SchackboekTrek me uit de Vlaamse klei! oranje boven!Herman gaat internationaalIk heb het niet zo voor het buitenland. Raar, want van zodra de eerste lentezon door de wolken priemt, denkende meeste mensen al aan een of andere citytrip: laat je eens lekker rollen in de Parijse metro, maak eens een oorlogjemet anti-globalisten live mee in Londen, ga eens naschokken in Rome of betaal je blauw aan een zuinig fletspilsje in Stockholm.En wanneer het weer in de meimaand wat tètypisch Belgisch is, swingen de boekingen naarexotische zuiderse bestemmingen de pan uit.De Dominikaanse Republiek, waar je heerlijk decadentkan doen terwijl achter de prikkeldraadduizenden mensen nog net niet kreperen vande honger, maar zelfs niet de kruimels van hetonbijtbuffet waard zijn. Met in de onmiddellijkeomgeving Cuba, waar je een binnenlands vluchtkan maken met een oude Antonov-doodskistdie zo heerlijk zijn uitlaatgassen naar binnenzuigt. Om dan een godvergeten dorp te gaanbezoeken waar in de plaatselijke apotheek-postkantoor-slagerij-bakkerijde aspirientjes per stukworden verkocht. Als ze er al zijn.Of de USA, waar je tegenwoordig zo welkombent dat ze al op de luchthaven vragen wat jedaar eigenlijk wel komt doen, of je verhaal welklopt en wanneer je eindelijk weg bent. Waar jeje op straat kunt vergapen aan de volgevretencalorieverslindende lijven die zelfs hun auto nemenom naar het toilet te gaan. En waar je vooralversteld staat van de grauwe armoede in eenland dat iedereen de les wil spellen.En voor wie het niet zo breed heeft is er natuurlijkFrankrijk. Heel wat dichterbij natuurlijk, maarvoor mij alvast een vakantiegruwel. Blijven wein het noorden, hebben we hetzelfde weertjeals in België, alleen met wat meer wind, pittigerbuien en godverlaten stranden. Heerlijk om teontstressen, alleen krijg ik het al op mijn heupenvan eenzaamheid als ik een half uurtje ‘de batterijenga opladen’ in de natuur.Of je rijdt naar het zuiden, naar de alomgeprezenProvence. Kan je je heerlijk zitten opwindenin de file en ondertussen maar gebedjeszitten prevelen dat je radiator het uithoudt inde verschroeiende zon, want reparatie van eenVW en France? Maar eens op je bestemmingkan de echte vakantie beginnen: alle dagenbarbecue ’s avonds, want tussen elf en vier blijfje best weg uit de zon, wil je niet levend verschroeien.Je kan ook naar Spanje. Naar een van de costa’s.Uiteraard vlieg je daar naartoe met een lowcostmaatschappij,een benaming voor maffiosemaatschappijen die enkele aftandse supportersbussengekocht hebben die warempel nog kondenvliegen ook. Maak je eens live de rush naarde beste plaatsen mee in Charleroi, omgedoopttot Brussels-South. Het lijkt telkens weer een dagelijkseverfilming van het vertrek van de Amerikanenuit Hanoi.Maar de mensen hebben het er voor over, wanteen halve dag later kunnen ze zich al vergapenaan de monokinishow in Marbella. Waar zelfs (ofzijn het vooral?) oma’s nogal snel uit de klerengaan. Van oma’s ‘af...’ naar ‘deafzakkers’ in de discothekenaldaar is maar een kleine stap. Waar jeje kan ergeren aan ‘de jeugd van tegenwoordig’:zuipen, slikken en prikken. Moeten die jongeluidan allemaal ‘decompresseren’?Nee, het is duidelijk: voor mij hoeft het buitenlandniet.BelgiekskenHet moet hier ten andere nog zo slecht niet zijn,want voor het schoon weer zullen die