10 arbeidsrechtbankVERKOZENEN EN KANDIDATENIN DE BEKLAAGDENBANKNa een analyse van de rechtspraak over de sociale verkiezingen in de voorbije nummers van <strong>Vrijuit</strong>,bespreken we hierna enkele gerechtelijke uitspraken die specifiek betrekking hebben op geschillen waarwerknemersvertegenwoordigers of kandidaten betrokken waren. Zo heeft een onderneming ervaren dathet beter is zich eerst goed te informeren in plaats van hals over kop over te gaan tot ontslag. En ledenvan het Preventiecomité moeten beseffen dat ze geen mandaat hebben gekregen om vechtend over dewerkvloer te rollen. Ten slotte buigen we ons over de vraag of een ongeval opgelopen tijdens een syndicaleprotestactie een arbeidsongeval kan genoemd worden …Een dure misrekeningWerknemers die kandidaat waren om personeelsafgevaardigde teworden in de Ondernemingsraad of het Preventiecomité en deeffectief of plaatsvervangend verkozenen, genieten van een bijzondereontslagbescherming. Zij kunnen slechts ontslagen worden omeen dringende reden of om een economische of technische reden.De dringende reden moet vooraf door de arbeidsrechtbank of hetarbeidshof erkend zijn. De economische of technische redenenmoeten vooraf erkend worden door het paritair comité. In een vorigebijdrage is de aanvangsdatum van deze ontslagbescherming alaan bod gekomen. Maar minder bekend is wanneer die beschermingsperiodeprecies afloopt in het geval een beschermde werknemerzich bij een volgende sociale verkiezing niet meer kandidaatstelt. Dat ondervond een werkgever aan den lijve toen hij meendeeen kans te zien om een van zijn arbeiders om een dringende redente ontslaan zonder de wettelijke procedure tot erkenning van eendringende reden na te leven.De onderneming leefde jarenlang op gespannen voet met de arbeider,lid van het Preventiecomité. Bij de sociale verkiezingen van2008 stelde de man – laten we hem Jos noemen – zich nietopnieuw kandidaat. Kort na de aanplakking van de verkiezingsuitslagzag de werkgever zijn kans. Na een nieuw en ernstig incidentontsloeg hij Jos met inroeping van een dringende reden. De proceduretot erkenning van de dringende reden voor de arbeidsrechtbankwerd niet gevolgd, ervan uitgaande dat de periode van ontslagbeschermingwas verstreken.Jos dacht daarentegen dat hij wel nog beschermd was tegen ontslag,zelfs al was hij geen kandidaat geweest bij de laatste socialeverkiezingen en zelfs al waren er al nieuwe leden van hetPreventiecomité verkozen. Hij besliste om geen herplaatsing te vragenin de onderneming en vorderde voor de arbeidsrechtbank teGent een beschermingsvergoeding van twee jaar loon, overeenkomstigzijn anciënniteit.De arbeidsrechtbank verwees naar artikel 2 § 2 van de wet van 19maart 1991 houdende de bijzondere ontslagregeling voor personeelsafgevaardigdenen kandidaten. Dat bepaalt dat de periodevan bescherming loopt “tot op de datum waarop de bij de volgendeverkiezingen verkozen kandidaten worden aangesteld”. Volgensde arbeidsrechtbank verwijst het begrip “aangesteld” niet naar deverkiezing, maar naar de datum van de eerste vergadering waaraande nieuw verkozen afgevaardigden deelnemen. Op de datumvan ontslag van Jos had die eerste vergadering met de nieuwe verkozenennog niet plaatsgevonden. De arbeidsrechtbank oordeeldedan ook dat de werknemer toen nog steeds genoot van de ontslagbescherming.Hieruit volgt dat de ingeroepen dringende reden nietmocht onderzocht worden. De rechtbank veroordeelde de ondernemingtot betaling van de gevorderde beschermingsvergoeding.Bron : Arbeidsrechtbank Gent, 06/07/2008, AR nr. 08/2838.Een uit de hand gelopen “handgemeen”Twee beschermde werknemers, leden van het Preventiecomité,raakten betrokken in, wat zij noemden, een handgemeen. De werkgeverstelde voor elk van hen een vordering in voor de arbeidsrechtbankom de feiten als een dringende reden tot ontslag te latenerkennen. In graad van beroep onderzocht het arbeidshof te Brusselde waarachtigheid en de ernst van de aan de werknemersafgevaardigdenverweten feiten.Beide werknemers betwistten dat het om een vechtpartij ging, dochzij erkenden dat zij mekaar op het lijf zijn gevlogen en elkaar hebbenvastgepakt. Hieraan hechtte het arbeidshof geen geloof. Hethof verwees naar gedetailleerde verklaringen van drie aanwezigesupervisors, waaruit bleek dat het om meer dan een handgemeenging. Er werden wederzijds slagen toegebracht, de betrokkenenlagen op de grond te vechten, moesten gescheiden worden en eenvan hen moest naar het ziekenhuis worden gevoerd. Bovendiengreep de vechtpartij plaats tijdens een vergadering die speciaalgepland was om de betrokkenen te verzoenen.Nu de ingeroepen feiten als bewezen beschouwd werden, maaktehet arbeidshof vervolgens een analyse van het begrip dringendereden. Artikel 35 van de wet van 3 <strong>juli</strong> 1978 preciseert dat onderdringende reden verstaan wordt “de ernstige tekortkoming die elkeprofessionele samenwerking tussen werkgever en werknemeronmiddellijk en definitief onmogelijk maakt”. Een ontslag om dringendereden kan dan ook enkel gegeven worden wanneer het ingeroepenfeit uitsluitend of hoofdzakelijk te wijten is aan de fout vande ontslagen partij. Algemeen is een dringende reden er een die hetvertrouwen