Exploitateplan Lelystad Larserknoop deel 2 - Gemeente Lelystad

[8]
van de reeds vigerende bestemmingsregeling.
Voorts geldt voor het bestaande bedrijventerrein Larserpoort dat op grond van het tot de inwerking
treding van het bestemmingsplan Lelystad-Larserknoop geldende bestemmingsplan
omgevingsvergunningen voor bouwen hadden kunnen worden verleend. Dit betekent dat afdeling 6.4
Wro buiten toepassing kan blijven 3 nu bij de herziening van dat bestemmingsplan geen andere
bestemmingsregeling wordt vastgesteld. Artikel 6.12 tot en met artikel 6.22 Wro blijven voor dergelijke
bouwplannen buiten toepassing; er hoeft dus geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
Agrarisch gebied binnen het plangebied van het bestemmingsplan Lelystad-Larserknoop
Het bestemmingsplan Lelystad-Larserknoop gaat uit van behoud van de agrarische functie. Voor
ontwikkelingsmogelijkheden zowel op agrarisch vlak als in de vorm van stadsrandfuncties is in het
bestemmingsplan voorzien in de vorm van wijzigingsbevoegdheden. Wil het gemeentebestuur gebruik
maken van de mogelijkheid tot verruiming dan geldt gelet op het bepaalde in artikel 6.12 Wro de
verplichting een exploitatieplan vast te stellen voor het gebied waarop het wijzigingsplan betrekking
heeft, uiteraard voor zover sprake is van een bouwplan en voor zover het verhaal van de kosten van
grondexploitatie niet anderszins is verzekerd. 4
Overige bestaande bedrijven/andere functies
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Lelystad-Larserknoop bevinden zich behalve de
bestaande bedrijven op het bestaande bedrijventerrein Larserpoort en de agrarische bedrijven de
volgende bedrijven en/of andere functies:
- RDW.
- Politieacademie.
- ANWB.
- Midland-circuit.
- Twee bedrijven gelegen nabij het Midlandcircuit.
- Motorcrossterrein.
Voor de gronden waarop deze bedrijven en/of andere functies zich bevinden geldt dat er sprake is van
conservering van de reeds vigerende bestemmingsregeling.
Voorts geldt voor genoemde gronden dat op grond van het geldende bestemmingsplan,
omgevingsvergunningen voor bouwen hadden kunnen worden verleend. Dit betekent dat afdeling 6.4
3 Artikel 9.1.20 Invoeringswet Wro:
Voor zover op grond van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 of 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
bouwvergunning had kunnen worden verleend voor een bouwplan dat na 1 juli 2008 is aangewezen krachtens artikel 6.12,
eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, en bij de herziening van dat bestemmingsplan na dat tijdstip geen andere
bestemmingsregeling is vastgesteld, blijven de artikelen 6.12 tot en met 6.22 ten aanzien van een dergelijk bouwplan buiten
toepassing.
4 Er is een wetswijziging in voorbereiding op grond waarvan in het geval de kosten in relatie tot de opbrengsten beperkt zijn
ook geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld.