Exploitateplan Lelystad Larserknoop deel 2 - Gemeente Lelystad
Exploitateplan Lelystad Larserknoop deel 2 - Gemeente Lelystad
Exploitateplan Lelystad Larserknoop deel 2 - Gemeente Lelystad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vastgesteld door de gemeenteraad op 11 juni 2013 nummer B131031924<br />
DEEL B2<br />
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET EXPLOITATIEPLAN LELYSTAD-LARSERKNOOP<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 1 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: DE STATUS VAN DIT<br />
PLAN<br />
1.1 Toelichting bij artikel 1.1 van het exploitatieplan: begrippen [1]<br />
1.2 Toelichting bij artikel 1.2 van het exploitatieplan: koppeling met ruimtelijk besluit [1]<br />
1.3 Toelichting bij artikel 1.3 van het exploitatieplan: begrenzing van het<br />
[5]<br />
exploitatiegebied<br />
1.4 Toelichting bij artikel 1.4 van het exploitatieplan: voorgenomen grondgebruik [9]<br />
1.5 Toelichting bij artikel 1.5 van het exploitatieplan: te verwerven gronden [10]<br />
1.6 Toelichting bij artikel 1.6 van het exploitatieplan: procedure inrichtingsplan,<br />
[10]<br />
civieltechnisch ontwerp en geohydrologisch onderzoek<br />
1.7<br />
1.8<br />
Toelichting bij artikel 1.7 van het exploitatieplan: verbodsbepaling<br />
Toelichting bij artikel 1.8 van het exploitatieplan: citeertitel<br />
[10]<br />
[10]<br />
1.9 Leeswijzer bij de toelichting van het exploitatieplan [11]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 2 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: OMSCHRIJVING VAN<br />
WERKEN EN WERKZAAMHEDEN [13]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 3 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: DE EISEN EN REGELS<br />
VOOR WERKEN EN WERKZAAMHEDEN<br />
3.1 Toelichting bij artikel 3.1 van het exploitatieplan: eisen en regels met betrekking tot [13]<br />
werken en werkzaamheden en de uitvoering<br />
3.2 Toelichting bij artikel 3.2 van het exploitatieplan: regels met betrekking tot aanbesteding [14]<br />
van de uitvoering van werken en werkzaamheden en daarop betrekking hebbende<br />
diensten<br />
3.3 Toelichting bij artikel 3.3 van het exploitatieplan: verbodsbepaling [15]<br />
3.4 Toelichting bij artikel 3.4 van het exploitatieplan: ontheffingen [15]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 4 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: DE EISEN EN REGELS<br />
VOOR DE FASERING EN KOPPELINGEN<br />
4.1 Toelichting bij artikel 4.1 van het exploitatieplan: regels met betrekking tot de fasering [16]<br />
van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen<br />
4.2 Toelichting bij artikel 4.2 van het exploitatieplan: regels met betrekking tot koppelingen<br />
tussen werken, werkzaamheden, maatregelen, bouwplannen en dergelijke<br />
[16]
4.3 Toelichting bij artikel 4.3 van het exploitatieplan: verbodsbepaling [17]<br />
4.4 Ontheffingen [17]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 5 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: DE<br />
EXPLOITATIEOPZET<br />
5.1 Inleiding [19]<br />
5.1.1 Toelichting bij artikel 5.1 van het exploitatieplan:onderdelen van de exploitatieopzet [19]<br />
5.1.2 Fictie dat de gemeente de grondexploitatie uitvoert [19]<br />
5.1.3 Ruimtegebruik [19]<br />
5.2 Toelichting bij artikel 5.2 van het exploitatieplan: parameters [20]<br />
5.3 Toelichting bij artikel 5.3 van het exploitatieplan: raming inbrengwaarden [20]<br />
5.4 Toelichting bij artikel 5.4 van het exploitatieplan: raming van de andere kosten [20]<br />
5.5 Toelichting bij artikel 5.5 van het exploitatieplan: raming van de opbrengsten [23]<br />
5.6 Toelichting bij artikel 5.6 van het exploitatieplan: fasering en koppelingen [24]<br />
5.7 Toelichting bij artikel 5.7 van het exploitatieplan: wijze van toerekening van de te [24]<br />
verhalen kosten aan de uit te geven gronden e.d.<br />
5.8 Toelichting bij artikel 5.8 van het exploitatieplan: reeds gerealiseerde kosten [24]<br />
BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING<br />
Bijlage 1 bij de toelichting: Overdrachtdocument<br />
Bijlage 2 bij de toelichting:<br />
Taxatie inbrengwaarden<br />
Bijlage 3 bij de toelichting: Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp-exploitatieplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
Bijlage 4 bij de toelichting: Overzicht wijzigingen bij vaststelling ontwerp-exploitatieplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
Bijlage 5 bij de toelichting: Erratum op Nota van beantwoording zienswijzen exploitatieplan<br />
<strong>Lelystad</strong> – <strong>Larserknoop</strong>” en de “Nota van wijzigingen bij de vaststelling exploitatieplan <strong>Lelystad</strong>-<br />
<strong>Larserknoop</strong>” behorende bij de vaststelling van het exploitatieplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong>.
[1]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 1 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: DE STATUS VAN DIT<br />
EXPLOITATIEPLAN<br />
1.1 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.1 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: BEGRIPPEN<br />
In het exploitatieplan zijn in verband met de leesbaarheid diverse begrippen nader omschreven. Zoals uit<br />
de omschrijving van de begrippen blijkt is uitgangspunt dat eerst een inrichtingsplan en een<br />
civieltechnisch ontwerp worden opgesteld. Voorts zal een geohydrologisch onderzoek moeten worden<br />
uitgevoerd. In artikel 3.1.2 (Inrichtingsplan, civieltechnisch ontwerp en geohydrologische onderzoek)<br />
juncto artikel 1.6 (Procedure inrichtingsplan, civieltechnisch ontwerp en geohydrologische onderzoek) is<br />
bepaald dat het inrichtingsplan, het civieltechnisch ontwerp en het geohydrologisch onderzoek aan de<br />
goedkeuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen en dat eerst na goedkeuring een aanvang<br />
met de werkzaamheden mag worden gemaakt. Het inrichtingsplan en het civieltechnisch ontwerp zullen<br />
ook inzicht moeten bieden in de inrichting van groenvoorzieningen.<br />
1.2 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.2 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: KOPPELING MET<br />
RUIMTELIJK BESLUIT<br />
Bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
Dit exploitatieplan behoort bij het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong>. Het bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> betreft een plangebied gelegen tussen de rijksweg A6 en Luchthaven <strong>Lelystad</strong>.<br />
Het plangebied van het bestemmingsplan wordt begrensd door:<br />
- aan de noord-westkant: de rijksweg A6;<br />
- aan de noord-oostkant: de Larserweg (N302);<br />
- aan de zuidoostkant: de Luchthaven <strong>Lelystad</strong>.<br />
- aan de zuidwestkant: de terreinen waarop zich diverse geluidsproducerende inrichtingen bevinden,<br />
zoals het Midlandcircuit, het test- en trainingscentrum van de ANWB en een motorcrossterrein.<br />
Deze terreinen zijn gelegen binnen het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong>.<br />
Het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> betreft een groot gebied met<br />
voornamelijk agrarische bedrijvigheid, het bedrijventerrein Larserpoort en enkele grootschalige<br />
geluidsproducerende inrichtingen.<br />
De wens is een <strong>deel</strong> van het plangebied te ontwikkelen tot een hoogwaardig bedrijventerrein en een<br />
knooppunt van meerdere vervoersstromen.<br />
Ten zuidoosten van het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> ligt <strong>Lelystad</strong> Airport,<br />
een vliegveld met een belangrijke regionale functie. De luchthaven wil uitbreiden tot een moderne<br />
zelfstandige regionale luchthaven. Voor de luchthaven zal een apart bestemmingsplan worden<br />
vastgesteld.<br />
Exploitatieplan <strong>Lelystad</strong>–<strong>Larserknoop</strong><br />
Op grond van afdeling 6.4 Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) is de gemeente verplicht voor
[2]<br />
zogenaamde bouwplannen tegelijkertijd met het ruimtelijk besluit een exploitatieplan vaststellen als het<br />
verhaal van kosten van de grondexploitatie niet anderszins is verzekerd.<br />
Het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) bevat een omschrijving van ‘bouwplan’. Deze<br />
omschrijving vermeldt onder meer de bouw van één of meer hoofdgebouwen. Het bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> voorziet in de ontwikkeling van een hoogwaardig bedrijventerrein met<br />
(bedrijfs)gebouwen. Dit betekent dat sprake is van een ‘bouwplan’.<br />
De verplichting een exploitatieplan op te stellen geldt niet als het verhaal van de kosten van de<br />
grondexploitatie anderszins verzekerd is. Dat is bijvoorbeeld het geval als:<br />
- de gemeente <strong>Lelystad</strong> de bebouwbare grond zelf in eigendom heeft en deze uitgeeft tegen een<br />
uitgifteprijs waarin een bijdrage in de grondexploitaties is verdisconteerd;<br />
- de gemeente <strong>Lelystad</strong> met de eigenaar een overeenkomst heeft gesloten waarin is geregeld dat de<br />
eigenaar de gemeente een bijdrage in de grondexploitatie betaalt. Zo’n overeenkomst wordt een<br />
anterieure overeenkomst genoemd.<br />
De gronden waarop het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> de ontwikkeling van een hoogwaardig<br />
bedrijventerrein met (bedrijfs)gebouwen mogelijk maakt, zijn <strong>deel</strong>s eigendom van de gemeente <strong>Lelystad</strong><br />
en <strong>deel</strong>s eigendom van derden. Met die derden zijn geen zogenaamde anterieure overeenkomsten<br />
gesloten. Er moet dus een exploitatieplan worden vastgesteld.<br />
Een exploitatieplan dat tegelijkertijd met een bestemmingsplan wordt vastgesteld moet net als het<br />
bestemmingsplan worden vastgesteld voor de gemeenteraad.<br />
Functie van het exploitatieplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
Het exploitatieplan biedt een vangnet voor het verhaal van de grondexploitatiekosten. Ook na het<br />
vaststellen van het exploitatieplan mag de gemeente nog overeenkomsten sluiten met eigenaren waarin<br />
afspraken gemaakt worden over de betaling van een bijdrage in de grondexploitatiekosten. Deze<br />
afspraken moeten wel passen binnen het exploitatieplan. Sluit een eigenaar geen overeenkomst met de<br />
gemeente en vraagt hij een omgevingsvergunning voor bouwen aan dan zal de gemeente aan de<br />
omgevingsvergunning voor bouwen een financiële voorwaarde moeten verbinden op grond waarvan de<br />
eigenaar een bijdrage in de grondexploitatie moet betalen aan de gemeente.<br />
Verder vervult het exploitatieplan een functie voor het regelen van vastleggen van tijdvakken wat betreft<br />
de uitvoering van voorziene werkzaamheden.<br />
Digitalisering<br />
De Wro en de Bro stellen digitalisering van nagenoeg alle in de Wro opgenomen planfiguren verplicht.<br />
Voor het exploitatieplan geldt de digitaliseringsverplichting in tegenstelling tot het bestemmingsplan en<br />
andere planfiguren uit de Wro echter nog niet. Het exploitatieplan zal in pdf-formaat digitaal
[3]<br />
beschikbaar worden gesteld voor raadpleging door (derden)belanghebbenden en andere<br />
belangstellenden.<br />
Vóórafgaand aan de vaststelling van het exploitatieplan dient de uniforme openbare<br />
voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden<br />
doorlopen.<br />
Het ontwerp-exploitatieplan moet gedurende een termijn van 6 weken ter inzage liggen. In deze periode<br />
kunnen belanghebbenden mondeling of schriftelijk hun zienswijzen kenbaar maken (artikel 3:15 Awb).<br />
Voorafgaand aan de terinzagelegging dient deze te worden aangekondigd in één of meer dag-, nieuws- of<br />
huis aan huisbladen. Voorts dient een kennisgeving van de terinzagelegging te worden gedaan aan de<br />
eigenaren van percelen en opstallen als vermeld in het Exploitatieplan. Ook moeten burgemeester en<br />
wethouders (hierna: B&W) de kennisgeving langs elektronische weg verzenden.<br />
De Handreiking Grondexploitatiewet geeft de procedure voor het bestemmingsplan en de procedure voor<br />
het exploitatieplan als volgt weer.<br />
Schematisch overzicht van de procedure
[4]<br />
Herziening exploitatieplan<br />
Artikel 6.15 Wro bepaalt dat het exploitatieplan na de inwerkingtreding ten minste eenmaal per jaar<br />
wordt herzien totdat de in het exploitatieplan voorziene werken, werkzaamheden en bouwwerken zijn<br />
gerealiseerd. De herziening heeft geen gevolgen voor de eigenaren, aan wie een rechtsgeldige<br />
omgevingsvergunning voor bouwen is verleend.<br />
Voor de herziening geldt dat wederom de voorbereidingsprocedure als bedoeld in de Awb gevolgd moet<br />
worden, tenzij sprake is:
[5]<br />
- een uitwerking of detaillering van de ramingen van kosten en opbrengsten;<br />
- een aanpassing van de ramingen in verband met de in het exploitatieplan opgenomen indexering;<br />
- vervanging van geraamde kosten door gerealiseerde kosten;<br />
- andere niet structurele onderdelen.<br />
1.3 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.3 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: BEGRENZING VAN<br />
HET EXPLOITATIEGEBIED<br />
Begrenzing exploitatiegebied<br />
De begrenzing van het exploitatiegebied volgt de begrenzing zoals aangegeven op de Kaart<br />
Exploitatiegebied <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> dat als Kaart 1 onder<strong>deel</strong> uitmaakt van dit exploitatieplan.<br />
Omdat de begrenzing zich moeilijk laat omschrijven verwijzen wij wat de begrenzing betreft allereerst<br />
naar deze kaart.<br />
Het exploitatiegebied omvat twee niet aan elkaar grenzende delen. Zoals uit de wetsgeschiedenis van<br />
afdeling 6.4 Wro (Grondexploitatie) blijkt kan een exploitatiegebied uit meerdere niet aan elkaar<br />
grenzende delen bestaan, als er planologisch of functioneel een duidelijk samenhang is tussen die delen. 1<br />
In casu is om de navolgende redenen sprake van zo’n samenhang.<br />
De gemeente <strong>Lelystad</strong> staat de realisering van een bedrijventerrein voor ogen dat bestaat uit vier<br />
clusters, die onderling worden verbonden door middel van de hoofdontsluitingsstructuur, de toekomstige<br />
hoogwaardige OV-verbinding (HOV-lijn) en de groene zones. In het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<br />
<strong>Larserknoop</strong> en dit exploitatieplan zijn de ontwikkelingen opgenomen die de komende 10 jaar zijn<br />
voorzien, te weten de eerste twee clusters en een <strong>deel</strong> van de hoofdontsluitingsstructuur.<br />
De invulling van het programma van de in het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> opgenomen<br />
bedrijvenclusters is op elkaar afgestemd; er is dus sprake van onderlinge samenhang. Deze samenhang<br />
blijkt (onder meer) uit de navolgende documenten.<br />
In het Omgevingsplan Flevoland 2006 is het plangebied <strong>Larserknoop</strong> aangegeven als ‘zoekgebied<br />
bedrijventerrein (boven-)regionaal belang’; Uitgangspunt is een integrale ontwikkeling met<br />
verschillende functies. In het omgevingsplan is de navolgende opgave geformuleerd.<br />
De luchthaven is één van de zeven provinciale speerpuntgebieden. Het luchthaventerrein en het (na<br />
uitbreiding) aangrenzende bedrijventerrein Larserpoort hebben - aldus het omgevingsplan - de potentie<br />
zich te ontwikkelen tot een knooppunt met een regionale tot nationale functie. De Provincie Flevoland<br />
zet in op een geïntegreerde ontwikkeling in samenhang met een goede ontsluiting via weg en openbaar<br />
vervoer. Een snelle verbinding met Schiphol is een essentieel onder<strong>deel</strong>. De verdere ontwikkeling van de<br />
luchthaven versterkt de noodzaak tot een nieuwe aansluiting van de rijksweg A6 bij <strong>Lelystad</strong> Zuid. Ook<br />
is er een betere busverbinding gewenst, die passend is bij de verwachte groeiende vervoersbehoefte. Een<br />
