Leefbaarheid door de tijd - Rigo
Leefbaarheid door de tijd - Rigo
Leefbaarheid door de tijd - Rigo
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6. Bevolkingssamenstelling<br />
Naast het in het vorige hoofdstuk besproken verband tussen <strong>de</strong><br />
aanvankelijke leefbaarheidssituatie en <strong>de</strong> ontwikkeling in <strong>de</strong><br />
perio<strong>de</strong> daarna, zijn er ook an<strong>de</strong>re kenmerken van wijken die<br />
samenhang vertonen met <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> leefbaarheid in <strong>de</strong><br />
woonomgeving.<br />
In dit hoofdstuk wordt <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> bevolkingskenmerken<br />
van <strong>de</strong> wijk (in 1998) en <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> leefbaarheid in<br />
<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1998-2008 bestu<strong>de</strong>erd. Daartoe wor<strong>de</strong>n sociaal-<strong>de</strong>mografische<br />
en sociaal-economische kenmerken van <strong>de</strong> bevolking in<br />
<strong>de</strong> woongebie<strong>de</strong>n in verband gebracht met <strong>de</strong> leefbaarheidsontwikkeling<br />
in die gebie<strong>de</strong>n. In het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk gebeurt hetzelf<strong>de</strong><br />
met verschillen<strong>de</strong> fysieke kenmerken van <strong>de</strong> wijken.<br />
Uit figuur 6.1 blijkt dat het in wijken waar meer werklozen wonen<br />
tussen 1998 en 2008 met <strong>de</strong> leefbaarheid in <strong>de</strong> woonomgeving over<br />
het algemeen beter is gegaan. Dat wil echter niet zeggen dat die<br />
verbetering ook het gevolg is van <strong>de</strong> aanwezigheid van die werklozen<br />
(zie hieron<strong>de</strong>r).<br />
Ook voor wijken met veel niet-westerse allochtonen (figuur 6.2)<br />
geldt over het algemeen dat het beter is gegaan met <strong>de</strong> leefbaarheid.<br />
Naarmate het aan<strong>de</strong>el allochtonen in een wijk hoger was, zijn<br />
relatief meer bewoners er tussen 1998 en 2008 op vooruit gegaan.<br />
Ook hier geldt dat <strong>de</strong>ze verbetering niet per se het gevolg is van <strong>de</strong><br />
aanwezigheid van <strong>de</strong> niet-westerse allochtonen.<br />
Figuur 6.1 Ver<strong>de</strong>ling positieve en negatieve ontwikkeling leefbaarheid naar aan<strong>de</strong>el<br />
werklozen in <strong>de</strong> buurt<br />
Ne<strong>de</strong>rland<br />
> 10%<br />
8-10%<br />
6-8%<br />
4-6%<br />
2-4%<br />
< 2%<br />
-1%<br />
-7% 17% 5%<br />
-1% -2% 32%<br />
27%<br />
-1% -5% 28%<br />
9%<br />
-5% 24%<br />
5%<br />
-5%<br />
-1%<br />
10%<br />
-2% -7% 7% 1%<br />
17% 2%<br />
Figuur 6.2 Ver<strong>de</strong>ling positieve en negatieve ontwikkeling leefbaarheid naar aan<strong>de</strong>el<br />
niet-westerse allochtonen in <strong>de</strong> buurt<br />
Ne<strong>de</strong>rland<br />
> 40%<br />
20-40%<br />
10-20%<br />
5-10%<br />
< 5%<br />
-1%<br />
-20% -10% 0% 10%<br />
Grote negatieve ontwikkeling<br />
-7%<br />
17%<br />
-1% -2% 33%<br />
28%<br />
20% 30% 40% 50% 60%<br />
Aan<strong>de</strong>el inwoners<br />
Beperkt negatieve ontwikkeling Beperkt positieve ontwikkeling Grote positieve ontwikkeling<br />
Zowel in wijken met veel niet-westerse allochtonen als in wijken<br />
met relatief veel werklozen is <strong>de</strong> leefbaarheid tussen 1998 en 2008<br />
gemid<strong>de</strong>ld dus meer verbeterd dan in an<strong>de</strong>re wijken. De vraag is of<br />
dat komt <strong>door</strong> die samenstelling van <strong>de</strong> bevolking of <strong>door</strong> an<strong>de</strong>re<br />
factoren, bijvoorbeeld omdat in <strong>de</strong>rgelijke wijken meer beleidsinzet<br />
is gepleegd.<br />
De uitkomsten uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lschattingen kunnen hierop meer licht<br />
werpen. In die mo<strong>de</strong>lschattingen zijn (bevolkings)kenmerken van<br />
<strong>de</strong> wijk in 1998 in verband gebracht met <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong><br />
score op <strong>de</strong> Leefbaarometer tussen 1998 en 2008. Verschillen<strong>de</strong> van<br />
die bevolkingskenmerken van <strong>de</strong> wijk zijn weliswaar ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />
van die Leefbaarometer, maar <strong>door</strong> alleen het aanvangsniveau van<br />
die bevolkingskenmerken in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen op te nemen, wordt<br />
voorkomen dat <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> leefbaarheid wordt<br />
verklaard uit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van die leefbaarheid (zie verantwoording<br />
in bijlage A).<br />
In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel zijn <strong>de</strong> resultaten uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lschattingen<br />
die betrekking hebben op <strong>de</strong> bevolkingssamenstelling van een wijk<br />
gestileerd weergegeven.<br />
5%<br />
-2% -8% 23%<br />
14%<br />
-1% -7%<br />
20%<br />
7%<br />
-1% -6% 17% 5%<br />
-2% -7%<br />
14% 1%<br />
-30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 90%<br />
Aan<strong>de</strong>el inwoners<br />
Grote negatieve ontwikkeling Beperkt negatieve ontwikkeling Beperkt positieve ontwikkeling Grote positieve ontwikkeling<br />
<strong>Leefbaarheid</strong> <strong>door</strong> <strong>de</strong> <strong>tijd</strong> | 29