13.07.2015 Views

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

V o l18dec’11worden. Ten opzichte van de diagnose per operationem(welke werd gezien als gouden standaard)kwam naast de genoemde elementen in de diagnoseook de <strong>voor</strong>gestelde behandeling vaker overeenwanneer 3D beelden ter beschikking waren. Thierrynoemt in de discussie deze betere preoperatievebeeldvorming een mogelijke wijze “to narrow theexperience and training gap”, om aan te geven datpre-operatieve planning verbeterd kan worden doorgebruik te maken van deze nieuwe technieken.In het volgende hoofdstuk wordt de inter observerbetrouwbaarheid van de Broberg en Morrey modificatievan de Mason classificatie van radiuskopfracturengetoetst middels een online enquete vanuitde Science of Variation Group. Het aanbieden van3D CT beelden leidde tot een kleine (overigens welsignificante) verbetering van de inter observer variabiliteit,maar een bepaalde mate van ongelijkheidin mening bleef aanwezig aangaande welke classificatiebij een fractuur paste. Als redenen <strong>voor</strong>dit blijvende verschil van mening werd een nietduidelijke definitie genoemd naast een verschilin cultuur, training en blootstelling aan dergelijkefracturen genoemd. Als lid van de Science ofVariation Group tijdens deze studie kan ik persoonlijknog opmerken dat de huidige en in deze studiegebruikte classificatiesystemen prognostisch nietzo sterk zijn als de diverse classificatie gradensuggereren: de lagere graad is niet makkelijkerte behandelen of leidt niet per definitie tot eenbeter resultaat dan de hooggradigere fractuur. Ookpasten de getoonde fracturen niet altijd zonderslag of stoot binnen de aangeboden classificatie.In het deel van het proefschrift dat de behandelingvan radiuskop fracturen bestudeert, wordtin hoofdstuk 6 de rol van pijn tijdens het herstelvan een radiuskop fractuur onderzocht. Aan depatient werd gevraagd of hij/zij het eens was metde stelling dat de elleboog zo ver geoefend moestworden tot hij pijn deed om zodoende het besteresultaat te krijgen. Een “no pain, no gain” houdingbij de patient leidde tot een betere beweging inextensie en pronatie. Het vermelden waard is datde ook afgenomen scores ter beoordeling van catastroferenvan pijn en aanwezigheid van depressievesymptomen ook correleerden met een negatievehouding ten opzichte van genoemde stelling. Naastde vergroting van het bewustzijn dat mensen verschillendreageren op eenzelfde letsel, is er ookeen wetenschappelijke peiler ontstaan <strong>voor</strong> het hetaloude gezegde dat een beetje pijn erbij hoort.In het 7 e en laatste hoofdstuk <strong>voor</strong> de discussieworden de risicofactoren <strong>voor</strong> het ontstaan vanarthrose na fracturen van de elleboog beschreven.Arthrose ontstaat vaker na fracturen van de distalehumerus en fractuur-dislocaties van de elleboogdan na fracturen van het olecranon of de radiuskop.Opgemerkt werd wel dat het aandeel van distalehumerusfracturen mogelijk te groot werd ingeschatdoordat vrijwel alle fracturen van het C-type warenen dat veelal oude en niet meer toereikende techniekenter fixatie zijn gebruikt. Geen relatie tussenpost ongeval activiteiten en beroep enerzijds enarthrose anderzijds werd aangetoond.In de algemene discussie poneert Thierry dat de oudedogma’s in de orthopedie ten aanzien van psychosocialeaspecten van behandeling opzij gezet dienen teworden, maar hij heeft naar mijn mening ook aangetoonddat de classificatie van Mason (al dan niet gemodificeerdvolgens Broberg en Morrey) opzij gezetdient te worden: stelling 4, 5 en 6 beschrijven dein dit proefschrift bestudeerde feiten dat meerderekleine fragmenten vaker <strong>voor</strong>komen in Mason 2fracturen, dat de helft van de Mason 2 fracturen diteigenlijk niet is en dat de drempel van 3 fragmenteneigenlijk niet helpt bij de beslissing een kopsparendeof kopvervangende therapie uit te voeren.Zoals David Ring in het <strong>voor</strong>woord al over de Scienceof Varation Group schrijft: “I expect that our collaborativewil make quick work of the many of thecurrent questions about observer variation, whichof course will only raise new questions...”. Ik denkdat Thierry nog vele antwoorden zal geven omtrentde verschillen tussen de verschillende observersen dat wij in orthopedisch Nederland nog vaak vanhem zullen horen. Thierry, gefeliciteerd!Taco GosensComputer-navigated minimally invasive total hip arthroplasty.Effectiveness, clinical outcome and gait performance.Inge H.F. Reininga. 29 juni 2011 Groningen.Dit proefschrift is op te delen in twee doelstellingen,het eerste onderzoek probeert de effectiviteitvan computer navigatie bij minimale invasievechirurgie aan te tonen, helaas worden twee verschillendeoperatieve benaderings methodes metelkaar vergeleken waardoor er eigenlijk nauwelijkseen betrouwbare uitspraak kan worden gedaan overde effectiviteit van een van beide groepen.Interessanter is dan ook de tweede doelstelling waargekeken wordt naar de ontwikkeling van een BFS191 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 18, Nr 4, december 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!