10.02.2015 Views

Verslag 2002 - Restitutiecommissie

Verslag 2002 - Restitutiecommissie

Verslag 2002 - Restitutiecommissie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Advies inzake het verzoek tot teruggave van NK 2181 en NK 2115<br />

(zaaknummer RC 1.5)<br />

Bij brief van 2 april <strong>2002</strong> heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen<br />

de Restitutie commissie verzocht te adviseren over de te nemen beslissing op het verzoek<br />

d.d. 7 februari <strong>2002</strong> van P.H. namens de erven van de heer J. H. om teruggave van de<br />

schilderijen Portret van een vrouw met een kleine hond (NK 2181) en Gezicht op de Binnen-<br />

Amstel met de Blauwbrug (NK 2115).<br />

De feiten<br />

Naar aanleiding van het verzoek om teruggave is in opdracht van de Restitutie commissie<br />

een onderzoek naar de feiten ingesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn opgetekend in<br />

het onderzoeksrapport van 4 september <strong>2002</strong>, dat aan de verzoeker is toegezonden. Op<br />

verzoek van de commissie heeft de heer P.H. bij brief van 14 september <strong>2002</strong> verklaard zijn<br />

verzoek mede te hebben ingediend namens de erven van mevrouw L. H.<br />

Algemene overwegingen<br />

De restitutie commissie laat zich bij haar advisering leiden door de beleidslijnen ter zake van<br />

de commissie Ekkart en de regering.<br />

De restitutie commissie heeft zich de vraag gesteld of een uit te brengen advies invloed mag<br />

ondervinden van mogelijke consequenties voor de beslissing in andere zaken. De commissie<br />

beantwoordt die vraag, behoudens bijzondere omstandigheden, ontkennend, omdat een<br />

dergelijke invloed bezwaarlijk kan worden tegengeworpen aan de betrokken verzoeker.<br />

De restitutie commissie heeft zich voorts afgevraagd op welke wijze moet worden omgegaan<br />

met het gegeven dat bepaalde feiten niet meer te achterhalen zijn, dat bepaalde gegevens<br />

verloren zijn gegaan of niet zijn teruggevonden, of anderszins bewijzen niet meer zijn bij te<br />

brengen. De commissie is daaromtrent van mening dat, indien het tijdsverloop (mede)<br />

oorzaak is van de ontstane problemen, het risico daarvoor, behoudens bijzondere<br />

omstandigheden, behoort te liggen bij de overheid.<br />

De restitutie commissie is tenslotte van mening dat inzichten en omstandigheden die sinds<br />

de Tweede Wereldoorlog klaarblijkelijk zijn veranderd, naar algemene maatschappelijke<br />

opvattingen gelijk mogen worden gesteld aan nova (nieuwe feiten).<br />

Bijzondere overwegingen<br />

1. Verzoeker moet worden beschouwd als vertegenwoordiger van zowel de erven van de<br />

heer J. H. als van diens schoonzuster mevrouw L. H.<br />

2. Uit voormeld onderzoeksrapport blijkt dat Portret van een vrouw met een kleine hond (NK<br />

2181) eigendom was van de heer J. H. en voorts dat mevrouw L. H. als eigenaresse<br />

moet worden aangemerkt van het schilderij Gezicht op de Binnen-Amstel met de<br />

Blauwbrug (NK 2115).<br />

3. De beide schilderijen zijn onvrijwillig, als gevolg van vervolging door het nazi-regime, uit<br />

het bezit van J. H. en mevrouw L. H. geraakt.<br />

4. De aanspraken van de familie H. op Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK<br />

2115) zijn na de oorlog al door de Nederlandse autoriteiten erkend. Gewijzigde inzichten<br />

ten aanzien van de financiële voorwaarden, zoals deze na de oorlog aan de familie H.<br />

werden gesteld, vormen naar het oordeel van de commissie nova in de zin van het<br />

beleid. Het verzoek om teruggave is dan ook toewijsbaar.<br />

5. Nu niet eerder een verzoek om teruggave van Portret van een vrouw met een kleine<br />

hond (NK 2181) werd ingediend is ook dit verzoek om teruggave toewijsbaar.<br />

1<br />

Bijlage 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!