02.05.2013 Views

nationale Jeugdstorm

nationale Jeugdstorm

nationale Jeugdstorm

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dienstvoorschrift XV<br />

HANDHAVING VAN<br />

TUCHT EN ORDE<br />

T<br />

<strong>nationale</strong> <strong>Jeugdstorm</strong>


Dienstvoorschrift XV<br />

HANDHAVING VAN<br />

TUCHT EN ORDE<br />

Uitgave van het Stafkwartier van den Nationale <strong>Jeugdstorm</strong><br />

UTRECHT, Zaaimaand 1942. K


HANDHAVING VAN TUCHT EN ORDE.<br />

1. Algemeene Bepalingen.<br />

In een militair georganiseerde gemeenschap als de <strong>Jeugdstorm</strong>, is de<br />

handhaving van een strenge tucht en orde een bestaansvoorwaarde. Daarom<br />

zal in den <strong>Jeugdstorm</strong> een eigen tuchtrecht gelden. Dit tuchtrecht is het<br />

geheel van geschreven en ongeschreven regels, strekkend tot handhaving<br />

van de tucht en orde in den <strong>Jeugdstorm</strong>, en is gegrondvest op de<br />

Stormerseer.<br />

Hieruit volgt, dat in dit tuchtrecht niet behoort Ic worden opgenomen<br />

een opsomming van bepaalde, met name omschreven, overtredingen van<br />

die regels, maar dat als een zoodanige overtreding geldt elk vergrijp tegen de<br />

Storrnersoer, tucht en orde. Het zal echter van den ernst van het vergrijp en<br />

het inzicht van defn) meerdere afhangen of de schuldige tuchtrechtelijk zal<br />

worden gestraft dan wel kan worden volstaan met een terechtwijzing of een<br />

huishoudelijke maatregel als het laten verrichten van strafdiensten e.d.<br />

Vóórop staat, dat een goede handhaving van tucht en orde in de een­<br />

heden in hooge mate afhankelijk is van het voorbeeld, dat de leiding geeft;<br />

een te snel grijpen naar de straf als tuchtmiddel verraadt een zekere<br />

onmacht om gezag uit te oefenen. De leiders(sters) moeten dus trachten<br />

zooveel mogelijk de vergrijpen tegen tucht en orde in hun (haar) eenheden<br />

zelf af te doen en eerst bij ernstige gevallen daarvan rapport inzenden bij<br />

de(n) tot straffen bevoegde meerdere van defn) schuldige,<br />

Alle leden van den <strong>Jeugdstorm</strong> zijn aan het tuchtrecht onderworpen.<br />

Elk lid, dat een vergrijp van een mindere tegen de stormerseer, tucht en<br />

orde bemerkt, is verplicht daarvan terstond langs den dienstweg rapport uit<br />

te brengen aan defn) tot straffen bevoegde meerdere van defn) betrokkene.<br />

Het nalaten van deze plicht is op zichzelf een ernstig tuchtrechtelijk ver­<br />

grijp.<br />

De behandeling van tuchtaangelegenheden, vrouwelijke leden van den<br />

<strong>Jeugdstorm</strong> betreffende, geschiedt op overeenkomstige wijze als hierna<br />

voor de mannelijke leden is aangegeven, voorzoover niet uitdrukkelijk<br />

anders is bepaald.<br />

2. Straffen.<br />

Vóór dat tot het opleggen van een straf wordt overgegaan, dient de straf-<br />

oplegger te bedenken, dat van die straf een opvoedende werking moet<br />

uitgaan, zoowel op den schuldige als op de geheele eenheid, waartoe deze<br />

behoort.<br />

3


4<br />

Het <strong>Jeugdstorm</strong>tuchtrecht kent de volgende groepen van straffen:<br />

