12.07.2015 Views

Toetsen vijfde leerjaar

Toetsen vijfde leerjaar

Toetsen vijfde leerjaar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.3 Wiskunde, einde <strong>vijfde</strong> <strong>leerjaar</strong>4.3.1 Validiteit van de toets “Wiskunde, einde <strong>vijfde</strong> <strong>leerjaar</strong>”In eerste instantie werd onderzocht of de toets Wiskunde EL5 één of meer achterliggendevaardigheden meet. Daarom werd een exploratieve factoranalyse uitgevoerd op de items van elkvan beide versies.Zowel op basis van de scree-test van Cattell als op basis van het criterium ‘proportie verklaardevariantie’ 8 werd besloten om de één-factoroplossing als beste te weerhouden, zowel voor versie Aals voor versie B. De factor verklaart telkens iets minder dan 14% van de variantie in de toetsscores(eigenwaarde versie A: 8.342; eigenwaarde versie B: 8.329). In Bijlage 1 worden de factorladingen(vermenigvuldigd met 100) voor de beide versies weergegeven.4.3.2 Betrouwbaarheid van de toets “Wiskunde, einde <strong>vijfde</strong> <strong>leerjaar</strong>”Vervolgens werd, als indicatie van de betrouwbaarheid van de toets, de Cronbachs alfacoëfficiëntberekend. Het resultaat wordt weergegeven in Tabel 14.Tabel 14Betrouwbaarheid “Wiskunde EL5”N AlfaWiskunde, Versie A 229 0.90Wiskunde, Versie B 1121 0.89Beide versies van de toets Wiskunde EL5 hebben een hoge betrouwbaarheid. Er werd gebruikgemaakt van de observaties zonder ‘missing values’, vandaar dat het aantal leerlingen opgenomenin de analyses een stuk lager ligt dan het aantal leerlingen dat de toets heeft afgelegd. Net zoalsbij de toetsen begrijpend lezen levert de procedure zonder ‘listwise deletion’, waarbij een ‘missingvalue’ wordt beschouwd als een foutief antwoord, vrijwel hetzelfde resultaat op. De alfacoëfficiëntkon niet verhoogd worden door het weglaten van één of meerdere items.De subdelen buiten beschouwing latend hebben twee van de zes toetsdelen een alfacoëfficiënthoger dan 0,70: hoofdrekenen ( = 0,77 in versie A en = 0,74 in versie B) en getallenleer ( =0,76 in versie A en = 0,73 in versie B). De andere toetsdelen hebben een alfacoëfficiënt tussen0,09 (het toetsdeel ‘Meetkunde’ in versie A) en 0,61 (het toetsdeel ‘Toepassingssituaties metendrekenen’ in versie B). De lagere alfacoëfficiënten zijn vermoedelijk te wijten aan het geringeaantal items per toetsdeel.Ook de subtoetsdelen binnen de categorieën Hoofdrekenen en Getallenleer hebben bijna allemaaleen alfacoëfficiënt lager dan 0,70. Uitzonderingen zijn de de subtoetsdelen ‘Hoofdrekenen’ en‘Structureren of splitsen’ binnen de A-versie van de toets. Deze toetsdelen hebben eenalfacoëfficiënt van 0,76, respectievelijk 0,71.8 Criterium ‘Proportie verklaarde variantie’: enkel factoren die minstens 5% van de variantie verklaren worden weerhouden.21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!