09.12.2012 Views

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

een verklaring opgenomen, waaruit af te leiden valt, dat ze<br />

mogelijk te Oostijsselmonde getrouwd zijn.<br />

Als kleine jongen werd Albertus als verlatene opgenomen in het<br />

Aalmoezeniersweeshuis te Amsterdam. Dat was het weeshuis voor de<br />

mensen die geen poorter <strong>van</strong> de stad waren. Het weeshuis is in 1663<br />

gesticht. Het stond aan de Prinsengracht. In 1825 kwam het<br />

Aalmoezeniershuis leeg en werd het verbouwd tot het Paleis <strong>van</strong><br />

Justitie 16 . De administratieve gegevens <strong>van</strong> het weeshuis en allerlei<br />

stukken die op de wezen zelf betrekking hadden, zijn altijd zeer<br />

zorgvuldig bijgehouden en bewaard. Ook over Albertus is dus het<br />

nodige te vinden. Er bestaat een lijvig dossier ‘Almelo’ genaamd 17 .<br />

Albert’s naam is terug te vinden in het boek <strong>der</strong> verlatenen.<br />

Daaruit blijkt dat hij is binnengekomen op 2-11-1811 18 , hij is dan<br />

tien jaar oud. Hij krijgt in het Groothuisboek nr. 1734. Hij<br />

vertrekt (dat betekent: komt terug) op 5-4-1813 en gaat naar Almelo<br />

op 9-11-1812 19 . Hij blijkt niet alleen: er is nog een zus, Almina<br />

Charlotta Wegter, op dezelfde dag genoteerd, 11 jaar, Groothuisboek<br />

nr. 119. Terug (= nr. vertrek) op 5-4-1813, uitgang op 4-2-1812<br />

naar De Bilt.<br />

De moe<strong>der</strong>, de wed. Wegter, die den kin<strong>der</strong>en heeft verlaten volgens<br />

een verklaring op 1-11-1811 20 voor den vredesrechter Adrianus<br />

Cornelus Fabricius, vre<strong>der</strong>echter in het zesde kanton <strong>van</strong> het<br />

arrondissement Amsterdam, departement <strong>van</strong> de Zui<strong>der</strong>zee. Dan leggen<br />

Elizabeth Vermeer, oud 61 jaar, weduwe <strong>van</strong> Hendrik <strong>van</strong> Kouteren,<br />

naaister, wonende in Amsterdam in de Palmstraat en Hendrica <strong>van</strong> <strong>der</strong><br />

Linden, 23 jaren, huisvrouw <strong>van</strong> Jan Fris, eveneens woonachtig in de<br />

Palmstraat een verklaring af. Zij zeggen dat ‘zekere vrouw, zich<br />

noemende de weduwe Wegter, doch welker name haar comparanten niet<br />

bekend is.’<br />

De weduwe heeft vier weken in hun buurtschap gewoond en zij had<br />

toen twee min<strong>der</strong>jarige kin<strong>der</strong>en, Alemina Charlotta Wegter en<br />

Albertus Wegter. De weduwe Wegter heeft de kin<strong>der</strong>en acht dagen<br />

geleden, op 24 oktober, verlaten. Zij heeft niet meer naar de<br />

kin<strong>der</strong>en omgezien en ook haar tegenwoordige verblijfplaats is<br />

onbekend.<br />

Ver<strong>der</strong>: ‘Ik on<strong>der</strong>getekende bekenne uit hande <strong>van</strong> heren regenten te<br />

hebben ont<strong>van</strong>gen mijne bovengenoemde kin<strong>der</strong>en, belovende dezelve<br />

nimmer we<strong>der</strong> ten laste <strong>van</strong> ‘t godshuis te laten komen, alsmede <strong>van</strong><br />

al het nodige te voorzien en goede opvoeding te geeven, Amsterdam<br />

22-1-1813, Johanna de Vries, weduwe Wegtter.’<br />

De correspondentie tussen de administrateurs <strong>van</strong> het weeshuis en<br />

‘Almelo’ is goeddeels bewaard geleven 21 . Hendrik Jan Colmschate<br />

voert de pen in het Almelose. Albert komt er enkele malen in voor.<br />

Colmschate zal ongetwijfeld handelen in opdracht, maar uit zijn<br />

brieven blijkt duidelijk de onwaarschijnlijke moraal: het weeshuis<br />

betaalt kostgeld en alle an<strong>der</strong>e kosten, terwijl de wezen voor<br />

nagenoeg voor niets werken bij boeren of in de fabrieken in en rond<br />

Almelo. Voor werkelijk alles eisen de Almeloërs een vergoeding en<br />

als er eens iets mis gaat, weigeren zij steevast daarvoor<br />

(financieel) op te draaien.<br />

Albertus is dus eind 1812 22 naar Almelo overgekomen. Hij staat op<br />

een lijst over de jaren 1811-1813 vermeld: ou<strong>der</strong>dom 12 jaren,<br />

lengte 4 voet en 2 duim. Achter zijn naam staat een kruisje, wat<br />

zoveel betekent als ‘vrijwilliger’. Daarbij staat overigens<br />

aangetekend: ‘ofschoon er on<strong>der</strong> zijn, die te jonk en te klein<br />

zijn.’<br />

Op 2-5-1813 schrijft Colmschate aan J. Berntz: ‘Albert Wagter is op<br />

UE: aanschrijven overgezonden. Twijfele niet, of hij is wel over<br />

gekomen. De bode voor transport betaald f 6(..)’. In een later,<br />

ongedateerd schrijven 23 wordt duidelijk wanneer en wat zich heeft<br />

afgespeeld. Op 11 maart heeft Comschate een brief <strong>van</strong> het weeshuis<br />

ont<strong>van</strong>gen en daarom is Albert op de 19de teuggezonden naar<br />

Amsterdam. Hij is <strong>van</strong> de lijst (denkelijk ‘werknemers’)<br />

afgeschreven. Tot een ie<strong>der</strong>s verbazing blijkt Albert op de 8ste<br />

(mei?) weer terug in Almelo. Hij vertelde dat zijn va<strong>der</strong> hem niet<br />

kan en zijn moe<strong>der</strong> hem niet wil on<strong>der</strong>houden en dat zij zelfs een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!