CTO36 Charles urbanusken aan die voor het tijdperk van de CTO’s nog niet bestonden.Bijvoorbeeld de overeenkomsten die je sluit met experts.Het heeft geen zin om daar vier aparte juristen naar telaten kijken. We wisselen veel praktijkervaringen uit. Watbetreft de sportieve resultaten: natuurlijk is het fijn wanneerje ziet dat er successen worden geboekt, want daar doeje het voor. Het heeft geen zin om die successen af te zettentegen de prestaties van de andere drie. Al is het alleen al omdathet om verschillende sporten gaat. Je kunt toch moeilijkdamesrugby en roeien vergelijken met turnen en schaatsen?Getoetst worden we door onze eigen sporters, hun coachesen de bonden. Dat gebeurt eigenlijk dagelijks, vooral doorde coach die de centrale figuur in het programma is. Wanneerer iets niet naar zin geregeld is, horen we dat meteen.De sporters zelf vullen twee keer per seizoen een vragenlijstin over de faciliteiten die wij leveren. We hebben regelmatigeen driehoeksgesprek met NOC*NSF en de bond, meestal inde personen van de coach en de technisch directeur.”De taak van de manager“Mijn eigen taak als manager is divers. We hebben onzeprocedures, er is een bepaalde werkwijze, het moet dusin principe allemaal lopen. We hebben zes nationalesportbonden als partners, met bij elkaar vijftien fulltimeprogramma’s. We hebben 191 sporters in portefeuille:CTO Amsterdam in het kortHet CTO is sinds 2009 operationeel | Samenwerkingsverbandenmet zes sportbonden |Bij elkaar vijftien programma’s| In totaal 191 sporters | Roeien 74, honkbal 30, voetbal 25,rugby 27, basketbal 19, zwemmen 16 | Trainingsintensiteitminimaal twintig uur per week | Altijd in combinatie metonderwijs | Variërend van voortgezet onderwijs tot en metuniversitaire studie |Sporters worden gehuisvest en wordenprofessioneel begeleid op fysiek en mentaal gebied |Voedingsadviezen en praktische zaken van alledag horen erook bij | Er zijn drie andere CTO’s: Eindhoven, Heerenveen enPapendal | CTO Amsterdam valt onder Topsport Amsterdamen is gehuisvest in het Olympisch Stadion | Budget 1,67 miljoeneuro | Afkomstig van NOC*NSF, Ministerie van VWS,gemeente Amsterdam en bedrijfsleven191 jonge mensen. Dus je kunt je voorstellen dat er zich elkedag wel weer iets voordoet. Voor elke sport hebben we eenaccountmanager die de verbinding vormt tussen wat er op develden gebeurt en onze organisatie. Dat levert dagelijks zakenop waar we op moeten reageren. Dat er aanpassingen nodigzijn of dat zich kansen voordoen. Je bent voortdurend metelkaar op zoek naar mogelijkheden om het nog beter te doen.Je praat niet alleen met de sporters en hun coaches, maar ookmet onze experts. Verder moeten we zuinig zijn. Want nietalleen de sportbonden zijn gekort, dat geldt ook voor ons. Erdoen zich bovendien voortdurend nieuwe ontwikkelingenvoor. Zo is er onlangs een nieuwe leergang diëtetiek opgezet.Die is digitaal beschikbaar. Dan is de vraag hoe je dat gaatimplementeren. Verder zit ik als manager heel vaak inoverleg met verschillende onderwijsinstellingen.”Veranderen van leefomgeving“In Eindhoven en Heerenveen zijn er minder programma’sen zijn er ook minder sporters, op Papendal zijn de meesteprogramma’s en de meeste sporters. Het uitgangspunt is datde beste sporters met elkaar trainen. Alleen het zwemmengebeurt in twee verschillende plaatsen: Amsterdam enEindhoven. Die situatie was er voordien al en het is zogebleven, maar verder zit de ene sport hier en de anderesport daar. Zodat alle talenten samen met elkaar trainen enoptrekken. Centralisatie is natuurlijk ook wenselijk, omdatje daar je infrastructuur en organisatie op kunt afstemmen.Aan de andere kant kan het soms lastig zijn voor individuelesporters; ze moeten soms ingrijpend veranderen vanleefomgeving. Er is vaak geen keuze: wanneer je nietmeeverhuist, val je buiten het plan. Dat moet je wel opkunnen brengen op jonge leeftijd. Onze ervaring is dat demeesten daartoe heel goed in staat zijn.”Hoog slagingspercentage“Gebleken is dat de jonge mensen die hiervoor kiezen, goedweten waar ze aan beginnen. De combinatie van topsport enonderwijs is zwaar. Vooral hbo-studenten hebben het somsmoeilijk. Stages en verplichte praktijkvakken zijn niet altijdmakkelijk te combineren met trainingen. De combinatie metde opleiding voor leraar lichamelijke opvoeding blijkt vaakfysiek te zwaar te zijn. Fysiotherapie is er ook zo een. Op hetoog is het een prachtige combinatie, maar in de praktijk is hetlastig. Gelukkig is het onderwijsaanbod in Amsterdam breed enkunnen we meestal een oplossing vinden als het niet lukt. Decombinatie met een universitaire studie is natuurlijk helemaal
