10.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

14verbouw van Boekweit. Mogelijk wijst de sterke toename van Veldzuring (Rumex acetosa groep) opbraakligging voorafgaande aan de verbouw van Boekweit.In dit esdek komt Boekweit met hoge waarden minder diep (vnl. in de Aa2) voor dan in het esdekprofiel II. Datkan het volgende betekenen. Kijken we naar de opbouw van de esprofielen dan is men in dit profiel al begonnenmet de plaggenbemesting voordat Boekweit werd geteeld, in het esdek uit paragraaf 6.1.3.2. is men begonnenmet plaggenbemesting toen er in de omgeving al Boekweit verbouwd werd. Dat betekent dat het esdekprofiel vanparagraaf 6.1.3.2 jonger is dan het onderhavige profiel.Ook bij dit profiel wordt Mais aangetroffen en wel in de diepste twee monsters. Dit kan een aanwijzing zijn dathet diepste monster (BCw) gecontamineerd is met recenter pollen, uiteraard niet alleen met Mais.6.3.4. OUDE CULTUURLAAG (TS11)Uit deze oude cultuurlaag is één monster geanalyseerd van diepte 5,60 - 5,62 m +NAP. Van dit monster mochtverwacht worden dat ze een beeld verschaft uit een oudere fase van de bewoningsgeschiedenis (Post Romeins) inieder geval van voor de plaggenbemesting. Het boompollendeel uit dit monster sluit goed aan bij de vorige driesecties. Opvallend is de betrekkelijk lage pollenconcentratie in vergelijking met de concentraties in de hierboven besproken esprofielen. Dit monster lijkt niet te komen uit een begraven oud oppervlak zoals de Apb uitesprofiel I.Rogge is het belangrijkste gewas dat er werd verbouwd. Belangrijk is de aanwezigheid van pollen van Tarwe(Triticum type). Boekweit komt in lage waarden voor. Het spectrum heeft een grote overeenkomst met dat uit debovenkant van de Aa3 uit esprofiel I . Een conclusie is dat deze cultuurlaag van voor de grote boekweitverbouwdateert.6.3.5 GREPPELSIn werkput 21 zijn een aantal dicht tegen elkaar gelegen greppels aan getroffen. Eén serie van ca. 12 greppelsverliep west/noordwest-oost/zuidoost en een serie van 64 greppels verliep noordoost-zuidwest. Uit een zestal vandeze greppels zijn monsters genomen. De analyse van het materiaal uit deze greppels was niet mee begroot. Maarde resultaten van de pollenbereiding waren zeer hoopvol. De residuen bevatten veel pollenkorrels en van eengoede kwaliteit. Opvallend aan deze monsters is het zeer weinig voorkomen van opaque materiaal en andereplantenresten. De residuen zijn zo rijk aan pollenkorrels dat het het overwegen waard is om de restanten van éénof meerdere monsters zo te bewerken dat de residuen geschikt zijn voor datering met behulp van een versneller.Eén van deze monsters uit de derde greppel van de kleine serie is geteld (M321) en het monster uit de laatstegreppel (M326) uit de grote serie is alleen op pollentypen geïnventariseerd.Greppel M321Het materiaal uit de greppel is omgespit bodemmateriaal van onder een oud oppervlak. Bij het verzamelen vanhet materiaal lag het loopvlak op ca. 5,45 m +NAP. Het verzamelde materiaal komt van ca. 5,45 - 5,42 m +NAPmaar representeert een deel van een bodemprofiel dat max. 10 cm hoger heeft gelegen (zie paragraaf 5.7). Het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!