tienduizendenvluchtelingen toch niet massaal naarhier komen hé? Je zal als Afrikaan maar gaanroeien naar Italië. Niet zo welkom bij Berlusconi,niet? Zit je daar ‘in ’t schoon weer’ achter prikkeldraadop Lampedusa.Of de Franse gendarme ranselt je uit je oververhittecontainer in Sangatte. Neen, dan komje maar beter in België terecht. Wij zijn migrantenen vreemdelingen gewoon. In een verregeschiedenis Romeinen, Germanen, Bourgondiërs,Spanjaarden en Fransen. Iets dichterbijtot tweemaal toe Duitsers. Die vonden het hierook allemaal nog zo slecht niet. Want Belgenzijn gastvrij. Op een enkeling die een slecht bollekenin ’t kotje kleurt na, natuurlijk. Dus laat zemaar komen, die Albanezen, Polen en Bulgaren.Wat meer kleur op straat en de ‘chasse’ van dewc goedkoop gerepareerd en de Belg is weercontent.Dus waarom zou ik naar het buitenland opreis gaan?Rocheforts in RochefortNee, tijdens de grote vakantie ben ik jaarlijkseen vaste gîtehuurder in Rochefort. ’s Morgensop ’t veloken, ’s middags een meer dan stevigeaperitief, een uiltje na de middag en dan eenfikse wandeling om vervolgens uit te blazen ophet terras van de Figaro 3, naast de kerk van Rochefort.Nog net op tijd in de gîte om de laatstekilometers van de tourrit mee te pikken. Dat zalsamen met de nationale politiek ’s avonds besprokenworden met de eigenaar-buurman vande gîte, Yves Jergeay. Met ons tweeën overstijgenwe de communautaire problemen en naeen paar Rocheforts zien we alleen nog maargelijkenissen tussen Vlamingen en Walen. Metons tweeën houden we het land bijeen, noussauvons le brol, ‘on nous appellera le ciment dela nation’, zegt Yves dan. Wallonië is voor mij veelmeer dan de strik van Elio of de schmink van Joëlle.Geef mij maar Yves, de man van het volk, depoliticien met het onafscheidelijk marcelleken.Rochefort, met een uitstap naar Chevetogne,buitenverblijf van het spirituele College met abten een van de paters als oud-leerlingen.40 <strong>IC</strong> HOU <strong>juni</strong> <strong>2009</strong>
SchackboekBeverenEn een paar weken later volgt een verblijf inBeveren. Is Schacksken nu helemaal zot geworden?Gaat hij nu al kamperen op de Freethiel?Misschien een week all-in op de bijna faillieteonafgewerkte tribune? Maar neen, Beveren aande IJzer, historische rustplaats voor officieren inde Eerste Wereldoorlog en toen vooral bekendom zijn café ‘In de veertien billekens’ naar de zevenwonderschone dochters van de toenmaligeuitbater. Ons verblijf aldaar ligt op slechts éénscherpe bocht van Frankrijk verwijderd. Even destraat uit en je bent al in Hazepoël, gehucht vanHondschoote. Allez, en ik dacht dat je niet naar ’tbuitenland ging? Noord-Frankrijk is geen buitenlandhé, als je wat West-Vlaams op zijn Limburgsspreekt verstaan veel mensen je daar nog.En citytrips kan je ook dicht bij huis maken,want wie kent Antwerpen, Gent, Brugge envooral Brussel ècht?Holland?En ja, ik moet het toegeven, af en toe waagik me toch even over de grens en kan je me inHulst aantreffen. Zo, mijnheer lust het buitenlandniet en dan gaat hij juist naar Nederland? Ikweet het, en tot dit jaar gaf het me ook steedsweer een beetje een wrang gevoel, voelde ikHerman in gezelschap van Nederlanders en ... kaas.het als een verraad aan het vaderland. En ietsvoorbij het toenmalig douanekantoor, aan hetbordje dat het