Persdossier Anw internet - Svb
Persdossier Anw internet - Svb
Persdossier Anw internet - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Kennisdossier Algemene nabestaandenwet november 2008<br />
Dit is het kennisdossier over de Algemene nabestaandenwet (<strong>Anw</strong>). U vindt hierin<br />
antwoord op de volgende vragen:<br />
PRAKTISCHE ZAKEN<br />
1. Wat is de <strong>Anw</strong>?<br />
2. Wie komen er voor een <strong>Anw</strong>-uitkering in aanmerking?<br />
3. Hoe hoog is de <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
4. Welke invloed heeft het inkomen op de hoogte van de <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
5. Wanneer stopt de <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
6. Wat kunnen mensen zelf regelen?<br />
GESCHIEDENIS<br />
7. Op welke wetten en regelingen konden weduwen en wezen voor 1959<br />
rekenen?<br />
8. Wat ging er vooraf aan de invoering van de AWW in 1959?<br />
9. Wat veranderde er door de invoering van de AWW?<br />
10. Wat ging er vooraf aan de invoering van de <strong>Anw</strong> in 1996?<br />
11. Wat veranderde er door de invoering van de <strong>Anw</strong>?<br />
12. Was er een overgangsregeling voor grensgevallen?<br />
STATISTIEKEN<br />
13. Hoeveel mensen krijgen een <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
14. Wat was de invloed van de <strong>Anw</strong> op het aantal uitkeringsgerechtigden?<br />
15. Hoe gaat het aantal <strong>Anw</strong>-gerechtigden zich in de toekomst ontwikkelen?<br />
16. Hoeveel geld is er bespaard door de invoering van de <strong>Anw</strong>?<br />
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen over hebben, aarzel dan<br />
niet om met de SVB contact op te nemen.<br />
PRAKTISCHE ZAKEN<br />
1. Wat is de <strong>Anw</strong>?<br />
De <strong>Anw</strong>-uitkering is een maandelijkse uitkering voor mensen die door een<br />
overlijden in hun huishouden te maken krijgen met minder inkomsten. De <strong>Anw</strong>uitkering<br />
voorziet in een basis-inkomen dat voor veel mensen niet voldoende zal<br />
zijn om van rond te komen, maar dat wel helpt om de eindjes aan elkaar te<br />
knopen.<br />
Er zijn drie soorten <strong>Anw</strong>-uitkeringen:<br />
de nabestaandenuitkering voor de achterblijvende partner;<br />
de halfwezenuitkering voor thuiswonende kinderen tot 18 jaar;<br />
de wezenuitkering voor kinderen tot 16 jaar van wie beide ouders zijn<br />
overleden. In sommige gevallen kan de uitkering doorlopen tot 21-jarige<br />
leeftijd.
2. Wie komen er voor een <strong>Anw</strong>-uitkering in aanmerking?<br />
Niet iedere nabestaande heeft recht op een <strong>Anw</strong>-uitkering. Voorwaarden zijn dat<br />
de nabestaande jonger is dan 65 jaar (want daarna krijgt die persoon een AOWuitkering)<br />
en voldoet aan één van de volgende voorwaarden:<br />
• hij/zij is geboren voor 1 januari 1950, óf<br />
• hij/zij is geboren op of na 1 januari 1950 en zorgt voor een kind jonger<br />
dan 18 jaar, óf<br />
• hij/zij is geboren op of na 1 januari 1950 en is voor minstens 45%<br />
arbeidsongeschikt.<br />
Bij de <strong>Anw</strong> zijn ongehuwd samenwonenden gelijkgesteld aan gehuwden. Als een<br />
nabestaande opnieuw gaat samenwonen heeft hij of zij geen recht meer op een<br />
uitkering van de overleden ex-partner.<br />
Alle mensen met kinderen onder 18 jaar, hebben sowieso recht op de<br />
halfwezenuitkering.<br />
Wezen hebben recht op een uitkering tot 16 jaar. Als zij arbeidsongeschikt zijn<br />
hebben zij recht op een uitkering tot hun 18 e jaar. Als zij studeren of voor het<br />
huishouden zorgen waarin zich tenminste één kind bevindt dat ook recht heeft op<br />
een wezenuitkering, heeft hij/zij zij <strong>Anw</strong>-recht tot dat kind 21 jaar is.<br />
Wezen tot 10 jaar hebben recht op een uitkering van 32% van de<br />
nabestaandenuitkering. Wezen tot 16 jaar en wezen van 16 jaar en ouder hebben<br />
recht op een uitkering van respectievelijk 48 en 64% van de<br />
nabestaandenuitkering.<br />
3. Hoe hoog is de <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
Onderstaand overzicht geeft een indruk van de hoogte van <strong>Anw</strong>-uitkeringen. De<br />
uitkeringen voor halfwezen en wezen zijn onafhankelijk van het inkomen, de<br />
hoogte voor de partner is inkomensafhankelijk. Daarom is daar sprake van de<br />
maximale uitkering.<br />
Hoogte <strong>Anw</strong>-uitkeringen<br />
Voor wie?<br />
Hoogte per maand (in 2008) bruto<br />
• Partner Maximaal € 1.071,60<br />
• Halfwezen (kinderen tot 18 jaar) Per gezin € 257,74<br />
• Wezen (kinderen tot 16 of 21<br />
jaar)<br />
Wezen jonger dan 10 jaar € 353,02<br />
Wezen van 10 t/m 15 jaar € 522,10<br />
Wezen van 16 t/m 20 jaar € 691,17<br />
De halfwezenuitkering geldt per gezin en is niet afhankelijk van het aantal<br />
kinderen. De halfwezenuitkering en de nabestaandenuitkering worden<br />
maandelijks uitbetaald in één bedrag.<br />
4. Welke invloed heeft het inkomen op de hoogte van de <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
Als iemand recht heeft op een <strong>Anw</strong>-uitkering volgt een inkomenstoets; hij/zij<br />
krijgt alleen een uitkering bij behoefte op minimumniveau. Dit wordt als volgt<br />
berekend: het uitgangspunt voor de uitkering (en dus het maximum) is 70% van<br />
het minimumloon. Hier wordt al het inkomen in verband met arbeid (WAO- en<br />
WW-uitkering) van afgetrokken. Vervolgens gaat inkomen uit arbeid (loon, VUT,<br />
vervroegd pensioen) er deels vanaf: 50% van het minimumloon is vrij, van het<br />
restant wordt twee derde in mindering gebracht op de <strong>Anw</strong>-uitkering.
