Vergroening Warmtevoorziening Vlaamse Huishoudens
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
17_06_BBL<br />
17_06_03 versie C p. 64/150<br />
5.4.2 Toekomstige inzet van aardgas, gasnetten en stookolie<br />
Figuur 46 - De typische vlam bij open verbranding van aardgas (open source)<br />
De energietransitie heeft ingrijpende consequenties voor de gasdistributie-infrastructuur en het<br />
gebruik van aardgas. Verscheidene scenario’s gaan er van uit dat aardgas voor tal van sectoren ook in<br />
2050 nog een rol zal spelen. Hetzij als grondstof of als brandstof. (Climact, 2014) (Europese Commissie,<br />
2011)<br />
Echter, het gebruik van aardgas voor gebouwverwarming en de aanmaak van sanitair warm water moet<br />
in het licht van de energie- en klimaatdoelstellingen in vraag gesteld vanwege de CO 2-emissies bij de<br />
verbranding ervan.<br />
Op dit moment is er echter geen helder overheidsbeleid op welke locaties en tegen wanneer aardgas<br />
voor gebouwverwarming zal worden uitgefaseerd in Vlaanderen. Evenmin is er een helder beeld over<br />
welke combinatie van energiebron(nen) en energienet er al dan niet in de plaats zal komen. Dit<br />
creëert een situatie dat investeringsbeslissingen die nu genomen worden in aardgasnetten of<br />
alternatieve energienetten om de energietransitie te faciliteren achteraf bezien ondoelmatig kunnen<br />
blijken. Netbeheerders investeren continu in uitbreidingen en vervangingen met zeer lange<br />
levensduren van wel 40-80 jaar, zodat de investeringen die op dit moment worden gedaan in 2050 nog<br />
actief zijn. (Netbeheer Nederland, 2011) Zo bedraagt de afschrijftermijn voor nieuwe investeringen in<br />
aardgasleidingen in Vlaanderen 50 jaar. (VREG, 2016) Afwachten kan ertoe leiden dat aanpassingen van<br />
de energie-infrastructuren te laat worden gerealiseerd doordat belangrijke transactiemomenten<br />
worden gemist, wat remmend kan werken op de energietransitie. Deze problematiek staat bekend als<br />
het ‘netbeheerdersdilemma’.<br />
Een bepaalde stroming binnen de energietransitionisten gaat uit van de stelselmatige vergroening van<br />
het gasnet met biomethaan of hernieuwbaar geproduceerd synthetisch gas. Vooral in Nederland, als<br />
aardgasland, leeft bij bepaalde actoren deze piste heel sterk. De injectie van biomethaan zou afkomstig<br />
kunnen zijn van lokaal geproduceerd biogas dat na opzuivering tot netstandaard klaar voor injectie is.<br />
Synthetisch gas zou afkomstig kunnen zijn van de vergassing en reformatie van vaste biomassa of<br />
afkomstig van zogenaamde power-to-gas plants die overschotten hernieuwbare elektriciteitsproductie<br />
omzet voor opslagdoeleinden. Op basis van onderstaande argumenten lijkt het weinig waarschijnlijk<br />
dat de <strong>Vlaamse</strong> gasnetten substantieel vergroend zullen worden.<br />
Ten eerste, voor een volledige verduurzaming van de aardgasinzet voor residentiële toepassingen via<br />
gas uit binnenlandse biomassa is er in Vlaanderen veel te weinig biomassa beschikbaar die na<br />
omzetting onder de vorm van biomethaan geïnjecteerd kan worden. (Braekevelt & Schelfhout,<br />
2013)(Climact, 2014). Voor de inzet van de binnenlandse biomassa zullen trouwens ook keuzes moeten<br />
worden gemaakt, daar er verschillende potentiële afzettoepassingen voor lokale biomassa bestaan.