gehucht ‘Kapellebrug’ aangeeft,voorstad van de metropool Hulst, kreeg iksteeds weer die kramp in de onderbuik. Deedme te veel denken aan de heldhaftige smokkeldaadvan mijn moeder in de golden sixties.De Zilvervlo-oooot!Hulst was toen voor de Belgen vooral bekendom zijn ‘Kledingbokser’, kledingzaak waar jetwee kostuums voor de prijs van één kon kopen.Van sex- en andere koffieshops was helemaalnog geen sprake. Mensen hadden toen niet zo’ngedachten. Pa Schack rookte toen nog en omzijn longen in optimale vorm te houden, wasons moeder nog rap binnengesprongen in detabakswinkel op de hoek van de winkelstraat.Twee pakjes sigaretten had ze gekocht. Het rekeningskezat er nog bij, kwestie van de boekhoudingthuis in orde te maken. Na de aankoopvan allerlei vesten en broeken werd de terugreisaangevat. Met de lijnbus Hulst-Sint-Niklaas.Wordt de bus ter hoogte van het bord ‘Kapellebrug’tegengehouden door twee forse Nederlandsedouane-beambten. ‘Niks aan te geefu?Identiteitsbevijse klaarhoudu!’. Snelsnel liepenbeiden – die er zoals de meeste douaniers indie tijd geen zin in hadden – door de bus. Tot zebij ons ma kwamen. Die haalde iets boven omaan te geven. Mijn vader probeerde nog meteen kattensprong haar het zakje uit de handente grissen, maar veel te laat. Voor keeper heefthij nooit gedeugd. De douaniers hadden al eenblik in het zakje kunnen werpen. De twee roldennog net niet door de bus van ‘t lachen. “Maa mefrouwtjetoch, sicharette sijn toch tvee maals soduur als in Pelgië.” Het onheil was geschied. Mijnmoeder belachelijk gemaakt voor een volle bus.Nu mogen ze veel van mij, maar van ne menszijn moeder of zijn zuster moeten ze afblijven.Dat is een internationale code, daarvoor moetje niet eens de Middellandse Zee oversteken.Vanaf dat moment hadden de Hollanders hetbij mij verkorven. Des te meer nadat enkele jarenlater ene Jan Janssen compleet ten onrechteonze sympathieke Herman Van Springel de geletrui ontnam na een in duistere omstandighedengewonnen slottijdrit van de Ronde van Frankrijk,een jaar later ene Joop Zoetemelk voor een paardecennia het achterwiel koos van Eddy Merckxen we bij elke internationale voetbalwedstrijdop ons broek kregen van Oranje.“Hij heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloooo-oo-oot”,klonk dagenlang pijnlijk na in deoren. En ons nog wat treiteren door bij elke rampdie ons vaderland trof overtuigd te verklaren dat“bij hun zoiets nooit aan de orde zou zijn”, wantzij waren nu eenmaal beter gewapend tegenonheil als overstromingen, branden of terroristischewandaden dan die ‘tomme Pelgu’.Nee, Nederland, het was mijn ding niet.De Prins van Oranje en ...mijn schoonmoederNochtans had het anders gekund. Want mijngrootvader – hij die Vlaanderen leerde wat optimismeis, vaak aan de hand van meerdere dagschotels– werd in zijn stamcafé(sss) ‘de Prins vanOranje’ genoemd omdat hij in de golden sixtiesenige jaren uitzendarbeid verrichtte bij Demkain het verre Utrecht.Hij was de eerste in de familie die zich bij zijndefinitieve terugkeer in het vaderland prompteen tv-toestel aanschafte. Uiteraard mochtende kleinzoons elke avond na schoolwerk komenkijken. En zo werden de kleinzoons van de Prinsvan Oranje verplicht dagelijks naar Nederlandsezenders te kijken en wisten we via Studio Sportop zondag meer af van het Nederlands dan van