12.07.2015 Views

WORKSHOP 10 ERVAAR HET MAAR … SENSEO ... - Stijn

WORKSHOP 10 ERVAAR HET MAAR … SENSEO ... - Stijn

WORKSHOP 10 ERVAAR HET MAAR … SENSEO ... - Stijn

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>WORKSHOP</strong> <strong>10</strong><strong>ERVAAR</strong> <strong>HET</strong> <strong>MAAR</strong> … <strong>SENSEO</strong>-VERHALEN1 <strong>ERVAAR</strong> <strong>HET</strong> <strong>MAAR</strong>1.1 Inleiding (wat is het?)De methodische werkwijze ‘ervaar het maar’ is ontwikkeld door Thyra Koeleman binnen een kindercentrumvoor kinderen en jongeren met een ernstige meervoudige beperking. Deze methode isvooral een benaderingswijze waarbij gekeken wordt naar de wijze waarop de mens met een (ernstigemeervoudige) verstandelijke beperking de wereld om hem heen ervaart en ordent. Ook wordtgeobserveerd op welk communicatieniveau hij zich voornamelijk bevindt.Bij ‘ervaar het maar’ wordt gewerkt aan de hand van thema’s en wordt de mens met een ernstigemeervoudige handicap uitgedaagd tot contact. Het opdoen van ervaringen en het uitbreiden daarvanwordt gestimuleerd. Er wordt gebruik gemaakt van allerhande materialen, muziek en spel.Ontwikkeling kan altijd gestimuleerd worden van heel basaal naar meer communicatief gericht.Vandaar dat de werkwijze geschikt is voor jong en oud. Misschien vinden de ontwikkelingen zichniet zo zeer in de ‘hoogte’ plaats, maar vooral in de ‘breedte’. En ook dat is zinvol.Het werken met thema’s is een leidraad en geeft vele creatieve mogelijkheden. Zowel in de benaderingvan mensen met een ernstige meervoudige beperking als in het creëren van sfeer binnenhet dagcentrum of binnen de groep. Het bijzondere van deze werkwijze is dat het gebruikt en toegepastkan worden door alle disciplines en door ouders.Samenwerking geeft een extra stimulerende dimensie aan het geheel, want herhaling stimuleertontwikkeling.1.2 Doelstellingen (wat willen we bereiken?)- Plezier met elkaar beleven en ervaring opdoen- Motoriek stimuleren* oprichten van het hoofd* symmetrische houding* optrekken, oprichten van de romp* meebewegen van het hoofd* handen, vuisthouding* reiken* grijpen* pakken* volgen met de ogen* samenspel oog-hand beweging* voorwerpen worden in de mond gestopt* voorwerpen onderzoeken met mond, handen, vingers, voeten stimuleren- Zintuigen stimuleren* versterken van gelaatsgerichtheid en oogcontact* verbeteren van auditieve aandacht en luisterhouding* leren lokaliseren van geluiden- Communicatie stimuleren* uiting geven aan plezier of ongenoegen* uitdrukking van je wel of niet wenst1


* reageren op aanspreken/naam* gericht aandacht vragen door brabbelen of aankijken- Verhogen van bewustzijn* van persoon* van materiaal1.3 De 5 uitgangspunten (wat is belangrijk om te weten voor je aan het werk gaat?)Het werken met ‘ervaar het maar’ baseert zich op de volgende uitgangspunten:- ervaringsordening volgens Dr. Dorothea Timmers-Huigens* lichaamsgebonden ervaringsordening* associatieve ervaringsordening* structurerende ervaringsordening- communicatie model van totale communicatie: de omgeving moet aangepast worden aan decommunicatiemogelijkheden van de persoon- basale stimulatie: hierbij is het uitgangspunt om de mensen te helpen met het ontdekken vanhun eigen lichaam, en dit lichaam te stimuleren en activeren.- motoriek- senso motorische integratie: de koppeling en terugkoppeling tussen waarnemen en bewegen1.4 Werkwijze (hoe gaan wij tewerk?)Er worden een aantal voorwerpen gezocht rond een bepaald thema, deze worden verzameld ineen doos. Deze doos blijft op de leefgroep en kan zo gemakkelijk door iedereen gebruikt worden.Het materiaal moet aantrekkelijk zijn en beroep doen op de zintuigen.We werken minimum 3 à 4 maanden rond eenzelfde thema, dit is van belang voor herkenning bijonze bewoners. Daarom beginnen en eindigen we ook steeds met hetzelfde begin- of eindlied enwordt de aandacht getrokken door op de doos te kloppen.Deze activiteit kan zowel individueel als in groep gedaan worden. Per bewoner proberen we uitwelke materialen hem aanspreken door dit op verschillende manieren aan te bieden. Het is belangrijkom de bewoner tijd te geven om te reagerenHet is een meerwaarde als er multidisciplinair gewerkt kan worden. Zo kan ieder vanuit zijn disciplineaan specifieke doelen werken.Bronvermelding- Ervaar het maar, thyra koeleman, Pg 6 en 15 – 16- Thyra koeleman, cursus ????- Hokus spocus ???2 <strong>SENSEO</strong>-VERHALEN2.1 Wat is Multi-sensory story-tellingMulti-sensory story-telling of zoals wij het noemen <strong>SENSEO</strong> is het vertellen van persoonlijke verhalenwaarbij zoveel mogelijk zintuigen van de personen met ernstige verstandelijke en meervoudigebeperkingen geprikkeld worden. De verhalen zijn op maat van de bewoner gemaakt en sluitenaan bij diens interesses en belevingswereld. Het verhaal is doorweven en ondersteund met zintuiglijkeprikkels.2