zodanig schaadt, dat hierdoor elke voortzetting van decontractuele relatie definitief en onmiddellijk onmogelijk wordtgemaakt. De dringende reden zal dan ook niet noodzakelijk beoordeeldworden op grond van de schade of het nadeel dat werd berokkend,maar voornamelijk op grond van de vertrouwensrelatie.De werknemers in kwestie hielden voor dat rekening diende gehoudente worden met de onhoudbare werkomstandigheden, aangezienmet steeds minder personeel werd gewerkt voor hetzelfde werkvolume,wat de stress voor het behalen van de quota’s alleen maarvergroot. Het hof antwoordde hierop dat de ernst van de tekortkominginderdaad dient beoordeeld te worden in functie van de concreteomstandigheden, waarbij onder meer kan rekening gehoudenworden met de concrete werkomstandigheden, het professioneelmilieu en het opleidingsniveau. De werkgever moet zorgen dat dearbeid wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekkingtot veiligheid en de gezondheid van de werknemer (artikel 20van de wet op de arbeidsovereenkomsten). Echter hebben ook dewerknemers de verplichting zich te onthouden van al wat schadekan berokkenen aan hun eigen veiligheid, die van de medearbeiders,van de werkgever of van derden (art. 17).VRIJUIT/JUNI-JULI <strong>2012</strong>
arbeidsrechtbank 11Het arbeidshof verwees bovendien naar de Welzijnswet van 4augustus 1996 waar ook staat bepaald dat werkgever en werknemerzich dienen te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijenof ongewenst seksueel gedrag op het werk.In die omstandigheden erkende het Arbeidshof Brussel de feitenals een dringende reden tot ontslag. Op basis van deze beslissingkon de werkgever, na een gerechtelijke procedure van in totaal achtmaanden, het ontslag effectief doorvoeren.Dit arrest is interessant omdat het duidelijk maakt dat fysiekgeweld op de werkvloer absoluut onaanvaardbaar is. Veelal wordtin zulke gevallen ook verwezen naar het vakbondsmandaat. De feitenmogen weliswaar niet anders beoordeeld dan bij nietbeschermdewerknemers. Maar toch voegen de rechtbanken ersoms aan toe dat de werknemer als lid van het Preventiecomité eenvoorbeeld dient te zijn en meer dan anderen behoort te weten datmen zich moet onthouden van al wat schade kan berokkenen aande veiligheid van de collega’s.Bron : Arbeidshof Brussel, 21/02/2003, AR 43.349 en 43.350Arbeidsongeval tijdens een vakbondsactie ?Tijdens een ochtendlijke vakbondsactie om 7.45 uur, die plaatsvondvoor het gebouw van de werkgever, wordt een van de actievoedersgetroffen door een vallende ladder. De man kwetst zich aanhet hoofd en de arm. Hij vordert de erkenning van dit ongeval alsarbeidsongeval en vraagt de aanstelling van een deskundige omde lichamelijke schade te begroten.Door de vakvereniging werd voordien voor de bewuste dag syndicaalverlof gevraagd voor een aantal van haar leden, waaronderhet slachtoffer van het ongeval. Deze aanvraag werd gemotiveerdom deze leden “in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan eensyndicale vergadering”. Op deze basis betaalde de werkgever voordie dag het loon.De arbeidsrechtbank onderzoekt vooreerst of het ongeval voldoetaan de definitie van het klassieke arbeidsongeval. Als arbeidsongevalwordt beschouwd elk ongeval dat een werknemer tijdens endoor het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomten dat een letsel veroorzaakt (art. 7 van deArbeidsongevallenwet van 10 april 1971). Uit de feiten is geblekendat de betrokkene zich op het bewuste moment niet onder hetgezag bevond van zijn werkgever. Niet alleen het uur waarop de feitenplaatsvonden, situeerde zich buiten de normale werkuren, dochook de aard van zijn activiteiten : een protestactie tegen de eigenwerkgever. Dit laat er geen twijfel over bestaan dat er op dat ogenblikgeen werkgeversgezag mogelijk was. Zelfs indien aangenomenwordt dat de werkgever toestemming had verleend om verlof tenemen wegens syndicale activiteiten, kan dit onmogelijkbeschouwd worden als een “uitvoering van de arbeidsovereenkomst”,nu precies deze uitvoering geschorst was. Dat er voor diedag loon betaald werd op grond van een wettelijke verplichting,doet daar geen afbreuk aan, aldus de rechter.Vervolgens onderzoekt de rechtbank of het hier geen gebeurtenisbetreft die wettelijk wordt gelijkgesteld met een arbeidsongeval.Artikel 8 § 1 van de Arbeidsongevallenwet bepaalt namelijk dat dewerknemer geacht wordt zich eveneens op de plaats waar hij werktte bevinden, wanneer hij onder meer : “aldaar, zelfs buiten dearbeidsuren, met de uitdrukkelijke of stilzwijgende toelating vande werkgever een opdracht als vakbondsafgevaardigde of vertegenwoordigervan de werknemers vervult.” Essentieel in dezebepaling is de voorwaarde van uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemmingvan de werkgever. De arbeidsrechtbank aanvaardt weldat er een toestemming bestond tot het houden van een syndicalevergadering. Maar het is uitgesloten dat een protestactie tegen dewerkgever zelf, voor diens deur, kan beschouwd worden als een toegestanesyndicale vergadering.Aldus besluit de rechtbank dat het ongeval niet kan beschouwdworden als een arbeidsongeval.Bron : Arbeidsrechtbank Gent, 14/02/2011.Erik MASSÉVRIJUIT/JUNI-JULI <strong>2012</strong>