Inkomsten als een lijfrente, een uitkering uit een koopsompolis of het<br />
nabestaandenpensioen van een pensioenfonds worden niet van de <strong>Anw</strong>-uitkering<br />
afgetrokken.<br />
Verder kent de <strong>Anw</strong> een inkomensonafhankelijke halfwezenuitkering van 20%<br />
van het minimumloon. Een nabestaande met een of meer minderjarige kinderen<br />
krijgt in totaal dus maximaal 90% van het minimumloon uitgekeerd.<br />
5. Wanneer stopt de <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
De <strong>Anw</strong> stopt als de ontvanger 65 jaar wordt, want dan komt er de AOW voor in<br />
de plaats. Voor mensen die zijn geboren na 1 januari 1950 stopt zowel de<br />
halfwezenuitkering als de nabestaandenuitkering als het jongste thuiswonende<br />
kind 18 jaar wordt. Tenzij diegene voor meer dan 45% arbeidsongeschikt is.<br />
Verder eindigt de <strong>Anw</strong>-uitkering als de nabestaande opnieuw trouwt of gaat<br />
samenwonen. Ook als de nabestaande niet meer arbeidsongeschikt is vervalt de<br />
<strong>Anw</strong>-uitkering, tenzij er nog thuiswonende minderjarige kinderen zijn.<br />
6. Wat kunnen mensen zelf regelen?<br />
De gedachte achter de <strong>Anw</strong> is dat het een basisuitkering is die mensen zelf nog<br />
moeten aanvullen met een nabestaandenpensioen en/of een particuliere<br />
verzekering. De SVB adviseert alle samenwonenden om dit te bespreken met<br />
bijvoorbeeld de werkgever, pensioenuitvoerder, verzekeraar of een onafhankelijk<br />
financieel adviseur.<br />
In onderstaand overzicht staan enkele veelvoorkomende inkomsten die mensen<br />
naast de <strong>Anw</strong> kunnen hebben. Cursief zijn de inkomsten die invloed hebben op de<br />
hoogte van de <strong>Anw</strong>-uitkering.<br />
Eigen inkomen en<br />
vermogen<br />
Loon<br />
Winst uit eigen bedrijf<br />
Sociale uitkering (WW, WAO)<br />
Eigen huis<br />
Spaargeld<br />
Vermogen<br />
Aandelen<br />
Regeling van de<br />
werkgever<br />
Nabestaandenpensioen uit<br />
verzekering<br />
Nabestaandenpensioen van<br />
pensioenfonds<br />
Particuliere verzekering<br />
Lijfrente uit verzekering van de<br />
partner<br />
Uitkering uit koopsompolis<br />
Overlijdensrisicoverzekering<br />
<strong>Anw</strong>-hiaatverzekering<br />
GESCHIEDENIS<br />
De algemene Nabestaandenwet is ingevoerd in 1996 als opvolger van de<br />
Algemene Weduwen- en Wezenwet uit 1959. Hieronder staat in het kort meer<br />
over deze wetten en hun voorgeschiedenis.<br />
7. Op welke wetten en regelingen konden weduwen en wezen voor 1959<br />
rekenen?<br />
1. De ongevallenwetten (vanaf 1903). Op grond van deze wetten hadden<br />
weduwen en wezen van een aan de gevolgen van een bedrijfsongeval<br />
overleden werknemer recht op een uitkering. Deze uitkering was<br />
onafhankelijk van de leeftijd van de weduwe en de samenstelling van het<br />
gezin. De uitkering voor de weduwe en eventuele wezen bedroeg<br />
maximaal 60% van het laatstverdiende loon van de overleden man.
