100 analysenicole sauerbreijOlympische Spelen 2010: goudenmedaillewinnaresNicolien Sauerbreij viert samen met haar vader encoach Maarten Sauerbreij feest tijdens haar huldigingin het Holland Heineken House in Vancouver.Het was de honderdste olympische goudenmedaille voor Nederland.Vader Sauerbreijleert zijn dochterswat vrijheid is - jegaat gewoon jeneus achternavan de patiëntenadministratie van de faculteittandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam.Op een gegeven moment wilden we naarFrankrijk verhuizen en toen dacht ik: Wat zouik daar voor werk kunnen doen? Toen ben ikskileraar geworden. Ik heb zes jaar lang alle diploma’sgehaald die je als skileraar kunt halen.In de winter gaf ik les in Frankrijk, in de rest vanhet jaar op de borstelbaan in Hoofddorp.”Skiën voor paupersWe zijn dan zo ongeveer aan het eind van dejaren tachtig beland. Een periode waarin er opsportgebied allerlei nieuwe varianten opduiken,zoals mountainbiken, skeeleren, skatenen windsurfen. Maarten Sauerbreij is er steedsals de kippen bij om het onder de knie te krijgen.Zo ook het snowboarden, een soort surfenop sneeuw, waar door de rechtgeaarde wintersportersaanvankelijk met minachting opwordt neergekeken als een soort skiën voor paupers.Maarten Sauerbreij was meteen verkochten wanneer hij er lucht van krijgt dat er in LesArcs in Frankrijk een officieus Nederlands kampioenschapwordt georganiseerd, stapt hij onmiddellijkin de auto. Nicolien van twaalf wilméé! Ze komen op maandag aan, trainen eenpaar uurtjes en op dinsdag is de wedstrijd. Nicolienwordt derde. Bij de senioren, wel te verstaan.Ze vindt het leuk. Nicolien en haar driejaar jongere zusje Marieke vinden alles wathun vader het aanreikt leuk: skiën, schaatsen,zwemmen, paardrijden, judo, karate, wielrennen,bergbeklimmen, voetbal. Maarten lijktnog het meest op zo’n vader die je tegenkomtin kinderboeken, maar die in het echt nietbestaat. Hij leert hen wat vrijheid is – je gaatgewoon je neus achterna. Daarin wordt hij gesteunddoor moeder Yvonne, die vindt dat jein het leven “van alles moet snoepen”. Strevennaar een zo breed mogelijke ontwikkeling vande menselijke vermogens, is de antroposofischeinslag van de ouders Sauerbreij en van de VrijeSchool, waarnaar zij hun kinderen sturen. Nicolienzag zich in haar dromen als ze groot wasmet een ijscokar en een hond over de wereld reizen.Niemand die het haar ontraadde.Huis verkochtIn 1994 wordt voor het eerst een wereldkampioenschapsnowboarden voor junioren gehoudenen de internationale skifederatie FIS spoortalle aangesloten landen aan om deelnemers inte schrijven. Nicolien wordt door de NederlandseSki Vereniging (NSkiV) afgevaardigd en zewordt veertiende in een veld van 42 deelnemers,zonder noemenswaardig te hebben getraind.Voor de NSkiV aanleiding om Maarten Sauerbreijte vragen om – onbetaald – een jeugdteamsamen te stellen en te begeleiden. “Ik ben toenmet zo’n twintig kinderen aan de gang gegaan;trainingskampen in de bergen, oefenen in eenskihal in België. Het was de eerste keer dat Nicolienserieus is gaan trainen. Eind 1994 wasdat. We hebben daar als gezin uitgebreid overgesproken. Het betekende dat we alles wat wededen zouden intensiveren, dus vaker naar hetbuitenland en langer weg van school. Dat wildeze.”Maar het jeugdteam is nog niet opgericht of hetwordt alweer opgeblazen. Maarten Sauerbreijis van mening dat Nicolien moet worden ingeschrevenvoor wedstrijden bij de senioren, omhaar zo veel mogelijk ervaring te laten opdoen.Daar denken ze bij de skivereniging op dat momentanders over. Waarop Maarten besluit zijneigen weg te gaan. Team Sauerbreij ziet hetlevenslicht. Grote vraag: Waar haalden ze hetgeld vandaan? Maarten: “Hard aan je leven werkenvind ik belangrijker dan hard werken voorgeld. De hele dag hetzelfde doen, met geen andermotief dan geld verdienen, dat is mijn levenniet.”Yvonne: “We hadden in De Hoef twee stukkengrond. Eén stuk waar het huis op stond en eenkleiner stuk aan de andere kant van het weggetje,met een schuur, een keetje, een paard en
