102beleidtekst Maarten Westermannbeeld rené BouwmanHenk Stokhof over hetSportplan 2013-2016AlleAmsterdammerseen leven langactiefAmsterdam wil eenvitale, sportievestad zijn, waarin allegroeperingen uitalle wijken aan sportdoen en een gezondleven leiden. Zo staathet geschreven inhet Sportplan 2013-2016. Het is aan deafdeling Sport vanHenk Stokhof om dieambitie in daden omte zetten.n het kantoor van de afdeling Sportvan de gemeente Amsterdam heeft niemandeen vaste plek. Slechts voor éénman is een uitzondering gemaakt. Datis de telganger. De atleet die op het affichestaat van de Olympiade van 1928in Amsterdam. Rennend met het linkerbeenen de linkerarm tegelijkertijdvoor. Een techniek waar je geen medaillemee zult winnen, maar beroemdis hij wél geworden. Hier hangt hij grooten imposant als wandkleed aan de muur.Waar hij twee jaar lang ter inspiratiediende van de man die leiding mocht gevenaan de Olympische Ambitie: het voortrajectvan een eventuele kandidatuurvan Amsterdam voor de organisatie vande Olympische Spelen van 2028. Wat zouer mooier geweest zijn dan honderd jaarna dato het grootste sportevenement terwereld wederom te mogen huisvesten?Maar ingegeven door een rigoureuze bezuinigingsdrang,werd er in oktober 2012van regeringswege een streep door gezet.Voor even of voor eeuwig?De vaart er inHet was voor Henk Stokhof als hoofd vande afdeling Sport van de Dienst MaatschappelijkeOntwikkeling een nevenfunctiewaar hij ondanks het voortijdigeeinde met veel plezier aan terugdenkt.“Het was voor mij een kennismaking metmensen en organisaties die anders buitenmijn scoop waren gebleven. The WorldUnion of Olympic Cities, ik had er nognooit van gehoord. Die komen jaarlijksbijeen en daar heb ik ongelooflijk veelopgestoken. Zo zijn er meer voorbeelden.Toen de Olympische Ambitie was gesneuveld,zei men: ‘Zo, nou kun je weer aanje werk.’ De werkelijkheid is echter dat
eleidhenk stokhof103het ondanks het afblazen van het plan juist voor veel meewindheeft gezorgd voor de Amsterdamse sport. Vergelijk het meteen motorboot waarvan de buitenboordmotor is verwijderd,maar waar de vaart nog altijd in zit. Het was slechts een pogingom tot een bid te komen – meer was het niet. Alleen die pogingal heeft zo ongelooflijk veel in gang gezet. We kunnen het desgewenstzó weer oppakken. Waarbij ik nadrukkelijk wil aantekenendat de Spelen nooit alleen in Amsterdam zullen kunnenplaatsvinden. Zo ver waren we allang. Zoiets kan in deze eeuwalleen wanneer je het over heel Nederland verspreidt.”FaciliterenMaar het is waar: back to business! En die is vastgelegd in hetSportplan 2013-2016, waarin de ontwikkeling van de sport inAmsterdam staat beschreven. Een ontwikkeling die al werd ingezetin 2009, om tot een sportiever en gezonder Amsterdamte komen, en waarvan de doelstellingen in het huidige plannog wat verder zijn opgeschroefd. Eerder in dit magazine lietwethouder Eric van der Burg daar zijn licht al over schijnen.Henk Stokhof gaat nader in op de praktijk. Wat gebeurt erop straat om de Amsterdammers in beweging te krijgen? Endan vooral met betrekking tot de jeugd. Het succes van dieoperatie staat of valt met de structuur van het verenigingsleven,betoogt Stokhof. Wat dat betreft is hij overwegend zeertevreden.“Wat zo leuk is aan Amsterdam en de Amsterdammers, isdat je van alle kanten voortdurend bekogeld wordt met initiatieven.Vanuit de buurten, vanuit de clubs. Er is een enormediversiteit aan kansen. We hebben in de stad een bloeiendverenigingsleven, met zeer betrokken mensen. Dan ishet zaak om dat als overheid goed te faciliteren. Voetbal enhockey zijn de sporten met de meeste beoefenaars. Ook inandere sporten zijn er florerende verenigingen, variërendvan handbal en volleybal tot bridge en taekwondo. Voor elkwat wils. Ik durf te zeggen dat het beheer en de exploitatievan de sportaccommodaties in het algemeen goed geregeldis. We steken er als overheid dan ook heel veel geld in. Hetkost meer dan het financieel oplevert, daar heeft Amsterdambewust voor gekozen. Dat beperkt zich niet tot de sportparkenzelf, maar strekt zich ook uit tot de clubhuizen enkantines. Daarvoor hebben we de zogenaamde 1/3 regeling.De vereniging betaalt een derde, Amsterdam verstrekt eenderde subsidie en de club mag met garantie van de gemeenteeen derde lenen. Wat we ook faciliteren, is de aanleg vankunstgrasvelden. Dat is misschien wel de grootste ontwikkelingdie de buitensport doormaakt. In het hockey is kunstgrasal langer de standaard, maar ook in het voetbal breektkunstgras definitief door. Je kunt er de hele dag, zeven dagenper week, op terecht. Afgelastingen zijn tot een minimumbeperkt. Dat is een zeer belangrijke impuls voor onzedoelstelling: alle Amsterdammers een leven lang actief.”“Wanneer je het hebt over faciliteren, kan dat ook betekenendat er wel eens minder populaire maatregelen moetenworden genomen. Als een vereniging niet rendabel is, omhet zo maar uit te drukken, is het soms noodzakelijk datdeze zich opheft. Als je te weinig leden hebt of de organisatieschiet tekort of je neemt ruimte in die door anderen beterkan worden benut, is dat voor de algehele kwaliteit vande sport in de stad gewoon het beste. Dat soort beslissingenworden vaak decentraal genomen, door de stadsdelen, waarmen de geluiden uit de buurt het best kan horen en waarmen de structuur van de omgeving kent.”Naar een vitale stadIn het Sportplan 2013-2016 staat: “We zien een vitale stadvoor ons waarin jong en oud, hoog- en laagopgeleid, vanCentrum tot Nieuw-West, toegang hebben tot sportfacilitei-