Verslag 2002 - Restitutiecommissie
Verslag 2002 - Restitutiecommissie
Verslag 2002 - Restitutiecommissie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Advies inzake het verzoek tot teruggave van NK 3298<br />
(zaaknummer RC 1.3)<br />
Bij brief van 2 april <strong>2002</strong> heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de<br />
Restitutie Commissie verzocht hem te adviseren over de te nemen beslissing op het verzoek van F.M.<br />
om teruggave van het schilderij "Venus in de Smidse van Vulcanus" naar F. Boucher (NK 3298).<br />
De feiten<br />
Naar aanleiding van het op 10 oktober 2001 ingediende verzoek om teruggave is door de Inspectie<br />
Cultuurbezit een onderzoek ingesteld. De resultaten van dat onderzoek zijn neergelegd in een<br />
onderzoeksrapport van 18 maart <strong>2002</strong> dat aan verzoeker is toegezonden.<br />
Algemene overwegingen<br />
De Restitutie Commissie laat zich bij haar advisering leiden door de beleidslijnen ter zake van de<br />
commissie Ekkart en de regering.<br />
De Restitutie Commissie heeft zich de vraag gesteld of een uit te brengen advies invloed mag<br />
ondervinden van mogelijke consequenties voor de beslissing in andere zaken. Zij beantwoordt die<br />
vraag, behoudens bijzondere omstandigheden, ontkennend omdat een dergelijke invloed bezwaarlijk<br />
kan worden tegengeworpen aan de betrokken verzoeker.<br />
De Restitutie Commissie heeft zich voorts afgevraagd op welke wijze moet worden omgegaan met het<br />
gegeven dat bepaalde feiten niet meer te achterhalen zijn, dat bepaalde gegevens verloren zijn<br />
gegaan of niet zijn teruggevonden, of anderszins bewijzen niet meer zijn bij te brengen. De Restitutie<br />
Commissie is daaromtrent van mening dat als de ontstane problemen (mede) door het verloop van tijd<br />
veroorzaakt zijn, het risico daarvoor, behoudens bijzondere omstandigheden, behoort te liggen bij de<br />
overheid.<br />
De Restitutie Commissie is tenslotte van mening dat inzichten en omstandigheden die sinds de<br />
Tweede Wereldoorlog naar algemene maatschappelijke opvattingen klaarblijkelijk zijn veranderd,<br />
gelijk mogen worden gesteld aan nova (nieuwe feiten).<br />
Bijzondere overwegingen<br />
Uit voormeld onderzoeksrapport blijkt dat het schilderij "Venus in de smidse van Vulcanus" in<br />
eigendom toebehoorde aan de Joodse mevrouw H. M.-M. Zij heeft de eigendom tijdens de bezetting<br />
onvrijwillig verloren. Haar aanspraken op het schilderij zijn aannemelijk en ook door de Nederlandse<br />
autoriteiten erkend.<br />
Het verzoek om teruggave dient te worden beschouwd als een nieuwe claim, reeds omdat het destijds<br />
gedane verzoek om rechtsherstel nimmer tot een geldige beslissing heeft geleid als gevolg van de<br />
onjuiste gedachte dat belastingschulden van de echtgenoot van mevrouw M., de heer E.M. M, op het<br />
schilderij zouden mogen worden verhaald.<br />
De destijds verkregen opbrengst van het schilderij ad f. 1.000,-- NLG is niet ten goede gekomen aan<br />
mevrouw M, zodat terugbetaling niet aan de orde is. Nu de overheid overeenkomstig haar beleid in<br />
zaken als deze geen beroep op verjaring doet, staat niets teruggave van het schilderij in de weg.<br />
De conclusie<br />
Gelet op het vorenstaande adviseert de Restitutie Commissie aan de staatssecretaris van Onderwijs,<br />
Cultuur en Wetenschappen om over te gaan tot teruggave van het schilderij "Venus in de Smidse van<br />
Vulcanus" aan de erven van mevrouw H. M.-M.<br />
Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 april <strong>2002</strong>.<br />
J.M. Polak (voorzitter)<br />
B.J. Asscher (vice-voorzitter)<br />
J.Th.M. BankJ.C.M. Leijten<br />
E.J. van Straaten<br />
H.M. Verrijn Stuart<br />
Bijlage 10