1 TK 2004-2005, 30 128, nr. 3, bladzijde 17.
[6]<br />
hoogwaardige snelle openbaar vervoerverbinding (door middel van vrije busbanen of een railverbinding)<br />
tussen de luchthaven en <strong>Lelystad</strong> wordt gerealiseerd, zodra er voldoende vervoerswaarde is.<br />
Het ‘Structuurplan <strong>Lelystad</strong> 2015, met een doorkijk naar 2030’ vermeldt het gebied de <strong>Larserknoop</strong> als<br />
een gebied waar verschillende samenhangende functies gecombineerd moeten worden. De <strong>Larserknoop</strong><br />
vormt een belangrijk economisch knooppunt van <strong>Lelystad</strong>. Het is het denkbaar dat er vliegveld<br />
georiënteerde bedrijven en hoogwaardige bedrijvigheid komt.<br />
Behalve deze economische functies zijn ook natuur en milieu belangrijk. Opgaven hierbij zijn het<br />
inpassen van de infrastructuur, het creëren van een landschappelijk raamwerk en het maken van<br />
ecologische verbindingen. Met de ecologische verbindingen wordt bedoeld een verbinding tussen de<br />
Oostvaardersplassen en het Natuurpark en langs de Knardijk en de Larserweg. Tezamen met een aantal<br />
nog aan te leggen groene (ecologische) corridors en stapstenen is het mogelijk het gebied<br />
<strong>Larserknoop</strong>/vliegveld in te bedden in een aantal ‘groene kamers’ in het landschap.<br />
Er is een gebiedsvisie <strong>Larserknoop</strong> opgesteld. In deze gebiedsvisie is onderzocht hoe de gewenste<br />
functies en het programma op een ruimtelijk goede manier gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor zijn 3<br />
scenario’s opgesteld met een verschillende ruimtelijke invulling, maar wel met één programma. Het<br />
gekozen scenario Garden City is uiteindelijk op 7 mei 2009 vastgesteld door de raad van de gemeente<br />
<strong>Lelystad</strong> als basis voor nadere uitwerking in het bestemmingsplan.<br />
Het scenario Garden City is een totaalconcept van dorpjes in het (agrarisch)groen. Belangrijke<br />
uitgangspunten voor het scenario zijn:<br />
- Openheid, transparantie en zichtlijnen. Om deze reden is gekozen voor bedrijfsclusters is het groen<br />
en het open agrarisch gebied, maar wel met een duidelijke onderlinge samenhang.<br />
- Groene verbindingen van zuidwest naar noordoost als verbinding tussen de ecologische<br />
hoofdstructuur.<br />
- Behoud van het karakter en de functie van het agrarisch gebied.<br />
- Goede verbinding per OV (3e afslag en verbinding naar station <strong>Lelystad</strong> Zuid)., fiets en auto.<br />
- Eén programma ver<strong>deel</strong>d over verschillende milieus/dorpjes.<br />
De gemeente <strong>Lelystad</strong> gaat -zoals ook blijkt uit de gebiedsvisie <strong>Larserknoop</strong>- uit van één programma<br />
voor de gehele <strong>Larserknoop</strong>. Dit programma is ver<strong>deel</strong>d over twee fasen, waarbij de eerste fase wordt<br />
vastgelegd in het bestemmingsplan <strong>Larserknoop</strong>. Binnen de eerste fase is het programma ver<strong>deel</strong>d over<br />
twee clusters. De gebruiks- en bouwmogelijkheden van deze clusters, zoals het bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> die biedt, zijn op elkaar afgestemd.<br />
Het concept van verschillende clusters in het groen zorgt ervoor dat er clusters ontstaan met<br />
verschillende milieus die elkaar aanvullen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld<br />
regulier terrein-, campus- en centrummilieu. Deze milieus vertalen zich onder meer naar verschillende<br />
toegestane hoogtes en bebouwingspercentages. Het totale programma voor fase 1 moet een plek krijgen
[7]<br />
in de beide in het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> voorziene clusters.<br />
Ook het agrarische gebied vervult een functie binnen het voorgestane concept; het agrarisch gebied<br />
moet voor een versterking zorgen (kwaliteit, uitstraling en zorgen voor een wisselwerking tussen<br />
agrarisch- en bedrijventerrein).<br />
De hoofdinfrastructuur is een belangrijke drager van het concept Garden City en is de verbindende<br />
schakel tussen de verschillende clusters. De hoofdinfrastructuur en de hiervoor in het bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-Larserpoort beschikbaar gestelde ruimte zijn zodanig vorm gegeven dat de realisering van een<br />
(hoogwaardig) openbaar vervoer mogelijk is, welke een verbinding legt van <strong>Lelystad</strong> Airport via het<br />
plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-Larserpoort naar het toekomstige station <strong>Lelystad</strong>-Zuid.<br />
Het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> heeft betrekking op de binnen de periode van 10 jaar te<br />
realiseren clusters; de andere twee clusters zijn voorzien na die periode. Nu deze later te realiseren<br />
clusters nog niet zijn (en kunnen worden) meegenomen in het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
kunnen deze gronden niet binnen het exploitatiegebied worden betrokken.<br />
Zoals eveneens uit de wetsgeschiedenis blijkt kan een exploitatiegebied niet de grenzen van het<br />
bestemmingsplangebied overschrijden, tenzij sprake is van een gebied dat de gemeentegrenzen<br />
overschrijdt. 2 Het exploitatiegebied valt binnen het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<br />
<strong>Larserknoop</strong>.<br />
Hoofdontsluitingen<br />
Het bestemmingsplan voorziet in diverse ontsluitingen, te weten:<br />
- een ontsluiting vanaf de rijksweg A6 richting de luchthaven;<br />
- een tweetal ontsluitingen vanaf de Larserweg.<br />
Deze ontsluitingen ‘doorsnijden’ en verbinden de in het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
voorziene bedrijfsclusters. De ontsluitingen hebben een bovenwijkse functie (zie hoofdstuk 5<br />
(Toelichting bij hoofdstuk 5 van het exploitatieplan: de exploitatieopzet). Vanwege het bovenwijkse<br />
karakter van de ontsluitingen zijn deze buiten het exploitatiegebied gelaten.<br />
Luchthaven<br />
De ontwikkeling van Luchthaven <strong>Lelystad</strong> langs de Eendenweg zal worden vastgelegd in een apart<br />
bestemmingsplan. Nu de luchthaven en de uitbreiding daarvan niet in het plangebied van het<br />
bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> zijn begrepen kan het exploitatieplan geen betrekking hebben op<br />
luchthaven en/of de uitbreiding van de luchthaven. Voor (de luchthaven en) de uitbreiding van de<br />
luchthaven zal een apart exploitatieplan worden vastgesteld.<br />
Bestaande bedrijventerrein Larserpoort<br />
Het bestaande bedrijventerrein is niet begrepen in het exploitatiegebied. Er is sprake van conservering<br />
2 TK 2004-2005, 30 128, nr. 3, bladzijde 19.
[8]<br />
van de reeds vigerende bestemmingsregeling.<br />
Voorts geldt voor het bestaande bedrijventerrein Larserpoort dat op grond van het tot de inwerking<br />
treding van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> geldende bestemmingsplan<br />
omgevingsvergunningen voor bouwen hadden kunnen worden verleend. Dit betekent dat afdeling 6.4<br />
Wro buiten toepassing kan blijven 3 nu bij de herziening van dat bestemmingsplan geen andere<br />
bestemmingsregeling wordt vastgesteld. Artikel 6.12 tot en met artikel 6.22 Wro blijven voor dergelijke<br />
bouwplannen buiten toepassing; er hoeft dus geen exploitatieplan te worden vastgesteld.<br />
Agrarisch gebied binnen het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
Het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> gaat uit van behoud van de agrarische functie. Voor<br />
ontwikkelingsmogelijkheden zowel op agrarisch vlak als in de vorm van stadsrandfuncties is in het<br />
bestemmingsplan voorzien in de vorm van wijzigingsbevoegdheden. Wil het gemeentebestuur gebruik<br />
maken van de mogelijkheid tot verruiming dan geldt gelet op het bepaalde in artikel 6.12 Wro de<br />
verplichting een exploitatieplan vast te stellen voor het gebied waarop het wijzigingsplan betrekking<br />
heeft, uiteraard voor zover sprake is van een bouwplan en voor zover het verhaal van de kosten van<br />
grondexploitatie niet anderszins is verzekerd. 4<br />
Overige bestaande bedrijven/andere functies<br />
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> bevinden zich behalve de<br />
bestaande bedrijven op het bestaande bedrijventerrein Larserpoort en de agrarische bedrijven de<br />
volgende bedrijven en/of andere functies:<br />
- RDW.<br />
- Politieacademie.<br />
- ANWB.<br />
- Midland-circuit.<br />
- Twee bedrijven gelegen nabij het Midlandcircuit.<br />
- Motorcrossterrein.<br />
Voor de gronden waarop deze bedrijven en/of andere functies zich bevinden geldt dat er sprake is van<br />
conservering van de reeds vigerende bestemmingsregeling.<br />
Voorts geldt voor genoemde gronden dat op grond van het geldende bestemmingsplan,<br />
omgevingsvergunningen voor bouwen hadden kunnen worden verleend. Dit betekent dat afdeling 6.4<br />
3 Artikel 9.1.20 Invoeringswet Wro:<br />
Voor zover op grond van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 of 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />
bouwvergunning had kunnen worden verleend voor een bouwplan dat na 1 juli 2008 is aangewezen krachtens artikel 6.12,<br />
eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, en bij de herziening van dat bestemmingsplan na dat tijdstip geen andere<br />
bestemmingsregeling is vastgesteld, blijven de artikelen 6.12 tot en met 6.22 ten aanzien van een dergelijk bouwplan buiten<br />
toepassing.<br />
4 Er is een wetswijziging in voorbereiding op grond waarvan in het geval de kosten in relatie tot de opbrengsten beperkt zijn<br />
ook geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld.
[9]<br />
Wro buiten toepassing kan blijven 5 nu bij de herziening van dat bestemmingsplan geen andere<br />
bestemmingsregeling wordt vastgesteld. Artikel 6.12 tot en met artikel 6.22 Wro blijven voor dergelijke<br />
bouwplannen buiten toepassing; er hoeft dus geen exploitatieplan te worden vastgesteld.<br />
1.4 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.4 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: VOORGENOMEN<br />
GRONDGEBRUIK<br />
Een exploitatieplan kan een kaart omvatten waarop het voorgenomen grondgebruik is aangegeven en de<br />
gronden die de gemeente wil verwerven (zie artikel 6.13 lid 2 Wro). Zo’n kaart is niet verplicht. In het<br />
exploitatieplan is kaart Voorgenomen grondgebruik opgenomen die als Kaart 2 onder<strong>deel</strong> uitmaakt van<br />
het exploitatieplan.<br />
Het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> voorziet voor de gronden gelegen binnen het<br />
exploitatiegebied in de bestemmingen ‘Bedrijventerrein-2’ en ‘Groen’. De bestemming ‘Groen’ is<br />
uitsluitend opgenomen voor de hoofdgroenstructuur. Binnen de vlakken met de bestemming<br />
‘Bedrijventerrein-2’ zullen behalve de bedrijfskavels, onder meer ontsluitingswegen,<br />
groenvoorzieningen in de vorm van bermen en water gerealiseerd gaan worden. Het bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> voorziet binnen de vlakken met de bestemming ‘Bedrijventerrein- 2’ in een<br />
gedifferentieerde regeling wat betreft het gebruik en de bouwmogelijkheden. Het bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> geeft een dusdanig gedetailleerd beeld van het grondgebruik dat een verdere<br />
regeling in het exploitatieplan niet noodzakelijk is. Voor de duidelijkheid is echter wel een Kaart<br />
Voorgenomen grondgebruik opgenomen. Deze gaat uit van een tweetal vormen van gebruik<br />
overeenkomstig de in het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-Larserpoort opgenomen bestemmingen<br />
‘Bedrijventerrein-2’ en ‘Groen’.<br />
De exacte ligging van de ontsluitingswegen en groenvoorzieningen, anders dan de hoofdontsluiting en<br />
de hoofdgroenstructuur, ligt nog niet vast; er is nog geen inrichtingsplan. Het exploitatieplan bevat<br />
regels op grond waarvan de bedrijfskavels ontsloten moeten worden via ontsluitingswegen, niet zijnde<br />
hoofdontsluiting, namelijk door middel van haaks dan wel parallel aan de hoofdstructuur aan te leggen<br />
wegen. Voorts bepaalt het exploitatieplan onder meer aan welke eisen deze wegen en de<br />
hoofdgroenstructuur moeten voldoen.<br />
Om te kunnen toetsen of de inrichting voldoet aan deze eisen is in de regels bepaald dat vóór aanvang<br />
van de werkzaamheden voor het bouwrijp maken een inrichtingsschets ter goedkeuring aan burgemeester<br />
en wethouders moet worden voorgelegd.<br />
5 Artikel 9.1.20 Invoeringswet Wro:<br />
Voor zover op grond van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 of 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />
bouwvergunning had kunnen worden verleend voor een bouwplan dat na 1 juli 2008 is aangewezen krachtens artikel 6.12,<br />
eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, en bij de herziening van dat bestemmingsplan na dat tijdstip geen andere<br />
bestemmingsregeling is vastgesteld, blijven de artikelen 6.12 tot en met 6.22 ten aanzien van een dergelijk bouwplan buiten<br />
toepassing.