CTOCharles urbanus 37zwaar. Het voordeel is wel dat universiteiten vaak flexibelerzijn. Bovendien zijn sporters die de combinatie maken meteen universitaire studie extra gemotiveerd en meestal lukt hetdan ook. Voor de sporters die nog in het voortgezet onderwijszitten, beschikken we over een budget om bijvoorbeeld bijles inte huren. In termen van slagen zitten we boven de 92 procent –dat is fantastisch. Begrijp me goed: dat is niet fantastisch vanons, maar van de sporters die dat presteren.”Na twee, drie jaar vliegen ze uit“Sporttechnisch zijn er onvermijdelijk afvallers. Je hebtsporters die erachter komen dat ze fulltime sporten niet leukvinden. Of het te beperkt vinden voor de kwaliteit van hunleven. Of ze maken onvoldoende progressie en vallen af. Watin die gevallen belangrijk is, is dat ze naar huis gaan met hetgevoel dat in elk geval hun school of studie er niet onder geledenheeft en dat ze de draad gewoon weer kunnen oppakken.Overigens voorzien de meeste talentenprogramma’s erin dat ze na twee of drie jaar weer uitvliegen. Omdat zebijvoorbeeld doorstromen naar een seniorenprogramma. Ofneem de basketbalmeiden. Die komen hier op hun zestiende,zeventiende binnen. Die halen bij ons hun diplomavoortgezet onderwijs. Dan zijn ze achttien, negentien. Hettalentenprogramma duurt maximaal vier jaar. In de praktijkechter zijn ze het niveau van de Nederlandse competitie alveel eerder ontgroeid. Om zich verder te ontwikkelen moetenze dus eigenlijk naar een Europese topclub. Of naar eencollege in Amerika. De voetbalmeiden worden op een gegevenmoment weggehaald door de eredivisieclubs. De roeiers en dezwemmers daarentegen kunnen langer aan ons verbondenblijven. We hebben een zwemtalentje dat echt als een broekiebegonnen is, dit jaar eindexamen doet en inmiddels al in deseniorenselectie terecht is gekomen. Die blijft waarschijnlijken is al op zoek naar een vervolgopleiding. Het is dus per sportverschillend.”Van niks naar acht met stip“De sportieve successen zijn in de eerste plaats een zaak vande bonden en de sporters zelf, maar het straalt vanzelfsprekendaf op ons. Waar we heel trots op zijn, is het vrouwenbasketbalprogramma.De Nederlandse vrouwen onder negentienwaren drie jaar geleden 28 ste van Europa, Dat is vriendelijkgezegd niet best. Inmiddels hebben ze in de finaleronde vanhet EK gestaan en zijn ze gestegen naar de derde plek. Opde wereldranglijst kwamen ze tot voor kort niet eens voor,nu staat Nederland achtste. Het mooie daarvan vind ik dat“Getoetst worden we door onzeeigen sporters, hun coaches ende bonden”het niet de reflectie is van één individuele sporter, maar vaneen heel programma. Verder zien we veel sporters doorstromennaar het hoogste seniorenniveau in hun sport. We zienzwemmers doorstoten naar de nationale seniorenselectie vanMartin Truijens en op EK’s en WK’s van senioren meedoen. Zozien we eigenlijk op alle fronten progressie. Je kunt natuurlijkzeggen: die was er ook wel geweest zonder CTO. Zou kunnen.Daarom claimen we het ook niet. We maken het inzichtelijk,dat wel. Het geeft onszelf een kick als er weer eens prijzenworden gepakt. De successen van de roeiers tijdens het laatsteWK, dat zijn hún successen en wij hebben er aan mee mogenhelpen – zo moet je de verhouding zien.”Hoog op de sportagenda“Voor de stad Amsterdam is het CTO inmiddels vanenorme waarde. Het is voor de wethouder van sport en deoverige beleidsmakers binnen de gemeente een belangrijkinstrument. Het past uitstekend in dat waar Amsterdamvoor staat, namelijk jonge mensen stimuleren om naareen hoger niveau te reiken en durven te excelleren.Talentenontwikkeling en topsport staan hoog op desportagenda van Amsterdam en daar geeft het CTO medevorm aan. Dat gekoppeld aan een aantal mooie evenementenmaakt het plaatje compleet. Denk aan het WK roeien in2014, waar een hoop roeiers uit het CTO-programma vanAmsterdam hopelijk zullen schitteren.”