09.05.2015 Views

opbrengst dat ben ik.pdf - Nederlandse Jenaplanvereniging

opbrengst dat ben ik.pdf - Nederlandse Jenaplanvereniging

opbrengst dat ben ik.pdf - Nederlandse Jenaplanvereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ten slotte moet gezegd worden <strong>dat</strong> telkens ook<br />

lokale doelen zijn <strong>ben</strong>oemd. Doelen die passen bij de<br />

mogelijkheden van een leerling, de leerlingpopulatie, de<br />

maatschappelijke omgeving of de geografische ligging.<br />

Die lokale streefdoelen zijn hierboven niet beschreven.<br />

Onderwijs is dynamisch en zal doelen moeten kunnen<br />

aanpassen. Doelen vormen immers een referentiekader<br />

voor persoonlijke ontw<strong>ik</strong>kelingen. Uitgaan van<br />

verschillen in kinderen maakt <strong>dat</strong> noodzakelijk. Toch kan<br />

niet alles permanent in beweging zijn en zal de school<br />

ook algemene doelen en pedagogische streefdoelen<br />

als schoolniveau moeten vaststellen. De algemene en<br />

‘andere’ doelen vormen tezamen met de kernkwaliteiten<br />

een vastgesteld palet. Daar richten leraren de focus op<br />

als zij onderwijs ontwerpen, plannen maken, thema’s en<br />

projecten voorbereiden en maatwerk uitzoeken.<br />

Uiteindelijk gaat het om vier soorten doelen, waarvan<br />

de eerste drie een uitwerking zijn van de visie van de<br />

school en de laatste uitgaat van de mogelijkheden en<br />

omstandigheden van een kind of groep.<br />

Goed onderwijs streeft naar:<br />

1 De ontplooiing van persoonlijke kwaliteiten,<br />

Kernkwaliteiten van denken, voelen en willen, waarin je<br />

jezelf <strong>ben</strong>t.<br />

2 Leren van zinvolle algemene kennis en vaardigheden,<br />

<strong>ben</strong>oemd in de kerndoelen of verwoord in eigen<br />

leerstofdoelen en doelen die gericht zijn op samenleven.<br />

Het zijn de Kerndoelen of Leerplandoelen (de vrijeschool<br />

spreekt van leergebieden).<br />

3 Het ontw<strong>ik</strong>kelen van leerdoelen op basis van identiteit en<br />

het pedagogisch concept van de school.<br />

We noemen ze Pedagogische streefdoelen.<br />

4 Het bere<strong>ik</strong>en van Lokale streefdoelen, naar omstandigheden<br />

van het individu of de groep.<br />

Kiezen voor goed onderwijs<br />

Ouders van jonge kinderen kiezen voor vernieuwingsonderwijs<br />

om<strong>dat</strong> zij in de pedagogische uitgangspunten<br />

de idealen herkennen die zij voor hun kinderen voor ogen<br />

heb<strong>ben</strong>. Wat gaan kinderen meemaken, hoe wordt er gewerkt<br />

en wat gaan kinderen bere<strong>ik</strong>en, speelt bij de schoolkeuze een<br />

grote rol. Op welke manier de brede ontw<strong>ik</strong>keling in kinderen<br />

begeleid wordt, <strong>dat</strong> telt.<br />

2 Art<strong>ik</strong>el 26<br />

1. Een ieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht<br />

zijn. Ambachtsonderwijs en beroepsopleiding zullen algemeen besch<strong>ik</strong>baar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan voor een ieder, die daartoe de<br />

begaafdheid bezit.<br />

2. Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontw<strong>ik</strong>keling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van<br />

de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen<br />

bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen.<br />

3. Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven.<br />

Tot op de dag van vandaag zijn er initiatieven van ouders tot<br />

schoolvorming. Steeds weer vinden mensen elkaar in ideeën<br />

over onderwijs en over leren en stichten nieuwe scholen. In<br />

<strong>dat</strong> perspectief is de relatie tussen recht op onderwijs en recht<br />

op keuze door de ouders in de Universele Verklaring van de<br />

Rechten van de Mens van de VN interessant2.<br />

Ondanks <strong>dat</strong> laait de discussie telkens weer op over wie<br />

eigenaar is van het onderwijs en wie bepaalt wat onderwijs<br />

inhoud. Is het de overheid, die weet wat goed is voor<br />

kinderen, is het de school of het schoolbestuur, zijn het<br />

de ouders die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding<br />

van hun kinderen of zijn het de kinderen zelf die kiezen<br />

wat zij willen leren en doen? Afhankelijk van het mens- en<br />

maatschappijbeeld <strong>dat</strong> in de verschillende pedagogische<br />

concepten verankerd ligt, heb<strong>ben</strong> deze vier partijen invloed<br />

op het schoolleven.<br />

Een optimistisch mensbeeld, waarin een groot vertrouwen<br />

in de innerlijke krachten van kinderen de basis is, hoeft niet<br />

automatisch gecombineerd te zijn met een optimistisch<br />

maatschappijbeeld. De verhouding tussen mensbeeld en<br />

maatschappijbeeld heeft in de geschiedenis van de afgelopen<br />

vier eeuwen de inhoud en de vorm van de ‘school’ als<br />

instituut bepaald. De opvattingen over onderwijzen variëren<br />

daarbij van pattern drills tot laissez faire. Paralel daaraan<br />

zien we ontw<strong>ik</strong>kelingen waarbij onderwijs te <strong>ben</strong>oemen<br />

is als aanbodgestuurd, aanbodgericht, vraaggericht en<br />

vraaggestuurd. Leraar en leerling heb<strong>ben</strong> daarin ten opzichte<br />

van elkaar niet dezelfde positie en rol, de leerling verandert<br />

van een passieve in een actieve actor, de rol van de leraar<br />

verandert van volledig sturen naar variaties in begeleiden.<br />

Vier pijlers van het onderwijs<br />

Pedagogische scholen heb<strong>ben</strong> een positief mensbeeld<br />

gemeen maar kennen vervolgens alle didactische varianten,<br />

die hierboven vermeld staan. Soms zijn de werkvormen uit<br />

het didactisch repertoire zelfs tegengesteld bij eenzelfde<br />

streefdoel. Om hetzelfde te bere<strong>ik</strong>en worden in de vrijeschool<br />

leerbronnen door de leraar klass<strong>ik</strong>aal aangeboden, gaan de<br />

kinderen in de montessorischool zelf op zoek naar het werkje<br />

en ontdekken kinderen in een school voor OGO het leerdoel<br />

in de activiteiten tijdens de themaweken.<br />

De grote didactische verschillen vallen weg op het moment<br />

<strong>dat</strong> naar een gezamelijk referentiekader wordt gezocht.<br />

In de vier peilers uit het het UNESCO rapport van de<br />

commissie Delors, Learning: The Treasure Within werd de<br />

gemeenschappelijke opgave gezien.<br />

De commissie ziet onderwijs als een middel voor individuele<br />

ontw<strong>ik</strong>keling en als een middel om relaties tot stand te<br />

brengen. Het ging om relaties tussen individuen, groepen<br />

en naties in een wereld die gedomineerd wordt door<br />

een toenemende globalisering. Geen eenvoudig streven<br />

in een wereld waarin mensen in zoveel verschillende<br />

omstandigheden leven en waarin alle kinderen recht heb<strong>ben</strong><br />

op onderwijs en een leven lang leren. De vier peilers zijn:<br />

• Leren Samenleven<br />

• Leren Weten<br />

• Leren Doen<br />

• Leren Zijn<br />

22 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!