I. a. berisping;<br />

b. berisping voor de troep.<br />

II. a. terugplaatsing bij de jongmaatsopleiding voor bepaalden tijd;<br />

b. uitsluiting voor een bepaalden tijd van de mogelijkheid bevor­<br />

derd te worden;<br />

c. verlaging in rang.<br />

III. a. schorsing voor ten hoogste 2 jaar;<br />

b. ontslag uit den <strong>Jeugdstorm</strong>.<br />

De onder groep II en III genoemde straffen kunnen ook voorwaardelijk<br />

worden opgelegd. Zij worden in dat geval wel uitgesproken, doch niet<br />

tenuitvoergelegd, indien de schuldige bepaalde door den strafoplegger ge­<br />

stelde voorwaarden nakomt binnen een bepaalden proeftijd.<br />

Ook kunnen twee of meer straffen tezamen worden opgelegd, voorzoover<br />

zij niet uit hun aard onvereenigbaar zijn.<br />

De straf wordt opgelegd door bepaalde tot straffen bevoegde meerderen<br />

(zie punt 3).<br />

3. Tot straffen bevoegde meerderen.<br />

A. Ten aanzien van de mannelijke leden zijn onderstaande gezags-<br />

diagers bevoegd de achter hun naam vermelde categorie leden te straffen<br />

mei de daarachter genoemde groep van straffen, waai bij beroep open staat<br />

op de vervolgens genoemde hoogere gezagsdragers:<br />

Gezagsdrager: Categorie leden: strafgroep: met beroep op:<br />

Streekleider stormers, meeuwen I-II-III ) gewestleider.<br />

rangstormers I-II ) resp. vierschaar<br />

lager kader in de streek I ) (zie punt 5,<br />

) al. 3)<br />

Gewestlcider rangstormers III ) stafleider<br />

I. kader in gewest II ) resp.<br />

middenkader in gewest I ) vierschaar.<br />

Stafleider 1. kader in de gewesten III )<br />

streekleiders; ) )<br />

hoofden van afdeelingen ) )<br />

en diensten en overige \ )<br />

medewerkers in de lan- ) II )<br />

delijke leiding, voorzoo- ) ) vierschaar,<br />

ver niet door Hooldstor- ) )<br />

mer benoemd; ] )<br />

overig middenkader. ) )


lojders van nooïdafdec- ) )<br />

lingen, gewestleiders, ) I )<br />

f.veiig hooger kader. ) )<br />

B. Ten aanzien van de vrouwelijke leden:<br />

Gezagdraagster: Categorie leden: Sliafgroep: met beroep op:<br />

Streekmeisjesleidster stormers, meeuwkes I-H-III ) gewestelijk<br />

rangstormers I-II ) meisjesleidster<br />

lager kader i.d. streek I ) resp. vierschaar<br />

Gewestelijk rangstormsters III ) landelijk<br />

meisjesleidster lager kader in gewest II ) meisjesleidster,<br />

middenkader in gewest I ) resp. vierschaar<br />

landelijk lager kader i.d. gewesten III )<br />

meisjesleidster streekmeisjesleidsters, ) )<br />

mcisjesvertegenwooidig- ) )<br />

sters in afdeelingen en ) II )<br />

diensten en overige me- j )<br />

dewerksters i.d, land. lei- ) )<br />

ding, voorzoover niet ) )<br />

door den Hooidstormer ] ) vierschaar,<br />

benoemd, overig* mid- ] )<br />

denkader ) )<br />

meisjesvertegenwoor- ) )<br />

digsters i.d. hoofdafdee- ) )<br />

lingen, gewestelijk ) I )<br />

mcisjesieidsters, overig } )<br />

hooger kader ) )<br />

C. Voor onueiotaande mannelijke èn vrouwelijke leden is de Hooid­<br />

stormer de tot straffen bevoegde meerdere ten aanzien van de achter hun<br />

naam vermelde strafgroepen. Beroep staat alleen open van de straffen van<br />

de groepen II en III en wel op den Leider der Nationaal-Socialistische<br />

Beweging in Nederland.<br />

1. streekleiders; )<br />

2. streekmeisjesleidsters; )<br />

3. hoofden van afdeelingen en diensten en verdere medewerkers in )<br />

de landelijke leiding; ) IK<br />

4. meisjesvertegenwoordigsters in de afdeelingen en diensten en )<br />

medewerksters, in de landelijke leiding; )<br />

5. overig middenkader. )<br />

5


6<br />

1. leiders van hoofdafdeelingen in de landelijke leiding; )<br />

2. meisjesvertegenwoordigsters in die hoofdatdeelingen; ) III<br />

3. gewestleiders; ) II<br />

4. gewestelijk meisjesleidsters; )<br />

5. overig hooger kader. t ^<br />

1. gemachtigden van den Hoofdstormer; ) III<br />

2. stafleider; ) II<br />

3. landelijk meisjesleidster; ) I<br />

4. leden en plv.leden van den vierschaar, de Geheimschrijver en )<br />

zijn plaatsvervangers, hoofd van dienst I, 5 Tuchtaangelcgen- }<br />

heden, de meisjesvert. in dien Dienst )<br />

De Hoofdstormer kan zijn simf bevoegdheid overdragen aan den vier­<br />

schaar. Het Hoofd van den Dienst Tuchtaangelegenheden in de Landelijke<br />

leid'ng legi :n dat geval de zaak voor aan den viersehnar, met zijn advies.<br />

