Bijlage 3 - Gemeente Teylingen
Bijlage 3 - Gemeente Teylingen
Bijlage 3 - Gemeente Teylingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Archeologie<br />
Als eerste dient vermeld te worden dat het gaat om een verkennend bodemonderzoek, dat zich richt<br />
op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden<br />
en niet zo zeer op het onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of<br />
sporen. In het verkruimelde opgeboorde materiaal van de boringen 1 en 6 in de verstoorde bodemlagen<br />
antropogeen (“bodemvreemd”) materiaal aangetroffen in de vorm van resten puin en baksteen.<br />
Enkele resten uit deze boringen (zie onderstaande foto’s) zijn nog wel ter determinatie voorgelegd<br />
aan de heer P. Wemerman (aardewerkspecialist), waarbij de zeer recente ouderdom werd bevestigd.<br />
Archeologisch relevante indicatoren zijn verder niet waargenomen.<br />
Boring 4: fragmenten puin en baksteen,<br />
(sub)recent 19 e /20 e eeuw (NTC)<br />
Boring 5: dakpanfragment, (sub)recent 19 e /20 e<br />
eeuw (NTC)<br />
4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek<br />
Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen<br />
beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd;<br />
<br />
<br />
Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied?<br />
De bodemopbouw binnen het plangebied bestaat uit zwak siltige, zeer fijne zanden. Het betreffen<br />
duinafzettingen behorende tot de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Schoorl.<br />
Tot gemiddeld 90 cm -mv is de grond zwak tot matig humeus. Deze humeuziteit zal voornamelijk<br />
zijn ontstaan door het gebruik als zanderijgronden (hoge enkeerdgronden), welke zij<br />
ontstaan door het zogenaamde drie-steek-delven., maar ook door recente ingrepen (gebruik<br />
als tuin). De kalkrijkheid van het duinzand bevestigt dat de door relatief zuur regenwater ontkalkte<br />
top van de oorspronkelijke strandwal is afgegraven.<br />
Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien<br />
verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring?<br />
De kalkrijkheid van het duinzand bevestigt dat de door relatief zuur regenwater ontkalkte top<br />
van de oorspronkelijke strandwal is afgegraven. Daarna is het plangebied gebruik als bouwland<br />
(zanderijgrond). Binnen de zuidoostelijke helft van het plangebied, waarbinnen het booronderzoek<br />
is uitgevoerd, reiken recente bodemingrepen tot gemiddeld 90 cm -mv. In de diepere<br />
ondergrond zijn geen door duinzand begraven bodems waargenomen tot in ieder geval<br />
een diepte van 3 m -mv.<br />
12086020 TEY.WIS.ARC Pagina 20 van 24