06.05.2019 Views

Vergroening Warmtevoorziening Vlaamse Huishoudens

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

17_06_BBL<br />

17_06_03 versie C p. 48/150<br />

op termijn ook volledig hernieuwbaar geproduceerd te worden om daadwerkelijk over 100% groene<br />

warmte te kunnen spreken.<br />

Het grootste potentieel zit in de tertiaire sector met ongeveer 76%, gevolgd door de residentiële sector.<br />

Indien we de resultaten per sector gaan analyseren scoren de renovatieprojecten het best. Het<br />

potentieel aan nieuwbouw is kleiner vanwege een relatief beperkte nieuwbouwgraad. De kantoren,<br />

ziekenhuizen en scholen scoren het best gezien deze toepassingen vaak ook een reële vraag naar<br />

koudeproductie hebben.<br />

Leggen we een relatie tussen het potentieel en het vereiste aantal te installeren lucht-warmtepompen<br />

dan komen we uit op een totaal van 30.000 tot 40.000 stuks tegen 2020. (PRO 2020).<br />

4.3.4 Hernieuwbare energie-atlas voor <strong>Vlaamse</strong> gemeenten<br />

Het potentieel aan zonnewarmte, diepe geothermie, ondiepe geothermie en biomassa werd in 2016<br />

bepaald in de hernieuwbare energie-atlas die door VITO voor <strong>Vlaamse</strong> gemeenten werd opgemaakt.<br />

In deze studie worden gedetailleerde kaarten opgesteld van de huidige hernieuwbare<br />

energieproductie, maar ook van het bijkomend potentieel volgens drie varianten: het technisch<br />

potentieel, het potentieel volgens het “Ruimte voor energie Vlaanderen 2030”-scenario (REV2030) en<br />

het potentieel volgens het “Ruimte voor energie Vlaanderen PLUS 2030”-scenario (REV+2030).<br />

Het theoretisch, technisch potentieel is een berekening die nagaat waar in de beschikbare ruimte een<br />

technologie maximaal kan ingezet worden om energie te produceren. De inplanting van een<br />

energievorm is afhankelijk van een aantal positieve en negatieve randvoorwaarden, die door het<br />

(ruimtelijke) beleidskader worden bepaald. De positieve criteria geven aan op welke locaties een<br />

energievorm mag geplaatst worden. De negatieve criteria geven de locaties aan die uitgesloten moeten<br />

worden voor het plaatsen van een energievorm. Maar, het (ruimtelijke) beleid kan echter veranderen.<br />

Dit heeft dus ook meteen zijn gevolgen voor de potentiële productie. Meer nog, een beleid gericht op<br />

klimaatneutraliteit kan de randvoorwaarden zodanig bijstellen dat de productie van bepaalde vormen<br />

van hernieuwbare energie gemaximaliseerd kan worden binnen gestelde ruimtelijke contouren.<br />

Het theoretisch, technisch maximum is altijd een overschatting van het werkelijk, realiseerbare<br />

potentieel gegeven de gekende of verwachte status van de technologie. Om een meer realistische<br />

inschatting te maken is het belangrijk om ook de economische en maatschappelijke haalbaarheid van<br />

de technologie in rekening te brengen. Niettemin zijn de resultaten volgens het ‘technisch’ scenario<br />

ook nuttig voor beleidsmakers om te weten wat er zuiver vanuit de ruimtelijke randvoorwaarden nog<br />

mogelijk is op hun grondgebied.<br />

In het REV2030-scenario bepaalde VITO het realistisch potentieel aan hernieuwbare energieproductie<br />

voor 2030, gegeven de huidige context en beleidsmaatregelen. De beperkingen in de ruimte zijn<br />

conform de huidige (beleids)context en wordt per hernieuwbare energietechnologie afgewogen en<br />

herbekeken door rekening te houden met ruimtelijke, economische en maatschappelijke aspecten.<br />

In het REV+2030 wordt dezelfde tijdshorizon en dezelfde haalbaarheden gebruikt als in het REV2030-<br />

scenario, maar wordt de ruimte die in aanmerking komt voor de productie van hernieuwbare energie<br />

voor een aantal technologieën ruimer gesteld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!