De Hoofdstormer kan, indien hij zulks wenschelijk acht, advies vragen<br />

aan den vierschaar. In dat geval wordt het onderzoek verricht door den<br />

Schout of een der, door hem aangewezen, Schepenen. Deze kunnen zich<br />

daarbij bedienen van de hulp van het Hoofd Tuchtaangelegenheden.<br />

Wanneer volgens vorenstaande regeling de strafoplegger van gelijken<br />

rang is of een lageren rang heeft dan de te straffen persoon, treedt in zijn<br />

plaats als strafoplegger op de eerstvolgende tot. straffen bevoegde meerdere<br />

van het te straffen lid.<br />

De tot straffen bevoegde meerdere beslist binnen 3 x 24 uur of hij de zaak<br />

iaat rusten dan wel een straf oplegt. Alvorens hij tot het laatste overgaat,<br />

wordt de schuldige in de gelegenheid gesteld zich te verantwoorden.<br />

De straf wordt mondeling aan den gestrafte medegedeeld. Bovendien<br />

wordt aan den gestrafte een schriftelijke bevestiging daarvan uitgereikt,<br />

welke schriftelijke bevestiging als grondslag voor mogelijk hooger beroep<br />

geldt. Zij moet inhouden: naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, rang,<br />

functie, stamboeknummer van den gestrafte; de opgelegde straf; een om­<br />

schrijving van het gepleegd vergrijp; de bewijsmiddelen (bekentenis, ge­<br />

tuigenverklaringen, innerlijke overtuiging van den strafoplegger e.d.) en<br />

een opgave van de beweegredenen, welke tot de straf hebben geleid.<br />

Vóór de straffen van de groepen II en III worden opgelegd, wordt een<br />

onderzoek naar het voorgevallene ingesteld door den Dienst Tuchtaan­<br />

gelegenheden. Te dien einde geeft de betrokken tot straffen bevoegde<br />

meerdere terstond van het hem medegedeelde vergrijp kennis aan het Hoofd<br />

van den Dienst Tuchtaangelegenheden, die zelf het onderzoek leidt of door<br />

een van zijn medewerkers(sters) doet instellen. In afwachting van dit<br />

onderzoek kan de tot straffen bevoegde meerdere telkens voor een tijdvak<br />

van ten hoogste 14 dagen schorsen indien het belang van den dienst zulks


eischt. De onderzoeker(ster) is verplicht de schuldige mondeling te hooren<br />

en kan zoonoodig getuigen en deskundigen hooren. Van het verhoor word!<br />

een verslag opgemaakt. Na beëindiging van het onderzoek geeft het Hoofd<br />

van den Dienst Tuchtaangelegenheden zijn advies aan den tot straffen be­<br />

voegde meerdere. Dit advies kan zijn: het voorstellen van een bepaalde<br />

straf of straffen, of een voorstel tot het buiten vervolging stellen van den<br />

betrokkene wegens gebleken onschuld, gebrek aan bewijs of onbelangrijk­<br />

heid van het gepleegde feit. De inhoud van dit advies wordt op overeen­<br />

komstige wijze als die, welke voor de schriftelijke bevestiging van een op­<br />

gelegde straf is voorgeschreven, opgesteld.<br />

De strafoplegger houdt van elke door hem opgelegde straf aanteekening<br />

en geeft mede daarvan terstond kennis aan het Hoofd van den Dienst<br />

Tuchtaanneiegenheden. Deze zendt de mededeeling door aan de Afdeeling<br />

Persoonszaken, waar de straf in de gedragslijst van het gestrafte lid wordt,<br />

