt ertoe dat hij ten opzichte van beide doelen een toenaderings-vermijdings-conflict creeert.<br />
(De Man & Janssens, 2006)<br />
vb. gaan werken -> positief: ervaring opdoen, geld verdienen negatief:nog niet genoeg<br />
weten, later misschien niet hogerop geraken Versus : voort studeren-> positief: meer kennis,<br />
meer werkmogelijkheden negatief: nog langer bezig, laat aan gezin beginnen.<br />
De persoon herkent en erkent deze conflicten niet altijd. Iedereen reageert hier anders<br />
op, wat zich uit in verschillende manieren van coping. Het is van belang dat je hem hier begeleidt<br />
naar het (h)erkennen van zijn conflict zodat hij dit kan oplossen.<br />
Het soort conflict hangt af van de client. Als we terugkijken naar het fasenmodel van Prochaska<br />
en Diclemente, kunnen we er van uitgaan dat het conflict niet in elke fase hetzelfde is. Zo zal er<br />
in het begin helemaal geen conflict zijn omdat de client dit helemaal nog niet ervaart. Vanaf dat<br />
de client zich bewust wordt van een probleem, treedt er een conflict op. Het gaat dan in het<br />
begin om een toenaderingsvermijdingsconflict: Hij merkt op dat er een probleem is, maar weet<br />
nog geen oplossing voor het probleem. Eens hij begint te zoeken en tot een mogelijke oplossing<br />
komt ontstaat het dubbel toenaderings-vermijdings-conflict. Hij begint zich dan vragen te stellen<br />
omtrent het huidig gedrag en de verandering. Hier moet hij een moeilijke knoop doorhakken.