2. De Invaliditeitswet (1919) bood een relatief lage uitkering voor weduwen<br />
en wezen, ongeacht de oorzaak van de dood van de kostwinner. Weduwen<br />
hadden er alleen recht op als zij blijvend invalide of minimaal 60 jaar<br />
waren. De uitkering voor weduwen en wezen tezamen bedroeg maximaal<br />
5 gulden.<br />
3. Toeslagen. De uitkeringen uit de ongevallenwetten en de Invaliditeitswet<br />
werden vanaf 1941 (bij de Invaliditeitswet) en 1950 (bij de<br />
ongevallenwetten) aangevuld met toeslagen omdat de uitkeringen door de<br />
inflatie en de stijging van het loonpeil niet meer voldeden aan ‘de eisen,<br />
die aan een redelijke weduwen- en wezenvoorziening mogen worden<br />
gesteld’.<br />
Deze wetten en toeslagen boden geen uitkering aan nabestaanden van<br />
zelfstandigen. Voor hen kwam er pas een regeling bij de invoering van de AWW in<br />
1959.<br />
Andere voorzieningen voor weduwen en wezen naast de wettelijke voorzieningen<br />
waren er nauwelijks. Diverse onderneming- en bedrijfspensioenregelingen kenden<br />
in het geheel geen weduwen- en wezenvoorziening en private<br />
levensverzekeringen werden weinig afgesloten.<br />
8. Wat ging er vooraf aan de invoering van de AWW in 1959?<br />
Het initiatief voor de wet werd genomen door minister Suurhoff. Hij diende in<br />
december 1958, vlak voor de verkiezingen, het wetsvoorstel in. Daaraan ging wel<br />
een en ander vooraf:<br />
• De Commissie-Van Rhijn (in 1945) en de Gemengde Commissie-Van Rhijn<br />
(in 1948) spraken zich uit voor een verzekering die ook zelfstandigen zou<br />
dekken.<br />
• In 1954 pleitte de Commissie weduwen- en wezenvoorziening van de<br />
Katholieke Volkspartij voor een noodregeling voor weduwen en wezen<br />
(naar het voorbeeld van de Noodwet Ouderdomsvoorziening). Minister<br />
Suurhoff had belangstelling voor dit voorstel, maar de SER raadde in 1957<br />
een noodregeling voor weduwen en wezen af. Uit de praktijk van de<br />
Noodwet Ouderdomsvoorziening bleek namelijk dat aan een noodregeling<br />
met inkomensaftrek bezwaren zijn verbonden. Bovendien zou een<br />
noodwet nauwelijks sneller tot stand komen dan een definitieve regeling.<br />
9. Wat veranderde er door de invoering van de AWW in 1959?<br />
Nieuw was de bepaling dat weduwen tot een bepaalde leeftijd nog deel moesten<br />
nemen aan het arbeidsproces. Totdat ze die leeftijd bereikten, kregen ze geen<br />
uitkering vanuit de weduwenwet. De leeftijd werd vastgesteld op 50 jaar.<br />
Wanneer de jongere weduwe invalide was of minderjarige kinderen verzorgde,<br />
kon niet van haar geëist worden dat ze haar eigen inkomen verzorgde, en kon ze<br />
wel rekenen op een uitkering.<br />
Weduwen van 50 jaar of ouder zouden in de redenering van de regering zeer<br />
waarschijnlijk geen kans meer krijgen om in hun eigen levensonderhoud te<br />
voorzien, en kregen om die reden een uitkering.<br />
De regeling bepaalde ook dat als de kinderen het huis uit zouden gaan, of<br />
wanneer de vrouw niet langer invalide was, het recht op een uitkering zou komen<br />
te vervallen, tenzij de vrouw op dat moment al 45 jaar oud was. Dan zou ze geen<br />
reële kans meer maken op de arbeidsmarkt en zou ze haar weduwenpensioen<br />
blijven krijgen.
De hoogte van het weduwenpensioen werd bepaald op 100% van het<br />
minimumloon. De uitkering ervan werd alleen stopgezet als de vrouw opnieuw in<br />
het huwelijk trad.<br />
Minister Suurhoff kreeg kritiek op zijn voorstel uit 1958. De voorzitter van de<br />
Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Volksgezondheid verwachtte door de<br />
leeftijdsgrens van 50 jaar vele pijnlijke grensgevallen. In de volksmond had hij<br />
dit pensioen horen kwalificeren als een loterijpensioen. Aan deze kritiek is 3 jaar<br />
na de invoering van de AWW (in 1959) met een wetswijziging gehoor gegeven<br />
door het verlagen van de leeftijdsgrens naar 40 jaar.<br />
10. Wat ging er vooraf aan de invoering van de <strong>Anw</strong> in 1996?<br />
Simpel gezegd was de Algemene Weduwen- en Wezenwet uit 1959 uit de tijd<br />
geraakt. De wet paste bij de maatschappelijke situatie van de jaren vijftig, met<br />
mannen die het inkomen voor het gezin verdienden en vrouwen die dat gezin<br />
verzorgden – en die dus in grote problemen zouden komen als de man zou<br />
wegvallen. In de jaren negentig klopte dat beeld niet langer.<br />
De <strong>Anw</strong> sloot om diverse redenen beter aan bij de actualiteit uit de jaren<br />
negentig:<br />
• De AWW gaf een uitkering aan nabestaanden, ongeacht de vraag of die<br />
een goed eigen inkomen hadden. De praktijk werd steeds meer dat<br />
weduwen niet hulpeloos thuiszaten; zij hadden vaak zelf ook een baan<br />
waarmee ze voor hun eigen inkomen konden zorgen.<br />
• Uit een rechterlijke uitspraak uit 1988 bleek dat ook weduwnaars (de<br />
