09.12.2012 Views

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

Generatie IV 8. Nikolaas van der Woude, geb. - Nico van der Woude

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tymon Jacobs weduwe. Gerrit Laurens plaatst dan een handmerk.<br />

Wellicht is Tymon Jacobs de broer geweest <strong>van</strong>a de niet bekende<br />

moe<strong>der</strong> <strong>van</strong> de zoons <strong>van</strong> Gerrit Laurens; Laurens Gerrits en Jacob<br />

Gerrits (= nr. 22864). Op 27-3-1604 worden Keimpe en Gerrit<br />

opnieuw genoemd.<br />

Op 20-5-1606 treden Gerrit en vier an<strong>der</strong>en op als ‘baersluiden’ in<br />

een geschil <strong>van</strong> Keimpe Wierts versus ene Jan Jansz. te Smalle Ee.<br />

Op 14-1-1613 en 24-5-1614 is Gerrit besteva<strong>der</strong> en voormond over<br />

Syu(ke) Bootedr., die op de eerste datum ongeweer twee jaar oud is.<br />

Zij is een dochtertje <strong>van</strong> Boote Jeltesz. en erfgename <strong>van</strong> haar<br />

grootmoe<strong>der</strong> <strong>van</strong> va<strong>der</strong>szijde, Aelck Euwedr.<br />

Op 11-3-1618 zijn Gerrit en zijn zoon Laurens als besteva<strong>der</strong> en oom<br />

voormonden over de kin<strong>der</strong>en <strong>van</strong> Jacob Gerrits (= nr. 22864).<br />

In verband met het overlijden <strong>van</strong> Gerrit Laurens wordt op 15-3-1620<br />

in zijn sterfhuis te Veenklooster inventaris op gemaakt. Zij heeft<br />

plaats op verzoek <strong>van</strong> de zoon Laurens Gerrits, zowel voor zichzelf<br />

als in zijn rol als curator over de kin<strong>der</strong>en <strong>van</strong> zijn overleden<br />

broer Jacob bij Hil Isbrandsdr. Mede aanwezig is de stiefva<strong>der</strong> <strong>van</strong><br />

die kin<strong>der</strong>en, Willem Sippesz. De aangifte heeft plaats door de<br />

weduwe Griet Jansdr., maar nergens blijkt dat zij de moe<strong>der</strong> is <strong>van</strong><br />

Laurens en Jacob Gerrits. Zij verklaart bij waarheid in plaats <strong>van</strong><br />

on<strong>der</strong> ede dat zij niet verzwegen of verkeerd aangegeven heeft; ze<br />

is blijkbaar doopsgezind. Als eigendom <strong>van</strong> de overledene wordt<br />

genoemd een akker land op het Oost <strong>van</strong> Veenklooster, die hij reeds<br />

bezat voor zijn huwelijk met Griet Jansdr. Ver<strong>der</strong> heeft hij het<br />

<strong>geb</strong>ruik <strong>van</strong> een eendenkooi en het daaromheen staand <strong>geb</strong>oomte. De<br />

huur loopt nog acht ‘jaren jaartallen’ overeenkomstig de resolutie<br />

<strong>van</strong> het Landschap over de landen te Veenklooster. Hieruit mag<br />

worden geconcludeerd dat deze kooi gehoord heeft bij het voormalig<br />

klooster. De kooi komt voor op de zogenaamde Schotanuskaart uit<br />

1689. Tot de levende heve behoren een merrie, een hengst, een<br />

merrieveulen, een koe, een ‘bollehokkelingh’. On<strong>der</strong> de inboedel<br />

staan vermeld een zadel, een toom, een rapier, een beslagen wagen<br />

en een slede. Diverse geldswaardige stukken met een totaalwaarde<br />

<strong>van</strong> 450 gg. worden vermeld. Een kort daarvoor voor 31 daal<strong>der</strong>s<br />

verkochte merrie is nog niet betaald. Een aantal vor<strong>der</strong>ingen op de<br />

overledene in diens kwaliteit <strong>van</strong> ‘voormon<strong>der</strong>’ over zijn<br />

kleindochter Syuke Botedr. is opgenomen. On<strong>der</strong> het gerede geld: een<br />

<strong>der</strong>de part <strong>van</strong> een portugalijser ter waarde <strong>van</strong> ongeveer 14 cg., 5<br />

dubbele spaanse pistoletten, ter waarde <strong>van</strong> 7 stuivers, 12<br />

penningen; een oude rosenobel ter waarde <strong>van</strong> 9 stuivers; een<br />

dubbele dukaat ter waarde <strong>van</strong> 8 stuivers, 4 penningen; een dubbele<br />

gouden koningsdaal<strong>der</strong> ter waarde <strong>van</strong> 6 stuivers, 3 penningen; een<br />

gouden ‘sitter’ ter waarde <strong>van</strong> 6 stuivers; een spaanse daal<strong>der</strong>,<br />

waarde niet na<strong>der</strong> aandeduid. Aan ‘paeiment’ (pasmunt) zijn er 39<br />

stuivers en 8 penningen. Als uitschuld wordt vermeld dat de weduwe<br />

overeenkomstig de huwelijkbeloften toekomt 100 daal<strong>der</strong>s.<br />

Op 26-8-1623 wordt vermeld dat de drie kin<strong>der</strong>en <strong>van</strong> de<br />

vooroverleden zoon Jacob uit de nalatenschap <strong>van</strong> hun grootva<strong>der</strong><br />

gezamenlijk toekomt een bedrag <strong>van</strong> ruim 608 caroligulden.<br />

Op 19-1-1633 inventariseert men in het sterfhuis <strong>van</strong> genoemde zoon<br />

Laurens Gerrits. Zijn oomzegger is mede voormond over de<br />

min<strong>der</strong>jarige kin<strong>der</strong>en. Lourens was eer<strong>der</strong> gehuwd aan Frouck<br />

Wygerdr., dochter <strong>van</strong> Wyger Ritskes en Jent Bennes Meinsma en<br />

daarna met Geertien Harts, dochter <strong>van</strong> Hart(s) Jansen. Tot de<br />

nalatenschap behoren de helft <strong>van</strong> 4 akkers, waar<strong>van</strong> de an<strong>der</strong>e helft<br />

toebehoort aan Harmen Jacobs cum uxore, en 4/6de part <strong>van</strong> de kooi<br />

bij Veenklooster in het ‘leegland’ gelegen. Ver<strong>der</strong> is er een schuld<br />

aan het (jongste) weeskind <strong>van</strong> zijn broer Jacob Gerrits. De<br />

inventarisatie wordt bevestigd naar waarheid in plaats <strong>van</strong> eed:<br />

klaarblijkelijk waren zij doopsgezind.<br />

45754. = nr. 22866 Sierck Wybes, tr.<br />

45755. = nr. 22867 His Jacobsdr.<br />

45756. = nr. 45728 Gerrit Laurensz.,<br />

45924. Ebdye Wybes, in 1542 en 1552 genoemd te Kooten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!