ingeschreven.<br />

Berust de gestrafte in de opgelegde straf dan is de zaak daarmede<br />

afgedaan.<br />

4. De Dienst Tuchtaangelegenheden.<br />

De Dienst Tuchtaangelegenheden behoort tot Hoofdafdeeling 1/5<br />

van het Stafkwartier. Het Hoofd van dezen Dienst wordt door den<br />

Hoofdstormer benoemd. Hij neemt zelfstandig zijn beslissingen en is daar­<br />

voor alleen verantwoording schuldig aan den Hoofdstormer, Zuiver<br />

organisatorisch staat hij onder den Leider van de Hooidaf deeling Orga­<br />

nisatie. Zijn taak is het leiden of door een van zijn medewerkers(sters)<br />

doen leiden onder zijn toezicht van het onderzoek, genoemd in punt 3,<br />

hel geven van advies aan de strafopleggers en aan alle andere gezags-<br />

dragers(sters) betreffende tuchtaangelegenheden. Verder vervult hij bij<br />

den Vierschaar de functie van Ambtman {,,aanklager"), in welke hoe­<br />

danigheid hij de daarvoor in aanmerking komende zaken bij den Vier­<br />

schaar aanbrengt in den vorm van een eenvoudige telastelegging bij<br />

beroep of in den vorm van een advies bij beklag en wanneer de vier­<br />

schaar ingevolge overdracht van bevoegdheid door den Hoofdstormer een<br />

straf moet opleggen. Hij legt daaibij alle op de zaak betrekking hebbende<br />

stukken over. Hij geeft voorts van alle opgelegde straffen kennis aan de<br />

afdeeling Persoonszaken. Tenslotte is hij belast met het toezicht op de<br />

tenuitvoerlegging van de opgelegde straffen.<br />

Bij tuchtaangelegenheden, waarbij meisjes-leden zijn betrokken, wordt<br />

hij bijgestaan door de moisjesvertegenwoordigster in den Dienst Tucht­<br />

aangelegenheden, a.in wie hij verplicht is advies te vragen. Deze meisjes­<br />

vertegenwoordigster wordt eveneens door den Hoofdstormer, op voordracht<br />

van de Landelijke Meisjesleidster, benoemd.<br />

7


8<br />

5, Recht van beroep.<br />

Do gestrafte of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger(ster) heeft het<br />

recht binnen 4 dagen nadat de schriftelijke bevestiging van de straf is<br />

ontvangen, doch niet eerder dan 24 uur daarna, daarvan schriftelijk<br />

in beroep te gaan bij den daartoe aangewezen meerdere van den straf­<br />

oplegger; het beroep, dat na dezen termijn is ingesteld, behoeft niet meer<br />

in behandeling te worden genomen.<br />

De bovengenoemde meerdere beslist binnen 3 x 24 uur na ontvangst<br />

van het beroep of hij de opgelegde straf handhaaft of vernietigt dan wel<br />

wijzigt en deelt deze beslissing schriftelijk aan den betrokkene mede. Voor<br />