mannen dus) recht hadden op een uitkering. Terwijl hun inkomen door het<br />
verlies van hun partner nauwelijks terugliep. Daarmee was een van de<br />
belangrijkste basisbeginselen van de wet ondermijnd. Het<br />
solidariteitsbeginsel kwam onder druk te staan. Tegelijkertijd werd de wet<br />
duurder, doordat meer mensen er recht op hadden.<br />
• De jaren ’90 waren een tijd van bezuinigen en grotere eigen<br />
verantwoordelijkheid; de collectieve lasten (dus ook die van de<br />
nabestaandenregelingen) moesten omlaag. Een van de besparingen op de<br />
regeling was dat de uitkering voor nabestaanden inkomensafhankelijk<br />
werd. Een andere bezuiniging was dat de uitkering maximaal op 90% van<br />
het minimumloon werd vastgesteld. Bij de AWW was dat nog 100%.<br />
• Daarnaast bepaalde het kabinet dat niet alle nabestaanden hulpbehoevend<br />
waren. Het definieerde groepen die zelf in hun levensonderhoud kunnen<br />
voorzien, of die zich particulier kunnen verzekeren voor het<br />
overlijdensrisico. Die mensen kregen na de invoering van de <strong>Anw</strong> zelf de<br />
verantwoordelijkheid om – al dan niet samen met hun werkgever of<br />
pensioenfonds - voorzieningen te treffen voor na hun overlijden.<br />
De nieuwe nabestaandenwet (de <strong>Anw</strong>) hielp die nabestaanden van wie niet kon<br />
worden verwacht dat zij door te werken in hun onderhoud konden voorzien. Op<br />
die manier werd volgens de regering de solidariteit tussen burgers optimaal<br />
vormgegeven.<br />
Aan de invoering van de wet ging een jarenlange discussie vooraf. In maart 1991<br />
diende het toenmalige kabinet het wetsvoorstel Algemene nabestaandenwet in bij<br />
het parlement. In december 1992 strandde het wetsvoorstel in de Eerste Kamer<br />
op kritiek over de overgangsregeling voor mensen die onder de AWW vielen, en<br />
over de gelijkstelling van gehuwden met samenwonenden. De senaat eiste een<br />
aanpassing die vervolgens weer in de Tweede Kamer op grote bezwaren stuitte.<br />
Het wetsvoorstel werd ingetrokken, en daarna werden de plannen onderdeel van<br />
een nieuw regeerakkoord. Het zou tot eind 1995 duren totdat overeenstemming
werd bereikt over de Algemene nabestaandenwet. Die werd in december 1995<br />
gepubliceerd en werd 1 juli 1996 van kracht.<br />
Voor meer informatie zie: de memorie van toelichting bij de Algemene<br />
Nabestaandenwet uit 1996. (http://www.st-ab.nl/wetanwmvt.htm)<br />
11. Wat veranderde er door de invoering van de <strong>Anw</strong> in 1996?<br />
De belangrijkste verschillen tussen de <strong>Anw</strong> en de AWW zijn in onderstaand<br />
overzicht weergegeven.<br />
Inkomen<br />
Leeftijdscriterium<br />
Arbeidsongeschiktheid<br />
Nabestaande met<br />
een of meerdere<br />
minderjarige<br />
kinderen<br />
Samenwonen<br />
Tijdelijke<br />
weduwenuitkering<br />
Wezenuitkering<br />
AWW<br />
Recht op een uitkering als de<br />
nabestaande ouder is dan 40<br />
De regeling is<br />
inkomensonafhankelijk. Voor<br />
weduwen zonder kinderen<br />
bedraagt de uitkering 70%<br />
van het minimumloon.<br />
Recht op een uitkering als de<br />
nabestaande langer dan 3<br />
maanden arbeidsongeschikt<br />
is<br />
Voor weduwen met kinderen<br />
bedraagt de uitkering 100%<br />
van het minimumloon<br />
De regeling gold alleen voor<br />
gehuwden; alleen als de<br />
nabestaande trouwde (niet<br />
als hij/zij samen ging<br />
wonen) werd de uitkering<br />
beëindigd<br />
Deze bestond wel<br />
Recht op een uitkering tot<br />
27 jaar als de wees<br />
studeerde of voor het<br />
huishouden zorgde waarin<br />
zich tenminste een kind<br />
bevond dat ook recht had op<br />
een wezenuitkering<br />
<strong>Anw</strong><br />
Recht op een uitkering als<br />
de nabestaande geboren is<br />
voor 1950<br />
Bij deze regeling geldt een<br />
inkomenstoets. In het<br />
algemeen geldt: hoe hoger<br />
het inkomen, hoe lager de<br />
nabestaandenuitkering. De<br />
nabestaandenuitkering<br />
bedraagt maximaal 70%<br />
van het minimumloon.<br />
Recht op een uitkering als<br />
de nabestaande voor<br />
tenminste 45%<br />
arbeidsongeschikt is en dit<br />
langer dan 3 maanden duurt<br />
Verzorgers van halfwezen<br />
ontvangen een<br />
halfwezenuitkering van 20%<br />
van het minimumloon.<br />
Samen met de<br />
nabestaandenuitkering<br />
komen nabestaanden met<br />
kinderen zo uit op een<br />
uitkering van maximaal<br />
90% van het minimumloon.<br />
De regeling geldt ook voor<br />
samenwonenden; de<br />
uitkering wordt beëindigd<br />
als de nabestaande opnieuw<br />
gaat samenwonen<br />
Deze bestaat niet<br />
Het recht op een uitkering<br />
voor deze groepen geldt tot<br />
21 jaar<br />
12. Was er een overgangsregeling voor grensgevallen?<br />
Ja. Nabestaanden die vóór 1 juli 1996 recht hadden op een AWW-uitkering<br />
kregen vanaf dat moment recht op een <strong>Anw</strong>-uitkering. Zij moesten in principe
