Exploitateplan Lelystad Larserknoop deel 2 - Gemeente Lelystad

[13]
TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 3: DE EISEN EN REGELS VOOR WERKEN EN
WERKZAAMHEDEN
3.1: TOELICHTING BIJ ARTIKEL 3.1 VAN HET EXPLOITATIEPLAN: EISEN EN REGELS
MET BETREKKING TOT WERKEN EN WERKZAAMHEDEN EN DE UITVOERING
Een exploitatieplan moet gelet op het bepaalde in artikel 6.13 lid 1 Wro een omschrijving van de werken
en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen
en het inrichten van de openbare ruimte van het exploitatiegebied bevatten. Artikel 6.13 lid 2 Wro
bepaalt dat een exploitatieplan voorts eisen en regels voor de werken en werkzaamheden voor het
bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de
openbare ruimte van het exploitatiegebied kan bevatten.
Zoals uit het voorgaande blijkt geeft hoofdstuk 2 van het exploitatieplan een opsomming van de uit te
voeren werken en werkzaamheden. Hoofdstuk 3 van het exploitatieplan bevat de eisen en regels waaraan
de werken en werkzaamheden moeten voldoen. De eisen zijn opgenomen om een kwaliteit die past bij de
ontwikkeling zoals voorgestaan in het exploitatiegebied te waarborgen.
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Lelystad-Larserknoop zullen ter plaatse van de gronden
met de bestemming ‘Verkeer’ hoofdontsluitingen gerealiseerd worden. Die hoofdontsluitingen zijn
bedoeld om de navolgende verbindingen te creëren:
1. Een verbinding tussen Rijksweg A6 en de binnen het exploitatiegebied gelegen gronden, maar ook
tussen Rijksweg A6 en de luchthaven en Rijksweg A6 en de na de planperiode binnen het
plangebied van het bestemmingsplan Lelystad-Larserknoop te realiseren bedrijfsclusters.
2. Een tweetal verbindingen tussen de onder 1 bedoelde verbinding en Larserweg.
De in het exploitatiegebied te realiseren bedrijven en kantoren mogen niet rechtstreeks ontsluiten via de
hoofdontsluitingen. Zij zullen moeten ontsluiten via een parallel dan wel haaks op de hoofdontsluiting te
realiseren ontsluiting.
Op dit moment is er nog geen inrichtingsschets opgesteld dat inzicht geeft in de situering van de
ontsluitingen, niet zijnde de hiervoor genoemde hoofdontsluiting. Ook is er voor deze ontsluitingen nog
geen civieltechnisch ontwerp opgesteld. Hetzelfde geldt voor de overige inrichting van de openbare
ruimte, zoals de groenvoorzieningen.
In verband met het voorgaande is in het exploitatieplan bepaald dat eerst een inrichtingsplan,
civieltechnisch ontwerp en geohydrologische onderzoek moeten worden opgesteld, die de goedkeuring
behoeven van burgemeester en wethouders. Om het goedkeuringsproces goed te laten verlopen is
eveneens bepaald dat een exploitant tijdig moet melden dat hij een aanvang wil nemen met de werken en
werkzaamheden en wanneer hij inrichtingsplan, civieltechnisch ontwerp en geohydrologische onderzoek
aan burgemeester en wethouders zal overleggen.