51-1407/1 - de Kamer

DOC 511407/00135Artikel 5 bepaalt dat zakelijke-zekerheidsovereenkomstendie zijn gesloten door personen diehandelen in eigen naam, maar voor rekening van debegunstigden van de zekerheden, geldig en aan derdentegenstelbaar zijn. Hier worden meer bepaald dezogenaamde «security agents» geviseerd. Voor de toepassingvan dit wetsontwerp speelt het geen rol datzo’n «security agent» optreedt in het kader van eencommissiecontract met de begunstigden voor wier rekeningde zekerheidsovereenkomst wordt gesloten, danwel in het kader van een andere rechtsfiguur. Op dergelijke«security agents» wordt vooral een beroep gedaanbij effectiseringsverrichtingen in het kader waarvanzekerheden worden gesteld ten gunste van dehouders van schuldinstrumenten die zijn uitgegeven dooreen instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen(zie artikel 119nonies van de wet van 4december 1990, dat artikel 27 is geworden van de wetbetreffende bepaalde vormen van collectief beheer vanbeleggingsportefeuilles). De ontwerpbepaling is natuurlijkvan toepassing op dergelijke «security agents» ongeachtof hun statuut door het Belgisch recht dan weldoor een buitenlands recht wordt beheerst. Via de woorden«tegenstelbaar aan derden, inclusief aan de betrokkenvertegenwoordiger» waarborgt de bepaling ookde bescherming van de begunstigden van de zekerhedenten opzichte van de «security agent», inzonderd’insolvabilitémême lorsque les entités à l’égard desquelleselles sont invoquées ne ressortissent pas dusecteur financier.S’agissant des conventions de netting assorties ounon de conditions résolutoires expresses, on rappelleque les législations spécifiques protectrices des consommateurscontinuent à s’appliquer (voy. ainsi les articles28 et suivants de la loi du 12 juin 1991 et l’article24 de la proposition de directive précitée en matière decrédit aux consommateurs).Concernant les conventions de netting, la loi en projetse limite à déterminer les effets de telles conventionsessentiellement au regard de l’impact de procédured’insolvabilité. Le présent projet n’interfère doncpas sur la capacité qu’ont des parties à conclure detelles conventions (voy. Avis du Conseil d’Etat n° 33.891/2, Doc. Parl., Ch. Repr. n° 2122/001, p. 33). On préciseainsi que le présent projet n’interfère nullement avec leprincipe selon lequel les créances de l’Etat ou des pouvoirspublics en matière d’impôts, taxes et cotisationssociales ne sont pas susceptibles de faire l’objet d’unecompensation.van insolventieprocedures, zelfs wanneer de entiteitenten aanzien waarvan zij worden ingeroepen, geen deeluitmaken van de financiële sector.In verband met de nettingovereenkomsten waaraanal dan niet uitdrukkelijke ontbindende voorwaarden verbondenzijn, moet worden opgemerkt dat de specifiekewetgevingen inzake consumentenbescherming van toepassingblijven (zie de artikelen 28 en volgende van dewet van 12 juni 1991 en artikel 24 van het voornoemdevoorstel voor een richtlijn inzake consumentenkrediet).Het wetsontwerp beperkt zich ertoe de rechtsgevolgenvan de nettingovereenkomsten te bepalen, in hoofdzaakwat de impact van de insolventieprocedure betreft.Er wordt dus niet geraakt aan de mogelijkheidvan de partijen om dergelijke overeenkomsten te sluiten(zie Advies van de Raad van State nr. 33.891/2,Parl. St. Kamer, nr. 2122/001, p. 33). Er moet ook wordenopgemerkt dat dit wetsontwerp geenszins raaktaan het beginsel op grond waarvan de schuldvorderingenvan de Staat of de overheidsinstellingeninzake belastingen, taksen en sociale zekerheidsbijdragenniet voor verrekening in aanmerking komen.Art. 5L’article 5 précise que les conventions constitutivesde sûreté réelle conclues par des personnes agissanten nom propre mais pour compte de bénéficiaires desûretés sont valables et opposables aux tiers. L’hypothèsevisée concerne la notion dite de «security agent».Pour l’application de la loi en projet, il est ainsi indifférentque cet «agent» agisse dans le cadre d’un contratde commission avec les bénéficiaires pour compte dequi la sûreté est conclue ou encore selon une autrefigure juridique. Le recours à de tels «agents» se rencontrenotamment dans le cadre d’opérations de titrisationà l’occasion desquelles des sûretés sont ainsiprises au bénéfice des porteurs de titres de créancesémis par un organisme de placement collectif en créances(voy. ainsi l’article 119nonies de la loi du 4 décembre1990, devenu l’article 27 de la loi relative à certainesformes de gestion collective de portefeuillesd’investissement). La disposition en projet couvre bienévidemment de tels «security agents» que leur statutsoit régi par le droit belge ou par un droit étranger. Parles mots «opposables au tiers, en ce compris ce représentant»,la disposition assure également la protectiondes bénéficiaires de sûretés à l’égard du«security agent» notamment pour les situations d’insolvabilitél’affectant et ce, même si la relation entre le«security agent» et les bénéficiaires relève, en principe,de la législation relative au statut de ces intermé-Art. 5CHAMBRE 3e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE 2004 2005KAMER 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE