HET NIEUWE CANVAS - VAR

Klassieke muziek
De klassieke muziekfrequentie van Canvas verhuist van zaterdag- naar
zondagmiddag om 12.00 u. In januari zijn er twee portretten van sterzangers:
tenor Rolando Villazón en bas-bariton Werner Van Mechelen. In februari en
maart is het al Vlaamse muzikaliteit dat de klok slaat, met een reeks recitals
van pianisten en kamermuziekensembles, opgenomen in de Concert Noble in
Brussel, de Handelsbeurs in Gent, en de Academiezaal in Sint-Truiden. Een
overzicht:
Het startschot wordt gegeven met Rolando Villazón, een avond in Berlijn (13.1), een
portret van de jonge Mexicaanse stertenor Rolando Villazón, gemaakt tijdens een
concertoptreden in Berlijn. Daar zong hij grote opera-aria's van het Italiaanse en Franse
repertoire: muziek van onder meer Rossini, Donizetti, Verdi, Massenet en Mascagni.
Bisnummers gaf hij in het Spaans (een Zarzuelanummer) en in het Duits ("Dein ist mein
ganzes Herz") van Lehar, waarbij opvalt hoe los en speels hij met zijn publiek omgaat.
Villazón is niet alleen de mooiste tenor van het ogenblik - zowel uiterlijk als vocaal - hij is
ook een groot komiek. Hij kreeg als bijnaam de "Mr. Bean uit de operawereld".
De week daarna volgt Werner Van Mechelen. Over Wagner, hooikoorts en
fluwelen stemmen (20.1). Het is een portret van de Vlaamse bas-bariton en laureaat
van de eerste Koningin Elisabethwedstrijd voor zang in 1988. Werner zingt zowel lied,
oratorium als opera. De laatste jaren is hij vooral in internationale operahuizen te zien
in opera’s van Wagner. De componist die hem als 12-jarige deed besluiten zanger te
worden. Vooral voor zijn moderne vertolking van Alberich wordt hij vandaag enorm
gewaardeerd. De cameraploeg zoekt de zanger op in Venetië, Amsterdam, in de
Siegfriedproductie van de Vlaamse Opera, en in Frankrijk, waar hij woont in de schaduw
van de Mont Ventoux. We vangen interessante getuigenissen op van o.m. José Van Dam,
Ivo van Hove, Robert Carsen, Jeffrey Tate, Hartmut Haenchen, Marc Clémeur en
Sigiswald Kuijken. En we horen Werener Van Mechelen zelf in muziek van Bach, Mozart,
Schubert, Rossini, Verdi, Mahler, Wagner en Debussy.
Levente Kende is geboren en opgeleid in Boedapest. Hij woont en werkt al geruime tijd
in Vlaanderen. Toch zal het niet verbazen dat hij met de sonates van Liszt en Bartók op
de eerste plaats een pleidooi houdt voor zijn Hongaarse opleiding. (3.2)
Het toch nog altijd jeugdige pianotrio Narziss & Goldmund durft het al aan om een van
de allergrootste Schuberts te spelen. (10.2)
Faallangst valt ook niet te bespeuren bij onze vaste waarden: Luc Devos en het
Arriagakwartet. Ook zij grijpen naar het grote repertoire: Carnaval van Schumann en
het Amerikaanse kwartet van Dvorak. (17.2)
Een nieuw geluid komt van Hans Ryckelynck. Hij is een leerling van Johan Duijck en El-
Bacha. Hij ontdekte de Belgische componist Joseph Jongen ( 1873-1953 ) en voert op
overtuigende wijze diens suite en forme de sonate uit. Jongen componeerde dit werk in
Engelse ballingschap tijdens de Eerste Wereldoorlog. Nog een ontdekking: Nicolas
Callot. Hij is leerling van Levente Kende en waagt zich al aan het rijpe werk van
Johannes Brahms, zijn Fantasieën opus 116. (24.2)
Het ensemble Oxalys stuurt een trio uit. Dat brengt ons een serenade, het opus 25 van
Beethoven voor fluit, viool en altviool. Drie docenten aan het conservatorium van Gent
vormen een ander trio: Koningin Elisabethwinnaar Vitaly Samoshko, met Eddy
Het nieuwe Canvas - voorjaar 2008 www.canvas.be 57