[10]<br />
1.5 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.5 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: TE VERWERVEN<br />
GRONDEN<br />
In het exploitatieplan is een Kaart te verwerven gronden opgenomen die als Kaart 3 onder<strong>deel</strong> uitmaakt<br />
van het exploitatieplan. Een <strong>deel</strong> van de gronden in het exploitatiegebied is eigendom van de gemeente.<br />
Een <strong>deel</strong> van de gronden is echter nog geen eigendom.<br />
De volgende percelen, waarvan ge<strong>deel</strong>ten zijn gelegen binnen het exploitatiegebied, zijn geen volledig eigendom<br />
van de gemeente:<br />
1. Het perceel kadastraal bekend gemeente <strong>Lelystad</strong> sectie B nummer 84 ter grootte 418.895 m 2 .<br />
2. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 123 ter grootte van .62.000 m 2 ;<br />
3. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 124 ter grootte van 96.000 m 2<br />
4. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 125 ter grootte van 185.000 m 2<br />
5. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 115 ter grootte van 245.000 m 2<br />
6. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 118 ter grootte van. 54.000 m 2<br />
7. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 119 ter grootte van 132.000 m 2<br />
8. Het perceel kadastraal bekend sectie B nummer 120 ter grootte van. 2.000 m 2<br />
De gemeente wenst deze gronden wel in eigendom te verwerven. Zij zal indien nodig de haar ter<br />
beschikking staande grondbeleidsinstrumenten inzetten. In dit kader is door de gemeente reeds<br />
toepassing gegeven aan de Wet voorkeursrecht gemeenten.<br />
De gemeente <strong>Lelystad</strong> acht een actieve rol wenselijk, mede gelet op de voorgenomen integrale<br />
ontwikkeling van de clusters in het exploitatiegebied Voorts heeft de gemeente <strong>Lelystad</strong> een publieke<br />
doelstelling met de ontwikkeling van het plangebied in de vorm van de realisatie van werkgelegenheid.<br />
1.6 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.6: VAN HET EXPLOITATIEPLAN: PROCEDURE<br />
INRICHTINGSPLAN, CIVIELTECHNISCH ONTWERP EN GEOHYDROLOGISCH<br />
ONDERZOEK<br />
Vóórdat een aanvang met werken en werkzaamheden mag worden genomen moeten een inrichtingsplan,<br />
een civieltechnisch ontwerp en een geohydrologisch onderzoek zijn opgesteld alsmede zijn goedgekeurd<br />
door burgemeester en wethouders. In artikel 1.6 (Procedure inrichtingsplan, civieltechnisch ontwerp en<br />
geohydrologische onderzoek) zijn hiervoor procedureregels opgenomen.<br />
1.7 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.7 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: VERBODSBEPALING<br />
In artikel 1.7 is bepaald dat het verboden is in strijd met het betreffende hoofdstuk in het exploitatieplan<br />
opgenomen eisen en regels te handelen.<br />
1.8 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 1.8 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: CITEERTITEL
[11]<br />
Aan het slot van hoofdstuk 1 van het exploitatieplan is aangegeven hoe het exploitatieplan te citeren.<br />
1.9 LEESWIJZER BIJ DE TOELICHTING VAN HET EXPLOITATIEPLAN<br />
Het exploitatieplan omvat behalve hoofdstuk 1 waarin de begrippen en het ruimtelijk besluit waarin het<br />
exploitatieplan is gekoppeld en is aangegeven war het voorgenomen grondgebruik, de te verwerven<br />
gronden en de procedure is de volgende hoofdstukken:<br />
1. Hoofdstuk 2, waarin de werken en werkzaamheden zijn omschreven.<br />
2. Hoofdstuk 3, waarin de eisen en regels voor de werken en werkzaamheden zijn omschreven.<br />
3. Hoofdstuk 4, dat de eisen en regels voor de fasering en de koppelingen weergeeft.<br />
4. Hoofdstuk 5, dat de exploitatieopzet bevat.<br />
In de navolgende hoofdstukken van deze toelichting omschreven wij de genoemde hoofdstukken van het<br />
exploitatieplan.<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 2 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: OMSCHRIJVING VAN<br />
WERKEN EN WERKZAAMHEDEN<br />
Een exploitatieplan moet gelet op het bepaalde in artikel 6.13 lid 1 Wro een omschrijving van de werken<br />
en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen<br />
en het inrichten van de openbare ruimte van het exploitatiegebied bevatten. In verband hiermee is in<br />
hoofdstuk 2 van het exploitatieplan aangegeven welke werken en werkzaamheden voor het bouwrijp<br />
maken zijn voorzien. Dit betreft onder meer het vrijmaken van de gronden van diverse obstakels,<br />
eventuele bodemsanering en het ophogen van gronden.<br />
Wat betreft het ophogen in verband met het voorbelasten geldt dat op dit moment nog niet duidelijk is in<br />
hoeverre ophogen in verband met voorbelasting noodzakelijk is. Of ophogen in verband met<br />
voorbelasting noodzakelijk is zal moeten blijken uit een nog uit te voeren geohydrologisch onderzoek. In<br />
de regels is dit tot uitdrukking gebracht.<br />
Verder geeft hoofdstuk 2 van het exploitatieplan inzicht in de aan te leggen nutsvoorzieningen (kabels<br />
en leidingen) en de voorzieningen van openbaar nut zoals de wegen en de groenvoorzieningen.<br />
In hoofdstuk 2 van het exploitatieplan wordt onder meer de aanleg van riolering genoemd. Dit betreft de<br />
aanleg van rioleringen, inclusief de aansluiting op een nog aan te leggen rioolpersleiding. De nog aan te<br />
leggen rioolpersleiding zal behalve voor de clusters 1 en 2 een functie vervullen voor onder meer de<br />
toekomstige uitbreiding van het vliegveld. De persleiding betreft dan ook een bovenwijkse voorziening<br />
(zie verder hoofdstuk 5 (Toelichting op hoofdstuk 5 van het exploitatieplan: exploitatieopzet).<br />
Het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> bestemt de gronden waarop de buiten het exploitatieplan<br />
voorziene hoofdontsluiting zal worden aangelegd als ‘ Verkeer’ . De binnen het exploitatiegebied aan te<br />
leggen wegen zijn niet specifiek bestemd voor ‘ Verkeer’ ; deze wegen met bijbehorende voorzieningen
[12]<br />
zoals bermen worden binnen de bestemming ‘ Bedrijventerrein-2’ gerealiseerd. De situering van deze<br />
wegen ligt op dit moment nog niet vast. Wel is in hoofdstuk 3 van het exploitatieplan bepaald dat de<br />
bedrijven niet rechtstreeks mogen ontsluiten op de hoofdontsluiting; de bedrijven moeten worden<br />
ontsloten via een parallelweg aan te leggen langs de hoofdontsluiting dan wel een ontsluiting aan te<br />
leggen haaks op de hoofdontsluiting. Verder is bepaald dat een inrichtingsplan zal moeten worden<br />
opgesteld dat de goedkeuring behoeft van burgemeester en wethouders.<br />
In de opsomming van de aan te leggen voorzieningen van openbaar nut zijn geen parkeerplaatsen<br />
genoemd. Uitgangspunt is dat parkeergelegenheid op eigen terrein bij de bedrijven wordt gerealiseerd.<br />
In het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> is daarom geen rekening gehouden met parkeerplaatsen.<br />
Voorts zal via de verkeersbesluiten geregeld worden dat niet mag worden geparkeerd op de openbare<br />
wegen.
[13]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 3: DE EISEN EN REGELS VOOR WERKEN EN<br />
WERKZAAMHEDEN<br />
3.1: TOELICHTING BIJ ARTIKEL 3.1 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: EISEN EN REGELS<br />
MET BETREKKING TOT WERKEN EN WERKZAAMHEDEN EN DE UITVOERING<br />
Een exploitatieplan moet gelet op het bepaalde in artikel 6.13 lid 1 Wro een omschrijving van de werken<br />
en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen<br />
en het inrichten van de openbare ruimte van het exploitatiegebied bevatten. Artikel 6.13 lid 2 Wro<br />
bepaalt dat een exploitatieplan voorts eisen en regels voor de werken en werkzaamheden voor het<br />
bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de<br />
openbare ruimte van het exploitatiegebied kan bevatten.<br />
Zoals uit het voorgaande blijkt geeft hoofdstuk 2 van het exploitatieplan een opsomming van de uit te<br />
voeren werken en werkzaamheden. Hoofdstuk 3 van het exploitatieplan bevat de eisen en regels waaraan<br />
de werken en werkzaamheden moeten voldoen. De eisen zijn opgenomen om een kwaliteit die past bij de<br />
ontwikkeling zoals voorgestaan in het exploitatiegebied te waarborgen.<br />
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> zullen ter plaatse van de gronden<br />
met de bestemming ‘Verkeer’ hoofdontsluitingen gerealiseerd worden. Die hoofdontsluitingen zijn<br />
bedoeld om de navolgende verbindingen te creëren:<br />
1. Een verbinding tussen Rijksweg A6 en de binnen het exploitatiegebied gelegen gronden, maar ook<br />
tussen Rijksweg A6 en de luchthaven en Rijksweg A6 en de na de planperiode binnen het<br />
plangebied van het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> te realiseren bedrijfsclusters.<br />
2. Een tweetal verbindingen tussen de onder 1 bedoelde verbinding en Larserweg.<br />
De in het exploitatiegebied te realiseren bedrijven en kantoren mogen niet rechtstreeks ontsluiten via de<br />
hoofdontsluitingen. Zij zullen moeten ontsluiten via een parallel dan wel haaks op de hoofdontsluiting te<br />
realiseren ontsluiting.<br />
Op dit moment is er nog geen inrichtingsschets opgesteld dat inzicht geeft in de situering van de<br />
ontsluitingen, niet zijnde de hiervoor genoemde hoofdontsluiting. Ook is er voor deze ontsluitingen nog<br />
geen civieltechnisch ontwerp opgesteld. Hetzelfde geldt voor de overige inrichting van de openbare<br />
ruimte, zoals de groenvoorzieningen.<br />
In verband met het voorgaande is in het exploitatieplan bepaald dat eerst een inrichtingsplan,<br />
civieltechnisch ontwerp en geohydrologische onderzoek moeten worden opgesteld, die de goedkeuring<br />
behoeven van burgemeester en wethouders. Om het goedkeuringsproces goed te laten verlopen is<br />
eveneens bepaald dat een exploitant tijdig moet melden dat hij een aanvang wil nemen met de werken en<br />
werkzaamheden en wanneer hij inrichtingsplan, civieltechnisch ontwerp en geohydrologische onderzoek<br />
aan burgemeester en wethouders zal overleggen.
[14]<br />
In het exploitatiegebied moet een minimale hoeveelheid open water worden gerealiseerd van 7%. In<br />
verband hiermee is een bepaling opgenomen op grond waarin op elk perceel c.q. perceelsge<strong>deel</strong>te ten<br />
minste die hoeveelheid open water moet worden gerealiseerd.<br />
De aan te leggen werken en werkzaamheden moeten voldoen aan de in de bijlagen van het<br />
exploitatieplan opgenomen eisen. Uit de stukken blijkt aan welke eisen en regels de diverse werken en<br />
werkzaamheden moeten voldoen.<br />
In artikel 3 is zijn procesregels opgenomen zodat burgemeester en wethouders in staat zijn te bezien of<br />
de werken en werkzaamheden worden uitgevoerd conform het exploitatieplan.<br />
De gronden moeten tot 1 m onder het maaiveld vrij gemaakt worden van obstakels. Dit is de<br />
minimumeis. Deze eis is erop gebaseerd dat er geen kelders worden aangebracht en er niet wordt<br />
gekozen voor een wijze van een fundering die vraagt om het tot een grotere diepte vrij maken van<br />
obstakels. Voor zover een exploitant kiest voor een bouwwijze die vraagt om het tot een grotere diepte<br />
vrij maken van obstakels is dat uiteraard toegestaan.<br />
Het exploitatieplan heeft niet zonder meer tot gevolg dat de ondergrond van de openbare ruimte<br />
eigendom wordt van de gemeente. De gemeente zal met de eigenaar van de betreffende gronden<br />
afspraken moeten maken over de overdracht van de gronden. In bijlage 1 bij de toelichting van dit<br />
exploitatieplan is een overdrachtdocument opgenomen. Dit document geeft inzicht in de documenten die<br />
de gemeente wenst te ontvangen bij overdracht van bedoelde gronden. Uiteraard kunnen exploitanten dit<br />
document ook gebruiken bij het aantonen dat zij voldoen aan hun verplichtingen zoals die volgen uit het<br />
exploitatieplan.<br />
3.2 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 3.2 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: REGELS MET<br />
BETREKKING TOT AANBESTEDING VAN DE UITVOERING VAN WERKEN EN<br />
WERKZAAMHEDEN EN DAAROP BETREKKING HEBBENDE DIENSTEN<br />
Artikel 6.13 lid 2 Wro bepaalt -zoals hiervoor reeds is vermeld- dat een exploitatieplan eisen en regels<br />
voor de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van<br />
nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte van het exploitatiegebied kan bevatten. Deze<br />
regels kunnen blijkens artikel 6.2.9 Bro ook betrekking hebben op het in overeenstemming met de<br />
geldende aanbestedingsregels aanbesteden van de werken en werkzaamheden. In verband hiermee is in<br />
artikel 3.2.1 (Toepasselijkheid van eisen en regels voor aanbesteding van de uitvoering van werken en<br />
werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende diensten) aangegeven welke aanbestedingsregels van<br />
toepassing zijn.<br />
De navolgende regels zijn van toepassing:<br />
1. De Europese regels betreffende aanbesteding.<br />
2. Het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten).
[15]<br />
De vermelding welke aanbestedingsregels van toepassing zijn betekent niet dat de gemeente hiermee<br />
heeft willen aangeven dat er door een exploitant aanbesteding moet plaats vinden. De regels zijn bedoeld<br />
om aan te geven aan welke regels in het geval van ‘doorlegging’ van de aanbestedingsplicht moet<br />
worden voldaan.<br />
3.3 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 3.3 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: VERBODSBEPALING<br />
In artikel 3.3 is bepaald dat het verboden is in strijd met het betreffende hoofdstuk in het exploitatieplan<br />
opgenomen eisen en regels te handelen.<br />
3.4 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 3.4 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: ONTHEFFINGEN<br />
Artikel 6.13 lid 2 Wro bepaalt dat het exploitatieplan regels kan bevatten met inachtneming waarvan<br />
burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van bij het exploitatieplan aan te geven regels.<br />
In het exploitatieplan is op dit moment een mogelijkheid tot ontheffing opgenomen van de verplichting<br />
tot realisatie van minimaal 7% open water per perceel c.q. perceelsge<strong>deel</strong>te. Deze ontheffing is bedoeld<br />
voor gevallen dat op andere gronden binnen de cluster zo veel water wordt gerealiseerd dat het doel dat<br />
binnen de gehele cluster 7% open water wordt gerealiseerd, wordt gehaald. Voor het overige zijn geen<br />
ontheffingsmogelijkheden opgenomen. Het kan zijn dat indien blijkt dat in praktijk behoefte is aan een<br />
uitgebreidere regeling dat bij een herziening alsnog een uitbreiding van de ontheffingsregeling wordt<br />
opgenomen.
