interview28 eric van der burg“Een probleem is dat wonen in een stad een anderbewegingspatroon met zich meebrengt dan wonen inde provincie”Eric van der BurgGeboren op 9 oktober 1965 in Amsterdam| Bracht zijn jongste jaren doorin het Friese Oosterwolde | Verhuisdeop zijn tiende terug naar Amsterdam |Werd lid van de VVD toen hij zeventienjaar was | Combineerde zijn dienstplichtals sergeant vuurregelaar methet lidmaatschap van de stadsdeelraadAmsterdam-Zuidoost | Van 1992 tot1997 met een korte onderbrekingstadsdeelwethouder Welzijn & Sport inAmsterdam-Zuidoost | Van 2004 tot2010 fractievoorzitter van de VVD inde gemeenteraad van Amsterdam | In2006, 2007 en 2008 door stadszenderAT5 uitgeroepen tot beste Amsterdamseraadslid | Was initiatiefnemer vanhet Canon van Amsterdam, vormgegevenin vijftig vensters | Was naast zijnpolitieke werk directeur van verschillendeverzorgings- en verpleeghuizenin Amsterdam tot hij in mei 2010aantrad als wethouder in een collegevan VVD, PvdA en GroenLinks | Beheertde portefeuilles Zorg en Welzijn, Sporten Recreatie, Luchthaven, Personeel,Organisatie en Integriteit, Dienstverleningen Externe Betrekkingen enDierenwelzijnvanwege onze internationale bekendheid. Wanneerje het afmeet aan de sportvoorzieningen,dan kun je vaststellen dat die vrijwel compleetzijn. Doordat we met 800.000 inwoners massahebben, tref je binnen de gemeentegrenzen alledenkbare sporten aan. Cricket bijvoorbeeld is inNederland een kleine sport, maar die kun je bijons op meerdere locaties beoefenen. Anderzijdshebben wij te maken met mensen die sport nietkunnen betalen. Die zullen er wellicht in Vlieland,met 1.400 inwoners de kleinste gemeentevan Nederland, ook zijn. De gemeenschapszin isdaar zodanig dat het geruisloos wordt opgelost.In een grote multiculturele stad heb je bovendiente maken met tamelijk veel mensen voorwie sport vanuit hun achtergrond geen prioriteitheeft.”Wordt de aandacht voor sport in Amsterdam over degehele linie gedragen door de politiek?“Ja, zij het op basis van verschillende argumenten.Omdat sporten fijn, leuk, goed en gezond is,vinden sommigen. Of vanwege de economischecomponent, menen anderen. Aan de TCS AmsterdamMarathon doen 17.000 buitenlandersmee, die gemiddeld 2,5 familielid meenemen engemiddeld drie dagen in de stad blijven slapen.Dan kun je heel eenvoudig uitrekenen wat datoplevert. Weer andere politici zetten vooral in opbreedtesport als wapen in de strijd tegen overgewicht,diabetes, hart- en vaatziekten, depressieen dementie. Al met al levert dat brede steun op.Dat zie je terug in de besluitvorming. We hebbende afgelopen drie jaren 450 miljoen euro bezuinigd,maar voor sport is er elk jaar geld bijgekomen.We hebben een budget van 2 miljoen europer jaar voor het uitvoeren van ons Sportplan,we hebben in 2010 5 miljoen euro beschikbaargesteld om over een lengte van vier jaren sportevenementenbinnen te halen, we hebben in dezebestuursperiode 6 miljoen euro kunnen uitgevenaan het verbeteren van accommodaties en voorde organisatie van het EK atletiek in 2016 hebbenwe nog eens 2 miljoen extra uitgetrokken.Verder is het aantal combinatiefunctionarissen,die de verbinding vormen tussen schoolkinderenen sportverenigingen, uitgebreid van 60 naar 93– vijftig procent gefinancierd door het rijk, vijftigprocent door onszelf. We hebben 400.000 euroextra gestoken in het sportstimuleringsprogramma‘Jump-in’, in het kader van de strijd tegenovergewicht. Sportief Amsterdam is geen lozekreet, hoor!”Over sportiviteit gesproken: Hoe tackelt Amsterdam demisstanden op en rond de voetbalvelden?“We hebben in Amsterdam het Voetbalverdrag,dat ondertekend is door alle 63 voetbalclubs. Alleclubs hebben zich uitgesproken om mee te werkenaan respect op het voetbalveld. Je ziet datsommige clubs dat heel actief hebben opgepakt.Een club die ik in dat verband altijd graag noemis IJburg. Die maakt er echt werk van. De clubheeft op wedstrijddagen mensen langs de veldenstaan die zo nodig toeschouwers aanspreken ophun gedrag. In feite hanteren wij dezelfde aanpak:partijen aanspreken. Wanneer clubs structureelvoor problemen zorgen, gaan wij, samenmet de KNVB, met het bestuur rond de tafel zitten.Als het vervolgens door een club niet goedwordt opgepakt of het bestuur is niet bij machteom het tij te keren, geven we het dringendeadvies om ermee te stoppen, zoals dat gebeurdemet Sporting Noord, waar een toeschouwer wasdoodgetrapt door een speler. Natuurlijk zijn despelers in eerste instantie verantwoordelijk voorhun gedrag, maar er is beslist ook een oorzakelijkverband tussen wat er op het veld gebeurt ende kwaliteit van het bestuur. Dat is een punt vanzorg. Kijk, als de penningmeester van modelclubAFC ermee stopt, staan er tien hooggekwalificeerdeaccountants te dringen om het van hemover te nemen. Bij veel andere clubs ontbreekthet echter aan een netwerk van mensen met voldoendebagage. Arsenal, Buitenveldert, dat zijnsterke verenigingen omdat ze sterke bestuursledenhebben. In Nieuw-West en Zuidoost mag jeal blij zijn wanneer je op elke stoel iemand hebtzitten. Daarom heb ik ook een paar sterke clubsgesuggereerd om clubs die het moeilijk hebbenals het ware te adopteren. Los daarvan ben ik,met de KNVB, van mening dat we het aantal van63 clubs zouden moeten terugbrengen naar vijftig.Om sterkere verenigingen te creëren.”
