12.07.2015 Views

Beleidsnota Cultuurhistorie 2007-2011 - Cultuurhistorisch Venlo

Beleidsnota Cultuurhistorie 2007-2011 - Cultuurhistorisch Venlo

Beleidsnota Cultuurhistorie 2007-2011 - Cultuurhistorisch Venlo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

waarde in combinatie met minimalisatie van kosten. De wijze van dekking van de kosten isuiteindelijk afhankelijk van politieke keuzes. In geval de gemeente grond vervreemd heeft degemeente twee opties:− De gemeente levert functierijpe grond aan. Dit betekent dat er op de grond geen (archeologische)restricties liggen. In dit geval initieert de gemeente eventueel archeologisch onderzoeken laat dit uitvoeren. De kosten worden verdisconteerd in de exploitatiekosten enmeegenomen in de exploitatieovereenkomst. Nadeel van deze methode is dat in principealle archeologische resten worden verwijderd, terwijl dit wellicht niet nodig is.− De gemeente levert grond met eventuele archeologische of andersoortige restricties. Indat geval is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de uitvoering en dus de kosten vanhet archeologisch onderzoek. Voordeel van deze laatste werkwijze is dat meer maatwerk(er is meer duidelijkheid over de aard en omvang van de verstoring) mogelijk is, waardoorde archeologie beter behouden kan blijven. Hierdoor kunnen de kosten ook meevallen.Onbekendheid met de fysieke kwaliteit van het bodemarchief kan echter ook voor onvoorzienehoge kosten zorgen. Met andere woorden: aan beide beleidskeuzes zijn voor- en/of nadelenvoor gemeente en ontwikkelaar verbonden. In de toekomst willen we de verhouding kosten-baten(behoud) beter in beeld brengen (risicoberekening). Nu beschikken we over nogonvoldoende financiële informatie om deze exercitie uit te kunnen voeren.Conform de wettelijke mogelijkheden wordt voorgesteld de volgende opties ter dekking vande archeologische kosten aan te wenden:− De initiatiefnemer betaalt conform de Wet van Malta en de nieuwe wet op de ArcheologischeMonumentenzorg.− De bestuurslasten zoveel mogelijk te dekken uit de archeologiegelden die ontvangenworden van het Gemeentefonds en verkregen worden vanuit het Rijk.− Doorbelasting via (de opbrengsten uit) de grondexploitatie (inclusief bijdragen van marktpartijen).− Dekking via de gemeentelijke projecten.− Door Provinciale en Rijkssubsidies voor excessieve kosten (mogelijk bij kosten per projectvan meer dan € 225.000).Tevens wordt voorgesteld na in werking treden van de wet op de Archeologische Monumentenzorg(september <strong>2007</strong>) de volgende dekkingsmogelijkheden te onderzoeken:− Doorbelasting via leges en de rioolrechten− Doorbelasting via de gemeentelijke belastingen− ISV II-gelden voor planschade en toevalsvondstenNiet-begrootbare kostenNaast de projectkosten bestaan niet-begrootbare kosten, dit zijn planschadekosten en excessievekosten. Het risico op planschade wordt geminimaliseerd door de beperkingen op dearcheologische beleidskaart en de bestemmingsplankaarten te begrenzen. Het nadeel hiervanis dat daarmee mogelijk belangrijke archeologische waarden verloren gaan en het risicovan toevalsvondsten wordt vergroot. Zou de gemeente geen archeologische waardegebiedenaanwijzen, met andere woorden legt de gemeente geen beperkingen van bestemmingsplanover verordening op, dan is elke aangetroffen archeologische waarde per definitie eentoevalsvondst. De kosten voor het opgraven van dergelijke toevalsvondsten komen altijdvolledig voor rekening van de gemeente. Middels de voorgestelde beleidskaart en het daaraangekoppelde kwantitatieve en kwalitatieve selectiebeleid (zie onder 7.4) wordt het vindenvan toevalsvondsten en het risico op planschade zoveel als mogelijk voorkomen en de kostenvoor de burgers geminimaliseerd.44 Voortbouwen op <strong>Venlo</strong>’s Verleden

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!