deze schriftelijke mededeeling gelden dezelfde bepalingen als voor de<br />

schriftelijke bevestiging van een opgelegde straf, genoemd in punt 3.<br />

Tevens geeft hij van zijn beslissing kennis aan den strafoplegger en aan<br />

den Dienst Tuchtaangelegenheden. Daarmede is de zaak afgedaan. Hooger<br />

beroep is niet meer mogelijk.<br />

Het beroep tegen de straffen van schorsing langer dan 6 maanden en<br />

ontslag, ook wanneer deze voorwaardelijk zijn opgelegd, wordt uitsluitend<br />

door den Vierschaar behandeld. De meerdere, die ten aanzien van deze<br />

straffen een beroep ontvangt, zendt dit dadelijk door aan het Hoofd<br />

Tuchtaangelegenheden, die het bij den Vierschaar aanhangig maakt.<br />

Hangende het onderzoek is de betrokkene geschorst.<br />

De in punten 3 en 5 genoemde termijnen van 3 x 24 uur kunnen worden<br />

overschreden, wanneer het instellen van een nader onderzoek zulks noodig<br />

maakt. Een zoodanig onderzoek wordt door den Dienst Tuchtaangelegen­<br />

heden ingesteld,<br />

Het instellen van beroep schorst de tenuitvoerlegging van de straf in<br />

het algemeen niet. De meerdere, bij wien het beroep is ingediend, kan de<br />

tenuitvoerlegging evenwel schorsen, totdat de eindbeslissing genomen is.<br />

6. Recht van beklag.<br />

Elk lid kan bij een vermeende onjuiste behandeling door een ander lid<br />

zich bij diens meerdere beklagen. Dit beklag wordt op overeenkomstige<br />

wijze als het beroep van straffen behandeld.<br />

7, Het volgen van den voorgeschreven dienstweg.<br />

Bij het instellen van beroep of beklag moet de in punt 3 voorgeschreven<br />

dienstweg worden gevolgd. Tedere gezagsdrager, tot de hoogste toe, is dus<br />

verplicht om, wanneer met voorbijgaan van dezen weg een beroep of<br />

beklag bij hem wordt ingediend, dit zonder meer door te zenden aan den-<br />

gene, die ingevolge den dienstweg daarvan het eerst behoort kennis te


Het ongegrond of bij een verkeerde instantie instellen van beroep of<br />

beklag wordt beschouwd a's een vergrijp tegen de tucht en kan dus op<br />

zichzelf worden gestraft. De beslissing hierover berust bij den meerdere, bij<br />