2.2 Multi-sensory story-telling: hoe is het ontstaan?Oorspronkelijk werd Multi-sensory story-telling uitgewerkt aan een universiteit in Schotland.In Vlaanderen werd de methodiek van MSST bekend door MULTIPLUS, dit is een expertisecentrumvoor personen met ernstige meervoudige beperkingen,opgericht vanuit KULeuven. Begin2007 kregen wij van hen de vraag om mee te werken aan een onderzoek rond MSST in het kadervan een licentiaatverhandeling van een studente orthopedagogiek.Met dit onderzoek wilde men nagaan welke de voorwaarden waren voor een goede toepassingvan MSST en welke de effecten ervan waren op de bewoners. Zo vulden we na iedere sessie eenvragenlijst in naar het welbevinden en de betrokkenheid van de gasten.In het totaal namen in Vlaanderen hieraan 11 voorzieningen deel, waaronder St.-Oda.In samenspraak met Multiplus werd er voor 2 van onze bewoners een verhaal op maat gemaakt.Voor Geert werd dit: “Geert gaat fietsen”.Voor Maarten werd dit: “Maarten gaat naar huis”.We merkten dat de verhalen voor onze 2 bewoners een echt succes waren. We vonden het eenheel zinvolle activiteit waarbij je een fijn contactmoment hebt met je bewoner. Bovendien brachthet ook een positief effect teweeg bij de bewoner zelf; vb. bij Geert: doorbreken van een ‘suf’ moment,afleiden van probleemgedrag, plezierbeleving.Daarom vonden we het ook belangrijk om deze manier van ‘voorlezen’ uit te breiden binnen onzevoorziening. Hiervoor spraken we 2 opleidingen aan.In totaal werkten de studenten een <strong>10</strong>-tal verhalen uit.2.3 Waarom een verhaal?Het is niet vanzelfsprekend om verhalen te vertellen aan deze doelgroep omwille van hun beperkingenop vele gebieden.Kunnen zij een dergelijk verhaal wel begrijpen? Het idee hierachter is dat Het AANVOELEN vaneen dergelijk verhaal VOOR gaat op het letterlijk of gedeeltelijk begrijpen ervan. Je kunt het vergelijkenmet een mooi liedje in het Italiaans of het Spaans: je begrijpt helemaal niet waarover het gaatmaar toch kan het je enorm raken, je kan erdoor ontroerd worden.Men koos dan voor de naam “ Multi-sensory” omdat het de bedoeling is om zoveel mogelijk zintuigenaan te spreken door deze verhalen voor te lezen. Wij vonden deze naam iets te moeilijk enkozen ervoor om het <strong>SENSEO</strong> verhalen te noemen.2.4 Hoe ziet zo’n verhaal er dan eigenlijk uit?Het is van groot belang dat het verhaal kort is. Dit omwille van het vaak korte en beperkte concentratievermogenvan de bewoner.Het taalgebruik in het verhaal dient men af te stemmen op het niveau van de bewoner.Het voorlezen van het verhaal gebeurt op een gestructureerde manier met veel intonatie en expressie.Om het verhaal voorspelbaar en herkenbaar te maken is het belangrijk dat het verhaalsteeds op dezelfde manier wordt voorgelezen. Ook de voorwerpen moeten steeds op dezelfdemanier aangeboden worden. Bovendien moeten de voorwerpen met zorg gekozen worden enmoet je ervoor zorgen dat je goed georganiseerd en voorbereid bent alvorens te beginnen (juistevolgorde, materiaal op zachte ondergrond …).Door het op deze manier te doen zal je eerder reactie krijgen van de bewoner.3


2.5 Wat is de bedoeling van zo’n verhaal?Dit kan verschillende doelen hebben. Mogelijke algemene doelen zijn:- plezier beleven- samenzijn- contact, interactie- zintuiglijke ervaringen opdoenMaar het vertellen van het verhaal kan ook gericht zijn op specifieke leerdoelen van die bewoner.Vb.:- bepaalde zintuigen extra stimuleren- het aanleren van nieuwe vaardigheden (vb. sokken aantrekken)- het onderhouden van bepaalde vaardigheden- ter voorbereiding op een bepaalde gebeurtenis- doorbreken van verveling- voorkomen van probleemgedragHet is de bedoeling dat het lezen een actief proces wordt, waarbij er een interactie optreedt tussende lezer en degene die voorgelezen wordt. Zo kan de bewoner actief betrokken worden door zelfop een knopje te drukken. De voorwerpen die gebruikt worden moeten aangepast zijn aan de mogelijkhedenen interesses van de bewoner.Praktisch gebruiken wij de verhalen nu zowel individueel als in groep. In groep zijn ze dus wel nietmeer echt gepersonaliseerd, maar sluiten wel aan op het niveau van de bewoners. Zo zal een verhaalvan hetzelfde thema bij verschillende groepen er anders uitzien. Het grote voordeel is dat jeeen kant- en- klaar verhaal hebt. Je hoeft niet meer op zoek naar materiaal en dergelijke. Je kuntmeteen aan de slag en dit geldt ook voor leefgroeppersoneel en andere personeelsleden.2.6 Welke verhalen hebben wij al?Bestaande Senseo verhalen- Een dag naar de dierentuin- Avond met de familie …- Een verwendag- In bad- Muziektherapie- Maarten gaat naar huis- Jens naar zee- Feest- Geert gaat fietsen- Geert gaat zwemmen- Jacqueline gaat naar de kermis- Verjaardag- Goedemorgen Beertje- De kinderboerderij- Wat een feest- Herfst- Halloween- Sinterklaas- Naar de manege- De boormachine4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!