voldoen aan dezelfde voorwaarden als nieuwe <strong>Anw</strong>’ers. Voor hen gold wel een<br />
overgangsrecht:<br />
• voormalig AWW-ers met een minderjarig kind behielden hun uitkering als<br />
het kind 18 werd;<br />
• oud-AWW’ers die ongehuwd samenwoonden en geboren waren voor 1941<br />
behielden een inkomensonafhankelijk deel van 30% van het netto<br />
minimumloon;<br />
• de inkomenstoets ging voor voormalig AWW-ers pas in op 1 januari 1998.<br />
Hierdoor namen de uitkeringslasten in 1998 sterk af. Nabestaanden die<br />
voor 1 juli 1996 recht hadden op een uitkering, krijgen voor inkomen in<br />
verband met arbeid een vrijstelling van 50% van het bruto minimumloon.<br />
STATISTIEKEN<br />
13. Hoeveel mensen krijgen een <strong>Anw</strong>-uitkering?<br />
Eind december 2007 kregen ruim 123.000 mensen een <strong>Anw</strong>-uitkering. Dat aantal<br />
verandert steeds omdat mensen nabestaande worden, omdat nabestaanden de<br />
65-jarige leeftijd bereiken of omdat ze zelf overlijden. Sinds 1996 is een dalende<br />
trend in het aantal mensen met <strong>Anw</strong>-uitkering zichtbaar. De verwachting is dat<br />
het aantal ontvangers de komende jaren verder zal dalen en uiteindelijk vanaf<br />
2021 stabiel blijft rond de 50.000.<br />
In de bijlage staat voor de afgelopen paar jaar weergegeven hoeveel mensen een<br />
<strong>Anw</strong>-uitkering ontvangen. De aantallen zijn uitgesplitst naar leeftijd en geslacht.<br />
14. Wat was de invloed van de <strong>Anw</strong> op het aantal<br />
uitkeringsgerechtigden?<br />
Verloop uitkeringen en uitkeringslasten<br />
Na 1988 steeg het aantal AWW-gerechtigden sterk doordat toen ook weduwnaars<br />
ervoor in aanmerking kwamen. Door de invoering van de <strong>Anw</strong> in 1996 daalde het<br />
aantal gerechtigden fors van ruim 195.000 in 1995 tot ruim 123.000 in 2007.<br />
Deze daling komt doordat enkele groepen geen recht meer hadden op een<br />
uitkering of teveel verdienden. In tabel 1 staat het verloop van de aantallen<br />
gerechtigden van 1984-2007.
Tabel 1 Lopende uitkeringen en uitkeringslasten per 31 december<br />
Lopende uitkeringen<br />
Nabestaanden<br />
Nabestaanden + halfwezen Halfwezen Wezen Totaal<br />
Uitkerings-<br />
Lasten<br />
(* € 1<br />
mln)<br />
1984 143.200 31.800 0 3.200 178.200 1.185,0<br />
1985 143.700 30.350 0 3.050 177.100 1.186,3<br />
1986 144.200 28.900 0 2.900 176.000 1.236,0<br />
1987 144.800 26.900 0 2.750 174.450 1.233,5<br />
1988 145.400 24.900 0 2.600 172.900 1.357,0<br />
1989 156.600 25.900 0 2.450 184.950 1.433,0<br />
1990 167.800 26.900 0 2.300 197.000 1.968,9<br />
1991 170.500 26.200 0 2.200 198.900 2.057,8<br />
1992 168.200 25.100 0 2.000 195.300 2.182,3<br />
1993 168.500 24.700 0 2.000 195.200 2.185,6<br />
1994 169.200 24.600 0 2.000 195.800 2.179,6<br />
1995 168.961 24.753 0 2.002 195.716 2.138,7<br />
1996 166.538 24.252 448 1.919 193.157 2.192,9<br />
1997 159.865 22.695 2.125 1.842 186.527 2.090,0<br />
1998 153.544 20.419 4.092 1.798 179.853 1.623,2<br />
1999 147.611 19.110 5.614 1.720 174.055 1.614,1<br />
2000 141.144 18.637 6.681 1.646 168.108 1.577,8<br />
2001 135.503 17.817 8.194 1.582 163.096 1.594,2<br />
2002 129.592 17.125 9.354 1.556 157.627 1.594,7<br />
2003 122.792 16.774 10.239 1.527 151.332 1.585,8<br />
2004 115.905 16.024 11.535 1.506 144.970 1.520,3<br />
2005 108.988 14.906 12.397 1.470 137.761 1.447,6<br />
2006 102.178 14.221 13.107 1.427 130.933 1.405,1<br />
2007 94.876 13.421 13.685 1.429 123.411 1.343,8
In grafiek 1 staat hoe het aantal <strong>Anw</strong>-gerechtigden zich ontwikkeld. Te zien is dat<br />
het aantal gerechtigden na 1988 steeg van 180.000 tot 200.000 doordat mannen<br />
ook recht kregen op AWW. Na de invoering van de <strong>Anw</strong> daalt het aantal<br />
gerechtigden structureel door. Ongeveer 85 procent van het aantal <strong>Anw</strong>-ers is<br />
vrouw.<br />
Grafiek 1 Ontwikkeling van het aantal AWW/<strong>Anw</strong>-uitkeringen naar<br />
geslacht<br />
200.000<br />
180.000<br />
160.000<br />
140.000<br />
120.000<br />
100.000<br />
80.000<br />
60.000<br />
40.000<br />
20.000<br />
0<br />
1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007<br />
Vrouwen<br />
Mannen<br />
15. Hoeveel geld werd er bespaard door de invoering van de <strong>Anw</strong>?<br />
In grafiek 2 staat het verloop van de uitkeringslasten en hoe de uitkeringslasten<br />
zich hadden ontwikkeld als de <strong>Anw</strong> niet was ingevoerd. Ook hier stegen de<br />
uitkeringslasten sterk na 1988 en daalden weer na 1996. De totale lasten waren<br />
dan gestegen tot ruim 2,5 miljard euro per jaar in 2007. Dit is een verschil van<br />
ruim 1,3 miljard euro met de <strong>Anw</strong>. De cumulatieve besparing van de <strong>Anw</strong> ten<br />
opzichte van de AWW van 1996 tot en met 2007 wordt geschat op ruim 8,9<br />
miljard euro.