wien het beroep of beklag had behooren te zijn ingediend, den Dienst<br />

Tuchtaangelegenheden gehoord.<br />

Aan de bepalingen in deze laatste alinea's moet strikt de hand worden<br />

gehouden en aan hun inhoud moet de noodige bekendheid in de eenheden<br />

worden gegeven.<br />

8. De Vierschaar.<br />

Do Vierschaar doet uitspraak in naam van den Hoofdstormer in alle<br />

aan zijn oordeel onderworpen zaken. Hij neemt bij uitsluiting kennis van<br />

het beroep, ingesteld tegen de straf van schorsing langer dan 6 maanden<br />

en ontslag, en voorts van elke zaak, welke door den Ambtsman bij hem<br />

wordt aangebracht. Tenslotte komt hij bijeen op verzoek van den Hoofd­<br />

stormer om hem advies te geven of om, in zijn opdracht, namens hem de<br />

functie van strafoplegger uit te oefenen.<br />

De Vierschaar bestaat uit een Schout en twee Schepenen en wordt<br />

bijgestaan door een Geheimschrijver, alle door den Hoofdstormer benoemd.<br />

Deze benoemt, ook een plaa!?vervangenden Schout en een naar behoefte<br />

vast te stellen aantal plaatsvervangende Schepenen, alsmede een plaats-<br />

vervangenden Geheimschrijver, op voordracht van den Schout. De Schepe­<br />

nen zijn leden uit den practischen dienst van eiken rang. Bij behandeling<br />

van een zaak, waarbij een meisjeslid betrokken is, moet een der Schepenen<br />

een vrouwelijk lid zijn, voor elk geval door den Schout aan te wijzen<br />

op voordracht van de meisjesvertegenwoordigster in den Dienst Tucht­<br />

aangelegenheden.<br />

De Schout moet een hoogeren rang dan de beklaagde hebben, terwijl<br />

een van de Schepenen zoo mogelijk van gelijken rang als de beklaagde<br />

moet zijn.<br />

De Schout bepaalt in overeenstemming met het voorgaande de samen­<br />

stelling van den Vierschaar voor de behandeling van elke zaak. Hij stelt<br />

in overleg met den Ambtsman plaats en tijd van de zitting vast en draagt<br />

dezen op den beklaagde en mogelijke getuigen en deskundigen minstens<br />

3 dagen tevoren bij aangeteekenden brief op te roepen. Hef verschijnen<br />

voor den Vierschaar is dienst.<br />

De zittingen van den Vierschaar zijn besloten. De Schout kan hierop<br />

uitzonderingen toelaten. De wettelijke vertegenwoordiger(ster) van minder­<br />

jarige beklaagden moet echter in de gelegenheid gesteld worden de zitting<br />

bij te wonen en voor den minderjarige op te komen.<br />

De Schout leidt het onderzoek ter zitting. Als de Vierschaar zich vol­<br />

doende ingelicht acht, geeft de Schout den Ambtsman gelegenheid zijn<br />

9


10<br />

advies t.a.v. de te nemen beslissing voor te dragen. Hierna krijgt de<br />

beklaagde gelegenheid zich te verdedigen. Hij kan daarbij door een kader­<br />

lid worden bijgestaan. Vervolgens sluit de Schout het onderzoek en trekt<br />

de Vierschaar zich terug om over de uitspraak te beraadslagen. De uit­<br />

eindelijke beslissing berust bij den Schout, Deze uitspraak wordt<br />

zoo mogelijk dadelijk daarna mondeling op de — heropende — te­<br />

rechtzitting door den Schout met een toelichting bekend gemaakt.<br />

Van deze mondelinge uitspraak wordt binnen een week een schriftelijke<br />

bevestiging aan den veroordeelde gezonden. Deze schriftelijke bevestiging<br />

moet aan dezelfde vereischten voldoen als de schriftelijke bevestiging van<br />

een opgelegde straf, als bedoeld in punt 3. De Schout kan echter ook<br />

bepalen, dat de uitspraak schriftelijk zal worden gedaan. In dit geval<br />

moet daarvan binnen 14 dagen na de zitting een afschrift aan den ver­<br />

oordeelde worden gezonden.<br />

De schriftelijke bevestiging van de mondelinge uitspraak of de schrifte­<br />

lijke uitspraak houdt vooiis in: naam, voornamen, geboorteplaats en<br />

-datum, rang, onderdeel, functie en stamboeknummer van het lid,<br />

de namen van den Schout, Schepenen, Geheimschrijver en Ambtsman,<br />

voorts de feiten, welke de Vierschaar als bewezen heeft aangenomen, de<br />

overwegingen, welke hem tot de beslissing hebben geleid en de beslissing<br />

zelve. De beslissing kan zijn: bij een strafzaak: handhaving, vernietiging<br />

of wijziging van de opgelegde straf of oplegging van een straf. Blijkt de<br />

beklaagde onschuldig te zijn, dan houdt de beslissing in vrijspraak met<br />

eerherstel. Bij een beklagzaak kan de beslissing zijn: gegrond- of onge-<br />

grondverklaring van het beklag. In het eerste geval zendt de Ambtsman de<br />

zaak terug naar den meerdere van dengene, tegen wien het beklag was<br />

ingediend, met zijn advies over de tegen dat lid te nemen maatregelen, en<br />

in het tweede geval zendt de Ambtsman de zaak terug naar den meerdere<br />

van den klager, met zijn advies betreffende een mogelijk tegen den klager<br />

in te stellen tuchtrechtelijke vervolging.<br />

De Vierschaar kan bepalen, dat de uitspraak voor het front van de troep<br />

wordt voorgelezen of anderszins wordt bekend gemaakt.<br />

Tegen de uitspraken van den Vierschaar, rechtdoende in tweeden aanleg,<br />

staat geen hooger beroep open. Herziening daarvan kan alleen door den<br />

Hoofdstormer worden gelast, wanneer naderhand nieuwe feiten bekend<br />

worden, die van invloed op de beslissing hadden kunnen zijn, indien ze bij<br />

het nemen daarvan bekend waren geweest.<br />

De Geheimschrijver maakt een nauwkeurig verslag van het ter zitting en<br />

in raadkamer verhandelde; het verslag van de zitting wordt bij het dossier<br />

gevoegd, dat van de beraadslagingen van den Vierschaar wordt afzonder­<br />

lijk door hem bewaard, daar het geheim is. Hij zendt voorts een gewaar­<br />

merkt afschrift van de uitspraak of van de schriftelijke bevestiging van de


mondelinge uitspraak aan den beklaagde (klager), den strafoplegger, den<br />

meerdere bij wien het beroep (beklag) was ingediend en aan het Hoofd<br />

van den Dienst Tuchtaangelegenheden.<br />

De uitspraken worden door den Schout met den Geheimschrijver onder­<br />

teekend.<br />

De leden van den Vierschaar en de Geheimschrijver mogen geen familie<br />

van den beklaagde (klager) zijn noch mag tusschen hen een verhouding<br />

van dienstbetrekking beslaan. Ook mogen zij niet zijn de leider van de<br />

eenheid, waartoe de beklaagde hoort.<br />

De kosten van de rechtspraak van den Vierschaar komen ten laste van<br />

het Stafkwartier. Reis- en verblijfkosten en vergoeding van loonderving<br />

van de opgeroepen getuigen en deskundigen worden door den Schout<br />

begroot en terstond op de zitting door den Schout tegen behoorlijke<br />

kwijting uitbetaald. De beklaagde (klager) moet zijn kosten zelf dragen,<br />

benevens die van de mogelijk door hem meegebrachte getuigen en des­<br />

kundigen. De Schout kan echter anders bepalen, ingeval van onvermogen<br />

of wanneer de beklaagde (klager) wordt vrijgesproken (in het gelijk gesteld).<br />

Ieder, die bij de behandeling van luchtzaken is betrokken, is tot geheim­<br />

houding verplicht, behalve tegenover zijn opvoeders, wanneer hij nog<br />

minderjarig is.<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!