Vergroening Warmtevoorziening Vlaamse Huishoudens
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
17_06_BBL<br />
17_06_03 versie C p. 122/150<br />
• Welke andere beleidsvelden moeten hierop worden afgestemd om tot consequent- en<br />
complementair beleid te komen?;<br />
• Wat zijn de praktische invoeringsmodaliteiten?<br />
• Hoe worden de randvoorwaarden geborgd die noodzakelijk zijn voor een positieve<br />
economische impact in tegenstelling tot een risico op negatieve gevolgen voor economie en<br />
bedrijvigheid bij een ondoordachte invoering?<br />
Al deze vragen, in combinatie met bevoegdheidsverdeling tussen het federale en gewestelijke niveau<br />
en de zoektocht naar politiek draagvlak, maken dat implementatie op korte termijn weinig<br />
waarschijnlijk lijkt maar het blijkt een noodzakelijke maatregel in de strijd tegen klimaatopwarming.<br />
Noot:<br />
• Een wijziging van het BTW-stelsel als stimulans voor groene warmtetechnologieën werd binnen<br />
deze studie niet als maatregel weerhouden. Dit heeft te maken met het feit dat de BTW in<br />
eerste instantie een omzetbelasting is waarbij het slechts tot secundair doel kan hebben om<br />
impact op milieu te hebben. Bovendien is BTW deels een Europese aangelegenheid waarvan<br />
een wijziging op federaal vlak ook steeds dient gekaderd binnen een verschuiving van lasten<br />
op arbeid, vermogen, verbruik, milieueffecten enz. (Ruysschaert, S, 2016) De houding<br />
tegenover een specifiek gebruik van BTW voor milieudoeleinden is minstens terughoudend<br />
dan wel kritisch. Niettegenstaande dat een vereenvoudiging van het BTW-stelsel ook secundair<br />
enkele gunstige milieueffecten kan meebrengen. (PBL, 2016) Een aanpassing van het BTWstelsel<br />
overstijgt dus de scope van deze studie waardoor het ons niet aangeraden lijkt voor BBL<br />
om hierop sterk in te zetten in zijn belangenbehartiging.<br />
8.3.2.9 Verplichte energierenovatie na aankoop van een bestaande eengezinswoning en de installatie<br />
van een renovatiewet voor mede-eigendom<br />
Jaarlijks worden er ongeveer 1% van de woningvoorraad vernieuwd of gerenoveerd. Een tempo dat<br />
veel te laag is om de energie- en klimaatdoelstellingen in 2050 te behalen. (Albrecht, 2015) Exacte<br />
cijfers, noch over de aantallen noch over de renovatiekwaliteit, zijn niet voor handen. Al was het maar<br />
dat heel wat renovatiewerken zonder stedenbouwkundige verplichtingen kunnen plaatsvinden.<br />
De verplichte energierenovatie na aankoop van een bestaande eengezinswoning is een maatregel<br />
die in belangrijke mate zou kunnen bijdragen aan een renovatieversnelling en kwaliteitsverhoging<br />
van de uitgevoerde renovatiewerken.<br />
In Vlaanderen vonden er in 2016 ongeveer 48 000 verkopen van eengezinswoningen plaats. Op een<br />
totaal van ongeveer 2,1 miljoen <strong>Vlaamse</strong> eengezinswoningen maakt dat ca. 2,2%. Op een totaal van ca.<br />
3 miljoen woongelegenheden is dit ongeveer 1,6%. In de komende 30 jaar zou tot 2050 een verhoogd<br />
aandeel woningen hierdoor gevat kunnen worden. 62<br />
Een zwakte van deze maatregel is dat wooneenheden gelegen in meergezinswoningen hierdoor niet<br />
zomaar gevat kunnen worden aangezien de beslissing tot renovatie toebehoort aan de raad van medeeigenaars.<br />
62<br />
Wetende dat bepaalde woningen meermaals verkocht zullen worden in deze periode of reeds<br />
voldoen aan de vooropgestelde energie-eisen.