[16]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 4: EISEN EN REGELS VOOR DE FASERING EN<br />
KOPPELINGEN<br />
4.1: TOELICHTING BIJ ARTIKEL 4.1 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: REGELS MET<br />
BETREKKING TOT DE FASERING VAN DE UITVOERING VAN WERKEN,<br />
WERKZAAMHEDEN, MAATREGELEN EN BOUWPLANNEN<br />
Op grond van artikel 6.13 lid 1 Wro maakt van het exploitatieplan een exploitatieopzet onder<strong>deel</strong>. Dat<br />
geldt ook voor dit exploitatieplan. Deze opzet is opgenomen in hoofdstuk 5 (Exploitatieopzet) van het<br />
exploitatieplan en wordt in hoofdstuk 5(Toelichting bij hoofdstuk 5 van het exploitatieplan: de<br />
exploitatieopzet) van deze toelichting toegelicht. Genoemd artikel vermeldt als onder<strong>deel</strong> van de<br />
exploitatieopzet het tijdvak waarbinnen de exploitatie plaats vindt, maar ook eventuele fasering van de<br />
uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen en zo nodig koppelingen<br />
hiertussen.<br />
Artikel 6.13 lid 2 Wro bepaalt -zoals hiervoor reeds is vermeld- dat een exploitatieplan eisen en regels<br />
voor de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van<br />
nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte van het exploitatiegebied kan bevatten.<br />
In de exploitatieopzet is rekening gehouden met een fasering alsmede met koppelingen. In artikel 4.1<br />
(Regels met betrekking tot de fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en<br />
bouwplannen) is de fasering wat betreft het bouw- en ‘ woon’ rijp maken van de gronden binnen het<br />
exploitatieplan alsmede de fasering wat betreft het ingebruiknemen van op te richten gebouwen<br />
vastgelegd. Uitgangspunt bij deze fasering is dat eerst de noordelijke cluster en vervolgens de zuidelijke<br />
cluster wordt gerealiseerd. Binnen deze clusters is ook een volgorde aangegeven.. De fasering zorgt voor<br />
een goed verloop van de ontwikkeling van de gronden binnen het exploitatiegebied.<br />
Al hoewel de hoofdontsluitingen niet zijn gelegen binnen het exploitatiegebied is in artikel 4.1.3<br />
(Fasering aanleg ontsluitingsweg) aangegeven op welke momenten de aanleg van de hoofdontsluitingen<br />
op dit moment worden voorzien. In het exploitatieplan zijn namelijk de aanleg van werken en<br />
werkzaamheden gekoppeld aan de aanleg van de hoofdontsluitingen omdat die nodig zijn voor een goede<br />
ontsluiting. Mocht om wat voor reden dan ook de aanleg van de hoofdontsluitingen vertragen dan heeft<br />
dat gevolgen voor de aanleg van werken en werkzaamheden binnen het exploitatiegebied.<br />
4.2 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 4.2: REGELS MET BETREKKING TOT KOPPELINGEN<br />
TUSSEN WERKEN, WERKZAAMHEDEN, MAATREGELEN, BOUWPLANNEN EN<br />
DERGELIJKE<br />
In artikel 4.2 (Regels met betrekking tot koppelingen tussen werken, werkzaamheden, maatregelen,<br />
bouwplannen en dergelijke) zijn voor zover nodig koppelingen aangebracht.<br />
Zoals in hoofdstuk 2 van deze toelichting (Toelichting bij hoofdstuk 2 van het exploitatieplan:<br />
omschrijving van werken en werkzaamheden) aangegeven is op dit moment nog niet duidelijk of en zo ja
[17]<br />
in hoeverre ophogen in verband met voorbelasting noodzakelijk is. Dit zal moeten blijken uit een nog uit<br />
te voeren geohydrologisch onderzoek. Mocht het nodig zijn dan zal eerst de voorbelasting moeten plaats<br />
vinden en zal vervolgens pas met de uitvoering van de andere werken en werkzaamheden kunnen worden<br />
begonnen.<br />
Voor het zuidoostelijk <strong>deel</strong> van cluster 1 is bepaald dat hiermee eerst een aanvang genomen mag worden<br />
nadat de tussen deze cluster en de Larserweg voorziene ontsluitingsweg alsmede het langs het<br />
noordoostelijk <strong>deel</strong> van cluster 1 voorziene ontsluitingsweg is aangelegd. Voor het noordwestelijk <strong>deel</strong><br />
van cluster 1 is een dergelijke bepaling niet opgenomen omdat het niet bezwaarlijk is dat het oostelijk<br />
<strong>deel</strong> van de Pascallaan tijdelijk een functie vervult als ontsluiting van een <strong>deel</strong> van cluster 1.<br />
Vervolgens is de zuidoostelijke cluster aan de beurt, waarbij een ontwikkeling wordt voorgestaan<br />
waarbij eerst het middelste ge<strong>deel</strong>te, vervolgens het ge<strong>deel</strong>te nabij de Larserweg en tot slot het meest<br />
westelijk ge<strong>deel</strong>te van de cluster wordt voorgestaan. De keuze om het middelste ge<strong>deel</strong>te van deze<br />
cluster het eerst binnen deze cluster te faseren hangt samen met het feit dat dit ge<strong>deel</strong>te is gelegen op<br />
kadastrale percelen waarop ook een belangrijk <strong>deel</strong> van de noordwestelijke cluster is voorzien.<br />
Voor de werkzaamheden voor het bouw- en woonrijp maken geldt in het algemeen dat deze een aanvang<br />
kunnen nemen indien er een zogenaamde bouwweg beschikbaar komt. Het is de bedoeling dat de in het<br />
bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> voorziene hoofdgroenstructuur met bijbehorende voorzieningen<br />
tegelijkertijd met de aanleg van de bouwweg wordt gerealiseerd.<br />
De te realiseren gebouwen mogen eerst in gebruik genomen worden als de weg waarop deze gebouwen<br />
ontsluiten niet langer een bouwweg is, maar zich bevindt in de definitieve toestand. Met andere woorden:<br />
als de weg is ingericht overeenkomstig de eisen en regels van het exploitatieplan. Er is voor gekozen in<br />
de bepaling te verwijzen naar het goedgekeurde inrichtingsplan, civieltechnisch ontwerp en<br />
geohydrologische onderzoek. Omdat het plan, ontwerp en onderzoek moeten voldoen aan de eisen en<br />
regels van dit exploitatieplan is hiermee veilig gesteld dat de weg ook zal moeten worden uitgevoerd<br />
overeenkomstig dit exploitatieplan. Voor de overige openbare ruimte geldt hetzelfde.<br />
4.3 TOELICHTING BIJ ARTIKEL 4.3 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: VERBODSBEPALING<br />
In artikel 4.3 is bepaald dat het verboden is in strijd met het betreffende hoofdstuk in het exploitatieplan<br />
opgenomen eisen en regels te handelen.<br />
4.4 ONTHEFFINGEN<br />
Artikel 6.13 lid 2 Wro bepaalt dat het exploitatieplan regels kan bevatten met inachtneming waarvan<br />
burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van bij het exploitatieplan aan te geven regels.<br />
In het exploitatieplan is op dit moment van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Het kan zijn dat<br />
indien blijkt dat in praktijk behoefte is aan zo’n regeling dat bij een herziening alsnog zo’n regeling
wordt opgenomen.<br />
[18]
[19]<br />
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 5 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: DE<br />
EXPLOITATIEOPZET<br />
5.1 INLEIDING<br />
5.1.1: Toelichting bij artikel 5.1 van het exploitatieplan: onderdelen van de exploitatieopzet<br />
De exploitatieopzet van dit exploitatieplan omvat overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.13 Wro de<br />
volgende onderdelen:<br />
1. een raming van de inbrengwaarden van de gronden gelegen binnen het exploitatiegebied;<br />
2. een raming van de andere kosten in verband met de exploitatie, waaronder een raming van de schade<br />
die op grond van artikel 6.1 Wro voor vergoeding in aanmerking zou komen;<br />
3. een raming van de opbrengsten van de exploitatie, alsmede de peildatum van de onder 1 tot 3<br />
bedoelde ramingen;<br />
4. een tijdvak waarbinnen de exploitatie van de gronden zal plaatsvinden;<br />
5. een fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen, en de<br />
koppelingen hiertussen;<br />
6. de wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden.<br />
De genoemde onderdelen van de exploitatieopzet van het exploitatieplan worden hierna nader<br />
toegelicht.<br />
5.1.2: Fictie dat gemeente de grondexploitatie uitvoert<br />
De Wro gaat bij het exploitatieplan uit van de fictie dat de gemeente de grondexploitatie geheel en al<br />
zelf uitvoert. Het exploitatieplan bevat een exploitatieopzet, die van uitvoering door de gemeente uitgaat<br />
en die als basis dient voor het kostenverhaal.<br />
5.1.3: Ruimtegebruik<br />
Bij het opstellen van de grondexploitatieopzet zijn het uit het bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> en<br />
de Kaart Voorgenomen grondgebruik blijkende grondgebruik uitgangspunt geweest.<br />
Het totale exploitatiegebied is circa 158 hectare groot. In onderstaande tabel is het uit bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> en de Kaart Voorgenomen grondgebruik blijkende voorgenomen grondgebruik<br />
vertaald naar oppervlakte uitgeefbaar, oppervlakte groen, oppervlakte water en oppervlakte verharding.
[20]<br />
5.2: TOELICHTING BIJ ARTIKEL 5.2 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: PARAMETERS<br />
In artikel 5.2 van het exploitatieplan zijn de parameters aangegeven die zijn gehanteerd bij het opstellen<br />
van de exploitatieopzet.<br />
Artikel 5.2 vermeldt voorts het tijdvak waarbinnen de exploitatie van de gronden zal plaatsvinden.<br />
Ook vermeldt artikel 5.2 de peildatum van de inbrengwaarden, de andere kosten en de opbrengsten.<br />
Het tijdvak en de peildatum betreffen blijkens artikel 6.13 Wro verplichte onderdelen van de<br />
exploitatieopzet.<br />
5.3 : TOELICHTING BIJ ARTIKEL 5.3 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: RAMING<br />
INBRENGWAARDEN<br />
Een onder<strong>deel</strong> van de exploitatieopzet betreft een raming van de inbrengwaarden. De in het<br />
exploitatieopzet opgenomen inbrengwaarden is gebaseerd op een externe taxatie. Deze taxatie maakt als<br />
bijlage 2 onder<strong>deel</strong> uit van deze toelichting. Deze bijlage betreft een geheim document. Bij deze taxatie<br />
zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:<br />
1. De waardebepaling heeft in eerste instantie plaatsgevonden vanuit de opvatting dat het gehele<br />
complex eenzelfde waarde heeft. Er is dus een gemiddelde waarde getaxeerd.<br />
2. Uitgangspunt is dat grond niet verontreinigd is.<br />
3. Getaxeerd is naar prijspeil per 1 januari 2010.<br />
4. Getaxeerd is met inachtneming van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet.<br />
Er is dus – behoudens bij één object - nog geen rekening gehouden met de “algehele” schadeloosstelling<br />
ingevolge de onteigeningswet, maar uitsluitend met de waarde op grond van de artikelen 40b tot en met<br />
40f van de onteigeningswet. Ingeval na de vaststelling van dit exploitatieplan een onteigening wordt<br />
verwacht zullen bij een herziening van het exploitatieplan de inbrengwaarden worden aangepast.<br />
De waarde van de gronden is tegen de getaxeerde nominale inbrengwaarde per 1 januari 2010 in de<br />
exploitatieopzet opgenomen.<br />
5.4 TOELICHTING OP ARTIKEL 5.4 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: RAMING VAN DE ANDERE<br />
KOSTEN<br />
Inleiding<br />
De exploitatieopzet bevat een raming van de andere kosten in verband met de exploitatie dan de inbrengwaarden<br />
als bedoeld in artikel 6.13 Wro. Het Bro geeft inzicht in welke andere kosten in verband met de exploitatie<br />
mogen worden meegenomen in de exploitatieopzet. De in de Bro opgenomen opsomming van de kosten die<br />
mogen worden opgenomen is bij het opstellen van de exploitatieopzet als uitgangspunt gehanteerd. Hierna wordt<br />
een aantal van deze kostenposten nader toegelicht.<br />
Onderzoekskosten (artikel 6.2.4 lid a Bro)
[21]<br />
In verband met de ontwikkeling van het exploitatiegebied het plan is een reeks van onderzoeken uitgevoerd c.q.<br />
zal worden uitgevoerd. Het Bro vermeldt de kosten van het verrichten van onderzoek onder de verhaalbare<br />
kosten. Hierbij kan onder andere. worden gedacht aan de kosten van de volgende onderzoek: milieukundig<br />
bodemonderzoek, akoestisch onderzoek, luchtkwaliteitonderzoek, onderzoek naar flora en fauna, watertoets,<br />
archeologisch onderzoek en een planschaderisicoanalyse. De kosten zijn, voor zover de onderzoeken nog niet<br />
zijn voltooid, geraamd; de kosten van de nog niet voltooide onderzoeken zullen te zijner tijd tegen de werkelijke<br />
kosten in de exploitatieopzet worden opgenomen. De kosten van de reeds uitgevoerde onderzoeken zijn tegen<br />
werkelijke kosten opgenomen.<br />
Kosten van de aanleg van voorzieningen in het exploitatiegebied (artikel 6.2.4 lid c Bro)<br />
In de hoofdstukken 2 en 3 van het exploitatieplan is omschreven welke voorzieningen moeten worden aangelegd<br />
en aan welke eisen die voorzieningen moeten voldoen.<br />
Uit het exploitatieplan blijkt dat er nog een inrichtingsplan, een civieltechnische ontwerp en een geohydrologisch<br />
onderzoek moeten worden vastgesteld. Er is op dit moment nog geen gedetailleerd beeld van definitieve<br />
inrichting van het exploitatiegebied. Ook hebben er nog geen bestekvoorbereidingen en aanbestedingen<br />
plaatsgevonden.<br />
In verband met het voorgaande hebben de ramingen van de kosten van de aanleg van de voorzieningen<br />
plaatsgevonden op basis van de uitgangspunten zoals die blijken uit de hoofdstukken 2 en 3 van het<br />
exploitatieplan.<br />
Kosten van de aanleg van voorzieningen buiten het exploitatiegebied (artikel 6.2.4 lid e Bro)<br />
Ook de kosten van de aanleg van voorzieningen buiten het exploitatiegebied mogen in de exploitatieopzet<br />
worden meegenomen.<br />
Voor alle kosten, dus ook voor deze kosten, gelden bij de toerekening aan het exploitatiegebied de volgende<br />
criteria (artikel 6.13 lid 6 Wro):<br />
1. Profijt: de locatie moet nut ondervinden van de te treffen maatregelen, werken en/of voorzieningen.<br />
2. Toerekenbaarheid: er dient een causaal verband te bestaan tussen de gebiedsontwikkeling en de te maken<br />
kosten. De kosten zouden dus niet aan de orde zijn zonder de ontwikkeling of worden mede gemaakt ten<br />
behoeve van het plan. Indien kosten <strong>deel</strong>s uit andere bron worden betaald zijn zij (voor dat <strong>deel</strong>) niet<br />
toerekenbaar.<br />
3. Proportionaliteit: indien meerdere gebieden profijt hebben van het werk of de voorziening waarvoor de<br />
kosten worden gemaakt moeten de kosten naar evenredigheid worden ver<strong>deel</strong>d naar de gebieden die profijt<br />
hebben.<br />
In het geval van het bedrijvenpark <strong>Larserknoop</strong> is sprake van een viertal werken gelegen buiten het<br />
exploitatiegebied die profijt opleveren voor onder meer het exploitatiegebied, te weten:<br />
