09.05.2015 Views

opbrengst dat ben ik.pdf - Nederlandse Jenaplanvereniging

opbrengst dat ben ik.pdf - Nederlandse Jenaplanvereniging

opbrengst dat ben ik.pdf - Nederlandse Jenaplanvereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Is het nu een vondst of een open deur. Een aanvankelijke<br />

teleurstelling maakte plaats voor een ander gevoel. In deze<br />

vier pijlers zien we de erkenning <strong>dat</strong> het leerproces en de<br />

persoonlijke ontw<strong>ik</strong>keling voorop staan. Dàt je leert wint het<br />

van wàt je leert. Door in het ontwerpen van onderwijs voor<br />

kinderen werk te maken van zijn, doen, weten en aandacht<br />

voor elkaar wordt onderwijs onafhankelijk van leerinhouden.<br />

De vier niveaus van ‘andere’ doelen voor leerlingen krijgen in<br />

dit kader nog meer betekenis. Onderwijs wordt levenskunst<br />

en cultuur. Vrijheid van onderwijs is dan de vrijheid in<br />

culturele keuzes. Waarin overigens ook plaats kan zijn voor<br />

‘wat alle kinderen in een samenleving moeten weten en<br />

kunnen’.<br />

Eigenaar van het leerproces<br />

In de pedagogische school is de centrale positie van de<br />

kinderen niet ter discussie. Kinderen zijn eigenaar van<br />

het eigen leerproces en de eigen talenten. Zij worden zich<br />

<strong>dat</strong> in de loop van de schooltijd meer en meer bewust. De<br />

verhouding tussen ouders, leraren, schoolleiders en bestuur is<br />

hecht. Deze drie groepen vinden elkaar rondom het kind en<br />

in het ontwerp van opvoeding en onderwijs.<br />

De vierde partij, de overheid, wordt niet gezien als<br />

een bepalende factor in <strong>dat</strong> pedagogisch ontwerp. De<br />

scholen erkennen in de overheid de wetgever, en dus<br />

de onderwijswetten en het feit <strong>dat</strong> de overheid een<br />

toezichthouder, de onderwijsinspectie, instelt. De<br />

toenemende invloed die de overheid uitoefent op de<br />

inhoud van het onderwijs via nieuwe wet- en regelgeving<br />

en de beperkte onafhankelijkheid van de inspectie stuiten<br />

regelmatig op verzet. De professionaliteit van leraren en<br />

schoolleiding zijn daarbij in het geding.<br />

De verhouding tussen traditie en vernieuwing in de<br />

schoolorganisatie is soms niet eenvoudig. Maar <strong>dat</strong> impliceert<br />

niet <strong>dat</strong> vernieuwingsscholen stilstaan en niet willen<br />

ontw<strong>ik</strong>kelen. De meeste adviezen van de Onderwijsraad,<br />

het Innovatieplatform en andere onafhankelijke instellingen<br />

passen in het beleid van de scholen. Onderwerpen als<br />

meer ruimte creëren voor onderwijs op maat en ruimte<br />

voor ontw<strong>ik</strong>keling van persoonlijke talenten worden<br />

direct omarmd. De aandacht in de WOT (Wet op het<br />

Onderwijstoezicht) voor zelfevaluatie van de kwaliteit van<br />

het onderwijs is positief ontvangen. Scholen zagen daarin<br />

onmiddellijk de mogelijkheid om vanuit de eigen identiteit<br />

en onderwijspraktijk verantwoording af te leggen over de<br />

ontw<strong>ik</strong>keling van de kinderen en de ontw<strong>ik</strong>keling van de<br />

school. De verwachting was het brede spectrum ook met de<br />

inspectie te kunnen delen.<br />

De praktijk pakte anders uit. De ruimte voor een eigen<br />

werkwijze lijkt bij nader inzien beperkt. Het grote probleem<br />

licht in de <strong>opbrengst</strong>paragraaf, zelfevaluatie lijkt daar alleen<br />

geaccepteerd te zijn als de output van het onderwijs gemeten<br />

wordt met externe professionele toetsen, instrumenten die<br />

voldoen aan de methodologische eisen van de COTAN.<br />

Die instrumenten leveren de ‘harde’ gegevens over een deel<br />

van de kennis van de leerlingen waarmee scholen kunnen<br />

worden vergeleken. De kwaliteit van het onderwijs wordt zo<br />

teruggebracht tot de <strong>opbrengst</strong> van een gerichte leerstoftraining<br />

op voorgeschreven vraagstukken.<br />

Pedagogisch evalueren leidt tot goed onderwijs<br />

Mooier zou het zijn als de school zelf de verantwoordelijkheid<br />

krijgt voor de <strong>opbrengst</strong>meting op basis van de condities,<br />

waarvan op goede gronden kan worden aangenomen <strong>dat</strong><br />

die leiden tot optimale <strong>opbrengst</strong>en in de breedste zin.<br />

Netwerk SOVO heeft daartoe een alternatief ontwerp voor<br />

een andere <strong>opbrengst</strong>paragraaf gepubliceerd . Gesterkt door<br />

wetenschappelijk onderzoek is het bestuur van het netwerk<br />

tezamen met de pedagogische scholen van mening <strong>dat</strong> volgen,<br />

evalueren en verzamelen van bewijsmateriaal door het inzetten<br />

van verschillende evaluatie instrumenten, het leren van<br />

kinderen verbetert en daarmee een bijdrage levert aan goed<br />

onderwijs. De werkwijze die in het project De <strong>opbrengst</strong> <strong>dat</strong> <strong>ben</strong><br />

<strong>ik</strong>..., leerlingmonitor dynamisch onderwijs beproefd is maakt <strong>dat</strong><br />

de evaluatiepraktijk leidt tot bijdragen voor het samenstellen<br />

van een realistisch <strong>opbrengst</strong>document voor ieder kind.<br />

3 Boes, A. (2007) ‘Elke school is er één’. Alternatief voor de beoordeling van <strong>opbrengst</strong>en in het basisonderwijs, een bijdrage aan een actuele discussie. Brochure.<br />

Valthe: Netwerk SOVO.<br />

24 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!