analysenicole sauerbreij101een paar schapen. Als we met ons vieren maandenachtereen weg zouden zijn, konden we diegrond en die beesten niet meer onderhouden.Omdat we het grootste deel van het jaar op reiszouden zijn en de meisjes na verloop van tijdhet huis uit zouden gaan, konden we ook welmet een kleiner huis toe. Dus hebben we hetgrootste stuk grond met het huis erop verkochten hebben we de schuur op het andere stuk verbouwden uitgebreid. Zo’n groot offer was datniet, hoor. Het was gewoon de beste oplossing.”Een rare sekteIn 1995 begint het avontuur. De oude camper,die al drie decennia dienst doet als vakantiehuisop wielen, trekt de Alpen over. Nicolienis vijftien, Marieke twaalf. Hoewel het eenschijnbaar onmogelijke opgave is voor een Nederlanderom zich op ski’s of op een snowboardte meten met de toppers uit bergrijke landen,werkt Nicolien zich al vrij snel aardig omhoog.Veel trainen, veel wedstrijden, dat werpt zijnvruchten af. De veertiende plaats op het jeugd-WK van 1994 wordt een achtste in 1995 in Polenen een vierde in 1996 in Japan. De NSkiV bindtal snel weer in en schrijft Nicolien in voor wedstrijdenom de World Cup bij de senioren. Wanneerze daarin prompt veertiende wordt, komtze volgens de criteria van het IOC zelfs in aanmerkingvoor uitzending naar de OlympischeWinterspelen van 1996 in Nagano. Als MaartenSauerbreij bij NOC*NSF informeert naar dekansen voor zijn dochter, wordt hij weggebonjourd.“Een vader die de trainer is van zijn eigendochter, dat kon niet goed zijn. Terwijl ik op datmoment in Nederland al meer opleiding en ervaringhad dan wie ook. Ze vonden ons maareen rare sekte.”Een ontboezemingHet is in de zomer van 2002 wanneer Maartenen Yvonne Sauerbreij voor het eerst hun verhaalvertellen. Over het wantrouwen dat ze hebbenondervonden, over de schampere opmerkingendie ze voortdurend kregen en over de teleurstellingendie ze onderweg moesten overwinnen.Locatie is de verbouwde schuur, die aan debinnenkant wel wat weg heeft van een chaletin de bergen, met veel hout en een primitievekachel. Eén blik naar buiten is voldoende omweer in Holland terug te keren. Het dorpje DeHoef, sierlijk gedrapeerd langs de KrommeMijdrecht, ligt niet al te ver van de bedrijvigheidrond Schiphol en de bloemenveiling vanAalsmeer, maar daar is hierbinnen niets vante merken. De Hoef is een oog van rust en vredigheidin de economische wervelstorm vande Randstad. Moeder Yvonne komt met eenontboezeming: “Ik vind sport ontzettend leuk,maar ik vind competitie vreselijk. Sport hoeftvoor mij niet in verband gebracht te wordenmet wedstrijden.”Het blijkt een harmonieus gezinsleven niet inde weg te staan. “Ik vind ook dat als een kindechts iets wil, je als ouder alles in het werk moetstellen om dat mogelijk te maken. De kinderenwillen snowboarden, Maarten is hun trainer enik geniet van het reizen. We hebben altijd veelgereisd, eerst Maarten en ik samen, later metons vieren. Onderweg in de camper wil ik dekinderen van alles meegeven. Moeten we naarPolen, dan maken we een slalom langs Berlijnen Auschwitz, dan konden de meisjes daar latereen spreekbeurt over houden. Ik kook onderweg,het leven gaat gewoon door, de camper isons huis. Als de camper rijdt, is het slapen ofhuiswerk maken, dat is de afspraak. De mensensnappen het niet en verklaren ons somsvoor gek. Wij op onze beurt snappen de anderenniet. Wie wil er nou in een hotel slapen?”MoederliefdeBegrippen als winnen en verliezen komen nietvoor in Yvonne’s vocabulaire. “Vroeger toen demeisjes klein waren ben ik wel eens mee geweestnaar een judotoernooi. Daar zat ik tussenallemaal schreeuwende ouders. ‘Je kan ‘m hebben!’‘Hou ‘m er onder!’ Ik vond het walgelijk,ik ben nooit meer naar een wedstrijd gegaan.Ook niet toen ze later zijn gaan snowboarden.Als er een wedstrijd is, blijf ik in de camper.Ik heb werkelijk nog nooit naar een wedstrijdgekeken. Ik blijf in de camper tot ze terugkomenvan de kwalificatie en wacht hen op meteen kop chocolademelk. Dan kunnen ze evenontspannen en hun verhaal vertellen. Als zedaarna weer naar de wedstrijd gaan, maak ikeen wandeling. Ik heb mijn eigen rol op de achtergrond,dat is voor iedereen het beste. Niks ergervoor een kind dan moederliefde, omdat hetzo bezitterig en verstikkend is. Ik laat het graagaan Maarten over.”Moeder Yvonne:“Ik heb werkelijknog nooit naareen wedstrijdgekeken”Dit verhaal is afgeleid vaneen langere versie, dieeen van de hoofdstukkenvormt van het in2002 verschenen boekSportouders van MaartenWestermann.