1. De aansluitingen op de Larserweg.
[22]<br />
2. De persleiding.<br />
3. De aansluiting op de rijksweg A6.<br />
4. De kosten voor de hoofdontsluiting.<br />
Zoals uit het voorgaande blijkt moet bij het toerekenen van kosten de hiervoor genoemde criteria in acht worden<br />
genomen.<br />
Er is door een extern bureau een rapportage opgesteld die inzicht geeft in de verkeersstromen en daarmee in de<br />
mate van profijt voor de diverse gebieden, waaronder het exploitatiegebied.<br />
Voor de aansluitingen Larserweg geldt dat deze kosten voor een <strong>deel</strong> door bijdragen van derden worden<br />
gefinancierd. Hiermee is in de exploitatieopzet rekening gehouden.<br />
Gelet op het voorgaande is wat betreft de toerekening van de kosten van de diverse voorzieningen buiten het<br />
exploitatiegebied uitgegaan van de volgende kostentoerekening:<br />
1. De kosten van de aansluitingen op de Larserweg komen voor 31% ten laste van het exploitatiegebied en<br />
voor 69% ten laste van andere gebieden.<br />
2. De kosten voor de aansluiting op de rijksweg A6 komen voor 25% ten laste van het exploitatiegebied en<br />
voor 75% ten laste van andere gebieden.<br />
3. De kosten voor de hoofdontsluiting komen voor 73% ten laste van het exploitatiegebied en voor 27% ten<br />
laste van andere gebieden.<br />
Wat betreft de persleiding met bijbehorende (bouw)werken is er van uitgegaan dat 50% ten laste komt van het<br />
exploitatieplan en 50% ten lasten komt van andere gebieden..<br />
Plankosten (artikel 6.2.4 leden g tot en met j Bro)<br />
Onder de plankosten vallen kosten voor het opstellen van ruimtelijke plannen, ontwerpcompetities,<br />
gemeentelijke apparaatskosten en kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht.<br />
De Wro en Bro gaan er vanuit dat deze kosten worden gemaximeerd door een Algemene Maatregel van Bestuur.<br />
Tot op heden is deze maatregel (in de praktijk ook wel bekend onder de naam: plankostenscan) nog niet<br />
voorgeschreven.<br />
De in de exploitatieopzet opgenomen kosten zijn ramingen. Een ge<strong>deel</strong>te van deze kosten is nog niet gemaakt.<br />
De daadwerkelijk kosten zullen worden bijgehouden en verantwoord via de gemeentelijke urenadministratie.<br />
Zodra de kosten zijn gemaakt zullen de ramingen van deze kosten bij de eerstvolgende herziening van het<br />
exploitatieplan worden vervangen door de daadwerkelijk gemaakte kosten.<br />
De kosten van tijdelijk beheer (artikel 6.2.4 lid k Bro)<br />
Het gaat hier om beheerskosten, die gedurende de grondexploitatie noodzakelijk zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />
om de kosten van beschermen of het bruikbaar houden van het terrein of voorzieningen.
[23]<br />
Planschade (artikel 6.2.4 lid l Bro)<br />
De planschadekosten betreffen de geraamde eventuele tegemoetkomingen van planschade.<br />
Op dit moment wordt geen planschade van enige omvang voorzien.<br />
Niet terugvorderbare belastingen, waaronder BTW (artikel 6.2.4 lid m Bro)<br />
Fiscale kosten waarvan de heffing betrekking heeft op de kosten als genoemd in artikel 6.2.4. leden a tot en met l<br />
Bro kunnen ten laste van de exploitatie worden gebracht. Vooralsnog zijn de kosten niet geraamd. Zodra deze<br />
kosten zich voordoen zullen zij in de exploitatie worden gebracht.<br />
Rente kosten en –baten over geïnvesteerde kapitalen en lasten (artikel 6.2.4 lid n Bro)<br />
In de exploitatieopzet is rekening gehouden met rente.<br />
5.5 TOELICHTING OP ARTIKEL 5.5 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: RAMING<br />
OPBRENGSTEN<br />
Raming opbrengsten uitgeefbare gronden<br />
De raming van opbrengsten is gebaseerd op de uitgifteprijzen voor bedrijventerreinen welke naar verwachting<br />
binnenkort door de gemeenteraad zullen worden vastgesteld. De uitgifteprijzen hebben de functie van<br />
wegingsfactor in het kader van de berekening van de exploitatiebijdrage.<br />
Subsidies<br />
Voor de uitvoering van het bestemmingsplan en exploitatieplan worden geen subsidies voorzien.<br />
Opbrengsten in relatie tot de kosten<br />
De te verhalen kosten zijn in de Wro begrensd (artikel 6.16 Wro). De kosten kunnen slechts worden verhaald<br />
voor zover deze de opbrengsten niet overschrijden. Als de totale kosten, na aftrek van bijdragen van derden,<br />
hoger zijn dan de geraamde opbrengsten uit gronduitgifte, dan kunnen slechts de kosten worden verhaald tot<br />
maximaal het niveau van de opbrengsten uit gronduitgifte. Dit wordt macroaftopping (6.16 Wro) genoemd.<br />
Op grond van de berekeningen in de exploitatieopzet, waarbij zowel de opbrengsten als de kosten door middel<br />
van een contante waardeberekening vergelijkbaar zijn gemaakt, blijkt dat de contante waarde van de te<br />
verwachten opbrengsten hoger zijn dan de contante waarde van de te verwachten kosten (zie onderstaande tabel).<br />
Macroaftopping is daarom niet aan de orde. De toe te rekenen kosten zijn verhaalbaar.
[24]<br />
5.6 TOELICHTING OP ARTIKEL 5.6 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: FASERING EN<br />
KOPPELINGEN<br />
In hoofdstuk 4 van het exploitatieplan zijn faseringen voor de werken, werkzaamheden, maatregelen en<br />
bouwplannen opgenomen alsmede koppelingen hiertussen. Deze fasering en koppelingen zijn uitgangspunt<br />
geweest bij het opstellen van de exploitatieopzet.<br />
5.7 TOELICHTING OP ARTIKEL 5.7 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: WIJZE VAN<br />
TOEREKENING VAN DE TE VERHALEN KOSTEN AAN DE UIT TE GEVEN GRONDEN E.D.<br />
Artikel 6.18 Wro bevat bepalingen over de wijze van toerekening van de te verhalen kosten. Zoals uit artikel<br />
6.18 Wro blijkt vindt dat plaats aan de hand van door de gemeente te bepalen gewogen eenheden.<br />
In dit exploitatieplan is er voor gekozen de weging plaats te laten vinden aan de hand van de uitgifteprijs c.q.<br />
opbrengsten per vierkante meter. Uitgangspunt is dat de grond met de beste opbrengstpotentie op een gewogen<br />
wijze de meeste kosten draagt. De opbrengstpotentie is vertaald in uitgifteprijzen c.q. opbrengsten. Het totaal van<br />
uitgeefbare m2 vermenigvuldigt met de verschillende uitgifteprijzen c.q. opbrengsten geeft de totale<br />
wegingsfactor.<br />
Naar rato van elk privaat aan<strong>deel</strong> in deze opbrengst zijn de kosten toege<strong>deel</strong>d. De hoogte van de<br />
exploitatiebijdrage is op deze manier gekoppeld aan het aantal m2 perceelsoppervlakte uitgeefbare grond.<br />
Per eigenaar is in verband hiermee het ruimtegebruik bepaald, waarbij onderscheid is gemaakt in uitgeefbaar<br />
terrein en openbare ruimte. Vervolgens is per eigenaar de verwachte opbrengst in beeld gebracht door<br />
uitgifteprijs per vierkante meter te vermenigvuldigen met de oppervlakte uitgeefbaar terrein per kavel. De te<br />
verhalen kosten zijn naar rato van de te verwachten opbrengsten ver<strong>deel</strong>d.<br />
Om de netto exploitatiebijdrage per eigenaar te bepalen zal de bruto bijdrage verminderd moeten worden met de<br />
inbrengwaarde.<br />
5.8 TOELICHTING OP ARTIKEL 5.8 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: REEDS<br />
GEREALISEERD KOSTEN<br />
Artikel 6.2.8 Bro bepaalt dat in de exploitatieopzet de reeds gerealiseerde kosten moeten worden vermeld. In<br />
verband hiermee is artikel 5.8 in het exploitatieplan opgenomen.
[25]<br />
BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING<br />
De volgende bijlage maken onder<strong>deel</strong> uit van de toelichting:<br />
BIJLAGE 1 BIJ DE TOELICHTING: Overdrachtdocument.<br />
BIJLAGE 2 BIJ DE TOELICHTING: taxatie van de inbrengwaarde<br />
BIJLAGE 3 BIJ DE TOELICHTING: Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp-exploitatieplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
BIJLAGE 4 BIJ DE TOELICHTING: Overzicht wijzigingen bij vaststelling ontwerp-exploitatieplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong><br />
BIJLAGE 5 BIJ DE TOELICHTING: Erratum op Nota van beantwoording zienswijzen exploitatieplan<br />
<strong>Lelystad</strong> – <strong>Larserknoop</strong>” en de “Nota van wijzigingen bij de vaststelling exploitatieplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong>”<br />
behorende bij de vaststelling van het exploitatieplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong>.
BIJLAGE 1<br />
Overdrachtsdocument
OVERDRACHTDOCUMENT<br />
Over te dragen gebied :<br />
Datum :<br />
Voor de overdracht van het openbaargebied aan de gemeente is een<br />
overdrachtsschouw noodzakelijk. In het kader van deze schouw en overdracht moet<br />
de gemeente de volgende documenten ontvangen (digitaal en 1 set analoog):<br />
Van toepassing Aanwezig<br />
(In te vullen door<br />
gemeente)<br />
• Plattegrond van over te dragen gebied O O<br />
• Bestek en tekeningen O O<br />
• Camera-inspectie riool (tevens digitaal op cd, suf 2.0.) O O<br />
• Inspectie drainage O O<br />
• Lijst van leveranciers (goederen) O O<br />
• Revisie riolering (tevens digitaal) O O<br />
• Revisie drainage (tevens digitaal) O O<br />
• Revisie groen (tevens digitaal) O O<br />
• Revisie speelvoorzieningen (tevens digitaal) en<br />
O<br />
O<br />
keuringsrapporten<br />
• Revisie watergangen (tevens digitaal) O O<br />
• Revisie kunstwerken (tevens digitaal) O O<br />
• Gegevens politiekeurmerk O O<br />
• Afspraken met derden (door projectleider PWM) O O<br />
Openbare verlichting<br />
• Revisie OV (2x) O O<br />
• Codering lichtmasten O O<br />
Riolering<br />
• Revisie pompinstallatie (logboek/handleiding) O O<br />
• Keuring pompinstallatie O O<br />
• Bijgewerkte overzichtstekening pompen/persleiding O O<br />
• Bijgewerkte overzichtstekeningen<br />
O<br />
O<br />
DWA+RWA+SWA+blusleiding<br />
• Bijgewerkte watergangentekeningen O O<br />
• Proces verbaal van oplevering per bestek O O<br />
Datum<br />
gereed<br />
Toelichting<br />
Uitzonderingen op over te dragen gebied:<br />
………………………………………………………………………………………………….<br />
Gemaakte afspraken over nog uit te voeren werkzaamheden, plichten,<br />
bevoegdheden, financiën met betrekking tot overdracht van betreffend gebied:<br />
…………………………………………………………………………………………………..
