27.01.2022 Views

Inkijkexemplaar HL Remediërend Rekenen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Numicon Remediërend Rekenen – Handleiding – Barrières op de weg van de rekenwiskunde 31

Moeilijkheden met numerositeit - begrijpen van

'hoeveel'

Er is bewijs dat in het algemeen mensen, evenals veel dieren,

geboren worden met het vermogen verschil op te merken tussen

sets van een, twee of drie voorwerpen (zie Dehaene, 2011). Dit

is een heel klein perceptueel vermogen dat wellicht kinderen

helpt te weten waar we het over hebben als we praten over 'het

aantal' voorwerpen in kleine verzamelingen. Het is echter van

belang te onthouden dat kinderen leren over de grootte van

verzamelingen te denken en te communiceren door de manier

waarop wij met kinderen communiceren over getallen. En dan

preciezer over 'aantal dingen', op de manier zoals wij dat doen.

Het gebruik van woorden als 'twee' en 'paar' zijn heel nuttig als

we onze individuele perceptie van 'twee' voorwerpen met elkaar

willen bespreken en delen.

Het komt zelden voor dat een kind een neurale

ontwikkelingsstoornis (of letsel) heeft die deze zeer primitieve

waarnemingsfunctie aantast. Een dergelijke beperking kan

gemakkelijk worden gediagnosticeerd, omdat dit specifieke

vermogen zowel bij dieren als bij zuigelingen van slechts enkele

dagen oud kan worden waargenomen. We kunnen rustig

aannemen dat kinderen die het werken met getallen moeilijk

vinden, dit vermogen niet missen, behalve als het specifiek

gediagnosticeerd is. Een kind dat een dergelijk basisvermogen

mist is vermoedelijk niet in staat om iets te begrijpen wat met

getallen te maken heeft en zulke kinderen zijn zeer zeldzaam.

De moeilijkheden die kinderen ervaren met 'numerositeit'

zijn zeer waarschijnlijk te wijten aan het feit dat in het begin

kinderen kennis maken met telprocedures zonder dat ze enig

idee hebben waar dat tellen voor dient. Als ze vervolgens

leren te tellen weten ze niet dat het correct uitvoeren van

onze telprocedures ons in staat stelt te beschrijven 'hoeveel'

voorwerpen er in een verzameling zitten, of met andere

woorden, wat de 'numerositeit' van de verzameling is.

Zelfs voor kinderen die zich normaal ontwikkelen duurt het

verrassend lang, misschien drie of vier jaar in de basisschool

(Nunes & Bryant, 2009) voordat ze hun groeiend begrip van

hoeveelheden verbinden met tellen.

Kinderen leren dus hoe ze moeten tellen lang voordat ze leren

wat het tellen doet. Kinderen met enige vaardigheid kunnen

leren dat als er gevraagd wordt naar 'hoeveel?' in verband

met een verzameling voorwerpen, ze uitgenodigd worden om

deze voorwerpen te tellen. Ze kunnen zelfs weten hoe ze deze

voorwerpen correct moeten tellen en de nadruk leggen op

het laatste telwoord dat ze gebruiken, maar zich nog steeds

niet realiseren wat ze hiermee bereikt hebben. Als kinderen in

die fase gevraagd wordt, 'dus, hoeveel zijn er?' nadat ze een

verzameling geteld hebben, kunnen ze heel goed opnieuw

dezelfde telprocedure uitvoeren en zich dus blijkbaar niet

realiseren dat het laatste telwoord dat ze gebruikt hebben het

antwoord op de vraag is.

Sommige kinderen hebben extra moeilijkheden om de complexe

fysieke en verbale procedures van het tellen onder de knie te

krijgen en te coördineren. Voor hen zal het waarschijnlijk veel

langer duren dan bij andere kinderen voordat zij in staat zijn om

wat zij weten over hoeveelheden (en hun relaties) te verbinden

met de uitgebreide rituelen van telprocedures en dan beginnen

te leren wat tellen oplevert.

Dus totdat een kind leert wat tellen oplevert, probeert het

behoorlijk complexe rituelen te leren zonder daar het nut van in

te zien. Dit is voor iedereen heel moeilijk, zeker voor diegenen

die al extra onderwijsbehoeften hebben. We stellen het geduld

van kinderen behoorlijk op de proef, elke dag dat we hen

vragen te leren tellen, terwijl ze geen idee hebben waarom.

Leerkrachten moeten deze voor hen onvermijdelijke moeilijkheid

goed begrijpen en het ijverig oefenen van kinderen dient goed

beloond en gewaardeerd te worden.

Belangrijk is dat de Numicon-vormen kinderen van alle leeftijden

helpen om over zowel hoeveelheden als verzamelingen te

praten met woorden als 'groter', 'kleiner', 'meer' en 'minder' en

'hoeveel' te bespreken zonder te tellen.

Bijna alle mensen, inclusief de overgrote meerderheid van

kinderen met extra onderwijsbehoeften, zijn relatief goed in

het organiseren van wat ze waarnemen. Het systeem van

patronen dat in de Numicon-vormen wordt gebruikt stelt

bijna alle kinderen in staat om te praten over 'hoeveel' en te

vergelijken door patronen aan elkaar te relateren. Dit in plaats

van te worden afgeleid door lange, moeizame en onduidelijke

telprocedures, die vaak zo lastig zijn dat kinderen vergeten

waarom ze überhaupt zijn begonnen met tellen.

webshop.ssoe.nl

Natuurlijk is leren tellen een essentiële activiteit voor kinderen.

Het is de combinatie van het ontwikkelen van telprocedures

met praten over en vergelijken van de visuele Numiconpatronen

die kinderen een rijker (en georganiseerd) visueel

ondersteuningssysteem biedt om te kunnen communiceren en

denken over 'aantallen dingen'.

In de praktijk is het vaak moeilijk om kinderen te laten stoppen

met het spontaan tellen van de gaten in de Numicon-vormen.

'Het tellen van de gaten' biedt een belangrijk verband tussen

het ontwikkelen van het kunnen tellen en hun praten over en

vergelijken van de visuele Numicon-patronen. Door middel

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!