20.01.2013 Views

Pedagogische modes - Onderwijskrant

Pedagogische modes - Onderwijskrant

Pedagogische modes - Onderwijskrant

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zich niet volledig afhankelijk maken van de ideeën<br />

en voorstellen van de leerlingen. Hij beschikt namelijk<br />

over meer kennis en ervaring, over een leerplan<br />

en over een leerpakket, enz. Hij moet dit alles ter<br />

beschikking stellen van de leerlingen. Hij helpt ze<br />

b.v. met zijn kennis, hij helpt ze daarmee tot zelfstandige<br />

ideeën te komen” (Naar een open gemeenschapsschool,<br />

De Nieuwe Maand, januari<br />

1973, p. 50 e.v.). Dit streven naar verdere humanisering<br />

van de relatie leerkracht-leerling – met behoud<br />

evenwel van beproefde waarden als discipline en<br />

eisen stellen – had o.i. een positieve invloed. Zelf<br />

hebben we ons – samen met collega’s – hiervoor ook<br />

sterk ingezet op onze normaalschool, en met succes.<br />

Het oprichten van een schoolraad in 1972 was hierbij<br />

ook belangrijk. Onze studenten verwachtten wel<br />

geen symmetrische relatie en familiariteit – zoals het<br />

aanspreken van docenten met de voornaam. Dit<br />

belette niet dat we aan de toekomstige onderwijzers<br />

hoge eisen bleven stellen en dit werd in de doorlichting<br />

van 1995 nog sterk gewaardeerd.<br />

Jammer genoeg sloegen de interne democratiseringsvoorstellen<br />

van een aantal ‘progressieven’ al vlug door.<br />

Extreme visies deden hun intrede binnen de pedagogiek:<br />

de antiautoritaire opvoeding, de ‘opvoeding tot<br />

ongehoorzaamheid’ (boek en film van Duitser G.<br />

Bott, 1972), de knuffelpedagogiek à la Laevers en co,<br />

de onderhandelingspedagogiek … Alles wat rook<br />

naar eisen stellen, discipline, examens en punten …<br />

werd verdacht. Het humaniseren van de relatie<br />

leerkracht-leerling was niet voldoende, men stuurde<br />

aan op gelijkheid en totale wederkerigheid, op antiautoritaire<br />

opvoeding, op ‘vrije keuze’ en zelfsturing,<br />

instant-welbevinden à la Laevers, knuffel- en onderhandelingspedagogiek...<br />

De leerling moest gepamperd worden, leren moest<br />

vooral leuk zijn. De leerschool moest een leefschool<br />

worden. De waarde van goed doordachte leer-<br />

plannen en handboeken werd miskend; volgens de<br />

DVO waren leerplannen overbodig. De leerkracht<br />

mocht niet langer meer een expert en meester zijn,<br />

maar een coach. De status van de leerkracht als<br />

professional en deskundige werd aldus aangetast.<br />

Mark Depaepe schreef in KLASSE (jan. 2000) en<br />

elders dat er de voorbije decennia geen sprake was<br />

geweest van een verdere humanisering in de relatie<br />

leraar-leerling. We repliceerden dat we het hiermee<br />

niet eens waren. De meeste praktijkmensen en<br />

scholen deden wel terecht niet mee aan de antiautoritaire<br />

<strong>modes</strong>, aan de onderhandelingspedagogiek<br />

à la kinderrechtencommissaris … die<br />

her en der ingang vonden.<br />

<strong>Onderwijskrant</strong> 147 (oktober-november-december 2008)<br />

8<br />

3.4 Deregulering beleid doorgeslagen<br />

In Nederland is er ook veel kritiek op de ecalatie van<br />

het streven naar deregulering, op de te grote autonomie<br />

voor de lokale scholen(groepen). De verzelfstandiging<br />

en budgetbeheersing via enveloppefinanciering<br />

leidden tot het ontstaan van mastodonten van<br />

‘zelfstandige’ scholengemeenschappen met een<br />

uitgebreid en duur bureaucratisch management en<br />

met nefaste enveloppefinanciering. Ook minister<br />

Plasterk betreurt nu “dat de leraren het gevoel<br />

hebben dat ze van buitenaf worden bestuurd door<br />

een kleilaag van managers”. De decentralisatie is<br />

op hol geslagen en zo werd ook het voeren van een<br />

algemeen beleid heel moeilijk. Dit leidde ook tot<br />

wildgroei allerhande. In die context hebben we zelf in<br />

Vlaanderen sterk geprotesteerd tegen de bureaucratisering<br />

van ons hoger onderwijs en tegen het feit<br />

dat men sinds de HOBU-hervorming de programmatie<br />

grotendeels aan de hogescholen overliet. Dit leidde<br />

tot b.v. een verdubbeling van het aantal regentaten<br />

lichamelijke opvoeding. We zagen heil in sectorale<br />

schaalvergroting, maar niet in kunstmatige stroomlijning<br />

en fusies van sectoren die niets met elkaar te<br />

maken hebben.<br />

Ook wij pleitten in de ‘De Nieuwe Maand’-publicatie<br />

van 1973 voor meer decentralisatie van het beleid<br />

en voor een autonome raad voor het rijksonderwijs.<br />

We wilden wel een escalatie van die hervorming<br />

voorkomen en voegden er aan toe: “We pleiten voor<br />

een meer gedecentraliseerde organisatiestructuur,<br />

maar we zijn ons evenzeer bewust van de nood aan<br />

centralisatie van bepaalde aspecten. Het onderwijs<br />

moet een nationale en publieke aangelegenheid<br />

blijven. Het eist een geïntegreerd onderwijsbeleid<br />

en centrale planning. Er dienen waarborgen te zijn<br />

voor de goede functionering van het hele systeem<br />

en van iedere school afzonderlijk. Een aantal beslissingen<br />

– inzake het minimale leerprogramma, de<br />

infrastructuur, de subsidiëring, de structuur van de<br />

verschillende onderwijsniveaus, het statuut van de<br />

leerkracht … kunnen enkel op nationaal vlak genomen<br />

worden.<br />

4 Verlossingsideologie<br />

4.1 Verlossingsideologie<br />

Uit het rapport-Dijsselbloem blijkt dat de nieuwlichters<br />

van de voorbije decennia weinig waardering<br />

toonden voor het bestaande onderwijs met zijn<br />

beproefde waarden en voor ‘vernieuwing in continuïteit’.<br />

De klassieke school en de beproefde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!