MARTERPASSEN V - Zoogdierwinkel
MARTERPASSEN V - Zoogdierwinkel
MARTERPASSEN V - Zoogdierwinkel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
PLAN VAN AANPAK 1997-1998<br />
Als werkgroep van de VZZ heeft de WBN<br />
tweërlei taak: studie (c.q. waarnemen) van<br />
boommarters én, waar nodig, hun bescherming.<br />
Studie betreft voorkomen en oecologie. Er zijn<br />
dus indertijd twee projecten gestart: de<br />
Boommarter Inventarisatie Nederland en het<br />
Rozendaalonderzoek (dagrustplaatskeuze m.b.v.<br />
telemetrie). Deze projecten moeten worden<br />
voortgezet en waar nodig geïntensiveerd. In het<br />
onderstaand beschreven Plan-van-Aanpak<br />
worden naast deze beide projecten ook andere<br />
punten beschreven die geschikt zijn om aan te<br />
pakken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in<br />
punten die te maken hebben met voorkomen (V),<br />
oecologie (0), en bescherming (B). Daarnaast<br />
kunnen nog publicitaire actiepunten genoemd<br />
worden, maar deze zijn merendeels al beraamd<br />
en in uitvoering; daarom worden hier vooral de<br />
inhoudelijke onderzoekspunten genoemd.<br />
VOORKOMEN:<br />
BIN - accenten en onderdelen<br />
V 1. Op de marterrijke Veluwe geldt evenzeer<br />
als in het marterarme Brabant: de inventarisatie<br />
moet aanzienlijk geïntensiveerd worden willen<br />
we over aantallen wat kunnen zeggen. Witte<br />
plekken juist op de Veluwe moeten een eersteklas<br />
uitdaging vormen! In Utrecht en het<br />
Noorden lijkt reeds optimaal geïnventariseerd te<br />
worden.<br />
V 2. Natuurlijk is in de duinstreek, Salland,<br />
Achterhoek, Rijk van Nijmegen, NBrabant en<br />
Limburg daarnaast nog heel wat te doen. Want<br />
is het echt waar dat daar alleen maar "zwervers"<br />
voorkomen, of liever, "pioniers"? En waar<br />
zouden die dan vandaan komen? Gaat Flevoland<br />
bevolkt worden?<br />
V 3. In het verleden is veelvuldig van het<br />
optreden van krabsporen (remsporen) op beuken<br />
gebruik gemaakt als eerste aanwijzing voor het<br />
voorkomen van boommarters. De WBN heeft<br />
geprobeerd om onderscheid te vinden tussen de<br />
sporen van huiskat, eekhoorn, steenmarter,<br />
boommarter. Zolang er geen duidelijke criteria<br />
zijn om die krabsporen te onderscheiden moet<br />
ervan alleen met grote voorzichtigheid worden<br />
gebruik gemaakt bij de inventarisatie. Het<br />
verdient echter steun uit de WBN om zulke<br />
eventueel onderscheidende kenmerken te<br />
vinden.<br />
V 4. Vooral in verband met V 3 moet bij het<br />
inventariseren de nadruk komen te liggen op het<br />
vinden van nestbomen. Hiertoe is een registratie,<br />
eigenlijk een landelijke lijst, van holle bomen<br />
nodig. Tal van boscomplexen zijn nog geheel<br />
ondoorvorst.<br />
V 5. Het beschermingsaspect van het<br />
inventariseren is het berekenen (schatten) van<br />
hoeveel boommarters er zijn, en op termijn ook<br />
bepalen of ze in aantal toe- dan wel afnemen (de<br />
trend). De WBN zal hiertoe een methode moeten<br />
ontwikkelen om later te hanteren.<br />
Als vervolg op het BIN-project dient zich al<br />
langzaam aan: monitoring van boommarters, dus<br />
het vinden van methoden om veranderingen in<br />
aantallen te bepalen. Te denken valt aan een<br />
opzet waarbij een aantal mensen regelmatig een<br />
bepaald (niet te kort) transect aflopen en keutels<br />
tellen, of in de sneeuw sporen tellen langs een<br />
lange route. Er moet maar eens een proefproject<br />
starten in een gebied waar één of meer marters<br />
een zendertje om hebben.<br />
V 6. Bij zulk werk zou een op de geur van<br />
marters/marterkeutels getrainde hond grote<br />
voordelen bieden.<br />
OECOLOGIE<br />
01. Wat het Rozendaal-onderzoek (zenderonderzoek)<br />
aangaat: allereerst moet er naar<br />
worden gestreefd méér marters te bezenderen,<br />
[<strong>MARTERPASSEN</strong> V, 1997