Burgemeester Roelenweg oost - BIS - Gemeente Zwolle

stads
de verkeersafwikkeling dat het toegangssysteem in de
garage voldoende capaciteit heeft. De NEN 2443 geeft
aan dat garages van 400 tot 600 plaatsen twee ingaande
en 1 uitgaande strook noodzakelijk zijn (zie bijlage
verkeersintensiteiten).
De locatie is gesitueerd tussen gebieden waar een
parkeerreguleringssysteem van kracht is, maar sluit daar
niet direct op aan. Uitgangspunt is dat de toekomstige
bewoners binnen de grenzen van het project parkeren.
Dat betekent dat toekomstige bewoners op de locatie
Burgemeester Roelenweg oost geen recht hebben op een
parkeervergunning in naburige wijken.
Eisen
• Er wordt geparkeerd op eigen terrein;
• De entree van de parkeergarage ligt aan de
Pannekoekendijk ter plaatse van de centrale
verkeersentree;
• De centrale verkeersentree van de locatie
Burgemeester Roelenweg oost ligt aan de
Pannekoekendijk op 50 meter vanuit de rotonde;
• In de garage liggen minimaal drie stroken: waarvan
tenminste twee ingaand;
• Uitgaand verkeer gaat alleen rechtsaf de
Pannekoekendijk op;
• In de garage is de minimale opstellengte voor de
slagboom van de ingang 40 meter;
• De uitgaande rijstrook heeft voor het trottoir een vlak
gedeelte waar tenminste één auto kan staan;
• Maatvoering van parkeervakken en rijstroken in de
parkeergarage conform NEN2443 (Parkeren en stallen
van personenauto´s op terreinen en in garages).
Randvoorwaarde
• Uitgangspunt is dat de parkeernorm overeen
komt met 1pp per 62,5 m2 bvo. De uiteindelijke
parkeernorm wordt door de gemeente in overleg met
de ontwikkelende partij vastgesteld in relatie tot het
definitieve programma;
• Voor zelfstandige wooneenheden rekent Zwolle met
een norm van 1,3pp per wooneenheid;
• Voor studentenhuisvesting kan gerekend worden
met een norm van 0,2 tot 0,6pp per wooneenheid op
voorwaarde dat er zogenaamde campuscontracten
gesloten worden. Dit zal moeten worden vastgelegd in
een overeenkomst tussen ontwikkelaar en gemeente.
Bijlage
Verkeersintensiteiten.
Maatvoering entree parkeergarage.
3.3 Waterhuishouding, riolering en
waterkeringen
In 2001 is het Waterbeleid 21e eeuw van kracht geworden.
Volgens dit nieuwe beleid moet de zgn. watertoets
toegepast worden op alle nieuwe ruimtelijke plannen.
De leidraad bij de planontwikkelingen is vasthouden
(bijvoorbeeld door verhard oppervlak te minimaliseren),
bergen (via infiltratie in de bodem of bijvoorbeeld in
bergingsvijvers) en in laatste instantie afvoeren van
regenwater.
Aansluitend op het plangebied ligt in de Burgemeester
Roelenweg een gemengd rioolstelsel. Volledige
afkoppeling van regenwater met infiltratie in de
bodem zal een lastige opgave worden. Lozing op
het oppervlaktewater is niet mogelijk vanwege de
waterkeringen langs de stadsgracht en het Zwarte
Water. In tweede instantie kan onderzocht worden of een
combinatie van infiltratievoorzieningen met een overstort
mogelijkheid op het rioolstelsel haalbaar is. Daarbij moet
worden meegenomen dat de gemiddelde grondwaterstand
varieert tussen NAP + 0.00 m en + 0.50 m en het huidige
maaiveld varieert van circa NAP +1.60 m tot 2.25 m.
De aanwezige maaiveld(dijk) hoogten worden gehandhaafd
en de eisen van de keur op de waterstaatswerken zijn
van kracht. Het gaat om een gebied ca 10 m uit het
Zwarte Water gelegen. Dit gebied dient vrij gehouden te
worden en is bestemd voor waterhuishouding en aanleg,
verbetering en onderhoud van waterkeringen. Andere
invullingen zijn hieraan ondergeschikt. Het Waterschap
Groot Salland bereidt aanpassing van de maatgevende
hoogwaterstanden voor. Afstemming met het waterschap
is noodzakelijk om te komen tot een bestemmingsplan.
Randvoorwaarden
• De infiltratievoorziening moet een inhoud hebben
van 20 mm per m2 aangesloten verharding en
dakoppervlak;
• De ontwikkelaar moet een infiltratieplan opstellen. Dit
plan is onderdeel van de aanvraag bouwvergunning en
wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeente;
• Onderzocht moet worden of de situatie ter plaatse
(fysische en chemische bodemgesteldheid)
belemmeringen opwerpt voor infiltratie en chemisch
geschikt is of gemaakt kan worden voor infiltratie;
• Bij herinrichting dient rekening gehouden te worden
met de berekende maatgevende hoogwaterstand in
zowel het Zwarte Water als de Stadsgracht. Deze zal
bij een veiligheidsniveau van 1:1250 jaar tot maximaal
+1,75m NAP stijgen;
• De aan het Zwarte Water liggende gronden moeten
minimaal op + 2,25 m NAP liggen;
• De keur van het waterschap is op de Pannekoekendijk
en de aan het Zwarte water liggende gronden van
kracht. Voor in de kern- en beschermingszone
geprojecteerde bouwkundige activiteiten gelden eisen
en (ontheffings)procedures.
Bijlagen
Kaart Kabels en Leidingen.
Infiltratie regenwater.
22
Burgemeester Roelenweg oost