09.12.2012 Views

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het eerste overgeleverde teken <strong>van</strong> Jelte mag er direct zijn: het<br />

Gemeentemuseum Het Hannemahuis te Harlingen bezit een mes, met<br />

daarop de inscriptie: “Jelte Harmz Rätsma Ao 1761”. 123<br />

Het zilveren mesheft is een schildhoudende leeuw. In het<br />

wapenschild is een afbeelding gegraveerd, die veel weg heeft <strong>van</strong><br />

een rad <strong>van</strong> fortuin, het symbool <strong>van</strong> de veran<strong>der</strong>lijkheid, de<br />

onbestendigheid <strong>van</strong> het geluk.<br />

Jelte doet op 30 januari 1772 te Harlingen belijdenis als jongeman<br />

<strong>van</strong> de Voorstraat. Feikje doet belijdenis te Harlingen op 16<br />

november 1775, ze is dan woonachtig aan de Kleine Bredeplaats.<br />

Jelte Harmens Radsma is lid geweest <strong>van</strong> de Harlinger schutterij.<br />

Uit eigentijdse bron is bekend, dat de schutterij <strong>van</strong> Harlingen<br />

“se<strong>der</strong>t veele jaaren in merkelyk verval geraakt zynde” rond 1785 op<br />

een an<strong>der</strong>e leest geschoeid werd. 124 Jelte moet daar getuige <strong>van</strong> zijn<br />

geweest. Als sous-luitenant zal hij na 1785 met het eerste kwartier<br />

deel uitgemaakt hebben <strong>van</strong> het “witte Vaandel”.<br />

Die Harlinger schutterij schijnt overigens in 1787 een rol <strong>van</strong><br />

enige importantie te hebben gespeeld bij de ongeregeldheden te<br />

Franeker rond patriotten en prinsgezinden.<br />

Zo ont<strong>van</strong>gt de schutterij <strong>van</strong> Harlingen in januari 1788 tien<br />

trommels “als eereblijk voor hun gedrag in de troubles <strong>van</strong> 1787”.<br />

Klaarblijkelijk is dat nog niet voldoende eerbetoon, want in<br />

september <strong>van</strong> dat jaar besluiten de vroede va<strong>der</strong>en <strong>van</strong> Harlingen<br />

tot het laten slaan <strong>van</strong> een medaille, <strong>van</strong>wege de onvoorwaardelijke<br />

trouw <strong>van</strong> de stedelijke schutterij tijdens de onlusten <strong>van</strong> het jaar<br />

daarvoor. 125<br />

Die gedenkpenning draagt on<strong>der</strong> meer dit opschrift:<br />

“De vrijheid, staat en stad, Door muitzugt aangerand, Ontstak <strong>der</strong><br />

schutt’ren moed, Voor ’t kwijnend va<strong>der</strong>land”.<br />

Gelet op het tijdstip <strong>van</strong> zijn overlijden is het niet ondenkbaar,<br />

dat Jelte Radsma betrokken is geweest bij het optreden <strong>van</strong> de<br />

Harlinger schutterij.<br />

In 1777 zijn Jelte en Harmen Radsma curatoren over Lucia Radsma te<br />

Amsterdam, kleindochter <strong>van</strong> de overleden Harmen Radsma. 126<br />

In 1784 kopen Jelte en Feikje een “neringrijke huizinge” en “voor<br />

eenige jaaren nieuw <strong>geb</strong>ouwde gruttenije aan de Hoogstraat”. 127<br />

In februari 1795 maakt Feikje Tuininga, de weduwe <strong>van</strong> Jelte Radsma,<br />

bezwaar tegen de verkoop <strong>van</strong> ¼ deel <strong>van</strong> het huis, waar<strong>van</strong> zij al<br />

¾de part in bezit heeft. Verkopers zijn de curatoren over de<br />

failliete boedel <strong>van</strong> wijlen Dirk Feddema, schoolmeester, en zijn<br />

vrouw, Geertje Tuininga. 128<br />

In 1803 woonde Feikje in de Hoogstraat. Zij verkoopt in 1809 een<br />

huis.<br />

Bij de naamsaanname in 1811 bevestigt Feijkje Tuininga, weduwe <strong>van</strong><br />

Jelte Radsma de familienaam “Radsma”.<br />

Haar kin<strong>der</strong>en zijn: Itske, Klaaske, Menno, Trijntje. De ook in de<br />

akte genoemde kindskin<strong>der</strong>en zijn: <strong>van</strong> dochter Itske: Feikje, Jelte<br />

en Catherina, <strong>van</strong> dochter Klaaske: Sytske, Jetske, en Feikje, <strong>van</strong><br />

zoon Menno: Jelte en Joeke, en ten slotte <strong>van</strong> dochter Trijntje:<br />

Grietje.<br />

Ook <strong>van</strong> Jelte Harmens Radsma is een familiewapen bekend: gedeeld;<br />

I: de Friese adelaar; II: in zilver een zwart merk, bestaande uit<br />

een 4 en een omgekeerde en een omgewende 4, de verticale poten<br />

verbonden. 129<br />

Dat huismerk verwijst ongetwijfeld naar voorou<strong>der</strong>s, want Tjeerd<br />

Radsma, vaandrig (1745), hopman <strong>van</strong> het zesde kwartier (1769)<br />

voerde een nagenoeg identiek wapen. 130 Dat deed ook Harmannus Radsma<br />

in 1786, met over het midden <strong>van</strong> de verticale poot een<br />

schuinsgeplaatste, zwarte pijl met gouden dekveren. 131<br />

De afbeeldingen hangen tegenwoordig in de hal <strong>van</strong> het Harlinger<br />

raadhuis.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!