12.07.2015 Views

Beleidsnota Cultuurhistorie 2007-2011 - Cultuurhistorisch Venlo

Beleidsnota Cultuurhistorie 2007-2011 - Cultuurhistorisch Venlo

Beleidsnota Cultuurhistorie 2007-2011 - Cultuurhistorisch Venlo

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

hebben betrekking op de vorm, inhoud, informatieplicht, verslaglegging en deskundigheidvan de uitvoerders. Opgemerkt moet worden dat het Handboek in bestuurlijke zin geen geldingskrachtheeft omdat daaraan een wijziging van de Monumentenwet 1988 voorafgaat. Inhet Handboek is het besluitvormingstraject gekoppeld aan het archeologisch onderzoekstraject.Het archeologisch onderzoekstraject is in principe standaard. Het besluitvormingstrajectin de vorm zoals het naar verwachting in het nieuwe bestel zal gaan gelden en zoals ookopgenomen in het Handboek Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.1 (Ministerie vanOCenW, 2006), is als volgt:BeschermenBureauonderzoek(opstellen verwachtingsmodel)Inventariserend Veldonderzoekkartering (IVO-1 & 2)Inventariserend Veldonderzoekwaardering (IVO- 3) Opgraven/begeleiden(Definitieve Opgraving, DO)VrijgevenBureauonderzoekIndien iemand een activiteit wil uitvoeren die gepaard gaat met een bodemverstoring van eenbepaalde omvang dient allereerst te worden vastgesteld of op de (bouw)locatie archeologischewaarden liggen. Dit gebeurt door middel van een bureauonderzoek. Tijdens dit onderzoekwordt gekeken naar de geologie, historische geografie en de archeologische informatievan de locatie. Daarbij worden ook de archeologische kaarten en database van de gemeentegeraadpleegd. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een gecertificeerd commercieel archeologischbureau. In sommige gevallen kan de gemeente <strong>Venlo</strong> dit onderzoek uitvoeren. Hetbureauonderzoek resulteert in een rapport waarin een advies is opgenomen voor een vervolg.Dit rapport wordt ter goedkeuring overlegd aan de gemeente <strong>Venlo</strong>. Er zijn twee mogelijkheden:het kan zijn dat er niets hoeft te gebeuren, of het kan zijn dat ten behoeve van debesluitname inzake de vergunningverlening een inventariserend veldonderzoek nodig is. Alshet gaat om een groot project of oppervlak zal voor het inventariserend veldonderzoek eenprogramma van eisen (PVE) moeten worden opgesteld door een daartoe bevoegd archeoloog.Het bevoegd gezag toetst dit programma van eisen en stelt het vast. Voor een kleinproject is geen programma van eisen nodig. Het is in veel gevallen te adviseren het bureauonderzoekdirect te koppelen met een inventariserend archeologisch veldonderzoek (veldkarteringen booronderzoek).Inventariserend veldonderzoekkarteringAls in het bureauonderzoek mogelijke archeologische waarden worden vastgesteld is hetnodig de aard hiervan nader te onderzoeken. Dit wordt gedaan door middel van een inventariserendveldonderzoek (IVO-1) veldkartering. Eventueel vervolgd of vergezeld van eenbooronderzoek (IVO-2). Deze onderzoeken wordt uitgevoerd door gecertificeerde archeologischeinstellingen. Een IVO-2 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen.Naar aanleiding van de resultaten van het booronderzoek wordt bepaald of nader (waarderend)archeologisch onderzoek, door middel van proefsleuven noodzakelijk is (IVO-3). Als dearcheologische waarden (te) gering blijken kan verder afgezien worden van vervolgonderzoek.Blijken de archeologische waarden hoog dan dient het proefsleuvenonderzoek te wordenuitgevoerd. Voor dit type onderzoek dient wederom een programma van eisen te wordenopgesteld en goedgekeurd. Het kan voorkomen dat archeologische vindplaatsen of versprei-Voortbouwen op <strong>Venlo</strong>’s Verleden 53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!