Kampen (Overijssel) - Alle Vestingsteden van Nederland
Kampen (Overijssel) - Alle Vestingsteden van Nederland
Kampen (Overijssel) - Alle Vestingsteden van Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Kampen</strong> (<strong>Overijssel</strong>) 3<br />
Noordwest-Europa. In de veertiende eeuw ruilde <strong>Kampen</strong> met de bisschop <strong>van</strong> Utrecht, Jan <strong>van</strong> Arkel, de polder<br />
Mastenbroek tegen het recht op aanwas in de IJsseldelta.<br />
Het verzanden <strong>van</strong> de IJssel maakte <strong>van</strong>af 1430 zeer geleidelijk een einde aan de voorspoed <strong>van</strong> <strong>Kampen</strong>. Gedurende<br />
lange tijd wilde <strong>Kampen</strong> zich niet tot een verbond laten verplichten en economische en politieke concessies te<br />
leveren aan andere steden, zoals in de Hanze gebruikelijk was. Toen het Graafschap Holland oorlog voerde tegen de<br />
Hanze kwam aan deze situatie een einde: de stad werd gedwongen te kiezen voor één <strong>van</strong> beide zijden. <strong>Kampen</strong> was<br />
<strong>van</strong> oorsprong meer georiënteerd op de Oostzee-handel en handel met het achterland <strong>van</strong> de Rijn, en trad daarom in<br />
1441 formeel toe tot de Hanze. De stad had veel invloed binnen de Hanze: ondanks luidkeels protest <strong>van</strong><br />
benedenloopse steden aan de IJssel en andere Hanzesteden werd in 1448 besloten tot de bouw <strong>van</strong> een brug over de<br />
IJssel. [4] Dit karwei werd in een recordtijd <strong>van</strong> 5 maanden voltooid. Met deze brug hoopte <strong>Kampen</strong> meer binding te<br />
hebben met het achterland.<br />
Na-Middeleeuws<br />
Op 11 augustus 1572 werd <strong>Kampen</strong> op de Spanjaarden veroverd door Willem <strong>van</strong> den Bergh, een zwager <strong>van</strong><br />
Willem <strong>van</strong> Oranje. Na het bloedbad <strong>van</strong> Zutphen op 15 november gaf de stad zich echter vrijwillig over aan de<br />
Spanjaarden. In 1578 kwam de stad weer in Staatse handen na het Beleg <strong>van</strong> <strong>Kampen</strong>, onder leiding <strong>van</strong> George <strong>van</strong><br />
Lalaing.<br />
De Hollandse Oorlog, tussen de Republiek der Verenigde <strong>Nederland</strong>en en Engeland en Frankrijk, betekende een<br />
definitief einde aan de enorme macht <strong>van</strong> de stad. Door het recht op aanwas in de IJsseldelta was de stad wel<br />
eigenaar geworden <strong>van</strong> het steeds groter wordende Kampereiland. Vanaf 1500 werden de eilanden verpacht. De<br />
pachtinkomsten werden zo groot dat de stad geen belasting hoefde te heffen.<br />
<strong>Kampen</strong> verkreeg pas weer naam in de 19e eeuw. <strong>Kampen</strong> was toen <strong>van</strong>uit zee moeilijk bereikbaar, omdat de<br />
omliggende watergebieden verzand en dus ondiep waren. Gedurende de voorgaande eeuwen is de waterloop <strong>van</strong> de<br />
IJssel wel meerdere malen uitgebaggerd, maar de kosten hiervoor waren relatief hoog en binnen enkele jaren was de<br />
rivierstroom weer dichtgeslibd. De IJssel kende hier, als delta, toentertijd meerdere uitgangen. De hoofdvaarroute<br />
werd ook meerdere malen verlegd, als reactie op de natuurlijke loop. In de 19e eeuw begon men met proactief<br />
denken: rivierlopen werden afgedamd, om meer water met hogere snelheid door één of twee hoofdvaarroutes te laten<br />
gaan. Dit had als voordeel dat er minder zand en slib werd afgezet, waardoor zo'n rivierloop zichzelf "schoon<br />
spoelde". Sleutelfiguur in dit verhaal is Nicolaas Plomp, stadsarchitect <strong>van</strong> <strong>Kampen</strong>. Naast zijn werk voor het<br />
huidige IJsselfront <strong>van</strong> de stad <strong>Kampen</strong>, hield hij zich ook bezig met de waterbouwkunde. Voor 1839 liet hij al<br />
strekdammen <strong>van</strong> 2500 meter aanleggen in het Keteldiep, om het water een gerichte uitgang te bieden. In 1839<br />
kwam daar nog eens 900 meter bij. In deze strekdammen is materiaal <strong>van</strong> de stadsmuur <strong>van</strong> <strong>Kampen</strong> verwerkt.<br />
Vanwege de opkomende nijverheid in de 19e eeuw en het belang <strong>van</strong> landwegen en spoorwegen, werd ook vaart<br />
gemaakt met zogenaamde straatwegen, geplaveide wegen, in plaats <strong>van</strong> zand en modderwegen. Zo werd in 1828 de<br />
straatweg <strong>van</strong> <strong>Kampen</strong> verbeterd, in 1837 werd de Zwolseweg als straatweg aangelegd, in 1840 werd de straatweg<br />
<strong>van</strong> <strong>Kampen</strong> naar Genemuiden aangelegd, en in 1851 de Kamperstraatweg naar Wezep, alwaar die aansloot op de<br />
Zuiderzeestraatweg. Ook werden stoombootdiensten geopend: in 1844 een dienst naar Hamburg en in 1847 naar<br />
Hull. [5]<br />
Nijverheid in de 19e en 20e eeuw<br />
Tabak<br />
Vanaf ongeveer 1815 bepaalde de tabaksindustrie het gezicht <strong>van</strong> <strong>Kampen</strong>. Deze tak <strong>van</strong> industrie werd<br />
aangetrokken door onder meer het gunstige belastingklimaat in de stad. Na de komst <strong>van</strong> twee kleinere<br />
tabaksfabrieken vestigde de grote uit Bremen afkomstige sigarenfabrikant Lehmkuhl zich in de stad. Rond 1880 was<br />
bijna de helft <strong>van</strong> de Kamper bevolking werkzaam in de tabaksindustrie en werden 1,5 miljoen sigaren per week<br />
geproduceerd. De sigarenindustrie kon geen plaats vinden om een grote fabriek te bouwen, <strong>van</strong>wege de