Leefbaarheid door de tijd - Rigo
Leefbaarheid door de tijd - Rigo
Leefbaarheid door de tijd - Rigo
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> score met een zeer an<strong>de</strong>re leefbaarheidssituatie te<br />
maken hebben. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> ontwikkelingen.<br />
Om een goed beeld te krijgen van <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> leefbaarheidsproblemen<br />
is het dan ook beter om te kijken naar <strong>de</strong> (veran<strong>de</strong>ring<br />
in <strong>de</strong>) ver<strong>de</strong>ling van leefbaarheidsscores dan alleen naar het<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Dan kan ook inzichtelijk wor<strong>de</strong>n gemaakt hoeveel<br />
mensen woonachtig zijn in gebie<strong>de</strong>n met leefbaarheidsproblemen,<br />
of juist in gebie<strong>de</strong>n met een zeer goe<strong>de</strong> leefbaarheid, en hoe dit zich<br />
<strong>door</strong> <strong>de</strong> <strong>tijd</strong> heen ontwikkelt. In figuur 2.5 is te zien hoe groot het<br />
aan<strong>de</strong>el bewoners is dat te maken heeft met een woonomgeving<br />
met een bepaal<strong>de</strong> leefbaarheidsscore in 1998 en 2008.<br />
Figuur 2.5 Ver<strong>de</strong>ling leefbaarheidsscores<br />
Aan<strong>de</strong>el inwoners<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
7% 9%<br />
39% 45%<br />
31% 30%<br />
13%<br />
6%<br />
2%<br />
1%<br />
1998<br />
uiterst positief<br />
Ne<strong>de</strong>rland<br />
1% 1% 2% 3%<br />
8%<br />
23%<br />
27%<br />
21%<br />
13%<br />
29%<br />
26%<br />
25%<br />
31%<br />
21%<br />
27%<br />
13%<br />
20%<br />
11%<br />
10%<br />
4%<br />
7%<br />
9%<br />
2%<br />
5%<br />
7%<br />
5%<br />
1% 1%<br />
1% 2%<br />
1%<br />
2008 1998 2008 1998 2008 1998 2008<br />
Uit <strong>de</strong> figuur is op te maken dat in 2008 95 procent van <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs in een gebied woon<strong>de</strong> dat minimaal als ‘matig<br />
positief’ kan wor<strong>de</strong>n geclassificeerd. Dat is meer dan in 1998 toen<br />
dat aan<strong>de</strong>el negentig procent was. Slechts 1,3 procent van <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs had in 2008 te maken met een woonomgeving met<br />
grote leefbaarheidsproblemen, ofwel bewoners die in een gebied<br />
met een zeer negatieve of negatieve leefbaarheidsscore woon<strong>de</strong>n.<br />
Ten opzichte van <strong>de</strong> 3,3 procent van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs in 1998 is hier<br />
een dui<strong>de</strong>lijke daling zichtbaar. Ook als <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n met een matige<br />
leefbaarheidsscore erbij wor<strong>de</strong>n genomen, is een daling van <strong>de</strong><br />
leefbaarheidsproblemen zichtbaar. In 1998 woon<strong>de</strong> nog 9,1 procent<br />
van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs in een woonomgeving met een zeer negatieve,<br />
negatieve of matige leefbaarheidsscore. Tien jaar later is dat nog 5,6<br />
procent. Dit zijn belangrijke positieve ontwikkelingen en ook een<br />
bevestiging van <strong>de</strong> uitkomsten die eer<strong>de</strong>r zijn gepresenteerd in<br />
bijvoorbeeld <strong>de</strong> ‘tussenstand van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwing’.7<br />
24%<br />
35%<br />
zeer positief positief matig positief matig negatief zeer negatief<br />
30%<br />
41%<br />
10%<br />
49%<br />
11%<br />
55%<br />
G4 G27 Rest van Ne<strong>de</strong>rland<br />