Grafiek 2 Ontwikkeling van de uitkeringslasten bij de <strong>Anw</strong> en de AWW (in<br />
miljoenen euro’s)<br />
besparing t.o.v. AWW<br />
<strong>Anw</strong>-lasten<br />
3.000<br />
2.500<br />
2.000<br />
1.500<br />
1.000<br />
500<br />
0<br />
1984<br />
1986<br />
1988<br />
1990<br />
1991<br />
1992<br />
1993<br />
1994<br />
1995<br />
1996<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
2000<br />
2001<br />
2002<br />
2003<br />
2004<br />
2005<br />
2006<br />
2007<br />
Bij de invoering van de <strong>Anw</strong> in 1996 werd al rekening gehouden met een sterke<br />
daling van het aantal gerechtigden en van de uitkeringslasten. Die daling werd<br />
door de regeling bewerkstelligd.
16. Hoe gaat het aantal <strong>Anw</strong>-gerechtigden zich in de toekomst<br />
ontwikkelen?<br />
In tabel 2 staat de prognose van het aantal uitkeringen in de afgelopen paar jaar<br />
en in de komende jaren.<br />
Tabel 2 Prognose aantal uitkeringen<br />
Nabestaanden<br />
Nabestaanden +halfwezen Halfwezen Wezen Totaal<br />
2007 94.876 13.421 13.685 1.429 123.411<br />
2008 88.306 12.994 14.300 1.430 117.030<br />
2009 81.640 12.693 14.780 1.433 110.546<br />
2010 75.590 12.468 15.273 1.432 104.763<br />
2011 65.133 12.297 15.570 1.427 94.427<br />
2012 55.032 12.172 15.842 1.420 84.466<br />
2013 45.284 12.048 16.021 1.417 74.770<br />
2014 35.354 11.953 16.146 1.407 64.860<br />
2015 28.016 11.833 16.241 1.403 57.493<br />
2016 25.980 11.709 16.263 1.403 55.355<br />
2017 24.238 11.569 16.220 1.402 53.429<br />
2018 22.716 11.438 16.141 1.398 51.693<br />
2019 21.453 11.302 16.031 1.388 50.174<br />
2020 20.405 11.169 15.895 1.375 48.844<br />
2021 19.591 11.037 15.748 1.357 47.733<br />
2022 19.095 10.915 15.582 1.340 46.932<br />
2023 18.615 10.798 15.432 1.323 46.168<br />
Het aantal uitkeringen zal geleidelijk aan verder afnemen tot rond de 50.000 in<br />
2023. Bij de <strong>Anw</strong> hebben nabestaanden die geboren zijn voor 1 januari 1950<br />
recht op een uitkering, totdat ze 65 jaar worden. Hierdoor zullen steeds minder<br />
nabestaanden recht hebben op een uitkering. In 2015 is iedereen die is geboren<br />
voor 1 januari 1950 65 jaar of ouder. In 2021 is iedereen die in 1996 ouder was<br />
dan 40 jaar ouder dan 65. Hierdoor zullen dan alle oud AWW-ers uit de <strong>Anw</strong><br />
verdwenen zijn. Vanaf dan hebben alleen nog nabestaanden met minderjarige<br />
kinderen en arbeidsongeschikte nabestaanden recht op een uitkering.