intervieweric van der burg 29Opmerkelijk is dat het keurige hockey de tweede sport is.Amsterdam is zelfs de grootste hockeystad van Nederland.“Terwijl we niet eens aan de vraag kunnen voldoen.We hebben meer clubs nodig en meer kunstgrasvelden.Met Amsterdam, Hurley en Pinoké hebben wein het Amsterdamse Bos drie grote, sterke clubs dietophockey spelen. In Oost hebben we Athena, pastien jaar oud, maar al heel groot en maatschappelijksterk betrokken. We hebben extra velden aangelegd inWest, waar Westerpark een bolwerk moet gaan worden,maar daarmee zijn we er nog niet. De hockeybondheeft berekend dat we er in Amsterdam eigenlijknog 32 velden bij moeten hebben. Dat kost 16 miljoen.We zullen dus extra geld vrij moeten maken om devraag te kunnen faciliteren. Het idee is om ook in hetvoetbal meer kunstgras te gaan aanleggen, zodat debezettingsgraad toeneemt en er daardoor minder veldennodig zijn. Op die manier ontstaat er ruimte voorextra hockeyvelden.”Hockey is een studentensport, en studenten zijn passanten.Moet je dan wel zo veel in hockey investeren?“In de eerste plaats zijn het niet alleen studenten diehockeyen. Het zijn vooral kinderen, met hun moedersen vaders. Los daarvan zijn we heel blij met de100.000 studenten die Amsterdam telt. Een grootdeel daarvan blijft na de studie in de stad wonen.Onze studenten leveren een grote bijdrage aan hettopsportklimaat van Amsterdam. Denk naast het hockeymaar aan het roeien. Bovendien is het niet alleende gemeente die investeert in sportfaciliteiten voorstudenten. Dat doen ook de clubs zelf en de universiteiten.We hebben het prachtige Universitair SportCentrum Universum op het Science Park liggen, datdoor de UvA is ontwikkeld. Met de VU werken we samenin de ontwikkeling van de Sportas, die loopt vanhet Wagener Stadion naar het Olympisch Stadion, viaonder meer de Bosbaan, het Frans Otten Stadion en deSporthallen Zuid.”Laat de Olympische Spelen maar komen, zou je bijna zeggen.“Ik denk dat de plannen voor het organiseren van deOlympische Spelen in 2028 heus wel weer de kop opzullen steken. Intussen gaan we onverminderd doormet het leggen van het fundament. De 2 miljoen europer jaar die we hadden gereserveerd voor de olympischeambitie, blijven we steken in het opvoeren van desportparticipatie, het verbeteren van de accommodatiesen het binnenhalen van sportevenementen, dusbovenop de middelen die daarvoor al in de begrotingzitten. Meer mensen aan het sporten krijgen is goedvoor de stad, goed voor de mensen zelf en goed voorons track record wanneer we ons ooit kandidaat stellenvoor de Spelen. Datzelfde geldt voor het WK roeieneind augustus van dit jaar, het WK beachvolleybalwaarbij Amsterdam een van de speelsteden is en hetEK atletiek. Goed voor de stad, leuk voor de mensen,goed voor de economie en goed voor ons visitekaartje.”En wat zou u daar nog graag aan willen toevoegen?“We moeten veel meer gaan doen met de gehandicaptensport.Ik was in 2012 in Londen. Ik heb mijnogen uitgekeken hoe het daar was georganiseerd, ikheb genoten van de sport, maar waar ik het meestvan onder de indruk was, was van de Paralympics,met 80.000 mensen die uit hun dak gingen vanwegede prestaties die daar werden geleverd. Ik zie Londenals het vertrekpunt voor een nieuw tijdperk, waaringehandicaptensport integraal deel gaat uitmaken vande grote evenementen en kampioenschappen. Zoalsdat straks het geval zal zijn bij het WK roeien. Een primeurdie op naam komt van Amsterdam. Het zou mijeen lief ding waard zijn als het EK atletiek in 2016 ooknummers voor mindervalide sporters op het programmakrijgt. Dat zou een enorme toegevoegde waardezijn en zoiets straalt natuurlijk ook af op Amsterdam.”“Ik zie Londen als het vertrekpunt voor een nieuw tijdperk,waarin gehandicaptensport integraal deel gaat uitmakenvan de grote evenementen en kampioenschappen”