Figuur 2.6 <strong>Leefbaarheid</strong> in 2008 van gebie<strong>de</strong>n met leefbaarheidsproblemen in 1998*<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
52%<br />
11%<br />
zeer negatief<br />
1%<br />
16%<br />
*In <strong>de</strong> drie kolommen wordt van <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n met leefbaarheidsscores zeer negatief,<br />
negatief of matig in 1998, <strong>de</strong> leefbaarheidsscore in 2008 weergegeven. Uit <strong>de</strong> eerste<br />
kolom blijkt dan bijvoorbeeld dat van alle gebie<strong>de</strong>n die in 1998 een zeer negatieve<br />
leefbaarheidsscore had<strong>de</strong>n, in 2008 52 procent nog een negatieve leefbaarheidsscore<br />
heeft en 33 procent een matige.<br />
Deze positieve boodschap betekent echter niet dat alle problemen<br />
zijn opgelost of zich langzamerhand aan het oplossen zijn. In figuur<br />
2.6 is te zien dat slechts een beperkt aantal gebie<strong>de</strong>n met grote<br />
leefbaarheidsproblemen in 1998 (score: zeer negatief of negatief )<br />
zich heeft ontwikkeld tot een groen gebied, oftewel tot een gebied<br />
waar <strong>de</strong> leefbaarheid op zijn minst ‘matig positief’ is. Veel van <strong>de</strong><br />
gebie<strong>de</strong>n met grote leefbaarheidsproblemen waar <strong>de</strong> leefbaarheid<br />
<strong>de</strong> afgelopen tien jaar is verbeterd, hebben nu te maken met een<br />
‘matige’ leefbaarheidsscore. Dat betekent dat <strong>de</strong> grootste leefbaarheidsproblemen<br />
in die gebie<strong>de</strong>n achter <strong>de</strong> rug zijn, maar dat er wel<br />
<strong>de</strong>gelijk nog steeds leefbaarheidsproblemen zijn. Ook bestaat <strong>de</strong><br />
kans dat dit soort gebie<strong>de</strong>n terugvallen tot een gebied met grote<br />
leefbaarheidsproblemen, bijvoorbeeld als gevolg van <strong>de</strong> recessie<br />
(zie hoofdstuk 3)<br />
Figuur 2.7 <strong>Leefbaarheid</strong> in 2002, 2006 en 2008 van gebie<strong>de</strong>n met een zeer negatieve<br />
of negatieve leefbaarheid in 1998<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
100%<br />
1998<br />
4%<br />
33%<br />
56%<br />
25%<br />
2%<br />
negatief<br />
<strong>Leefbaarheid</strong> in 1998<br />
5%<br />
41%<br />
53%<br />
2002<br />
4%<br />
32%<br />
64%<br />
2006<br />
10%<br />
48%<br />
38%<br />
4%<br />
matig<br />
1%<br />
13%<br />
48%<br />
38%<br />
2008<br />
<strong>Leefbaarheid</strong> in 2008<br />
positief<br />
matig positief<br />
matig<br />
negatief<br />
zeer negatief<br />
positief<br />
matig positief<br />
matig<br />
zeer negatief of negatief<br />
7 Iersel, J. van, K. Lei<strong>de</strong>lmeijer e.a. (2007). Ste<strong>de</strong>lijke Vernieuwing, een tussenstand;<br />
verdieping van en achtergron<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> ISV II-prestaties van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n; RIGO i.o.v.<br />
VROM WWI, Den Haag, <strong>de</strong>cember 2007.<br />
In figuur 2.7 is te zien hoe gebie<strong>de</strong>n met grote leefbaarheidsproblemen<br />
in 1998 zich in het daaropvolgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennium hebben<br />
ontwikkeld. Tussen 1998 en 2002 ontwikkel<strong>de</strong> bijna <strong>de</strong> helft van<br />
<strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n zich tot een gebied met minimaal een matige<br />
leefbaarheid. In <strong>de</strong> vier daaropvolgen<strong>de</strong> jaren ging het, me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<br />
<strong>Leefbaarheid</strong> <strong>door</strong> <strong>de</strong> <strong>tijd</strong> | 09