BIJLAGE 2<br />
Taxatie van de inbrengwaarden
Taxatierapport<br />
bedoeld voor het bepalen van de inbrengwaarden van diverse<br />
percelen, gelegen in het bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> -<br />
<strong>Larserknoop</strong>' ten behoeve van het door de <strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> op<br />
te stellen exploitatieplan<br />
projectnr. 231986<br />
revisie 01<br />
3 mei 2010<br />
Opdrachtgever<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong><br />
Afdeling Economie & Vastgoedontwikkeling<br />
Postbus 91<br />
8200 AB LELYSTAD<br />
datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave<br />
3 mei 2010 definitief ing. M. van Hoek ing. J.J. Claus
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Inhoud<br />
Blz.<br />
1 Algemeen 3<br />
1.1 Opdracht 3<br />
1.2 Taxateur/deskundige 3<br />
1.3 Omschrijving van het (toekomstige) gebied 4<br />
1.4 Omschrijving van de opdracht en waarderingsgrondslag 6<br />
1.5 Informatiebronnen 6<br />
1.6 Omschrijving van de gehanteerde waardebegrip(pen) 7<br />
1.7 Opname- en peildatum 8<br />
2 Kadastrale- en plaatselijke aanduidingen 9<br />
2.1 Zakelijke rechten 9<br />
2.2 Wet voorkeursrecht <strong>Gemeente</strong>n 9<br />
2.3 Bestemmingsplan, MOP en Structuurplan <strong>Lelystad</strong> 2015 10<br />
3 Omschrijving van bebouwde percelen en onbebouwde percelen 12<br />
4 Milieuaspecten, bodem- en grondwaterverontreinigingen 14<br />
5 Uitgangspunten voor de waardering 15<br />
5.1 Algemene uitgangspunten 15<br />
6 Toelichting op de taxaties 16<br />
6.1 Inbrengwaarden 16<br />
6.2 Onderbouwing 17<br />
7 Samenvatting taxatie-uitwerking en berekeningen 18<br />
7.1 Inbrengwaarde bebouwde object plangebied 18<br />
7.2 Inbrengwaarde losse percelen plangebied 18<br />
7.3 Taxatie sloopkosten Meerkoetenweg 10 19<br />
Bijlagen:<br />
1 Plankaart en kadastrale informatie<br />
2 Eigenarenkaart<br />
3 Rekenblad met de taxaties van de inbrengwaarden<br />
4 Rekenblad sloopkosten<br />
5 Foto's<br />
blad 2 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
1 Algemeen<br />
1.1 Opdracht<br />
In eerste instantie is, na een overleg op donderdag 7 april 2010 in het gemeentehuis van<br />
<strong>Lelystad</strong>, door de heer B. Borgman aan Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. mondeling<br />
opdracht verstrekt tot opmaken van een rapport, bedoeld voor het vaststellen van de<br />
inbrengwaarden van de diverse benodigde percelen grond in de zone <strong>Lelystad</strong>-<br />
<strong>Larserknoop</strong>, Fase 1a)". Deze opdracht is op 13 april 2010 door de opdrachtgever<br />
schriftelijk bevestigd met een brief (kenmerk G10-00176).<br />
De opdracht bestaat uit het:<br />
1. bepalen van de inbrengwaarde percelen bedrijventerrein - 2 te weten fase 1;<br />
2. bepalen van de inbrengwaarde ondergrond wegennet bedrijventerrein;<br />
3. bepalen verwervingskosten opstal met ondergrond en erf Meerkoetenweg 10;<br />
4. bepalen van de hoogte van de sloopkosten opstal Meerkoetenweg 10<br />
Deze rapportage is gebaseerd op het besluit van de raad van de gemeente <strong>Lelystad</strong> van<br />
16 september 2008 tot nadere uitwerking van de Gebiedsvisie <strong>Larserknoop</strong> en dan met<br />
name het 2 e scenario Garden City. Daarnaast is door de gemeente aanvullende informatie<br />
verstrekt en zijn kadastrale gegevens ingewonnen. Voor dit gebied moet nog nadere<br />
besluitvorming plaatsvinden namelijk door het vaststellen van het -eventueel nog te<br />
wijzigen - `Voorontwerp Bestemmingsplan <strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> '(d.d. 29-01-10). Voor de<br />
waardering is, voor zover van toepassing, uitgegaan van zicht- en geveltaxaties.<br />
1.2 Taxateur/deskundige<br />
De heer mr. R. Dijkstra, Register-Taxateur van onroerende zaken, ingeschreven in het<br />
register van Stichting VastgoedCert te Rotterdam, verbonden aan Ingenieursbureau<br />
Oranjewoud B.V., afdeling Vastgoed, Economie & Legal, vestiging Heerenveen per adres<br />
Tolhuisweg 57 te Heerenveen (Postbus 24, 8440 AA Heerenveen)<br />
en<br />
De heer ing. M. van Hoek, beëdigd rentmeester en Register-Taxateur van onroerende<br />
zaken, ingeschreven in het register van Stichting VastgoedCert te Rotterdam, kamers<br />
Bedrijfsmatig en Landelijk Vastgoed onder nummers BV01.20.501.5.0250 en<br />
LV01.20.501.5.0179, wonende te Dalfsen, verbonden aan Ingenieursbureau Oranjewoud<br />
B.V., afdeling Vastgoed, Economie & Legal, vestiging Heerenveen, per adres Tolhuisweg<br />
57 te Heerenveen (Postbus 24, 8440 AA Heerenveen).<br />
blad 3 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
1.3 Omschrijving van het (toekomstige) gebied<br />
Het te taxeren gebied is gelegen tussen de A6 en de Meerkoetentocht en wordt aan de<br />
noordzijde begrensd door de N302 (de Larserweg en aan de zuidzijde door agrarische<br />
gronden en het fietspad richting het Knarbos. In dit gebied bevindt zich één bebouwd<br />
agrarisch perceel met opstallen (Meerkoetenweg 10). De overige benodigde percelen zijn<br />
onbebouwd en hebben ten tijde van de taxatie een agrarische functie. Het gebied heef<br />
een grootte van circa 167.7 ha inclusief ondergrond wegen.<br />
De directe omgeving wordt gekenmerkt door een open agrarisch landschap. Op het<br />
industrieterrein luchthaven <strong>Lelystad</strong> bevindt zich een luchthaven en luchthaven gebonden<br />
bedrijvigheid. Ook zijn er een testbaan en een racecircuit. Tegen de A6 is bedrijventerrein<br />
Larserpoort gesitueerd.<br />
In het gebied zijn door de gemeente <strong>Lelystad</strong> vier milieus cq clusters geprojecteerd<br />
binnen de gebiedsvisie <strong>Larserknoop</strong> gecombineerd met het scenario Garden City. Omdat<br />
het gebied gefaseerd wordt ontwikkeld wordt in het kader van de taxatieopdracht uitgaan<br />
van de realisatie van milieus 1 en 2 in de periode 2010 -2020. Op de figuur in rood<br />
ingekleurd. Een nabij het huidige bedrijventerrein Larserpoort en één in het ge<strong>deel</strong>te van<br />
het agrarische gebied tussen de Meerkoetenweg en de Meerkoetentocht. Zie ook figuur 1<br />
Figuur 1: Indicatieve uitwerking milieus<br />
Van het plangebied met daarop de diverse kadastrale percelen is een exemplaar in de<br />
bijlage opgenomen.<br />
blad 4 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
De te verwerven gronden zijn op basis van de plankaart en voorontwerp bestemmingsplan<br />
<strong>Lelystad</strong>-<strong>Larserknoop</strong> (code 083811 / 19-01-10) bestemd als Bedrijventerrein-2. Ook<br />
worden delen van deze gronden bestemd als Groen, Water en Verkeer. Op basis van het<br />
voorontwerp bestemmingsplan zijn bedrijven toegestaan tot en met categorie 4.2, waarbij<br />
in een aantal gevallen maximaal categorie 4.1 is toegestaan. Deze categorie is toegestaan<br />
aan de oostgrens van cluster/milieu 1, parallel lopend met de huidige Meerkoetenweg.<br />
Als strijdig ruimtegebruik wordt o.a. omschreven:<br />
- het gebruik van de gebouwen voor kantoor over een bedrijfsvloeroppervlakte van meer<br />
dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf;<br />
- het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van<br />
detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel;<br />
- het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van<br />
productiegebonden detailhandel zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte meer dan 10%<br />
van het bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt met een maximum van 100 m²;<br />
- het gebruik van het voorterrein voor bedrijfsmatige opslagdoeleinden.<br />
Door de gemeente verstrekte kaarten laten zien dat de er nieuw groene bestemmingen en<br />
wegen worden gecreëerd.<br />
In scenario 2 wordt onder het kopje ontsluiting aangegeven dat de hoofdauto-ontsluiting<br />
met daaraan gekoppeld een HOV- lijn de drager is van het model Garden City. De<br />
hoofdautoroute wordt gefaseerd aangelegd. In de beginjaren is de HOV-lijn een snelle<br />
busverbinding in de vorm van een vrij liggende busbaan. Na verloop van tijd, als de<br />
vervoersdruk toeneemt, kan de busbaan omgevormd worden tot een meer tot de<br />
verbeelding sprekend element. In de planvoorschriften worden de onder Verkeer<br />
aangewezen gronden ook bestemd voor het tegengaan van te hoge geluidsbelasting van<br />
industrie en vliegtuiglawaai.<br />
Het wegprofiel wordt opgezet als een vrijliggende busbaan met aan weerszijden wegen,<br />
fietspaden en voetpaden. Het benodigde wegprofiel bedraagt circa 45 meter.<br />
De wegen in het gebied beslaan een totale oppervlakte van circa 28.7 ha.<br />
In het gebied zijn de bestemmingen Groen en Water langs de randen van de bedrijvigheid<br />
gesitueerd. De voor Groen aangewezen gronden bestaan o.a. uit bossingels en parkzone's<br />
en zijn - gezien de planvoorschriften - <strong>deel</strong>s ook bedoeld om een te hoge geluidsbelasting<br />
tegen te gaan van industrie en vliegtuiglawaai.<br />
Er zijn in opdracht van de gemeente <strong>Lelystad</strong> onderzoeken gedaan naar externe<br />
veiligheid. De uitkomsten van deze onderzoeken geven geen aanleiding tot correctie van<br />
de inbrengwaarden op basis van te verwachten veiligheidsricico's. Een en ander met de<br />
aanname de aanbevelingen inzake MER worden opgevolgd door de gemeente. Dit houdt<br />
met name in dat er functie's met lage personendichtheden worden geprojecteerd in het<br />
oostelijke <strong>deel</strong> van het gebied (nabij vliegveld)<br />
De gemeente <strong>Lelystad</strong> heeft het voornemen om de gronden te gaan bestemmen voor<br />
hoogwaardige bedrijvigheid. Er wordt daarbij gedacht aan specifieke industriële clusters,<br />
logistieke functies en internationaal georiënteerde R&D instituten. In een latere fase<br />
kunnen daar nog grootschalige publieksfuncties/leisure aan worden toegevoegd.<br />
blad 5 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Ondergetekende heeft met het scenario Garden City in een zekere mate rekening<br />
gehouden met de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, maar omdat er geen ruimtelijk<br />
inrichtingsplan beschikbaar is van het gebied op perceelsniveau, grootte van de<br />
bouwblokken, inrichting wordt hier alleen op hoofdlijnen rekening mee gehouden.<br />
1.4 Omschrijving van de opdracht en waarderingsgrondslag<br />
De opdracht van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> is als volgt.<br />
Opdrachtgever wenst, in het kader van het hierna op te stellen exploitatieplan, gebaseerd<br />
op de nieuwe Grondexploitatiewet, in werking getreden per 1 juli 2008, inzicht te krijgen<br />
in de taxatiewaarden van de in het gebied gelegen gronden.<br />
Dit ten behoeve van het bepalen van de inbrengwaarden voor het door de gemeente op te<br />
stellen exploitatieplan. Het exploitatieplan biedt de grondslag voor publiekrechtelijk<br />
kostenverhaal.<br />
1.5 Informatiebronnen<br />
De taxatie is gebaseerd op ter plaatse uitgevoerde globale bezichtiging van de zich in het<br />
plangebied bevindende gronden en uitwendige beschouwing van de bestaande opstal<br />
Meerkoetenweg 10, voor zover aanwezig en staande en gelegen binnen de aangegeven<br />
grenzen van het toekomstige plan.<br />
Deze grofmazige beschouwing vond plaats op dinsdag 13 april 2010 aan de hand van de<br />
aan ondergetekende ter beschikking gestelde informatie van de opdrachtgeefster en/of<br />
derden, zoals van het Kadaster. De informatie betrof enkele tekeningen op grove maat<br />
met daarop vermeld de eigenaren per perceel. Ook was een luchtfoto van het gebied met<br />
daarop ingetekend de beoogde perceelsgrenzen de bedrijvigheid. Ondergetekende heeft<br />
daarnaast kadastrale tekeningen en uittreksels van de leggers opgevraagd. Tevens zijn<br />
het voorontwerp bestemmingsplan januari 2010 met bijlagen en plankaart ter beschikking<br />
gesteld. Ook het ondernemingsplan van OMALA NV (juni 2009) is beschikbaar gesteld<br />
waarbij met name aandacht geschonken is aan <strong>deel</strong> 2 hoofdstuk 2 Verwervingsstrategie<br />
en Grondbeleid en paragraaf 3.1. Grondexploitatie. Als laatste zijn door de opdrachtgever<br />
diverse documenten beschikbaar gesteld waaronder een taxatienotitie (d.d. 7 augustus<br />
2009 CONCEPT I) geschreven door Hoogstate Taxateurs o/z en Rentmeesters B.V inzake<br />
het Omalagebied te <strong>Lelystad</strong> en een advies van deskundigen inzake verwerving<br />
Meerkoetenweg 15 te <strong>Lelystad</strong>.<br />
Van de door de opdrachtgeefster en/of derden ter beschikking gestelde informatie is<br />
kennis genomen. Door ondergetekende wordt geen aansprakelijkheid aanvaard, indien<br />
mocht blijken dat de informatie onjuist en/of onvolledig is geweest.<br />
blad 6 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
1.6 Omschrijving van de gehanteerde waardebegrip(pen)<br />
Inbrengwaarde<br />
Dit is de waarde, die de grond overeenkomstig artikel 40b tot en met 40f van de<br />
Onteigeningswet heeft. Dit is de zogenaamde "werkelijke waarde", in het kader van de<br />
WvG ook wel "verkeerswaarde" genoemd. Voor het bepalen van de verkeerswaarde wordt<br />
volgens onteigeningsjurisprudentie gekozen voor de hoogste waarde van hetzij de<br />
huidige gebruikswaarde hetzij de complexwaarde (uitgaande van realisatie volgens het<br />
nieuwe bestemmingsplan). Als de complexwaarde gekozen wordt, vindt er een egalisatie<br />
van de waarden van de gronden plaats.<br />
Voor de gronden welke onteigend zijn of waarvoor een onteigeningsbesluit is genomen, of<br />
welke op onteigeningsbasis zijn verworven, is de inbrengwaarde gelijk aan de<br />
schadeloosstelling als gevolg van de Onteigeningswet. Noodzakelijkheid en urgentie<br />
dienen daarbij aannemelijk gemaakt te worden.<br />
Gelet echter op het stadium, waarin het ontwerpbestemmingsplan verkeert, is hier nog<br />
geen sprake van de aanwezigheid van een onteigeningsbesluit. Op alle percelen in het<br />
plangebied is ten tijde van de waardering echter wel een voorkeursrecht gevestigd ex<br />
artikel 2 WvG (oud) of artikel 8 WvG (oud).<br />
Complexwaarde<br />
Bij de waardebepaling moet er rekening mee worden gehouden, dat de te onteigenen (in<br />
te brengen) gronden <strong>deel</strong> uitmaken van een groter geheel. In die situatie moet worden<br />
beoor<strong>deel</strong>d, of de complexwaarde, waarbij alle baten en lasten en de planologische<br />
bestemming voor de onroerende zaken, die samen het complex uitmaken worden<br />
geëgaliseerd, voldoende recht doet aan de werkelijke verkoopwaarde van de onroerende<br />
zaak, als de onteigening wordt weggedacht. Op basis van artikel 40d van de<br />
Onteigeningswet beïnvloedt namelijk elke bestemming van een zaak de waardering van<br />
alle zaken binnen het complex.<br />
Onteigeningsschadeloosstelling<br />
De schadeloosstelling op grond van de Onteigeningswet beoogt de schade, die een<br />
rechtstreeks en noodzakelijk gevolg is van de onteigening, volledig te vergoeden.<br />
De schade kan bestaan uit vermogensschade (de "vrije verkoopwaarde" van de<br />
