10.07.2015 Views

Dilemma's en keuzes Kinderklanken en Peuterpraat ... - Fenac

Dilemma's en keuzes Kinderklanken en Peuterpraat ... - Fenac

Dilemma's en keuzes Kinderklanken en Peuterpraat ... - Fenac

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> degeleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> teler<strong>en</strong> via hun sterke kant<strong>en</strong>,door uit te gaan vande praktijk, van het ervar<strong>en</strong>,waarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong>E<strong>en</strong> dergelijke vorm van onderwijs vraagt om flexibele<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tieve leerkracht<strong>en</strong>, die de kinder<strong>en</strong> in huntotale functioner<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> los kunn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> van de manier waarop zij zelf les hebb<strong>en</strong>gehad, uit boekjes <strong>en</strong> luister<strong>en</strong>d naar e<strong>en</strong> ander dieuitleg <strong>en</strong> informatie geeft. Er wordt gesprok<strong>en</strong> vanmeerdere vorm<strong>en</strong> van intellig<strong>en</strong>tie, zoals visueelruimtelijk,muzikaal, emotioneel (Gardner, 1983,Goleman, 1996) naast de gebruikelijke verbale <strong>en</strong>logisch-mathematische. Dan zijn er ook andere leer<strong>en</strong>onderwijsstijl<strong>en</strong> mogelijk.In ieder geval moet<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong>zelf actief te ler<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> leerkracht schreefonlangs: "Ik wil de kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> vlinder eruit ziet." In het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het onderwijz<strong>en</strong> vanonze - <strong>en</strong> andere - leerling<strong>en</strong> onderwijs moet e<strong>en</strong>omslag plaats vind<strong>en</strong> naar "Ik wil h<strong>en</strong> de kans bied<strong>en</strong>om zelf te ler<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> vlinder eruit ziet", of zelfs:"Ik wil h<strong>en</strong> de kans bied<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> vlinder te zi<strong>en</strong>."Het is ge<strong>en</strong> kwestie van k<strong>en</strong>nis er in giet<strong>en</strong>. Wij moet<strong>en</strong>h<strong>en</strong> activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> om te ler<strong>en</strong>, om e<strong>en</strong>m<strong>en</strong>ing te vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> die te uit<strong>en</strong>. Het kind is deactor, niet de leerkracht. In navolging van de 'Reggiopedagogiek':faciliter<strong>en</strong> waar het kan, instruer<strong>en</strong>waar het moet (De honderd tal<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>, 1996).E<strong>en</strong> heel wez<strong>en</strong>lijke voorwaarde betreft de emotionele<strong>en</strong> sociale vorming. Deze moet in het cluster 2onderwijs e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>tere plaats krijg<strong>en</strong>, opdat dekinder<strong>en</strong> meer inzicht krijg<strong>en</strong> in zichzelf <strong>en</strong> dat kunn<strong>en</strong>uit<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> leerkracht van jonge kinder<strong>en</strong> zei:"Zoveel kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> juist problem<strong>en</strong> met hetonder woord<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat ze bang zijn, dat ze ge<strong>en</strong>zin hebb<strong>en</strong>, dat ze erg<strong>en</strong>s van schrikk<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong>omgaan met zichzelf, met ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun reacties, <strong>en</strong>daar weer op reager<strong>en</strong>. Deze kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>verwoord<strong>en</strong>: 'Ik heb e<strong>en</strong> handicap, wat kan ik daarander<strong>en</strong> over vertell<strong>en</strong>, daarvoor heb ik medicijn<strong>en</strong>nodig <strong>en</strong> dit zijn de gevolg<strong>en</strong>, bijv. daarom kan ik nietzo lang werk<strong>en</strong>'.".... "En zak<strong>en</strong> als groet<strong>en</strong> als je binn<strong>en</strong>komt,dat komt later dan wel."Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> kind in iedere interactie, met iederecommunicatiepoging, per definitie met e<strong>en</strong> ander <strong>en</strong>dus sociaal bezig. Lerar<strong>en</strong> in cluster 2 moet<strong>en</strong> zich ditheel goed realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> het moet in hun houding t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van juist deze kinder<strong>en</strong> die weinig incid<strong>en</strong>teeller<strong>en</strong> tot uiting kom<strong>en</strong> (Constandse e.a.2002).Diepe woordk<strong>en</strong>nis is de laatste voorwaarde. Hetonderwijs in het algeme<strong>en</strong> vraagt steeds meer abstractlogisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> talig werk<strong>en</strong>, liefst schriftelijk.Er zijn onderzoek<strong>en</strong> die er op wijz<strong>en</strong> dat veel kinder<strong>en</strong>die vroegtijdig de school verlat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> significantlager niveau van taaibegrip hebb<strong>en</strong> (Rush, 2001,mondelinge communicatie). Ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> allerlei woord<strong>en</strong>niet waar ze op school - schriftelijk - wel meegeconfronteerd werd<strong>en</strong>. Deze woord<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in huneig<strong>en</strong> mondelinge taalomgeving niet voor. Als ditvoor kinder<strong>en</strong> in het regulier onderwijs geldt, hoeveelte meer dan niet voor kinder<strong>en</strong> met taalproblem<strong>en</strong>?De woordk<strong>en</strong>nis van de kinder<strong>en</strong> moet in dit onderwijstypeextra verdiept word<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat poez<strong>en</strong> <strong>en</strong> hond<strong>en</strong> beide onder decategorie dier vall<strong>en</strong>, begripp<strong>en</strong> als poes <strong>en</strong> hondmoet<strong>en</strong> ook zo goed mogelijk verankerd zijn. Bij peutersontstaat e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> begrip doordat zij erheel diverse zintuiglijke ervaring<strong>en</strong> mee opdo<strong>en</strong>. Aldie zintuiglijke informatie tezam<strong>en</strong> zorgt er voor datbij het noem<strong>en</strong> van het woord poes allerlei betek<strong>en</strong>isk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van dat woord opgeroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: zachtharig vel, kan krabb<strong>en</strong>, miauw<strong>en</strong>, spinn<strong>en</strong>, onverwachtsebeweging<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Peuters voor wie hetmoeilijk is bepaalde geluid<strong>en</strong> <strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong>,zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onvolledig multizintuiglijk beeld inhun geest vorm<strong>en</strong> (Gre<strong>en</strong>span, 1998). Bij kinder<strong>en</strong>met moedertaalverwervingsproblem<strong>en</strong> zou zo'nbasislexicon (Eibers & van Loon, 2000) wel e<strong>en</strong>s nietgoed <strong>en</strong> compleet opgebouwd kunn<strong>en</strong> zijn. Vandaardat bij het uitlegg<strong>en</strong> van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> vaakteruggegrep<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> op de fase van het zintuiglijkewaarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>: het poesje voel<strong>en</strong>,lat<strong>en</strong> krabb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dergelijke. Ook dan wordt aan dekerndoel<strong>en</strong> gewerkt.Will<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> meer kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van dereguliere lesstof, dan zal aan al deze voorwaard<strong>en</strong>voldaan moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> vooraf, maargedur<strong>en</strong>de de hele schoolloopbaan. Op cognitief,emotioneel, sociaal <strong>en</strong> communicatief gebied is deontwikkeling nooit voltooid. Integ<strong>en</strong>deel, in elkelev<strong>en</strong>sfase kom<strong>en</strong> weer nieuwe kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdaging<strong>en</strong>,moet communicatie e<strong>en</strong> andere vorm krijg<strong>en</strong>,pass<strong>en</strong> andere regels <strong>en</strong> hor<strong>en</strong> er andere gevoel<strong>en</strong>sbij.Aanbeveling<strong>en</strong>' Meer deskundigheid <strong>en</strong> inzicht op de schol<strong>en</strong> t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van de specifieke gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stoornis20 J VHZ JAARGANG 43 NUMMER 4 DECEMBER 2002

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!