Download Thesis in Pdf Format
Download Thesis in Pdf Format
Download Thesis in Pdf Format
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.3. Een wispelturig deeltje 42<br />
Wat maakt de pentaquark zo <strong>in</strong>teressant, dat men zo graag wil weten of hij bestaat?<br />
Het al dan niet mogelijk zijn van een exotisch multiquarksysteem is een belangrijke test van<br />
alle theorieën die een dergelijk systeem toelaten. Indien het deeltje bestaat, is er (naast de<br />
gewone baryonen en mesonen) een nieuw quarksysteem waarop QCD niet-perturbatief getest<br />
kan worden. Het bestaan van de pentaquark zou een antwoord geven op bepaalde vragen uit<br />
deze theorie. Hoe sterk zijn de quarks <strong>in</strong> dit systeem gebonden, wat is de overlap van de<br />
pentaquarkgolffunctie met zijn vervaltoestanden, wat zijn de details van de effectieve kracht<br />
die de quarks bijeenhoudt? Bovendien is het een test voor rooster-QCD. Met behulp van deze<br />
laatste theorie werd recent een spectrum van baryonresonanties opgesteld. Er zou dan bijvoorbeeld<br />
ook een spectrum van pentaquarkresonanties opgesteld en getest kunnen worden [Hic05].<br />
Indien de Θ + bestaat, hoe kan deze dan waargenomen worden? Zijn quarkcomponenten<br />
suggereren bijvoorbeeld de volgende reacties:<br />
K + + n = |us〉 + |udd〉 → |uudds〉 = Θ +<br />
K 0 + p = |ds〉 + |uud〉 → |uudds〉 = Θ + .<br />
Een Θ + kan dus <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe geproduceerd worden via het <strong>in</strong>sturen van een K + -of K 0 -bundel<br />
op een deuterium-target (d) of een andere nucleaire target (N, C, ...). Een K 0 -bundel is echter<br />
moeilijk te produceren, en de data die toch van een dergelijk experiment afkomstig is hebben<br />
veelal grote onzekerheden. Meestal wordt naar de Θ + gezocht door K + d-scatter<strong>in</strong>g.<br />
4.3.1 De eerste experimenten<br />
We beschouwen nu een aantal oudere experimenten (uit de jaren 1970, 1990), waar<strong>in</strong> een<br />
K + -bundel <strong>in</strong>valt op een deuterium-target. Er wordt gestreefd naar een hoog-energetische<br />
K + -bundel, om het aantal kaonen dat onderweg naar de target vervalt m<strong>in</strong>imaal te houden.<br />
Op die manier bekomt men een hogere <strong>in</strong>tensiteit en een meer zuivere kaonenbundel. Om<br />
een bundel met een bepaalde energie te bekomen, vertrok men daarom meestal van een hoogenergetische<br />
bundel, die men vervolgens vertraagde. Dit gaf echter aanleid<strong>in</strong>g tot een belangrijke<br />
momentumbreedte, zoals aangegeven <strong>in</strong> figuur 1 uit [Ge77].<br />
Naast een correctie op de momentumspreid<strong>in</strong>g van de kaonenbundel, dient de data nog<br />
gecorrigeerd te worden voor de Fermibeweg<strong>in</strong>g van het deuterium [BRSZ], alsook voor het<br />
feit de deuterium-target niet alleen uit neutronen bestaat. Al deze correcties <strong>in</strong> acht genomen<br />
blijkt er toch nóg een probleem te zijn met de meetresultaten: zoals duidelijk wordt uit figuren<br />
2 en 3 uit [Be73] treedt er bij een bundelenergie lager dan 700 MeV een ruis <strong>in</strong> de datapunten<br />
op.<br />
De boodschap is dus omzichtig te werk te gaan met deze meetresultaten, en voorzichtig<br />
te zijn als er conclusies getrokken moeten worden. Kan uit deze data het bestaan van een<br />
Θ + afgeleid worden? Een fijne piek zou normaalgezien tussen de datapunten <strong>in</strong> vallen, maar<br />
de Fermibeweg<strong>in</strong>g smeert de piek wat uit, zodat deze toch waarneembaar kan zijn. Nuss<strong>in</strong>ov<br />
analyseerde deze data, en concludeerde dat de breedt van de Θ + kle<strong>in</strong>er dan 6 MeV/c 2 moet<br />
zijn [Nus03]. Na hem werden de data nog verschillende malen geanalyseerd, en men was het<br />
erover eens dat de breedte van de orde enkele MeV/c 2 moet zijn [Hic05].