onroerende zaak), uit overige vergoedingen voor jaarlijks terugkerende schaden (zoals<br />
inkomensderving) en uit vergoeding voor eenmalige bijkomende schaden (bijvoorbeeld<br />
verhuiskosten, bedrijfsstagnatie, aanpassen drukwerk, enz).<br />
Jaarlijks terugkerende schade dient, rekening houdende met de specifieke<br />
omstandigheden, volgens vaste jurisprudentie gekapitaliseerd te worden vergoed.<br />
Indien de onteigening een ge<strong>deel</strong>te van de onroerende zaak van de eigenaar betreft, kan<br />
het bij de eigenaar in eigendom blijvende <strong>deel</strong> een waardevermindering ondergaan, die<br />
op grond van de Onteigeningswet vergoed dient te worden.<br />
blad 7 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
1.7 Opname- en peildatum<br />
De taxateur heeft het betreffende gebied op 13 april 2010 bezocht en opgenomen.<br />
De in dit rapport aangegeven waarden en uitgevoerde berekeningen zijn gebaseerd op<br />
prijspeil van 3 mei 2010.<br />
blad 8 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
2 Kadastrale- en plaatselijke aanduidingen<br />
Volgens de informatie verstrekt door de Directie van het Kadaster en de Openbare<br />
registers in behoren alle percelen tot de kadastrale gemeente <strong>Lelystad</strong>, sectie B.<br />
Aantekeningen bij de objecten<br />
Er is een beperkte kadastrale recherche gepleegd.<br />
Zie bijlage 1 met tekeningen en uittreksels van de leggers.<br />
2.1 Zakelijke rechten<br />
Er is beperkt kennisgenomen van met de onroerende zaak verbonden zakelijke rechten.<br />
Het perceel <strong>Lelystad</strong>, sectie B nummer 125 is belast met een recht van erfpacht. De<br />
gemeente <strong>Lelystad</strong> is erfpachter. De Staat als gerechtigde voor eigendom.<br />
De percelen <strong>Lelystad</strong>, sectie B, nummers 118, 119,120, 123, 124 en 125 zijn alle belast met<br />
zakelijke rechten, als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder B van de Belemmeringenwet<br />
Privaatrecht, ten behoeve van NV Nuon infra Oost te Arnhem, Vitens NV te Utrecht en KPN<br />
Telecom BV te 's Gravenhage. Dat zijn veelal gevestigde rechten, ten behoeve van het<br />
hebben, houden, onderhouden, enz. van één of meer leidingen.<br />
Ten aanzien van al of niet gevestigde zakelijke rechten, zijnde bijvoorbeeld<br />
erfdienstbaarheden als dienend erf, kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen en<br />
overige lasten en beperkingen, kenbaar uit de openbare registers als bedoeld in artikel 16<br />
Boek 3 BW en andere akten waarbij vooromschreven rechten werden gevestigd, is geen<br />
uitgebreid titelonderzoek gedaan.<br />
2.2 Wet voorkeursrecht <strong>Gemeente</strong>n<br />
Voor zover inzichtelijk is geworden aan de hand van verkregen of ingewonnen informatie<br />
is op alle van de percelen een recht als bedoeld in de Wet voorkeursrecht <strong>Gemeente</strong>n<br />
gevestigd hetzij op basis van artikel 2 danwel artikel 8 WvG (oud).<br />
blad 9 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
2.3 Bestemmingsplan, MOP en Structuurplan <strong>Lelystad</strong> 2015<br />
De gronden waarop de beoogde nieuwe ontwikkelingen betrekking hebben, zijn voor het<br />
overgrote <strong>deel</strong> gelegen in drie vigerende bestemmingsplannen te weten:"<br />
• Bestemmingsplan Larserpoort, vastgesteld 12 februari 1988 en goedgekeurd<br />
door GS op 20 mei 1988;<br />
• Bestemmingsplan Larserpoort A, vastgesteld 16 september 1999 en<br />
goedgekeurd door GS op 27 december 1999;<br />
• Bestemmingsplan Landelijk gebied <strong>Lelystad</strong>, ge<strong>deel</strong>te Oostelijk Flevoland<br />
Voor nadere informatie over de specifiek geldende bestemmingen van elk van de in het<br />
nieuwe plangebied gelegen percelen, wordt door ondergetekende verwezen naar de<br />
informatiebalie van de gemeente.<br />
Op 15 december 2009 is door de raad van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> het Meerjaren<br />
Ontwikkelingsprogramma 2010 -2014 (MOP) vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen de<br />
kaders voor ontwikkeling en uitvoering van beleid. In dit plan wordt o.a. ingezet op de<br />
ontwikkeling van de Luchthaven <strong>Lelystad</strong> en <strong>Larserknoop</strong> als belangrijke economische<br />
pijlers. De beoogde extra (derde) aansluiting van <strong>Lelystad</strong> op de A6 is één van de<br />
belangrijke infrastructureel project van belang voor het plangebied.<br />
"Structuurplan <strong>Lelystad</strong> 2015" vastgesteld in 2005. De gemeente zet in op het vergroten<br />
van het aantal arbeidsplaatsen tot 32.000 in 2015. Het plangebied <strong>Larserknoop</strong> is een van<br />
de knooppunten die het Structuurplan benoemd. De ligging tussen de luchthaven en<br />
<strong>Lelystad</strong> maakt het gebied aantrekkelijk om te ontwikkelen. Ook betekent de aanleg van<br />
de Hanzelijn en de N23 een betere ontsluiting van <strong>Lelystad</strong>, vooral naar de IJsseldelta en<br />
Dronten. Daardoor is het plangebied goed te bereiken via de lucht (de luchthaven), via de<br />
weg (A6) en de trein.<br />
In de <strong>Gemeente</strong>lijke Visie Vestigingsbeleid (GVV) is in februari 2007 vastgesteld.<br />
In de GVV wordt de wijze waarop invulling wordt gegeven aan bestaande<br />
en toekomstige werklocaties uiteengezet. Larserpoort is het meest hoogwaardige terrein<br />
van de gemeente <strong>Lelystad</strong> en is nagenoeg direct ontsloten op de A6.<br />
Er zijn grote kavels (vanaf 5000 m 2 ) aanwezig. Langs de A6 en de Larserweg is het<br />
mogelijk om bedrijven met een hoog percentage kantooroppervlakte (tot maximaal 70 %<br />
van de bedrijfsoppervlakte) te realiseren. Het betreft hier bedrijven die autoafhankelijk<br />
zijn, geen baliefunctie hebben en niet te typeren zijn als back-office functie. De<br />
toegestane bedrijven zijn bijvoorbeeld belastingconsulenten, registeraccountants<br />
en reclameadviesbureaus.<br />
De Economische Programmering <strong>Larserknoop</strong> (EPL, vastgesteld 16 september 2008) bevat<br />
de bouwstenen voor de Gebiedsvisie <strong>Larserknoop</strong>.. De gemeente wil daarnaast, om de<br />
economische doelstelling te bereiken, beschikken over alle typen bedrijventerrein. Het<br />
betreft hier logistieke terreinen (voor transport en distributiebedrijven), industrieterreinen<br />
(met zwaardere bedrijven), hoogwaardige bedrijventerreinen (terreinen voor<br />
blad 10 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
hoogwaardige activiteiten op het gebied van productie en onderzoek en ontwikkeling<br />
(R&D)) en gemengde bedrijventerreinen (bedrijven die niet behoren tot de andere<br />
categorieën). Op het bedrijventerrein <strong>Larserknoop</strong> is ruimte voor unimodale logistieke<br />
bedrijven. Daarnaast is binnen de gemeente behoefte aan een grotere oppervlakte voor<br />
hoogwaardige bedrijvigheid. Tot 2015 is er een behoefte aan ongeveer 10 hectare. Het<br />
huidige hoogwaardige bedrijventerrein Larserpoort is nagenoeg uitgegeven. Voor het<br />
nieuwe bedrijventerrein <strong>Larserknoop</strong> wordt dus ook voorzien in de locatie van nieuwe,<br />
hoogwaardige bedrijven. In mindere mate is er nog behoefte aan gemengd<br />
bedrijventerrein. Ook deze behoefte kan een plek krijgen op <strong>Larserknoop</strong>.<br />
Door de uitbreiding van de luchthaven wordt <strong>Lelystad</strong> een interessante vestigingsplaats<br />
voor bedrijven die vanwege de goede bereikbaarheid zich daar willen vestigen.<br />
Tenslotte wordt in de Gebiedsvisie <strong>Larserknoop</strong> gesteld dat nagenoeg alle modaliteiten<br />
samenkomen. Dit betekent dat er een infrastructureel knooppunt ontstaat, waar lucht-,<br />
auto-, treinen busverkeer samenkomen. Door deze bereikbaarheid wordt dit gebied<br />
aantrekkelijk voor de vestiging van verschillende functies. Door de ontwikkeling van<br />
Luchthaven <strong>Lelystad</strong> tot een regionale luchthaven met intra-Europees verkeer, krijgt het<br />
gebied een internationale uitstraling. Doelgroepen voor het bedrijventerrein zijn onder<br />
andere luchtvaartgerelateerde bedrijvigheid, zoals autoverhuurbedrijven en catering, die<br />
niet op de luchthaven gevestigd zijn, maar daar wel aan verbonden zijn. Daarnaast maakt<br />
de knooppuntfunctie het gebied aantrekkelijk voor grootschalige publieksfuncties, zoals<br />
congres-, beurs- en tentoonstellingsruimten. Tevens is het plangebied geschikt voor<br />
logistieke bedrijven vanwege de nabijheid vanhet hoofdwegennet (de A6 en de<br />
Larserweg). Tot slot is het gebied aantrekkelijk voor (regionale) kantoren die wegens de<br />
uitstraling en nabijheid van de luchthaven zich hier willen vestigen.<br />
blad 11 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
3 Omschrijving van bebouwde percelen en onbebouwde percelen<br />
Uitgangspunt voor onderstaande percelen is dat deze niet zijn onteigend. Ook is er geen<br />
onteigeningsbesluit genomen en/of ze zijn nog niet verworven op onteigeningsbasis.<br />
De kans bestaat echter, dat deze gronden op deze basis zullen moeten worden verworven.<br />
Ondergetekenden gaan in dit stadium van de planontwikkeling ten aanzien van deze<br />
bebouwde objecten daarom uit van een scenario, dat in artikel 6.13, lid 5 Wro wordt<br />
onderscheiden, namelijk volledige schadeloosstelling op basis van de methodiek, die in<br />
het Onteigeningsrecht wordt gehanteerd.<br />
Daarnaast geldt voor deze opdracht de volgende fictie. Ter bepaling van de<br />
inbrengwaarden van onbebouwde gronden worden alleen die oppervlakten van de<br />
percelen ingebracht welke daadwerkelijk binnen de grenzen van de plangebieden vallen.<br />
Met de zogenoemde overmaat van deze kadastrale percelen wordt in het kader van deze<br />
rapportage geen rekening gehouden.<br />
1. Bedrijfswoning met loods, Meerkoetenweg 10, 8218 NA te <strong>Lelystad</strong><br />
Volgens de aangeleverde informatie wordt een bedrijfswoning met loods in het plan<br />
begrepen met ondergrond en bijbehorend erf, uitmakende het gehele perceel, kadastraal<br />
bekend gemeente <strong>Lelystad</strong>, sectie B, nummer 84, groot 41 ha 88 are en 95 centiare<br />
(418.895 m²).<br />
Genoemd perceel B 84 staat geregistreerd op naam van Barenza Hoeve B.V.<br />
Op basis van waarneming vanaf de Meerkoetenweg en aan de hand van beschikbare<br />
kaarten en luchtfoto's is de loods ongeveer 1.924 m² bvo groot en bestaat deze uit een<br />
gemetselde onderbouw van baksteen en uit een bovenbouw van asbestcementen<br />
golfplaten met dito dakplaten. De loods wordt gebruikt voor aardappelopslag,<br />
uienbewaring en stalling van machines. Tevens is er een inpandige werkplaats. De<br />
bedrijfswoning, type bungalow, jaren '70 heeft een geschatte inhoud van circa 600 m 3 . De<br />
woonhuis is door middel van een verbindingstuk verbonden met de loods.<br />
Ondergetekenden hebben op basis van de methode huurwaardekapitalisatie de waarde<br />
van het object met ondergrond en enig erf geschat en een toegevoegde waarde berekend<br />
voor de overgebleven hoeveelheid ongebonden grond. Daarna is de reconstructie<br />
uitgevoerd op basis van een fictieve aankoop van een vergelijkbaar object elders, waaruit<br />
de schadeloosstelling als bijdrage in hogere investeringslasten is berekend. Tot slot zijn<br />
de overige bijkomende vergoedingen zoals aankoopkosten vervangend object, als<br />
overdrachtsbelasting, notariskosten en kadastraal recht, enz. en bijdragen in<br />
verhuiskosten, aanpassingen, enz.<br />
blad 12 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Onbebouwde percelen<br />
Naast het hierboven beschreven bebouwde object, zijn er diverse onbebouwde percelen<br />
in het toekomstig plangebied gelegen. Per perceel heeft er een waardering<br />
plaatsgevonden. Enkele percelen zijn ge<strong>deel</strong>telijk in het plangebied gelegen.<br />
Voor de onderbouwing is gebruik gemaakt van de meest recente verkoopcijfers in dit<br />
gebied, met correctie naar gewijzigde omstandigheden in de markt van mogelijk voor<br />
bedrijventerreinen te ontwikkelen gronden en naar invloeden op macro-economisch<br />
gebied. In een markt als deze geldt nu evenzeer dat resultaten, behaald in het verleden,<br />
geen garanties bieden voor de toekomst. Door ondergetekenden zijn vergelijkingen<br />
gemaakt met verkoopcijfers van dergelijke gronden in de regio en de meest recente cijfers<br />
uit andere gemeenten, in een aantal opzichten goed vergelijkbaar met <strong>Lelystad</strong>.<br />
In de bijlage met het rekenblad, dat een integraal onder<strong>deel</strong> uitmaakt van dit rapport, is<br />
per object de waardegrondslag van de uitgebrachte taxatie vermeld.<br />
blad 13 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
4 Milieuaspecten, bodem- en grondwaterverontreinigingen<br />
In het kader van deze taxatie heeft geen onderzoek plaatsgevonden naar eventuele<br />
verontreiniging van de grond en/of grondwater, behorende tot de diverse objecten, al of<br />
niet bebouwd, welke verontreinigingen naar huidige inzichten en maatstaven gevaar<br />
zouden kunnen opleveren voor het milieu en/of de gezondheid.<br />
Bij de waardebepaling wordt er dan ook van uitgegaan dat er geen sprake is van<br />
verontreiniging en/of andere vormen van vervuiling, zoals in het bijzonder asbest en<br />
asbesthoudende materialen, tenzij daarover in de beschrijving van het object melding van<br />
de aanwezigheid ervan is gemaakt (zie Meerkoetenweg 10).<br />
blad 14 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
5 Uitgangspunten voor de waardering<br />
5.1 Algemene uitgangspunten<br />
• Ten behoeve van deze rapportage heeft een beperkte kadastrale recherche<br />
plaatsgevonden. Bij de taxatie is verondersteld dat de objecten worden geleverd vrij<br />
van hypotheken, zakelijke beperkingen, beslagen en andere mogelijke rechten van<br />
derden uit enige overeenkomst, tenzij uitdrukkelijk genoemd.<br />
• Ten behoeve van de taxatie heeft een beperkt bestemmingsplanonderzoek<br />
plaatsgevonden.<br />
• Voor zover van toepassing zijn de vermelde waarden van onroerende zaken "kosten<br />
koper", (overdracht- en/of omzetbelasting, honorarium notaris, kadastraal recht etc.),<br />
tenzij anders vermeld en vrij van BTW, dan wel dat de vermelding van de bedragen<br />
zelf exclusief eventueel verschuldigde BTW is.<br />
• Geen rekening is gehouden met de mogelijke aanwezigheid van belemmerende<br />
ondergrondse infrastructuur, ondergrondse buizen, kabels en leidingen,<br />
funderingsresten of andere werken of bestanddelen die een mogelijke herinrichting of<br />
exploitatie van het complex nadelig beïnvloeden, anders dan vermeld.<br />
• Ook zijn in deze bedragen de kosten van sloop, verwijdering van funderingen, kabels<br />
leidingen, enz., niet begrepen, tenzij anders aangegeven. Zie ook hoofdstuk 6.1<br />
hierna.<br />
blad 15 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
6 Toelichting op de taxaties<br />
6.1 Inbrengwaarden<br />
De inbrengwaarde van de grond is een kostenpost in het systeem van de<br />
Grondexploitatiewet. Het Bro (ontwerp Besluit ruimtelijke ordening) benoemt de<br />
onderdelen van de inbrengwaarde:<br />
