Bijlage 3 - Gemeente Teylingen

2. VOORONDERZOEK
2.1 Geraadpleegde bronnen
De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de Omgevingsdienst West-Holland
aanwezige informatie (contactpersonen de heer P.A. van Valen en mevrouw S. van Nieuwenhuizen-
Rutten), informatie verkregen van de opdrachtgever (contactpersoon mevrouw E. Stuijts) en informatie
verkregen uit de op 11 september 2012 uitgevoerde terreininspectie.
Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende informatiebronnen gegevens verzameld
over:
het historische, huidige en toekomstige gebruik;
eventuele calamiteiten;
eventueel eerder uitgevoerde (water)bodemonderzoeken;
de bodemopbouw en geohydrologie;
verhardingen, kabels en leidingen.
Bijlage 6 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen.
2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek
Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en direct hieraan grenzende percelen binnen een
afstand van 25 meter.
De onderzoekslocatie (± 2.800 m²) ligt aan de Kerkzicht 3, in de kern van Voorhout in de gemeente
Teylingen (zie bijlage 1).
Het plangebied is kadastraal bekend als gemeente Voorhout, sectie B, nummers 4294, 6303 en 7663.
Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 30 F, (schaal 1:25.000), bevindt het maaiveld
zich op een hoogte van circa 0 m +NAP en zijn de coördinaten van de onderzoekslocatie
X = 93.445, Y = 470.945.
2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie
Volgens historisch kaartmateriaal was de onderzoekslocatie vanaf het begin van de 19 e eeuw in gebruik
als bouwland. De (voorloper van) de Jacoba van Beierenweg was destijds reeds ten noordwesten
aanwezig. Ten zuidwesten lag de dorpskern van Voorhout met bijbehorende N.H. kerk. De voorloper
van de straat Kerkzicht was aan het einde van de 19 e eeuw in gebruik als ontsluitingsweg van
een ten zuidoosten gelegen boerderij. In de eerste helft van de 20 e eeuw vond uitbreiding plaats van
de bebouwing van Voorhout, voornamelijk direct langs de Jacoba van Beierenweg. In de jaren ’60
van de 20 e eeuw ontstonden woonpercelen direct langs de noordwestzijde van het plangebied. De
woning binnen de zuidoostelijke helft van de onderzoekslocatie is vermoedelijk eind jaren ’70 van de
20 e eeuw gebouwd.
De zuidoostelijke helft van de onderzoekslocatie is bebouwd met een woning. Ter plaatse is het percel
in gebruik als siertuin waar een berging en een broeikas aanwezig zijn. De overige (onbebouwde)
delen van de onderzoekslocatie betreffen braakliggende terreindelen. Ter plaatse van de zuidwestelijke
locatiegrens is een watergang aanwezig (± 160 m 2 ).
In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's
van de onderzoekslocatie.
12086019 TEY.WIS.NEN Pagina 2 van 11