Jaar- verslag 2011 - Ackermans & van Haaren
Jaar- verslag 2011 - Ackermans & van Haaren
Jaar- verslag 2011 - Ackermans & van Haaren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
development capital via GIB (zie supra), was AvH op dat vlak reeds<br />
actief via haar dochteronderneming Sofinim. De oorsprong <strong>van</strong><br />
deze activiteit gaat terug op de verwerving, in 1994, <strong>van</strong> de controle<br />
over de Nationale Investeringsmaatschappij (NIM). AvH bezit<br />
momenteel 74% <strong>van</strong> het kapitaal <strong>van</strong> Sofinim. De overige 26% zijn<br />
in het bezit <strong>van</strong> NPM Capital, een in Amsterdam gevestigde investeringsmaatschappij<br />
die toebehoort aan SHV, één <strong>van</strong> de grootste<br />
Nederlandse familiale groepen.<br />
De aansturing <strong>van</strong> de development capital portefeuille <strong>van</strong> Sofinim<br />
verloopt via haar eigen organen, en staat dus los <strong>van</strong> de aansturing<br />
<strong>van</strong> de GIB-portefeuille, die gezamenlijk door AvH en NPM<br />
gebeurt.<br />
In overeenstemming met IAS 31, § 1 en IAS 28, § 1 worden de<br />
deelnemingen <strong>van</strong> ‘venture capitalist’ Sofinim gewaardeerd aan<br />
reële waarde conform IAS 39. Zij worden in de balans opgenomen<br />
als development capital deelnemingen waarbij de schommelingen<br />
in de reële waarde worden opgenomen in het resultaat <strong>van</strong> de<br />
periode waarin de wijziging zich voordoet. Het betreft zowel gemeenschappelijke<br />
dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen<br />
als een beperkt aantal dochterondernemingen, waar<strong>van</strong><br />
de impact op het segment en op het balanstotaal evenwel niet<br />
materieel is.<br />
Waarderingstechnieken<br />
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultaat zijn<br />
eigen vermogensinstrumenten die behoren tot de investeringsportefeuille<br />
<strong>van</strong> Sofinim, waaronder ook de gemeenschappelijke<br />
dochterondernemingen, de geassocieerde deelnemingen en een<br />
beperkt aantal dochterondernemingen.<br />
De reële waarde wordt op het moment <strong>van</strong> aanschaf gelijkgesteld<br />
aan de aanschaffingsprijs zoals die in een transactie met een derde<br />
partij is tot stand gekomen. In daaropvolgende periodes wordt<br />
deze waarde aangepast in functie <strong>van</strong> het gerealiseerde resultaat<br />
<strong>van</strong> de respectievelijke onderneming. Wanneer Sofinim betrokken<br />
is bij rele<strong>van</strong>te markttransacties (beperkte transacties als gevolg<br />
<strong>van</strong> het uitoefenen <strong>van</strong> aandelenopties uitgesloten) wordt<br />
de waarde <strong>van</strong> de deelneming op- of neerwaarts bijgesteld in<br />
overeenstemming met in deze transactie gehanteerde marktprijs.<br />
Eveneens gelden de algemeen <strong>van</strong> toepassing zijnde principes mbt<br />
eventuele bijzondere waardeverminderingen. Voor beursgenoteerde<br />
aandelen wordt als reële waarde in principe de beurskoers<br />
genomen, behalve in die gevallen waar in functie <strong>van</strong> de grootte<br />
<strong>van</strong> de aangehouden participatie en <strong>van</strong> de in de markt verhandelde<br />
volumes, de beurskoers als niet representatief wordt gezien<br />
voor de participatie in kwestie. Indien dat het geval is, wordt teruggegrepen<br />
naar de eerder vermelde waardering.<br />
Gerealiseerde winsten of verliezen op deze investeringen worden<br />
berekend als het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde<br />
<strong>van</strong> de investering op het moment <strong>van</strong> de verkoop. Alle aankopen<br />
en verkopen <strong>van</strong> financiële activa volgens standaard marktconventies<br />
worden erkend op transactiedatum i.e. de datum waarop de<br />
groep zich tot de aankoop verbindt.<br />
Immateriële vaste activa<br />
Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd<br />
aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen<br />
en eventuele bijzondere waardeverminderingen.<br />
Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire<br />
methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur<br />
wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele<br />
restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.<br />
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, tevens<br />
aan kostprijs gewaardeerd, worden niet afgeschreven maar ondergaan<br />
jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties <strong>van</strong><br />
een eventuele waardevermindering voordoen.<br />
Kosten voor het opstarten <strong>van</strong> nieuwe activiteiten worden in resultaat<br />
genomen op het moment dat ze zich voordoen.<br />
Onderzoeksuitgaven worden ten laste <strong>van</strong> het resultaat <strong>van</strong> het<br />
boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de<br />
strenge erkenningscriteria <strong>van</strong> IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven<br />
over de economische levensduur.<br />
De waarderingsregels omtrent de verwerking <strong>van</strong> acquisties <strong>van</strong><br />
woon- en zorgcentra werden in <strong>2011</strong> verfijnd:<br />
• Voorafgaande exploitatievergunningen die verworven zijn op<br />
het moment <strong>van</strong> overname worden bij de eerste opname in<br />
consolidatie gewaardeerd aan marktprijs.<br />
• Uitvoerbare bouwvergunningen die verworven zijn op het<br />
moment <strong>van</strong> overname worden bij de eerste opname in consolidatie<br />
gewaardeerd aan marktprijs. Hierbij wordt enkel rekening<br />
gehouden met de mogelijke netto-capaciteitsuitbreiding.<br />
• Deze voorafgaande vergunningen worden opgenomen onder<br />
de immateriële vaste activa en afgeschreven over een periode<br />
<strong>van</strong> 33 jaar. De afschrijving start zodra, in het geval <strong>van</strong> de<br />
bouwvergunning, de bouw voorlopig opgeleverd en uitgebaat<br />
wordt en in geval <strong>van</strong> exploitatievergunningen <strong>van</strong> zodra de<br />
vergunningen erkend zijn.<br />
Goodwill<br />
Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs <strong>van</strong> de bedrijfscombinatie<br />
en het aandeel <strong>van</strong> de groep in de reële waarde <strong>van</strong> de<br />
verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke<br />
verplichtingen <strong>van</strong> de dochteronderneming, gemeenschappelijke<br />
dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het<br />
moment <strong>van</strong> de overname.<br />
Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test<br />
op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties<br />
<strong>van</strong> een eventuele waardevermindering voordoen.<br />
Materiële vaste activa<br />
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of<br />
vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen<br />
en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.<br />
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire<br />
methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur<br />
wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele<br />
restwaarde.<br />
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste<br />
127