1. de waarde van de gronden in de gebieden;<br />
2. de waarde van de opstallen, die in verband met de exploitatie van de gronden<br />
niet gehandhaafd kunnen worden;<br />
3. de kosten van het vrijmaken van gronden in het exploitatiegebied van<br />
persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht en zakelijke<br />
lasten;<br />
4. de kosten van sloop, verwijdering en verplaatsing van opstallen, obstakels,<br />
funderingen, kabels en leidingen in het exploitatiegebied.<br />
De inbrengwaarde in de exploitatieopzet moet gebaseerd zijn op de geobjectiveerde<br />
werkelijke waarde van de grond (en, indien van toepassing de opstallen). In artikel 6.13<br />
lid 5 Wro is vastgelegd hoe de inbrengwaarden van gronden moet worden bepaald:<br />
"de inbrengwaarde van gronden wordt vastgesteld met overeenkomstige toepassing van<br />
de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet".<br />
Bij percelen die onteigend zijn of waarvoor een onteigeningsbesluit is genomen of welke<br />
op onteigeningsgrondslag zijn of worden verworven, mag in het exploitatieplan worden<br />
aangesloten op de onteigeningsschadeloosstelling. De noodzakelijkheid en de urgentie<br />
dienen dan wel te worden aangetoond.<br />
Taxatiemethodiek t.b.v. de inbrengwaarde<br />
Bovenstaande in ogenschouw nemend, kunnen enkele gronden die vallen binnen het<br />
exploitatiegebied als complexwaarde worden gewaardeerd op basis van de comparitieve<br />
methode. Er is onderzoek gedaan naar gerealiseerde verkoopcijfers in het gebied maar<br />
ook in vergelijkbare gebieden elders. Bewust is geen gebruik gemaakt van de residuele<br />
grondwaardeberekeningsmethode. De plannen zijn nog niet uitgewerkt om een<br />
betrouwbare waarde te kunnen berekenen.<br />
Voor één object heeft een waardering plaatsgevonden op basis van de<br />
onteigeningswaarde. De inbrengwaarde is berekend op basis van een reconstructie.<br />
Bij een taxatie op basis van reconstructie ligt het in de rede dat de eigenaren als zakelijk<br />
handelend ondernemer, vervangende grond zouden aankopen of het zakelijk opstalrecht<br />
van de grond verkrijgen, waardoor zij de activiteiten elders kunnen voortzetten. Een<br />
taxatie op basis van liquidatie is derhalve niet aan de orde. Bij de taxatie op basis van<br />
reconstructie is onderscheid gemaakt in vermogenswaarde, financieringsschade en<br />
bijkomende vergoedingen.<br />
blad 16 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
6.2 Onderbouwing<br />
Voor de onderbouwing van de gehanteerde inbrengwaarde per m 2 in het plangebied zijn<br />
de navolgende transactiegegevens gebruikt. Het betreft overwegend aankopen ten<br />
behoeve van toekomstige industriegrond tenzij anders aangegeven.<br />
Een rondje 'langs de velden' leert dat de aankoopprijs van toekomstige industriegrond<br />
tussen de 15 en 20 per m 2 ligt, met uitschieters in Meppel en <strong>Lelystad</strong>;<br />
• 2003: <strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong>, aankoop gronden langs Pascallaan (bouwrijpe straat) voor<br />
18,00 per m 2 ; per 1/1/2010 met inflatiecorrectie ca. 25,00 ?<br />
• februari 2010: <strong>Gemeente</strong> Zeewolde: ca. 19,00 per m 2<br />
• 2006/2007: Hattemerbroek, Oldebroek en Heerde: 17,00 per m 2 ; (per 1/1/2010<br />
met inflatiecorrectie ca. 18,50 zijn);<br />
• 2008: Genemuiden: ca. 17,00 per m 2<br />
• Oktober 2009: Meppel: 25,00 per m 2 ;<br />
• 2006: Zwolle: perceel langs de A28 voor het nieuwe restaurant van Van der Valk:<br />
15,54 per m 2 (zou per 1/1/2010 met inflatiecorrectie ca. 17,50 per m 2 zijn).<br />
Gemiddeld komt dit neer op een bedrag van circa 20,33 per m². Afgerond 20,00<br />
per m² voor toekomstige industriegrond.<br />
blad 17 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
7 Samenvatting taxatie-uitwerking en berekeningen<br />
7.1 Inbrengwaarde bebouwde object plangebied<br />
De waardering van de inbrengwaarden is mede tot stand gekomen na globale opname van<br />
de objecten, rekeninghoudend met stand en ligging, de huidige en eventuele toekomstige<br />
bestemming, alsmede alle aan ondergetekende bekende waardebepalende factoren.<br />
Mede gelet op vorenstaande beoordelingen waarderen ondergetekenden de<br />
inbrengwaarden, conform voormelde opdracht, op basis van prijspeil 28 april 2010 op<br />
bedragen zoals in de bijlage staan aangegeven. De totale inbrengwaarde is gewaardeerd<br />
op een bedrag van:<br />
858.000 (---- in woorden: achthonderdduizend en achtenvijftigduizend euro----).<br />
Bij een oppervlakte van 7.950 m² komt dat neer op 107,92 per m².<br />
Voor de berekeningen die hebben geleid tot de waardering, verwijzen we naar het<br />
bijgevoegde rekenblad, bijlage 3.<br />
Tot het verstekken van informatie zijn wij steeds bereid.<br />
7.2 Inbrengwaarde losse percelen plangebied<br />
De inbrengwaarde van de losse percelen is in totaal getaxeerd op : 30.100.100,00<br />
(in woorden: dertigmiljoen éénhonderduizend en éénhonderd euro).<br />
De complexwaarde is als volgt bepaald, uitgaand van een oppervlakte van 1.588.655m²:<br />
• complexwaarde exclusief perceel B 83 17,45<br />
• complexwaarde inclusief perceel B 83 18,95<br />
Zie ook de bijlage. De complexwaarde is berekend over de onbebouwde percelen. Overige<br />
kosten en schades zijn niet in deze taxatie betrokken.<br />
blad 18 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
7.3 Taxatie sloopkosten Meerkoetenweg 10<br />
De sloopkosten zijn getaxeerd op 71.000 (in woorden: éénenzeventigduizend euro)<br />
Voor de berekeningen die hebben geleid tot de waardering, verwijzen we naar het<br />
bijgevoegde rekenblad, bijlage 4.<br />
Ondergetekenden aanvaarden ten aanzien van de inhoud van dit rapport geen<br />
verantwoordelijkheid ten opzichte van anderen dan aan de opdrachtgeefster en dit<br />
rapport kan alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor het is aangevraagd.<br />
Aldus gedaan te goeder trouw en naar beste kennis en wetenschap, overeenkomstig de<br />
strekking van de opdracht, na opname ter plaatse en getekend,<br />
Heerenveen, 3 mei 2010<br />
Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.<br />
Vastgoed, Economie & Legal<br />
mr. R. Dijkstra<br />
Registertaxateur van onroerende zaken<br />
ing. M. van Hoek<br />
Registertaxateur van onroerende zaken<br />
blad 19 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Bijlage 1:<br />
Plankaart en kadastrale informatie<br />
blad 20 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Bijlage 2:<br />
Eigenarenkaart<br />
blad 21 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Bijlage 3:<br />
Rekenbladen met de taxaties van de inbrengwaarden<br />
blad 22 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Bijlage 4:<br />
Rekenblad met de taxatie van de sloopkosten<br />
blad 23 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
projectnr. 11585-231986 Taxatierapport<br />
3 mei 2010, revisie00 Inbrengwaarden bestemmingsplan '<strong>Lelystad</strong> - <strong>Larserknoop</strong>'<br />
Bijlage 5:<br />
Foto's<br />
blad 24 van 24<br />
Vastgoed, Economie & Legal
Rekenblad Eigenaar: Barenza Hoeve B.V.<br />
Meerkoetenweg 10<br />
8218 NA <strong>Lelystad</strong><br />
Betreft:<br />
Sloopkosten<br />
revisie 00, 20 april 2010<br />
Opp.<br />
Kadastraal perceel <strong>Lelystad</strong> B 84 418895<br />
418895 m²<br />
Soort object: Akkerbouwbedrijf<br />
Afmetingen onderdelen: Bouwjaar factor Lengte Breedte Hoogte Opp. Inhoud<br />
m¹ m¹ m¹ m² m³<br />
Woonhuis, type semi bungalow, 70-er jaren 13,7 9,7 4,5 133 598<br />
Tussenbouw 70-er jaren 16,5 6,9 2,9 114 330<br />
Loods 70-er jaren 69,7 27,6 1924<br />
Asbest (vermoedelijk asbesthoudende golfplaten) 70-er jaren 1,06 2039<br />
Verharding (betonplaten) 70-er jaren 2500<br />
Sloopkosten<br />
m² m³ / m²/m³ <br />
Woonhuis, type semi bungalow, 133 598 14 8.372<br />
Tussenbouw 114 330 14 4.622<br />
Loods 1924 11,00 21.161<br />
Asbest (vermoedelijk asbesthoudende golfplaten) 2039 11,50 23.450<br />
Verharding (betonplaten) 2500 5 12.500<br />
Totale sloopkosten 70.105<br />
Afgerond 71.000<br />
In het kader van deze taxatie heeft geen onderzoek plaatsgevonden naar eventuele verontreiniging van de grond en/of grondwater<br />
behorende tot het object, welke naar huidige inzichten en maatstaven gevaar zouden kunnen opleveren voor het milieu en/of de gezondheid.<br />
Foto's
Rekenblad Eigenaar: Barenza Hoeve B.V.<br />
Meerkoetenweg 10<br />
8218 NA <strong>Lelystad</strong><br />
revisie 01, 28 april 2010<br />
Taxatie inbrengwaarde<br />
Kad. Opp.<br />
Opp. ERF<br />
Kadastrale percelen <strong>Lelystad</strong> B 84 418895 7950<br />
Soort object: Akkerbouwbedrijf<br />
Totaal: 418895 7950 m²<br />
Afmetingen onderdelen: Bouwjaar factor Lengte Breedte Hoogte Opp. Inhoud<br />
m¹ m¹ m¹ m² m³<br />
Woonhuis, type semi bungalow 70-er jaren 13,7 9,7 4,5 133 598<br />
Tussenbouw 70-er jaren 16,5 6,9 2,9 114 330<br />
Loods (aardappel- en uienbewaring/machinestalling) 70-er jaren 69,7 27,6 1924<br />
Asbestaftrek (vermoedelijk asbesthoudende golfplaten) 70-er jaren 1,06 2039<br />
Erfverharding (betonplaten) 70-er jaren 2500<br />
Erf woning 1350<br />
Erf bedrijf 6600<br />
Grond 0<br />
Vermogenswaarde<br />
/ m²/m³<br />
m³ m² <br />
Woonhuis, type semi bungalow 598 350 209.302<br />
Tussenbouw 114 250 28.463<br />
Loods (aardappel- en uienbewaring/machinestalling) 1924 144 277.016<br />
Asbestaftrek (vermoedelijk asbesthoudende golfplaten) 2039 11,50- 23.450-<br />
Erfverharding (betonplaten) 2500 15 37.500<br />
Erf woning 1350 75 101.250<br />
Erf bedrijf 6600 25 165.000<br />
Totaalwaarde boerderij met erf 795.080<br />
Cultuurgrond 0 8 <br />
-<br />
Totale vermogenswaarde 795.080<br />
Afgerond 796.000<br />
Financieringsschade<br />
UItgangspunt is dat vervangende opstallen uit de vermogenswaarde worden betaald<br />
Bijkomende vergoedingen<br />
Overdrachtsbelasting (6%) 20.341<br />
Kosten makelaar aankoop vervangend object 3.980<br />
Verhuiskosten 15.000<br />
Herinrichtingskosten en aanleg tuin 15.000<br />
Kosten bijstand accountant 2.500<br />
Kosten bijstand deskundige 5.000<br />
Totaal bijkomende vergoedingen 61.821<br />
Afgerond 62.000<br />
Totale schadeloosstelling 858.000
Huidige Kadastrale Sectie Kad.nr Kad. Opp. Opp. in Benodigd EP ged. opp. m2 prijs inbrengwaarde waarde Complex m2 Verdeling o.b.v. Complex m2 Verdeling o.b.v. Opmerking<br />
eigenaar <strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> plangbied t.b.v. aankopen d.d. 28-4-2010 perceel waarde basis complexprijs basis waarde Ow complexprijs Ow<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 83 250210 250210 Voorstrook uitgeefbaar bedrijventerrein¹ ja 211960 30,00 6.358.800,00 aangekocht in 2000<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 83 Wegen ja 38250 10,00 382.500,00<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 83 Groen ja 0 0,00<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 83 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 0 20,00 0,00 6.741.300,00 26,94 6.741.300,00 18,95 4.740.705,83<br />
¹ perceel is technisch bouwrijp<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 84 418895 418895 Voorstrook bedrijventerrein ja 0 0,00 gehele perceel meegnomen conform afspraak<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 84 Wegen ja 20250 10,00 202.500,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 84 Groen ja 47500 8,00 380.000,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 84 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 343195 20,00 6.863.900,00 7.446.400,00 17,45 7.310.636,24 18,95 7.936.764,99<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 84 7950 Zie inbrengwaarde Meerkoetenweg 10<br />
Galtjo Hans Kofoed <strong>Lelystad</strong> B 115 691795 245000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0,00<br />
Galtjo Hans Kofoed <strong>Lelystad</strong> B 115 Wegen ja 18000 10,00 180.000,00<br />
Galtjo Hans Kofoed <strong>Lelystad</strong> B 115 Groen ja 45800 8,00 366.400,00<br />
Galtjo Hans Kofoed <strong>Lelystad</strong> B 115 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 181200 20,00 3.624.000,00 4.170.400,00 17,45 4.275.787,20 18,95 4.641.992,44<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 118 200200 54000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 118 Wegen ja 0 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 118 Groen ja 24600 8,00 196.800,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 118 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 29400 20,00 588.000,00 784.800,00 17,45 942.418,40 18,95 1.023.133,03<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 119 148800 132000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 119 Wegen ja 16800 10,00 168.000,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 119 Groen ja 16400 8,00 131.200,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 119 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 98800 20,00 1.976.000,00 2.275.200,00 17,45 2.303.689,43 18,95 2.500.991,85<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 120 93240 2000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 120 Wegen ja 0 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 120 Groen ja 500 6,60 3.300,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 120 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 1500 20,00 30.000,00 33.300,00 17,45 34.904,39 18,95 37.893,82<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 123 126780 62000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 123 Wegen ja 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 123 Groen ja 14400 8,00 115.200,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 123 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 47600 20,00 952.000,00 1.067.200,00 17,45 1.082.035,94 18,95 1.174.708,29<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 124 125000 96000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 124 Wegen ja 29000 10,00 290.000,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 124 Groen ja 0 0,00<br />
Barenza Hoeve B.V. <strong>Lelystad</strong> B 124 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 67000 20,00 1.340.000,00 1.630.000,00 17,45 1.675.410,50 18,95 1.818.903,16<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 125 440650 185000 Voorstrook bedrijventerrein ja 0,00 Erfpacht<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 125 Wegen ja 21150 10,00 211.500,00<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 125 Groen ja 34000 8,00 272.000,00<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Lelystad</strong> <strong>Lelystad</strong> B 125 Uitgeefbaar bedrijventerrein ja 129850 20,00 2.597.000,00 3.080.500,00 17,45 3.228.655,64 18,95 3.505.177,97<br />
<strong>Gemeente</strong> lelystad <strong>Lelystad</strong> divers 143550 Overblijvende infrastructuur ja 143550 20,00 2.871.000,00 17,45 2.505.262,26 18,95 2.719.828,63<br />
TOTAAL 2495570 1588655 Onbebouwde percelen 30.100.100,00 30.100.100,00 30.100.100,00<br />
Meerkoetenweg 10 858.000,00<br />
Totaal inbrengwaarde 30.958.100,00<br />
4991140 3177310 1.588.655 complex 17,45 18,95<br />
Basis<br />
Ow