BIJLAGE:<br />
Aantallen <strong>Anw</strong>-uitkeringen sinds 2002<br />
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 30 september 2008<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen Nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
Mannen<br />
24 jaar en jonger 9 9 9<br />
25-29 jaar 10 22 32 32<br />
30-34 jaar 2 50 103 155 155<br />
35-39 jaar 2 2 4 9 166 536 711 715<br />
40-44 jaar 22 26 48 15 307 1.386 1.708 1.756<br />
45-49 jaar 146 72 218 34 422 1.971 2.427 2.645<br />
50-54 jaar 599 81 680 149 357 1.443 1.949 2.629<br />
55-59 jaar 1.605 48 1.653 868 134 592 1.594 3.247<br />
60-64 jaar 3.185 23 3.208 3.500 51 189 3.740 6.948<br />
Totaal 5.559 252 5.811 4.577 1.497 6.251 12.325 18.136<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 6 19 22 47 47<br />
25-29 jaar 16 146 118 280 280<br />
30-34 jaar 7 7 30 537 437 1.004 1.011<br />
35-39 jaar 21 77 98 109 1.294 1.266 2.669 2.767<br />
40-44 jaar 282 244 526 247 2.516 2.146 4.909 5.435<br />
45-49 jaar 1.324 438 1.762 544 3.142 2.126 5.812 7.574<br />
50-54 jaar 4.029 340 4.369 2.116 1.845 1.062 5.023 9.392<br />
55-59 jaar 9.028 133 9.161 9.846 535 221 10.602 19.763<br />
60-64 jaar 18.018 18 18.036 33.573 103 86 33.762 51.798<br />
Totaal 32.702 1.257 33.959 46.487 10.137 7.484 64.108 98.067<br />
Totaal wezen :<br />
1.398
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 31 december 2007<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
mannen<br />
24 jaar en jonger 1 12 13 13<br />
25-29 jaar 10 23 33 33<br />
30-34 jaar 3 50 122 175 175<br />
35-39 jaar 2 3 5 8 175 556 739 744<br />
40-44 jaar 24 47 71 17 313 1.423 1.753 1.824<br />
45-49 jaar 163 102 265 39 424 1.948 2.411 2.676<br />
50-54 jaar 710 110 820 167 328 1.410 1.905 2.725<br />
55-59 jaar 1.855 64 1.919 1.108 140 537 1.785 3.704<br />
60-64 jaar 3.477 21 3.498 3.312 46 193 3.551 7.049<br />
Totaal 6.231 347 6.578 4.654 1.487 6.224 12.365 18.943<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 4 18 18 40 40<br />
25-29 jaar 13 157 126 296 296<br />
30-34 jaar 10 10 33 560 432 1.025 1.035<br />
35-39 jaar 28 103 131 101 1.334 1.336 2.771 2.902<br />
40-44 jaar 339 336 675 226 2.541 2.146 4.913 5.588<br />
45-49 jaar 1.531 569 2.100 560 3.060 2.123 5.743 7.843<br />
50-54 jaar 4.626 389 5.015 2.381 1.726 1.001 5.108 10.123<br />
55-59 jaar 10.289 149 10.438 12.262 529 221 13.012 23.450<br />
60-64 jaar 19.431 22 19.453 32.167 84 58 32.309 51.762<br />
Totaal 36.244 1.578 37.822 47.747 10.009 7.461 65.217 103.039<br />
Totaal wezen :<br />
1.429
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 31 december 2006<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
mannen<br />
24 jaar en jonger 1 10 11 11<br />
25-29 jaar 1 13 22 36 36<br />
30-34 jaar 1 1 3 57 130 190 191<br />
35-39 jaar 3 7 10 11 192 580 783 793<br />
40-44 jaar 24 72 96 18 351 1.417 1.786 1.882<br />
45-49 jaar 198 154 352 40 433 1.938 2.411 2.763<br />
50-54 jaar 907 157 1.064 198 304 1.331 1.833 2.897<br />
55-59 jaar 2.248 76 2.324 1.514 140 469 2.123 4.447<br />
60-64 jaar 3.790 33 3.823 2.974 40 178 3.192 7.015<br />
Totaal 7.171 499 7.670 4.759 1.531 6.075 12.365 20.035<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 5 12 19 36 36<br />
25-29 jaar 1 1 8 167 148 323 324<br />
30-34 jaar 1 20 21 33 597 478 1.108 1.129<br />
35-39 jaar 35 151 186 111 1.362 1.320 2.793 2.979<br />
40-44 jaar 419 480 899 230 2.656 2.029 4.915 5.814<br />
45-49 jaar 1.792 752 2.544 568 3.027 1.962 5.557 8.101<br />
50-54 jaar 5.517 492 6.009 2.731 1.692 840 5.263 11.272<br />
55-59 jaar 12.363 170 12.533 15.465 487 187 16.139 28.672<br />
60-64 jaar 21.047 37 21.084 29.923 88 49 30.060 51.144<br />
Totaal 41.174 2.103 43.277 49.074 10.088 7.032 66.194 109.471<br />
Totaal wezen :<br />
1.427
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 31 december 2005<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
mannen<br />
24 jaar en jonger 12 12 12<br />
25-29 jaar 1 10 21 32 32<br />
30-34 jaar 1 1 6 67 145 218 219<br />
35-39 jaar 6 12 18 10 201 599 810 828<br />
40-44 jaar 30 93 123 18 357 1.382 1.757 1.880<br />
45-49 jaar 247 215 462 45 427 1.900 2.372 2.834<br />
50-54 jaar 1.130 210 1.340 230 308 1.215 1.753 3.093<br />
55-59 jaar 2.798 105 2.903 1.741 132 424 2.297 5.200<br />
60-64 jaar 4.017 32 4.049 2.628 37 154 2.819 6.868<br />
Totaal 8.229 667 8.896 4.679 1.539 5.852 12.070 20.966<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 2 14 24 40 40<br />
25-29 jaar 2 2 9 185 130 324 326<br />
30-34 jaar 1 32 33 41 631 481 1.153 1.186<br />
35-39 jaar 40 238 278 117 1.392 1.259 2.768 3.046<br />
40-44 jaar 509 679 1.188 231 2.721 1.986 4.938 6.126<br />
45-49 jaar 2.188 972 3.160 712 2.962 1.730 5.404 8.564<br />
50-54 jaar 6.415 588 7.003 3.112 1.536 714 5.362 12.365<br />
55-59 jaar 14.963 187 15.150 18.203 457 165 18.825 33.975<br />
60-64 jaar 22.615 40 22.655 26.922 64 56 27.042 49.697<br />
Totaal 46.731 2.738 49.469 49.349 9.962 6.545 65.856 115.325<br />
Totaal wezen :<br />
1.470
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 31 december 2004<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
mannen<br />
24 jaar en jonger 2 14 16 16<br />
25-29 jaar 1 10 24 35 35<br />
30-34 jaar 1 2 3 7 74 161 242 245<br />
35-39 jaar 3 25 28 7 213 571 791 819<br />
40-44 jaar 41 142 183 21 350 1.330 1.701 1.884<br />
45-49 jaar 310 304 614 65 432 1.767 2.264 2.878<br />
50-54 jaar 1.307 305 1.612 242 293 1.103 1.638 3.250<br />
55-59 jaar 3.162 150 3.312 1.735 124 367 2.226 5.538<br />
60-64 jaar 4.577 52 4.629 2.462 33 124 2.619 7.248<br />
Totaal 9.401 980 10.381 4.540 1.531 5.461 11.532 21.913<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 1 18 30 49 49<br />
25-29 jaar 2 2 12 212 140 364 366<br />
30-34 jaar 1 69 70 41 651 503 1.195 1.265<br />
35-39 jaar 63 321 384 118 1.433 1.206 2.757 3.141<br />
40-44 jaar 574 958 1.532 245 2.694 1.937 4.876 6.408<br />
45-49 jaar 2.555 1.289 3.844 901 2.760 1.488 5.149 8.993<br />
50-54 jaar 7.376 840 8.216 3.472 1.359 622 5.453 13.669<br />
55-59 jaar 16.644 334 16.978 18.732 428 125 19.285 36.263<br />
60-64 jaar 25.701 80 25.781 25.528 65 23 25.616 51.397<br />
Totaal 52.914 3.893 56.807 49.050 9.620 6.074 64.744 121.551<br />
Totaal wezen :<br />
1.506
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 31 december 2003<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
mannen<br />
24 jaar en jonger 4 15 19 19<br />
25-29 jaar 1 10 26 37 37<br />
30-34 jaar 1 4 5 5 95 148 248 253<br />
35-39 jaar 2 50 52 8 222 569 799 851<br />
40-44 jaar 51 205 256 14 366 1.226 1.606 1.862<br />
45-49 jaar 388 402 790 84 435 1.553 2.072 2.862<br />
50-54 jaar 1.564 372 1.936 473 279 939 1.691 3.627<br />
55-59 jaar 3.576 173 3.749 1.530 113 323 1.966 5.715<br />
60-64 jaar 5.162 55 5.217 2.196 38 103 2.337 7.554<br />
Totaal 10.744 1.261 12.005 4.311 1.562 4.902 10.775 22.780<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 2 30 23 55 55<br />
25-29 jaar 8 8 10 201 146 357 365<br />
30-34 jaar 106 106 48 682 480 1.210 1.316<br />
35-39 jaar 81 479 560 115 1.454 1.124 2.693 3.253<br />
40-44 jaar 671 1.267 1.938 247 2.613 1.688 4.548 6.486<br />
45-49 jaar 3.151 1.556 4.707 1.134 2.532 1.273 4.939 9.646<br />
50-54 jaar 8.752 944 9.696 5.211 1.190 488 6.889 16.585<br />
55-59 jaar 18.969 356 19.325 17.444 380 95 17.919 37.244<br />
60-64 jaar 28.464 91 28.555 23.438 62 20 23.520 52.075<br />
Totaal 60.088 4.807 64.895 47.649 9.144 5.337 62.130 127.025<br />
Totaal wezen :<br />
1.527
Aantal <strong>Anw</strong>-uitkeringen per 31 december 2002<br />
Leeftijdsgroep Ingangsdatum recht voor 1-7-1996 Ingangsdatum recht na 1-7-1996 Totaal<br />
alleen nabestaan- Totaal alleen nabestaan- alleen Totaal generaal<br />
nabestaan- den+half- nabestaan- den+half- halfwezendenuitk.<br />
wezenuitk. denuitk. wezenuitk. uitk.<br />
mannen<br />
24 jaar en jonger 2 10 12 12<br />
25-29 jaar 17 20 37 37<br />
30-34 jaar 2 6 8 2 85 147 234 242<br />
35-39 jaar 6 79 85 8 211 573 792 877<br />
40-44 jaar 67 274 341 17 332 1.192 1.541 1.882<br />
45-49 jaar 494 530 1.024 117 370 1.394 1.881 2.905<br />
50-54 jaar 1.924 438 2.362 556 233 865 1.654 4.016<br />
55-59 jaar 4.091 178 4.269 1.320 103 274 1.697 5.966<br />
60-64 jaar 5.739 69 5.808 2.033 41 90 2.164 7.972<br />
Totaal 12.323 1.574 13.897 4.053 1.394 4.565 10.012 23.909<br />
vrouwen<br />
24 jaar en jonger 4 35 31 70 70<br />
25-29 jaar 15 15 11 199 124 334 349<br />
30-34 jaar 4 151 155 48 696 441 1.185 1.340<br />
35-39 jaar 97 681 778 120 1.378 1.056 2.554 3.332<br />
40-44 jaar 820 1.595 2.415 232 2.399 1.569 4.200 6.615<br />
45-49 jaar 3.816 1.829 5.645 1.423 2.242 1.096 4.761 10.406<br />
50-54 jaar 10.465 1.072 11.537 6.445 1.041 377 7.863 19.400<br />
55-59 jaar 21.029 380 21.409 15.654 301 71 16.026 37.435<br />
60-64 jaar 31.747 90 31.837 21.301 53 24 21.378 53.215<br />
Totaal 67.978 5.813 73.791 45.238 8.344 4.789 58.371 132.162<br />
Totaal wezen :<br />
1.556